Toen ik deze morgen uit mijn warm donsbeddeke werdt gedaverd van al dat luidruchtig lawaai, en mijn twee linkse slaperig ogen naast mij lagen te snurken en te ronken, was ik toch verplicht van op te staan. Maar de vraag is: Hoe kan ik opstaan zonder die twee linkse slaperige ogen op mijne kop? Ik moet u wel zeggen dat mijn twee linkse ogen oordopkes in hun twee rechtse neusgaten steken, om rustig te kunnen slapen.
Awel mannekes, ik heb direct die wattekes uit hun rechtse neusgaten getrokken en hun beloofd dat ze deze avond een uurke vroeger mogen gaan slapen. En van kontentement zijn ze direct uit mijn warm donsbeddeke gesprongen en aan mij gegeven, zodat ik terug kan zien?.
Want zonder ogen in uwe kop, ziet ge niet ver hé. Ik ben dan direct op zoek gegaan, om te weten waar al dat luidruchtig lawaai vandaan kwam. Maar ik heb niet lang moeten zoeken, want mijne papieren tegelvloer boven mijne ondergrondse kelder die was daar de charleston aan het dansen op de muziek van de vier charlestonissen. Toen ik in mijne ondergrondse kelder aan het afdalen was die veertien meter onder de grond ligt, hoorde ik plots een daverend geluid van trommelmuziek.
Mijn vader heeft mij altijd gezegd dat ik mijne kelder even diep moest graven onder de grond, dan dat mijn huis groot is boven de grond.
Ik heb dat altijd wreed goed kunnen onthouden, zodat ik nu even veel trappen naar beneden moet trappen dan vroeger naar boven. Toen ik helemaal beneden was, begonnen mijn valse tanden te schudden en te beven van dat daverend getrommeld in mijn ondergrondse kelder.
Potverdikke zeg, mijn verse patattten lagen daar op de grond te vechten tegen mijn ouwe kroketten, zodat de schillen ervan af vlogen. En mijn antieke potten en pannen die ik heb gekregen van mijn over over over grootmoeder voor mijn eerste kommunie, die waren daar ook wreed aan 't vechten dat de potten en pannen ervan afvlogen.
Ne mens ziet dat niet graag, al dat wreed geweld hé. Allé, ik toch niet. Maar ja, tussen komen moogt ge ook niet doen, want anders zit ge daar zelf met de gebakken peren.
Ik heb daar geprobeerd om de ruzies wat te kalmeren, maar niemand had daar gehoor aan. Terug naar boven vluchten kon ik niet, want mijne plastieken draaitrap was al voor den helft gesmolten van de felle wrijvingen van die antieke potten en pannen.
Die patatten waren daar zo aan 't vechten, dat op nen korte tijd al die gestampte kroketten waren aangebrand van de warmte. En mijn die antieken potten en pannen sloegen zo hard ze konden, dat de steel eraf vloog.
Ja mannekes, dat was daar nen veldslag die geleverd werdt onder de grond, en ik kan u verzekeren dat het heel wat anders is dan boven de grond.
Maar allé, 't is toch nog allemaal goed afgelopen, buiten enkele aangebrande kroketten die gesneuveld zijn en een paar gebroken pannen die uit de strijd zijn gekomen.
Om nog maar te zwijgen van de gekneusde potten die ze hebben moeten wegvoeren met allerlei kwetssuren die ze hebben opgelopen, omdat ze in de weg liepen.
Zo werd er ook een einde gemaakt aan dat luidruchtig lawaai in mijne ondergrondse kelder, zonder winnaar maar ook zonder verliezer.
Niet alleen de stilte is terug gekomen, maar ook aan dit verhaaltje is er plots een einde gekomen.
PS: Ik wens ieder van u veel leesgenot met de hevige ondergrondse veldslag in mijne ondegrondse kelder.
Groetjes van flipper de flip.
|