Als ne kleine snotter kreeg ik van mijne af en toe schuppen (schoppen) onder mijn gat, maar dat was wel om te groeien hoor.
Regelmatig moest ik dan ook bij den doktoor gaan, om te zien hoeveel ik gegroeid was.
Maar mijne pa mocht mij ook niet teveel schuppen geven, want anders ging ik veel te rap groeien en alles ging dan meegroeien hé.
Op ne zekere dag had ik waarschijnlijk iets uitgestoken dat ik niet mocht, en alles begon zo rap te groeien dat ik nimeer wist waar het ging eindigen.
Toen werd ik bij diene doktoor geroepen, om ne keer te kijken of alles niet te rap ging.
Na een medich onderzoek te hebben ondergaan, kreeg ik mijne uitslag mee naar huis.
- Mijne kop werd zo groot, of de bollen van het atomium. - Mijn flaporen werden zo groot als ne parasol, waar ge kon onderschuilen als het begon te regenen. - Mijn platvoeten sprongen uit mijn sandalen, en mijn gekromde tenen staken door mijn voetzolen. - Mijn zwarte eksteroog op mijne rug was zo groot als ne zak patatten, zodat mijn moeder niet teveel naar den kelder die op onze zolder was, moest gaan. - Mijn vingers waren zolang geworden, gelijk de takken van onze bananenboom en die kropen overal rond mij heen. - Mijn blinde darm was zolang geworden, dat hij om de twee maanden moest bijgeknipt worden. - Mijn tanden kropen langs mijn neusgaten naar buiten, zodat ik geen zakdoeken nodig had om mijne neus te snuiten. - Mijn navelstring werd zolang, dat hij geregeld moest op een bolleke opgerold worden, om in de winter ne trui te breien. - Mijn haar begon zo danig te groeien, zodat in de zomer de vogels er hunnu nest kwamen in maken. - En mijn geelblauwe wenkbrauwen waren zolang geworden, 't waren precies twee eenzame treurwilgen die boven mijn versleten ogen hingen te bengelen.
Amai zeg, azo een lawaai dat die vogels konden maken, boven op mijne volgegroeide kop. Om de drie maanden sprongen mijn trommelvliezen, zodat ik nu met twee holle oren rondloop. Maar diene doktoor had mij wel een papierke meegegeven voor mijne pa, om mij zeker geen schuppen meer te geven.
Awel mannekes, vanaf dienen moment ben ik beetje bij beetje beginnen krimpen, vandaar mijn klein gestalte.
Maar de grootste oorzaak van mijn krimping is, dat ik vroeger bij het koersen geene soepkom op mijne kop gezet had en teveel ben gevallen, want ik kwam altijd thuis met builen of blutsen in mijn kop.
Maar dat krimpen heeft ook zijn voordelen en nadelen.
Het voordeel van klein zijn is, dat ge u veel beter kunt wegsteken als ze u zoeken. Het nadeel is dan weer, dat ge rapper herkend wordt.
Awel mannekes, 't is maar om u te zeggen dat flipper de flip nu wreed gekrompen is.
Ik wens jullie veel leesplezier toe, met dit humoristisch verhaal.
Groetjes van flipper de flip.
|