.Omdat op beide delen van de suikerindustrie de accijnswetgeving een grote invloed had, zal daar eerst afzonderlijk aandacht aan worden besteed. Voor de Nederlandse koloniale belangen was de rietsuikerindustrie van eminent belang, maar zij zal in dit hoofdstuk onbesproken moeten blijven. In het 'Europese' deel van Nederland bestond de suikerindustrie sinds 1858 uit twee aparte bedrijfstakken. Op grond van hun plaats in de productiekolom zou de bieetsuikerindustrie als eerste en daarna het raffinagebedrijf behandeld moeten worden. Qua historische achtergrond komt de raffinaderij echter voor de bietsuikerindustrie, want de raffinaderijen waren al eind zestiende eeuw in Nederland ontstaan en verwerkten toen ruwe rietsuiker uit de Tropen;bietsuiker als industrieel product was een negentiende-eeuwse nieuwkomer.
.In twee opzichten is de negentiendeeeuwse suikerindustrie een pendant van de huidige aardolie-industrie. Er waren grote financiële en staatkundige belangen mee gemoeid, zo groot dat vanaf 1864 bijna voortdurend internationaal overleg werd gevoerd over wat men 'de suikerkwestie' noemde. Het overleg en de daaruit voortkomende Suikerconventies concentreerde zich weliswaar op accijnstarieven, maar daarachter ging een hele kluwen van belangen schuil: van koloniën en handel, van binnenlandse landbouw, van scheepvaart, van de staatskas.
De andere overeenkomst met de olieindustrie is het productieproces. In de onmiddellijke omgeving van de grondstof, suikerriet of bieten, werd een ruw halffabrikaat vervaardigd, dat vervolgens in raffinaderijen - vaak honderden of duizenden kilometers verder tot een scala aan zuivere eindproducten werd verwekt.
.In niet-tropische gebieden was tot twee eeuwen geleden eigenlijk alleen honing een zoetstof die in enige hoeveelheid in de natuur voorkwam. Behalve vruchten waren suikerhoudende planten nagenoeg onbekend, want het suikerriet vond zijn noordelijkste verbreiding aan de kusten van de Middellandse Zee. Uit dit tropisch gewaas werd al duizenden jaren sap geperst dat enigzins gezuiverd werd en waarin zich, na indamping, suikerkristallen vormden.
De Europese koloniale expansie van de zestiende en zeventiende eeuw bracht een levendige handel in dit soort suiker op gang. Door zijn tropische herkomst was suiker al niet goedkoop, maar het luxe-karakter ervan werd nog versterkt doordat de meeste staten er een extra invoerrecht op hieven. Zo werd de prijs nog aanzienlijk verhoogd en bleef suiker een artikel voor welgestelden en voor speciale gelegenheden. Nog in 1854 beargumenteerde de Nederlandse regering de hoge accijns op geraffineerde suiker.
. In de menselijke smaak neemt het zoete een speciale plaats in. Het lijkt erop alsof er een aangeboren voorkeur bestaat voor zoet, iets wat bij de smaken bitter, zuur en zout niet het geval is!
Zoet is waarschijnlijk ook daarom in overdrachtelijke zin , in ons spraakgebruik bijvoorbeeld, verbonden met aangenaam, feestelijk, luxe, rijkdom. Die associatie is nog versterkt door de eeuwenlange relatieve schaarste van suiker.
hierbij nog een foto van de Westersuikerfabriek Amsterdam,1910.
In 1979 ontwikkelden Philips en sony in een joint Venture. de compactdiscspeler . De eerste werd in 1982 in japan, en in 1983 in Europa op de markt gebracht. Het einde van de vinylplaat was in zicht..
Deze platenspeler stond ook bekend als de "kist van sneeuwwitje" en werd in 1957 voorgesteld op de Triënnale van Milaan en werd bekroond. Nieuw was het deksel van plexiglas, wat een ommezwaai betekende in de hifi-industrie.
.Deze grammofoon werd ontworpen als een meubelstuk, als decoratie
voor de woonkamer. In de uitgewerkte houten doos onder het draai-
plateau zit een opwindbare motor.
De hoorn heeft de vorm van een bloem.
. De maagd is niet het meest opvallende sterrenbeeld aan de hemel, en er is meer dan een gewone fantasie nodig om in deze constellatie de vorm te herkennen van wat de naam doet vermoeden. Behalve Spica, springen hier weinig sterren meteen in het oog. Maar wat het blote oog niet ziet, onthullen grote telescopen wel. In de Maagd, die nu 's avonds in het zuiden staat bevindt zich een reusachtige groep verafgelegen melk- wegstelsels. Elk van deze stelsels is zoals onze eigen Melkweg een verzameling van honderden miljarden sterren.De hele groep melkwegstelsels bevindt zich op een afstand van zo'n 50 miljoen lichtjaar. De mens be- stond nog niet op aarde en de dinosauriërs waren pas uitgestorven, toen het licht van deze melkwegstelsels vertrok, dat ons nu bereikt. Spica is een ster van ons eigen melkwegstelsel. Ze staat op 260 lichtjaar van hier. We zien de ster nu zoals ze was halverwege de achttiende eeuw, toen op aarde James Watt op het punt stond de stoom- machine uit te vinden. Wie in de verte kijkt, kijkt ook in het verleden.
.Paartijd van het damhert is in de maanden oktober tot november; draagtijd 7 1/2 maand, 1 jong (zelden tweelingen) dat 2 - 3 weken verscholen ligt in struikgewas, daarna loopt het met roedel mee; het wordt 6-9 maanden gezoogd en blijft 1 jaar bij de moeder.
Hierbij nog een foto van een paar mooie damherten samen.
. Meiboomplanting Het was de gewoonte, bij de Kelten, om op 1 mei op alle heuveltoppen grote mei- vuren aan te steken. Het vee en de paarden werden dan door 'zuiverende' rook gedreven. Er werden ook lange boomstammen in diepe putten gestoken, de zogenaamde 'meibomen'.
.Voornamelijk is het damhert actief in de schemering; vrouwtjes leven samen
met jonge dieren in grote roedels.
Mannetjes in kleinere groepen.
In de herfst worden door mannetjes hevige gevechten geleverd om vrouwtjes.