Een egel zegt tegen de andere egel: vind jij het ook zo gek dat wij meer worden over gereden dan de konijnen. Die ander zegt: Ja, kom we gaan vragen hoe ze dat doen. Dus ze vragen het en de konijntjes zeggen: Al zie je nou twee lichtjes aankomen, dan ga je daar precies tussen in zitten en dan word je niet geraakt. Dus die egels zien ineens twee lichtjes aankomen en gaan daar tussen in zitten. Maar ze worden toch overgereden. Die konijntjes gaan achter de boom en zeggen: Zie je ook niet vaak meer die driewielers.
Er komt een olifant voorbij lopen, en die loopt nogal mank. Een muis ziet dat, en vraagt de olifant wat er aan de hand is. De olifant zegt: Ik heb een splinter in mijn poot. O, zegt de muis, die wil ik er wel even voor je uittrekken. En de muis trekt de splinter uit de poot van de olifant. Ik ben je eeuwig dankbaar, zegt de olifant. Als ik jou ooit van dienst kan zijn, dan moet je het maar zeggen en de muis zegt: Nou, dat komt goed uit. Ik ben een mannetjesmuis, jij bent een vrouwtjes olifant: Ik heb altijd al een olifant willen neuken. Nou, da's goed, zegt de olifant, ga je gang. Dus die muis loopt naar achteren, kruipt tegen de poot van de olifant op en tilt zijn staart op. Vlakbij in een boom zit een aap. Juist als de muis ten aanval gaat, gooit de aap een kokosnoot keihard op de kop van de olifant. De olifant gooit zijn oren opzij en zijn slurf omhoog: Tetteretetteretetteretet. Waarop die muis roept: Ja, schreeuw maar, schreeuw maar.
Twee mussen op een tak, als er een straaljager overvliegt, zegt de éne tegen de andere: Nou, die kan gillen. Zegt de andere mus: Wat zou jij doen als je staart in de brand stond?.
Twee stieren staan boven op een berg. Beneden in de vallei staat een hele kudde koeien. Zegt de éne stier tegen de andere: Kom, we gaan vlug naar beneden en pakken er één. Waarop de andere stier antwoordt: Nee, we gaan op ons gemak naar beneden en pakken ze allemaal.
Een haas gaat naar een café en vraagt een kouwe koffie en de man achter de bar zegt die hebben we niet. Dan komt de haas de volgende dag weer heb je nu een kouwe koffie de man zegt die hebben we niet. Dan komt de haas die dag daarna weer en vraagt om een kouwe koffie dan zegt de man weer die hebben we niet. Dan zegt de man tegen zijn collega er komt steeds een haas en die vraagt om kouwe koffie kun je een koffie klaarzetten voor de haas. En dan komt de haas weer heeft u kouwe koffie ja zegt de man dan zegt de haas doe dan maar warme.
Zoon ijsbeer en vader ijsbeer zitten op de noordpool in een iglo. B...b..be..ben jij een ijsb..b. beer p..pap?, vraagt het zoontje plotseling. Ja natuurlijk zoon, wat dacht je dan.P....p....papa, is mam o..ook een ijsb..beer?. Ja, natuurlijk jongen. E..e..en oma, is die o..ook een ij..ijsbeer?. Plotseling staat vader boos op en zegt: Maar natuurlijk. Wat zeur je nou. Waarop de zoon zegt: P..Papa, ik heb het zo k...k..koud.
Er lopen twee Engelse koeien in een weiland. Zegt de éne koe tegen de andere: Nou ben ik even blij dat ik de gekke koeien ziekte niet kan krijgen. Waarop de ander zegt: Waarom dan niet?. Ik ben een kip.
Er is een gorilla ontsnapt uit een dierentuin. Ze hebben een oproep gedaan voor een sterke man, iemand met een hond en iemand met een geweer. Het beest zit in een boom. Het plan is om de sterke man in de boom te laten klimmen en de gorilla naar beneden te gooien, dan kan de hond hem in zijn kloten bijten en dan is hij verdoofd. Vraagt iemand: Waar heb je dan dat geweer voor nodig?. Mocht de aap mij uit de boom gooien dan moet iemand direct de hond dood schieten.
Een ontsnapte zebra loopt door een weiland en ziet een koe. Wat ben jij?. Ik ben een koe en wat doe jij?. Ik geef de mensen melk en vlees. De zebra loopt verder en ziet een stier. Wat ben jij?. Ik ben een stier en wat doe jij?. Trek je pyjama maar uit, dan zal je het merken.
Er staat een herdershond op het balkon naar beneden te kijken, komt er een boxer aanlopen die roept: Kom je buiten spelen?. Ja. Dat wil ik wel, maar de deur zit op slot. Ach, zegt de boxer, wat maakt dat nou uit, dan spring je toch zeker gewoon van het balkon af. Ja, zegt de herdershond weer, en dan krijg ik zeker net zo'n platte bek als jij.
Een man rijdt met zijn brommer langs een weiland met een zwart en een wit paard. Plots begint de brommer te stotteren en slaat af. Een vette bougie, zegt het wit paard. De man kijkt verbaasd naar het wit paard en kijkt zijn bougie na en jawel hoor, inderdaad een vette bougie. Hij herstelt dit en rijdt verder. Verbaasd als hij is, gaat hij naar de boer en vertelt hem het hele verhaal. Oh, zegt de boer, dan heb je geluk dat het zwarte paard zich er niet mee bemoeid heeft, die heeft alleen maar verstand van auto's.
Een pastoor heeft een papegaai die de sterren van de hemel vloekt. Wat de pastoor ook doet, hij kan het niet afleren. Teneinde raad verkoopt hij de papegaai aan een dierenwinkel en hij word bij andere papegaaien geplaatst. Er komt geen onvertogen woord meer uit de bek van de vogel. De winkeleigenaar vraagt aan de vogel, waarom hij nu niet meer vloekt. Wat denk je zegt de papegaai, hier zijn vrouwtjes genoeg, daar heb ik nou jaren om gebeden. En toen dat niet hielp ben ik maar gaan vloeken. En zie het heeft geholpen.
Twee mussen zitten samen op een tak, als er plots een straaljager overvliegt en de éné mus zegt tegen de andere: Nou, die kan wel gillen zeg, waarop de andere mus zegt: Ja, wat zou jij doen, moest je staart in brand staan?.
Twee slakken lopen op straat en ze gaan naar het strand. Een slak ziet een naaktslak liggen en zegt: Kom, we zijn hier weg, want het is een naaktstrand.
|