Er zitten twee goudvissen in een visbokaal, waarvan er éne naar buiten kijkt en zegt: Gelukkig zitten wij binnen lekker droog, want buiten regent het.
Een jongen ziet voor het eerst een bij en zegt tegen zijn moeder: Kijk ma, die vlieg heeft een gestreepte truitje aan getrokken.
Twee kamelen lopen door de woestijn en zegt de éne kameel: Ik krijg nog eens een bult van al dat lopen.
Liesje drinkt voor het eerst karnemelk. Geschrokken zet ze het glas op tafel en zegt: Ma, de melk is zeur. Waarop moeder zegt tegen hare man: Zie je wel, dat die koe nog niet rijp was.
Een man stapt een dierenwinkel binnen en vraagt om 265 kakkerlakken, 3 ratten, 13 spinnen en 18 muizen. Ik heb alleen maar muizen, zegt de verkoper. Waar heeft u die andere dieren voor nodig?. Ik ga morgen verhuizen en die huiseigenaar staat erop dat ik mijn huis achterlaat zoals ik erin kwam, zegt de man.
Erik huilt tranen met tuiten, omdat zijn cavia is gestorven. Nou niet huilen Erik, zegt vader. Dat deed je ook niet toen opa was gestorven. Ja maar, die heb ik niet van mijn zakgeld gekocht.
Kees logeert bij zijn oom op de boerderij en hij mag komen kijken bij de geboorte van een kalfje. Weet je eigenlijk wel hoe dat gaat?. Kees, eerst komen de voorpoten, dan de kop, vervolgens het lijf en daarna de achterpoten en wie zet hem dan in elkaar?.
Is het echt zo vochtig bij jullie thuis?. Ja, het is verschrikkelijk. Vanmorgen zat er een vis in de muizenval.
Een mannetjes kangoeroe vraagt: Waar is mijn kind?. Nu weet ik waarom ze zoveel waarschuwen over zakkenrollers, zegt de vrouw.
Een ooievaar vliegt rond met een doek aan zijn snavel, waar een man van 90 jaar in zit. Die man vraagt aan de ooievaar: Zeg eens vogeltje, wanneer geef je nu eens toe dat je verdwaald bent?.
Twee aardappels huilen tranen met tuiten en de derde aardappel vraagt: Waarom huilen jullie?. Onze moeder zit in de puree zegt de ene.
Een cowboy kom een café binnen en slaat een paar biertjes achterover. Als hij buiten komt ziet hij dat zijn paard gestolen is, gaat weer het café binnen en zegt: Als iemand hier niet heel gauw verteld waar mijn paard is, dan zal hier hetzelfde gebeuren als in 1832. Het wordt helemaal stil in café, totdat een man al zijn moed bijeen raapt en vraagt: Wat is er dan gebeurd in 1832?, waarop de cowboy zegt: Toen ben ik te voet naar huis gegaan.
Ober, wat doet die vlieg in mijn soep?. Nou, volgens mij zwemt ze de vlinderslag.
Jan zegt tegen zijn vriend Karel: Mijn hond kan tellen als ik vier min vier zeg, zegt mijn hond niks.
Twee luizen lopen op straat en zegt de éne luis tegen de andere luis: Chips, ze hebben mijn portemonnee gestolen en de ander luis zegt: Wat een luizen streek.
Twee apen zitten in een dierentuin en zegt de éne tegen de andere: Zielig hé, al die mensen achter de tralies.
De Jef komt thuis van de gemeente en hij vertelt het goede nieuws aan zijn vrouw. Onze hond krijgt niet alleen een werkloosuitkering, maar hij krijgt ook nog kindergeld, gratis medische verzorging en een sociale woning aangeboden.
Een man komt schreeuwend van de pijn bij de dokter en zegt: Alstublief dokter, u moet me helpen, want ik ben gestoken door een wesp. Rustig maar, zegt de dokter, ik doe er wel wat zalf op. Ja, maar die wesp vindt u nooit meer terug, want die is al kilometers ver weg, zegt de man. U begrijpt me niet, zegt de dokter. Ik doe wat zalf op de plaats waar u bent gestoken en de man zegt: Ik was in de tuin en ik zat onder de appelboom. Waarop de dokter woedend zegt: Ik bedoel, op welke gedeelte van je lichaam heeft die wesp je gestoken? en de man zei: De wesp heeft in mijn vinger gestoken en dat doe echt pijn hoor. De dokter slaat met zijn vuist op tafel en vraagt woedend welke wesp het was?. Hoe weet ik dat, alle wespen zien er voor mij hetzelfde uit, zei de man.
Er komen twee kippen elkaar tegen en de éne kip vraagt aan de andere kip: Hoe is het met je kinderen?, waarop de kip zegt: Goed hoor, de éne is advocaat geworden en de andere is uitsmijter.
|