Twee schotten verlaten hun stamkroeg na een stevige borrel. Terwijl ze over de straat zwalpen roept de éne: Wat gek zeg, ik zie alles dubbel. Waarop de andere schot zijn portemonee te voorschijn haalde en zijn vriend een bankbiljet geeft van één pond, met de woorden: Hier heb je twee pond terug, die ik van je heb geleend.
Er zitten drie jongens op de speelplein. Zegt de eerste: Ik heb de snelste vader van de wereld. Hoezo?, wel, hij is piloot van een F16. Zegt de tweede: Mijn vader is nog sneller, want hij is astronaut. Zeg de derde: Mijn vader is ambtenaar en hij werk van negen tot vijf, maar hij is altijd om drie uur thuis.
Een rijke zakenman stapt in New York, een bank binnen en vraagt een lening van 5000 dollar. De bediende meld hem dat ze voor zo'n lening onderpand nodig hebben. Geen probleem, de man geeft de sleutels van zijn Rolls als onderpand. De man gaat buiten met zijn 5000 dollars die hij leende, met de bijkomende intresten. De bediende is nieuwsgierig en vraagt de man: Meneer, mag ik zo indiscreet zijn, ik heb uw rekening nagetrokken en u blijkt een multimiljonair te zijn. Mag ik je dan ook vragen, waarom dan die lening van 5000 dollar?. Wel, probeer jij maar eens twee weken in New York te parkeren tegen 15 dollar.
Wat denk een dom blondje, wanneer ze een bananenschil ziet liggen op het voetpad?. Oh nee, daar ga ik weer.
Meester, ik heb mijn boterhammen vergeten, zegt Jantje. Zeker per ongeluk, vraagt de meester. Nee meester. Met bijbedoelingen, zeker?. Nee meester, met kaas.
Een ambtenaar zit koffie te drinken, en de kantinejuffrouw vraagt hem: Wilt u nog een tweede kopje koffie?. Nee zegt hij, anders kan ik deze namiddag niet slapen.
Een man en een vrouw zijn betrokken geraakt bij een auto ongeluk, en het was een ernstig ongeval. Allebei hun auto's liggen in wrakken, maar gek genoeg is geen van beide gekwetst. Nadat zij beiden uit hun wrak gekropen zijn gekropen, zegt de vrouw: Dus u bent een man, dat is interessant. Ik ben een vrouw, nou kijk nu toch even naar onze auto's. Dit moet wel een teken van God zijn, dat het voorbestemd was dat wij elkaar zouden ontmoeten en vrienden zullen blijven en de rest van onze dagen samen zullen doorbrengen in alle rust. Ik ben het volkomen met u eens, dit moed gewoon een teken van God zijn geweest, zegt de man heel blij. De vrouw ging verder, en kijk eens aan, mijn auto is compleet vernield en deze fles wijn is niet eens gebroken. Ik weet wel dat God het zou willen dat we deze fles samen zouden leegdrinken op onze toekomst. Dan gaf ze de fles wijn aan de man, waarop de man zegt: drink jij mee?. Nee, maar ik denk dat ik gewoon op de politie zal wachten en daarna op de goede afloop zal drinken, zegt de vrouw koeltjes.
Er zitten twee vissen in een bokaal. De éne vis zegt tegen de andere vis: Zeg, mag ik nu een keer aan het raam zitten.
Twee gekken ontsnappen uit een gekkenhuis. Ze zijn in jaren niet meer buiten geweest en weten dus niet goed waar naartoe, maar ze besluiten om het treinspoor te volgen. Na een uurtje zegt de éne tegen de andere: Amai, die trappen zijn toch vermoeiend hé. Die trappen, dat is nog niets, maar die lage leuningen maken me kapot, zegt de andere.
Mieke vraagt aan haar moeder om hoe laat de ooievaard haar gebracht heeft?. Wel zegt moeder, 's nachts om drie uur. Waarop Mieke zegt, nog een geluk dat je wakker was.
Je bent zo laat, zegt mamma tegen dochterlief?. Ik werd achtervolgd door een man, en die ging zo traag dat ik bij hem moest blijven.
Een moeder heeft tien appelen, en moet die delen met acht kinderen. Hoe moet ze dat doe?. Jantje staat recht en roept uit, appelmoes maken meester.
En hoe gaat het met jou in je nieuwe appartement, vraagt tante Mies aan haar buurvrouw?. Goed, alleen is het zo stil geworden sedert mijn goudvis gestorven is.
Sedert twee jaar heb ik geen woord gesproken tegen mijn vrouw. Waarom niet?. Ik wil haar niet lastig vallen, met al mijn vragen.
Een oude man stapt op de bus, en geeft de ontvanger een kinderkaart. Hé, ben je niet goed snik?. Dat is een kinderkaart. Weet ik wel, maar daaraan kun je zien hoelang ik reeds op de bus heb moeten wachten.
Schilder eerst de vensters en kom dan bij mij, zegt papa tegen zoonlief. Na een tijdje zijn al de vensters geschilderd en hij vraagt aan papa: Papa, moeten de ramen ook geschilderd worden?.
Willy betrapt een inbreker op heterdaad. Hij bedreigt de Willy met een revolver en roept zijn vrouw. Marie, haal eens de kogels in de badkamer.
In een hotelkamer hangt een bordje waarop te lezen staat: Onze brandweer gebruikt enorm veel water om te blussen bij een brand. Indien je niet wilt verdrinken, rook dan niet in bed.
|