Toen ik nog ne kleine snotter was en op de boerderij veel werk moest gedaan worden, was er ook nog wat tijd over voor leuke dingen.
In diene tijd hadden de mensen een korte broek aan en liepen op klompen rond.
Die klompen maakten zodanig veel lawaai dat de deuren van de kerk openvlogen, en de kerkklokken minder moesten luiden.
Er reden dan ook veel minder auto's rond dan nu, zodat er dan ook veel minder verkeersongevalen waren. Ge kon ne ganse dag voetballen op straat, want de auto's deden toch nen omweg.
Aangezien ik katholiek opgevoed ben, ging ik dan ook samen met mijn moeder elke zondag naar de kerk. In de kerk zaten de gelovigen aandachtig te luisteren, naar wat de pastoor ons te vertellen had.
De pastoor wist dan ook op voorhand hoeveel mensen naar de kerk ging komen, want van op afstand kon hij het geluid van de klompen tellen.
Als ge de zondag naar de kerk ging, moest ge zo stil mogelijk zijn, want er liep daar altijd ene rond met nen lange rok en nen stok in zijn hand.
Waarschijnlijk was die stok bedoeld om hem recht te houden, moest hij per ongeluk omver vallen.
Ik en mijn moeder zaten daar nog geen half uur binnen, toen ik plotseling de neiging had om over te geven. Toen mijn moeder naar mij keek en zag dat ik moest overgeven, zei ze tegen mij:
- Ga maar rap naar buiten, de frisse lucht zal u goed doen.
Na twee muniten was ik al terug, en mijn moeder zei:
- Hoe, ben je nu al terug?.
- Ja, ma.
- En hoe komt dat, dat ge nu al terug zijt?.
- Vanachter in het portaal hangt er een bakske, en daar staat op:
- Voor de zieken.
Mijn moeder had tegen mij gezegd dat ik moest bidden, als er iemand ziek was.
Awel, dat heb ik dan ook gedaan.
Op ne zekere dag was onze waakhond zodanig ziek geworden, dat hij niet meer kon blaffen en ik moest van mijn moeder twee onze vaders en drie weesgegroetjes lezen.
Hoe meer ik las, hoe zieker hij werd.
De veearts is er dan bij geweest en na het onderzoek zei hij tegen mijn moeder:
- Madammeke, uwe hond heeft al zodanig veel geblaft, dat hij waarschijnlijk nooit meer zal blaffen. Maar hij zal nog wel kunnen waken hoor.
Onze vorige hond was nog maar twee dagen op vervroegd pensioen gestuurd van zijne baas, als hij uit verveling de pijp aan Maarten gaf.
PS: Dat zijn enkele anekdote’s uit flipper de flip zijne kindertijd.
Groetjes van flipper de flip.
|