Een man is gebeten door een met hondsdolheid besmette hond. Hij wordt onmiddellijk naar het ziekenhuis gebracht en onderzocht. Als de arts heeft geconstateerd dat er inderdaad sprake is van hondsdolheid, vraagt de patiënt om een stuk papier. Wilt u uw testament maken?, vraagt de arts. Nee, ik wil even een lijstje maken met de namen van mensen die ik wil bijten.
Met zo'n weer ga ik geen boodschappen doen, moppert de man. Je zou er een hond nog niet doorheen jagen. Ik heb toch ook niet gezegd dat je die arme hond mee naar buiten moet nemen?, zegt zijn vrouw.
Een dame gaat naar de winkel om een drinkbakje voor de hond te kopen. De winkelier laat haar een mooi beschilderd bakje zien met het opschrift: Voor de hond. Het bakje is echter nogal duur. Dat opschrift is nergens voor nodig, zegt de dame tegen de winkelier, mijn man drinkt geen water en de hond kan toch niet lezen.
Ik ben met een wonderbaarlijke man getrouwd, zegt de dame. Hoezo?, vraagt haar vriendin. Nou, hij gaat 's avonds met de hond uit en komt 's morgens met een kater terug, zegt de dame.
Twee honden zijn verdwaald in de woestijn. Dan gromt een van hen: Als we nou niet heel snel en boom tegenkomen, doe ik het in mijn broek.
Waarom trek je zo'n lelijk gezicht tegen die lieve pitbull?, vraagt oma. Henkie: Hij is ermee begonnen.
In de bus zit een jonge man tegenover een aardige dame met een hondje op haar schoot. Om een gesprek aan te knopen, zegt de man: Ik wou dat ik dat hondje was. Dat weet ik nog zo net niet, zegt de dame. Ik ben met hem onderweg naar de dierenarts om zijn staart te laten couperen.
Het is allemaal nog niet zo erg, hoor dokter. Ik ben zo sterk als een beer, ik werk als een paard en als ik zo moe ben als een hond dan slaap en snurk ik als een os. En mijn vrouw vindt me nog steeds net zo lief als onze poes. Alleen als ik 's morgens naar het toilet moet, dan… Ik weet al genoeg , zegt de dokter. Ik kan helaas niets voor u doen. U kunt beter naar een veearts gaan.
Wat kost die grote hond?, vraagt de klant in de dierenwinkel. 300 euro, mevrouw. Lieve hemel. Dat is me te duur. En die kleine?. 500 euro, mevrouw. En dat hele kleintje dan?. Dat is een echte kampioen, mevrouw. Die kost 1000 euro. Allemachtig, steunt de dame. Wat kost het me eigenlijk, als ik helemaal geen hond koop?.
Dokter, wat moet ik doen? De honden likken altijd aan mijn vingers als ze me zien en de arts zegt: Probeert u eens met mes en vork te eten.
De pasgetrouwde man komt thuis van zijn werk en vindt zijn vrouw in tranen. Je weet toch dat ik een recept had om een boterkoek te bakken?, huilt ze. Ik heb de boterkoek gemaakt en daarna buitengezet om hem af te laten koelen. Maar nou heeft de hond hem opgegeten. Ach, maak je maar niet zo druk, zegt haar echtgenoot rustig. We vinden heus wel een andere hond.
Twee apen zitten in een dierentuin, en zegt de éne tegen de andere: Zielig hé, al die mensen achter de tralies.
Ik ga mij een geit kopen, zegt Jan tegen Karel. Een geit kopen?. En waar ga je die geit zetten, want je woont toch op een appartement?. Nou, in de zomer ga ik die geit op mijn balkon zetten. En in de winter?. Dan zet ik die geit gewoon binnen. En die stank dan?. Oh, daar moet die geit maar aan wennen.
Er waren twee vissen aan het zwemmen en plots begon het te regenen. Zegt de éne vis tegen de andere vis: Zullen we onder die brug schuilen, want ik wordt nat.
Twee stieren staan boven op een berg. Beneden in de vallei staat een hele kudde koeien. Zegt de éne stier tegen de andere: Kom, we gaan vlug naar beneden en pakken er één. Waarop de andere stier zegt: Nee, we gaan op ons gemak naar beneden en pakken ze allemaal.
Twee aardappels huilen tranen met tuiten, en de derde aardappel vraagt: Waarom huilen jullie?, waarop de éne zegt: Onze moeder zit in de puree.
Twee koeien staan in de wei, en zegt de éne koe: 't Is toch erg hé, met die gekke koeienziekte?. Zegt een voorbij lopende konijn: Daar hebben we geen last van.
|