Een taxi houdt halt voor een café.
De kelner komt naar buiten en duwt drie klanten die zwaar boven hun theewater zijn, in de auto en zegt:
Deze moet naar de Mechelsestraat, en die naar Bondgenotenlaan en de derde naar het station. Een ogenblik later stopt dezelfde taxi weer voor het café.
De chauffeur stapt uit, gaat binnen en zegt aan de kelner:
Ik moest daarnet even hard remmen, waardoor mijn passagiers over elkaar heen zijn getuimeld.
Wil je ze misschien nogeens precies komen sorteren?.
De gevangenisdirecteur viert zijn jubileum.
Aan alle gevangenen wordt gevraagd, om ideeën in te dienen voor de feestviering.
Dit is een goed idee, zegt één van de gevangene, en ik geloof dat ik die heb:
Wat zou u denken van een opendeurdag?.
Tijdens het solicitatiegesprek vraagt hij aan de jonge man het volgende:
Jongeman, denk je dat je een waaier aan uiteenlopende taken aankunt?.
Ik denk het wel, want ik heb de afgelopen vier maanden tien verschillende jobs gehad.
Een toerist die in de dierentuin rondloopt ziet dat er een schaap in de leeuwekooi bevindt. Wauw, dat is ongelooflijk.
Hoe zijn jullie daarin geslaagd?, vraagt hij aan een oppasser.
O, heel eenvoudig, zegt hij.
We nemen gewoon elke dag een ander schaap.
Jan en zijn vrouw gaan lekker gaan wandelen, als plots Jan blijft stilstaan er zegt:
Het schiet me juist te binnen, dat ik een briefje van 100 euro op mijn bureau heb laten liggen.
O ja, ik heb nochtans niets gezien, schat, zegt zijn vrouw.
Jan ademt opgelucht en zegt:
Gelukkig, dan zal het er nog wel liggen.
Mijn man is al lang op zoek naar een geldkoffertje dat op slot kan, en ik heb er gisteren eentje gekocht voor hem.
Een pracht van een ding.
En heb je voor jezelf ook iets gekocht?.
Ja, ik heb een kopie laten maken, van het sleuteltje.
Een Belgisch koppel gaat het gravensteen in Gent gaan bezoeken, en ze komen aan een waterput terecht.
De reisleider vertelt een verhaal, over diene put.
Kijk, zegt hij, als je hier in deze put een kwartje ingooit, dan zullen al uw wensen in vervulling gaan.
Het Belgisch koppel zijn zeer nieuwsgierig en ze leunen voorover.
De vrouw valt in de put en de man zegt: Lieve hemel, het werkt echt.
De notaris was het testament van de overledene aan het lezen.
Als hij bij de laatste bladzijde gekomen was, las hij het volgende:
Ik heb altijd beloofd dat ik mijn geliefde vrouw Jeanne in mijn testament zou vermelden.
Dus: Dag Jeanne.
George en Marcel staan langs de ijspiste, waarop een schaatser prachtige figuren aan het maken is.
Machtig hé, de manier waarop hij uit een drie, een acht maakt, zegt George.
Tijdens een kampioenschap zou hij daar minstens vijf punten voor krijgen.
Ja ja, zucht Marcel, vijf punten.
En zeggen dat ik nooit een vijf jaar heb gekregen, omdat ik een drie in een acht had veranderd.
Een rijke man zei eens tegen zijn pastoor:
Waarom wordt ik altijd voor gierigaard verweten?.
Iedereen weet toch dat ik van plan ben om mijn vermogen na mijn dood aan liefdadigheidswerken te schenken, en de pastoor zegt:
Laat mij u de geschiedenis vertellen van de koe en het varken.
Op een dag beklaagde het varken zich bij de koe, over het feit dat de mensen graag over de koe spraken, over haar weldaden, haar zachtheid en haar zoete ogen.
Het varken gaf toe dat de koe melk, boter en room gaf, maar wees erop dat het varken toch heel wat meer schonk:
Spek, hesp, borstels en lekkere worst.
Wat kon toch de reden zijn, van die gierigschatting?.
De koe dacht even na en zei:
Misschien komt het wel doordat ik leef, terwijl ik leef.
Hoe komt het toch, dat jij zo kaal bent?, vraag Karel aan Jan.
Ik verloor de helft van mijn haar, toen mijn vriendin me de bons gaf, zegt Jan.
En de andere helft dan?, vraagt Karel.
Die verloor ik toen ik me met haar verzoende, en zij mij vrouw werd.
Sinterklaas komt op bezoek en vraagt aan Charlotte wat ze zou willen.
De pil, zegt ze.
Geschokt vraagt Sinterklaas aan Charlotte waarom ze zoiets wenst en ze zegt:
Omdat ik al tien poppen heb, en dat is meer dan genoeg.
Ik wil er geen meer, was het antwoord van Charlotte.
Ik weet hoe we dit werkloosheidsprobleem kunnen oplossen, zegt de eerste minister.
Zet alle mannen op een eiland en alle vrouwen op een ander eiland, en iedereen zal snel werk hebben.
O ja, en wat zullen ze dan wel doen?.
Boten bouwen, zegt de eerste minister.
Een man was beland in de binnenlanden van Amerika bij de Indianen.
Hij had een hutje gebouwd en was bezig hout te hakken voor de winter.
Er komt een Indiaan voorbij en de man vraagt:
Krijgen we een strenge winter?, en de indiaan zegt:
Het wordt een koude winter, zegt de Indiaan.
Zo, zegt de man, ik hak nog wat hout meer.
En zo heeft hij een stapel van twee meter hout liggen, en hij heeft het er warm van gekregen. Weer komt er een Indiaan voorbij en hij vraagt weer of we een strenge winter krijgen.
De Indiaan zegt: Het wordt een strenge winter.
Dan hakken we nog maar wat meer hout, zegt de man.
Nu heeft hij een stapel van drie meter hout liggen.
Alweer komt er een Indiaan voor bij en hij vraagt wat voor winter we krijgen.
De Indiaan zegt:
We krijgen een zeer strenge winter.
En hoe weet u dat?, vraagt de man.
Nou, dat zie ik aan de stapel brandhout, zegt de Indiaan.
|