Twee konijnen en een ezeltje zitten 's avonds langs de kant van de weg. Vraagt het ezeltje aan het konijn: Hoe komt dat nu, je ziet hier altijd platgereden ezeltjes op de weg liggen, maar nooit een platgereden konijn. Wij hebben een goede methode. Als wij de weg oversteken en we zien twee grote koplampen aankomen, dan gaan we precies in het midden van de weg zitten. Als de koplampen dichterbij zijn, dan bukken we ons en dan kunnen we daarna gewoon weer doorlopen. Maar ik zal het je even laten zien. Het konijn loopt de weg op en er komen twee grote koplampen aan. Het konijn gaat in het midden van de weg zitten, bukt zich en loopt gewoon de weg op. Zie je wel, dat er niets gebeurd. Dat wil ik ook eens proberen, zegt het ezeltje. Het ezeltje loop de weg op en er komen twee koplampen aan. Het ezeltje gaat precies in het midden van de weg zitten, het bukt zich en wordt finaal platgereden. Dat zie je niet vaak meer hé, zo'n driewieler.
Een baby schildpad stond onderaan een boom en na een diepe zucht begon hij te klimmen. Een half uurtje later bereikte hij de hoogste tak van de boom en liep tot op het puntje van de tak. Hij sprong van de tak naar beneden, zwaaide met zijn vier pootjes en landde met een doffe klap op de grond.
Het schildpadje schudde zichzelf af en liep terug naar de boomstam en weer begon hij na een diepe zucht aan de klim naar de top. Een half uurtje later bereikte hij opnieuw de top van de boom en sprong opnieuw naar beneden en opnieuw flapperde hij met zijn pootjes.
Wederom landde hij met een doffe klap op de grond, schudde zichzelf af en begon aan een nieuwe klim naar de top. Iets verderop waren twee vogeltjes het tafereel aan het gadeslaan en het éne vogeltje richtte zich tot de andere en zei: Schat, denk je niet dat het tijd is dat we hem vertellen dat hij geadopteerd is?.
Vader Ooievaar tracht zijn zoon een beetje gerust te stellen, tijdens één van moeder Ooievaar regelmatige voortkomende nachtelijke absenties. Huil maar niet, jongen, zegt de vader sussend. Je moeder brengt baby's naar de mensen en dat maakt de mensen heel gelukkig. De volgende nacht is het de beurt aan moeder Ooievaar, om zoonlief te troosten. Jongen, je vader is zo weer terug, als hij de pappies en mammies hun kindje heeft bezorgt. Een paar dagen later zijn vader en moeder Ooievaar vreselijk ongerust, want hun jongen is de hele nacht niet op zijn nest geweest. Als hij eindelijk bij het krieken van de dag terug keert, vragen zijn opgeluchte ouders waar hij de hele nacht geweest is. Oh, ik heb een paar scholieren de schrik van hun leven bezorgd.
Er was eens een muis en een olifant in de woestijn aan het wandelen. De muis liep in de schaduw van de olifant. Na een tijdje zegt de muis tegen de olifant: Als jij het te warm krijgt, loop jij dan maar in mijn schaduw.
Een man is op reis door de jungle, als hij bij een rivier komt en hij vraagt aan de inboorling: Ik wil graag wat zwemmen, maar er zitten hier toch geen krokodillen?. De inboorling stelt de man gerust en zegt: Nee, er zwemmen hier echt geen krokodillen hoor. De man duikt in het water en wat later komt hij weer boven en vraagt toch nog: Waarom zijn hier eigenlijk geen krokodillen?. Die waren er wel, maar ze zijn laatst allemaal opgegeten door de piranha's.
In Texas rijdt een cowboy te paard over de prairie. Op een gegeven moment ziet hij Rob tussen de gehakte cactussen liggen, met zijn oor op de grond. Opeens zegt Rob: Kijk daar, een postkoets met zes paarden, drie zwarte, twee bruine, een wit paard en een cactus zijn net voorbij gereden. Hoe weet je dat en kun je ze ook horen?, vraagt de cowboy. Die zijn net dwars over.
Een tip voor de duivenliefhebbers: Kruis uw duiven met papegaaien. Als ze dan onderweg verloren vliegen, kunnen ze dan nog altijd de weg vragen.
Een ooievaar vliegt rond met een doek aan zijn snavel, waar een man van 90 jaar in zit. Die man vraagt aan de ooievaar: Zeg eens vogeltje, wanneer geef je nu eens toe dat je verdwaald bent?.
Meneer, u mag hier niet vissen, ik zal u een boete moeten geven, zegt de agent. Maar ik zit helemaal niet te vissen, ik geef mijn worm zwemles, zegt de man. Dan krijgt u van mij een boete van 25 €, want uw worm zwemt zonder badpak aan, zegt de agent.
Een man zijn schoonmoeder is onlangs overleden en op de begrafenis vraagt een vriend hem: Wat had je schoonmoeder?. Een grote villa, zegt hij. Waarop de vriend zegt: Nee nee, wat mankeerde ze? en hij zegt: Een appartement aan zee. Maar nee, zegt de vriend, hoe is je schoonmoeder gestorven?. Ze is met de frietketel van de trap gevallen. Amaai, zegt de vriend en wat heb je dan gedaan?. Boterhammen gegeten.
Een gepensioneerde man gaat naar het OCMW om een uitkering te vragen en na lange tijd gewacht te hebben is hij aan de beurt. De vrouw aan het loket vraagt zijn identiteitskaart, om zijn ouderdom te controleren. De man vind ze niet en realiseert zich, dat zijn brieventas thuis heeft laten liggen. De man zegt tegen de vrouw dat hij zal naar huis gaan en met zijn identiteitskaart terug zal komen. Doe de knoopjes van je hemd eens open, hij opent zijn hemd en de vrouw ziet veel grijs borsthaar, zegt de vrouw. Oké, zegt ze. Dat zegt genoeg, je bent oud genoeg voor de uitkering. Nadat de papieren ingevuld zijn, gaat de man tevreden naar huis en thuis gekomen verteld hij aan zijn vrouw wat hij heeft meegemaakt. Je had je broek moeten uitdoen, dan kreeg je wellicht nog een invaliditeitstoelage ook, zegt zijn vrouw.
|