Ja mannekes, bij mijn geboorte kon ik nog niet veel doen hoor, want ik zat negen lange maanden opgesloten in een donkere kamer en ik had niks uitgestoken hoor.
En ik moet u zeggen, dat ik tijdens die negen maanden opsluiting alles gehoord heb wat ze zeiden. Tijdens mijn opsluiting heb ik dan ook alles gehoord, wat mijn ouders tegen elkaar gezegd hebben. Welke taal het was, weet ik niet hoor, want ik had toen nog gene woordenboek bij.
Als ik honger had gaf ik mijn moeder ne stamp op hare buik, en die wist precies wat ik moest hebben, want die kende mij zodanig goed of het was dan ook mijn echte moeder. Mijn moeder pakte mij op en legde mij aan haar rechter borst, want haar linker borst lag langs de andere kant.
Hoe meer witte melk ik drong, hoe witter ik werd. Ik moet u wel zeggen, dat ik na die negen lange maanden opgesloten te hebben gezeten, wreed goed uitgerust was hoor. Het eerste wat ik deed bij het contact met de buitenwereld was bleiten (huilen) gelijk een klein kind, want ik kreeg van die madam direct ne slag op mijn kont.
Vraag mij niet waarom, want ik weet het niet. Van ’t verschieten werd ik dan ook uit mijne diepe slaap gehaald en tot mijn grote verbazing zag ik dat die mannen daar al feest aan het vieren waren zonder mij.
Ja mannekes, ge gaat mij waarschijnlijk niet geloven, maar van al mijn gebleit waren al die klein mannen wakker geschoten. Ik had zodanig veel gebleit, dat die kamer onder water stond. Nog een geluk dat mijn ouder een verzekering hadden tegen waterschade, anders ging dat een dure affaire worden hoor.
Mijn vader was ondertussen ook al flauw gevallen, van mijn gebleit zeker. Alé, na een paar dagen in het kliniek te hebben verbleven, mochten we eindelijk naar huis gaan. Toen we thuis kwamen en de mijne pa de deur open deed, viel onze kanarie van het verschieten toch wel van zijn stokske zeker. Van onze hond kreeg ik direct een pootje, als welkomstgeschenk.
Ik dacht eerst dat ik ne dierentuin terechtgekomen was, want ze kwamen mij allemaal ne goeie zeggen en ieder in zijn eigen taal. Eén ding vond ik wel spijtig en dat was: Dat ik nog een gans jaar heb moeten wachten op mijne eerste verjaardag, want ik had mij ouders en broers al uitgenodigd Ja mannekes, ik hoor mijn kleine broer nog altijd zeggen tegen ons ma:
- Ma, ons klein boeleke doet niet anders dan bleiten.
Maar daar kwam direct verandering in hoor, want ik was ondertussen al een paar maanden ouder geworden. Mijn pa zei altijd tegen mij dat ik hem goed in de gaten moest houden, want dat ik er veel kon van leren.
's Avonds bij het tv kijken trok mijne pa af en toe van die rare smoelen, en ik moest proberen van hem na te doen. ‘t Was precies of hij had in ne zure citroen gebeten, ofwel had hij met het knutselen op zijne duim geklopt. Ik was zo verschoten dat ik op één, twee, drie, op onze ma hare schoot zat en ze zei:
- Awel kleine pruts, wat komt gij hier doen?.
Ondertussen was gans de familie ook al ne keer komen kijken, om te zien hoe het met mij was en om te overleggen wie peter en meter, tante en nonkel mocht worden. Ondertussen was mijn moeder patatten aan het ontdoen (schillen) van hun veldkledij. Patatten die nog niet geschild zijn, noemen wij: Patatten in veldkledij.
Mijn pa had nog maar juist de beesten eten gegeven, en hij had er honger van gekregen. Ik was ondertussen ook al overgeschakeld: Van de borst naar de papfles, maar af en toe kreeg ik wel eens een ander menu voorgeschoteld. Ik kreeg dan bettefort-koeken die lag te weken in witte melk, of een banaan die geplet werd met bettefort-koeken. Omdat dat wreed gezond en voedzaam was.
Ondertussen was ik één jaar geworden en ik mocht van mijn moeder overal mee gaan. Ik moet u wel zeggen dat mijn moeder altijd bij mij was, want ik was nog veel te klein om alleen weg te gaan.
En van 't verschieten schoot ik in een luide lach, zodat ik nu als lachend door 't leven ga. Maar ik moet u zeggen dat ik nu soms teveel lacht, maar dat is dan wel voor drie dagen, tot ik uitgelachen ben hoor.
't Is maar om u te zeggen dat lachen gezond is voor hart en bloedvaten, maar ook gezond is voor onze humeur. En toch wordt er den dag van vandaag nog maar zelden gelachen, of kunnen en durven we niet meer lachen. Wie zal het zeggen?.
Groetjes van flipper de flip.
|