Een man komt op klaarlichte dag onverwachts thuis en vindt zijn vrouw naakt in bed, terwijl de slaapkamer sterk naar sigarenrook geurt.
De man kijkt onder het bed en in alle kasten, maar vindt niemand, tot hij uit het raam naar beneden kijkt en bij de bushalte een sigarenroker ziet staan.
Woedend sleurt hij de koelkast naar het raam en gooit deze naar buiten.
Even later arriveert de verpletterde roker bij de hemelpoort.
Wat is er met jou gebeurd?, vraagt Petrus.
Geen idee, zegt de man.
Ik sta op de bus te wachten en ik krijg een koelkast op mijn kop.
Kom maar binnen, zegt Petrus.
Even later arriveert er weer een man.
Wat is er jou gebeurd?, vraagt Petrus.
Ik had zo’n vreselijke berouw dat ik iemand met een koelkast vermoord had, dat ik mezelf heb opgeknoopt, zegt de man.
Ga maar naar binnen, zegt Petrus en vijf minuten later arriveert er weer een man.
En wat is er met jou gebeurd?, vraagt Petrus.
Geen idee, zegt de man.
Ik zit in de koelkast rustig een sgaartje te roken en word ik ineens van het balkon gegooid.
Een jongeman die al een paar jaar aan de dop staat, is zijn werkloosheidsuitkering grondig beu en krijgt een baantje in het dierentuin aangeboden, waar hij verkleed als gorilla de oude moest vervangen en nabootsen.
Hij sprong van de ene tak naar de andere, maar opeens miste hij zijn sprong.
Hij viel naar naar beneden in een plas water en in dat water zaten er krokodillen.
De jongeman riep om hulp, als er plots een krokodil naar hem kwam gezwommen en zei:
Niet te luid roepen, anders zijn we onze baan kwijt en mogen we weer gaan doppen.
De paus gaat weer een op reis, per vliegtuig.
Om te beginnen bezoekt hij Engeland.
Als hij in de deuropening van het vliegtuig verschijnt, roept de aanwezige menigte:
Elvis, Elvis, Elvis.
Nee, beste mensen, ik ben Elvis niet, ik ben de paus.
Enkele dagen daarna vliegt hij naar Duitsland.
Hij heeft zijn gezicht nog niet laten zien of de mensen roepen:
Elvis, Elvis, Elvis.
Ook in Frankrijk hetzelfde tafereel.
Moedeloos gaat de paus naar zijn hotel, opent de deur van zijn kamer en ziet daar drie prachtige meiden liggen, die terstond beginnen te roepen:
Elvis, Elvis, Elvis.
Waarop hij begint te zingen:
Its now or never.
Twee jagers worden door een vreselijk noodweer gedwongen te overnachten op een afgelegen boerderijtje, dat slechts bewoond is door een eenzame, oude weduwe.
Als de twee elkaar het jaar daarop weer ontmoeten, vraagt de ene:
Zeg eens, heb jij met die oude dame vorig jaar het bed gedeeld?.
Ja, dat klopt.
En heb je toen mijn naam als dekmantel gebruikt?.
Ja, ook dat klopt. Waarom vraag je dat?.
Je wilt toch niet beweren dat ze je lastig valt?.
Nee, glimlachte de vriend.
Alleen, ze iseergisteren overleden en ze heeft me het boerderijtje plus honderdduizend gulden nagelaten.
Een muis loopt door het bos.
Plotseling hoort hij vanuit een grote, diepe kuil:
Help, help trompetter.
De muis kijkt in de diepte en ziet op de bodem een olifant zitten.
De olifant vraagt aan de muis, of hij hem eruit helpen kan.
Natuurlijk, zegt het muisje, ik haal even mijn dikke Mercedes en ik trek je eruit.
Zo gezegd, zo gedaan.
De volgende dag loopt de olifant door hetzelfde bos en hij hoort, van uit een kuil:
Help, help gepiep.
De olifant kijkt en ziet in de diepte het muisje zenuwachtig ijsberen.
Uiteraard vraagt de olifant of hij kan helpen.
Dat kan hij.
Hij laat zijn enorme slurf in de diepe kuil zakken en het muisje kan zonder problemen uit de diepe kuil klimmen.
Moraal is:Als je een lange slurf hebt, heb je geen dikke Mercedes nodig.
Drie olifanten zitten in een boom en hebben vreselijke zin in een potje klaverjassen.
Helaas ontbreekt de vierde man.
Ongedurig kijken ze uit naar een toevallige voorbijganger en gelukkig, er komt een ei langs gelopen.
Zin in een potje klaverjassen, roepen de olifanten in koor.
Jazeker, maar ik heb nu geen tijd, want ik moet naar de kapper.
Tijdens de les van seksuele voorlichting vraagt de juffrouw aan de leerlingen:
Welk lichaamsdeel gebruikt je het meest bij het mastruberen?.
Jantje steekt zijn vinger in de lucht en zegt:
Je oren, juffrouw, om te luisteren of er niemand aan komt.
Nog nooit eerder in zijn leven was Hans zo gek op een vrouw, als op deze 22 jarige brunette. Maar helaas, toevallig hoorde hij haar opmerken dat ze hem te oud en te lelijk vond. Vastbesloten begon de 70 jarige man aan een rigoureus zelfverbeterings-programma.
Hij nam een facelift, kocht een toupet, liep iedere dag zeven kilometer, deed aan body-building en ging over op een streng vegetarisch dieet.
Binnen een paar maanden won de herboren grijsaard het hart van de prachtige brunette, en zij stemde in met een huwelijk.
De jonggehuwden waren nog niet de kapel uit, of Hans werd getroffen door een bliksemflits.
Woedend arriveerde hij aan de hemelpoort en zei tegen Petrus:
Hoe kun je me dit aandoen, na alle moeite die ik gedaan heb.
Eerlijk gezegd, Hans, ik had je niet herkend, zei Petrus.
|