Karel zou zijn tienjarig jubileum op de firma vieren. Niemand schijnt er echter aan te hebben gedacht dat er een jublilaris is. Nou ja, hij houdt er ook niet zo van om in het middelpunt van de algemene belangsrelling te staan. Het is hier ze rustig, denkt hij. Om vier uur in de namiddag komt de secretaresse van de baas, die hij al jarenlang in stilte aanbidt, op zijn bureau. Ze brengt hem thee. Zou u vanavond bij mij op bezoek willen komen?, vraagt ze. Ik ben uw feestdag niet vergeten: Ik kook iets lekkers en daarna... Ze kijkt hem veelbetekenend aan, en dan komt de grote verrassing. Ze glimlacht en zegt: Dus u komt, hé. Karel is er van ontdaan. Hij kan haast niet wachten tot zijn kantoortijd afgelopen is. Die avond klimt hij met trillende benen de trap op, naar de flat waar de secretaresse woont. Ze verwelkomt hem hartelijk. Wacht, zegt ze, ik zal u eerst maar eens een stukje van het huis laten zien. Kijk, hier is mijn slaapkamer. We kunnen toch maar beter eerst de grote verrassing later plaatsvinden, vind u niet?. Als u even wilt wachten in de kamer hiernaast. Als ik in mijn handen klap, mag u de slaapkamer binnenkomen. Karel is zichzelf niet meer. Het duurt vijf minuten, dan klapt de secretaresse in haar handen. Karel gooit de deur van de slaapkamer open. Hij had zich ondertussen helemaal uitgekleed. In de slaapkamer staat het voltallige kantoorpersoneel, met de directeur op de voorste rij, dat in koop begint te zingen: Lang zal jij leven.
Een gepensioneerde, gescheiden man besluit dat hij wat romantiek in zijn leven nodig heeft en daarom gaat hij eropuit om te proberen een meisje te vinden. Nadat hij op verschillende seniorenmiddagen en bingoavonden zijn geluk heeft beproefd, besluit hij op een avond om een pitstop in een plaatselijke café te houden. Terwijl hij troost zoekt in een biertje, merkt hij een jonge, verlegen uitziende vrouw op die in een hoek naar hem zit te glimlachen. Hij besluit om al zijn moed bij elkaar te rapen en haar te vragen of ze wat gezelschap wil, waarop ze bevestigend ja zegt. De man kan niet geloven hoeveel geluk hij heeft en als de nacht zich voortzet, lijkt het alsof ze wel heel erg goed met elkaar kunnen opschieten. Het café gaat bijna sluiten, en de vrouw nodigt hem bij haar thuis uit. Ze belanden in de slaapkamer als de man vraagt: Zo, heeft je moeder je alles verteld wat je moet weten als je de nacht met een man gaat doorbrengen?. Oh, ja, zegt ze. Wat een geluk, zegt de man, want op mijn leeftijd heb je de neiging om dingen te vergeten.
Een boer had enkele jonge hondjes, die hij nog moest verkopen. Hij schilderde een advertentie op een bord met: Vier puppies te koop en zette dit aan het begin van zijn erf aan de kant. Net toen hij de laatste spijker in het bord sloeg, werd hij aan zijn overal getrokken. Hij keek naar beneden in de ogen van een kleine jongen. Meneer zei de jongen, Ik wil één van uw puppies kopen. Wel, zei de boer, terwijl hij met zijn hand achter in zijn nek wreef, deze puppies hebben hele goede ouders en kosten aardig wat geld. De jongen liet voor een moment zijn hoofd hangen. Toen reikte hij diep in zijn broekzak en haalde een handvol kleingeld voor de dag en liet het aan de boer zien. Ik heb 39 cent. Is dat genoeg om te kijken?, zei de jongen. Zeker, zei de boer en hij floot een deuntje. Dolly, riep hij. Uit het hondenhok en over het erf rende Dolly naar de boer toe gevolgd door 4 kleine bolletjes wol. De kleine jongen drukte zijn gezicht tegen het hek. Zijn ogen straalde van verrukking. Terwijl de honden naar het hek toe kwamen rennen, zag de jongen nog iets bewegen in het hondenhok. Langzaam verscheen er nog een bolletje wol, maar deze was zichtbaar kleiner dan de andere hondjes. Op zijn achterpootjes gleed het bolletje het hok uit en op een wat onhandige wijze begon het hondje vooruit naar het hek te hobbelen, terwijl het zijn best deed de andere hondjes bij te houden. Ik wil die hebben, zei het kleine jongetje, terwijl hij naar waggelende hond wees. De boer knielde naast het jongetje neer en zei: Zoon, je wil dat hondje echt niet. Het is nooit in staat om te rennen of te spelen zoals de andere hondjes kunnen. Toen deed de jongen een stap naar achteren, reikte naar beneden en begon een broekspijp op te rollen. Terwijl hij dit deed werd een stalen beugel zichtbaar aan beide zijden van het beentje van de jongen die vastgemaakt zaten aan zijn speciaal gemaakte schoentje. De boer aankijkend zei hij: Weet u meneer, ik kan zelf ook niet zo goed rennen en hij heeft iemand nodig die hem begrijpt. Met tranen in zijn ogen reikte de boer naar beneden en pakte de kleine puppie op. Hij hield het heel voorzichtig vast toen hij de puppie aan de kleine jongen gaf. Hoeveel kost het?, vroeg de kleine jongen. Niets, het is gratis, zei de boer. Er is geen prijs voor liefde.
Op een ochtend ligt een oudere man met zijn vrouw in bed. Hij leunt over haar om haar te kussen, als ze ineens roept: Raak me niet aan, ik ben dood. Waar heb je het over?, zegt haar man. Ik ben vast en zeker dood, zegt zijn vrouw. Waarom denk je in hemelsnaam dat je dood bent?. Ik werd vanochtend wakker en had nergens pijn.
Een razende klant belt naar de directeur van een lokale tijdschrift en vraagt hem waarom haar zondagskrant niet in de bus zat. Het spijt me, mevrouw, zegt de man kalm, maar ik ben bang dat het vandaag zaterdag is. De zondagskrant wordt pas op zondag geleverd. Er klinkt een langer stilte aan de andere kant van de lijn, voordat de dame zegt: Dan neem ik aan dat dat ook de reden was waarom er vandaag niemand in de kerk zat.
|