. Wanneer u een ras hebt dat vrij gemakkelijk broeds wordt, kan u deze op vrij eenvoudige wijze natuurlijk laten uitbroeden. Indien een van uw hennen goed broeds is , en dus al een dag of 3 weinig of niet van het nest komt, kan u deze best van de rest afzonderen en er enkele eitjes onderleggen.
Het best zet je de hen op een donkere plaats
Hier enkele kenmerken waaraan je kunt zien dat een hen broeds is:
- Ze blijft op het nest zitten en pikt de verzorger als hij dichter komt.
- Ze zet haar pluimen wijd open en maakt een klokkend geluid.
- Als je haar een ei geeft, zal ze het onder haar verstoppen.
.Kippen gaan over tot broeden omdat hun natuurlijk instinct dit verlangt.
Zoals ieder levend wezen hebben zij ook de drang om zich voort te planten en voor nakomelingen te zorgen.
Wie een broedse hen heeft, houdt best rekening met het volgende factoren:
- Zorg ervoor dat je eieren van kleine krielkipjes niet laat uitbroeden door zware hoenderrassen. Er bestaat gevaar voor het vertrappen van de kleine kuiens.
- Bij hoenders met pluimen op de poten gaan we deze afknippen om te voorkomen dat bij het verlaten van het nest de kloek de eieren stuk maakt.
Bij hoenders zoals 'Cochins' en 'brahma's' moet soms dons geknipt worden rondom de cloaca ( aarsopening) om de bevruchting te bevorderen.
.Zorg ervoor dat de vroeg broedende hennen alle nodige zorg krijgen die ze verlangen door extra veel stro in het nest te verwerken zodat de kans op afkoeling van de eieren gering blijft.
Ook heel belangrijk is de voeding van onze kippen. Een goede, sterke graanmengeling is dan ook aan te bevelen. De kippen moeten wat aansterken om de kans op ziektes te vermijden. Geef ook af en toe voldoende groenvoer zoals 'vogelmuur) en diverse grassoorten. Ook een vitaminekuur kan wonderen doen bij kippen, ....je ziet ze opvrolijken.
.In het voorjaar is er dan ook heel wat te beleven in het kippenhok. De hennen leggen terug verse eieren en binnenkort lopen de kuikentjes te pronken in het gras !
.Grijze roodstaarten leven in groepen, overwegend in het laagland regenwoud, maar ook aan bosranden en in plantages en bergbossen. Bij het onderling contact tussen de vogels spelen de fel rode staart en de heldere stem een belangrijke rol.
andere namen: grijze roodstaart
Wetenschappelijke naam: Psittacus erithacus
Engelse naam: Grey parrot
Verspreiding: West- tot Centraal-Afrika
Voedsel:vruchten en zaden
Lengte: 33 cm
Gewicht: 400 gr
Status: plaatselijk algemeen
.Deze Afrikaanse papegaai werd vroeger veel als kooivogel te koop aangeboden, vanwege zijn aparte kleur en het vermogen om een menselijke stem na te bootsen en kunstjes te leren. Inmiddels is de handel in deze papegaaien verboden, maar ze worden nog wel illegaal gevangen en verkocht.
Gelukkig is de grijze roodstaart op sommige plaatsen nog wel vrij algemeen.
.Hoewel men vaak hoort dat vliegenzwammen zonder schade kunnen worden gegeten, moet deze mooiste zwam onzer bossen toch ontegenzeggelijk als een gifzwam worden aangemerkt, waarmee men geen grapjes moet maken.
Als werkzaam gif werd het zgn. ibuteenzuur aangetoond. Dat is vooral geconcentreerd in het vlees en de lamellen, en het is daarom geheel verkeerd om te geloven dat de Vliegenzwam door het verwijderen van de hoedhuid minder giftig of zelfs eetbaar gemaakt kan worden.
Ook raad ik u dringend af om pogingen te ondernemenn de vliegenzwam door langdurig koken ( onder herhaald afgieten van het kookwater) te ontgiften.
Het iboteenzuur wordt in het lichaam afgebroken tot muscimol, dat in de eerste plaats het centrale zenuwstelsel aantast en aanleiding geeft tot bewustzijsstoringen, hallucinaties en roestoestanden. In Oost-Europa en Noord-Amerika ( waar een verwante vorm voorkomt) wordt de vliegenzwam daarom wel als een drug gebruikt. Omdat dit juist bij de Europese vormen kan leiden tot overprikkeling van het zenuwstelsel met potentieel dodelijke afloop, raad ik U ten stelligste af om zelf te experimenteren met deze verradelijke paddestoel. De sterk erop gelijkende panteramaniet bevat dezelfde gifstoffen
als de Vliegenzwam en heeft doorgaans een nog heftiger werking. Vergiftiging
doet zich vooral voor wanneer verrwisseling optreedt met de Parelamaniet. Nochtans zijn gevallen met dodelijke afloop niet werkelijk geboekstaafd.
.Een herkenbare en welbekende paddestoel. het vlees onder de hoedhuid is helder citroengeel gekleurd.
bevat roestwekkende iboteenzuren.Het gehalte aan muscarine is practisch onbelangrijk.kan enkel zware vergiftigingen veroorzaken, die soms een dodelijke afloop hebben.
.De vliegenzwam vindt je meestal in groepen, overwegend in naaldbossen en vaak in jonge aanplantingen van fijnspar op zure bodemsn tot in het hooggebergte.
.kenmerken:
Hoed:
in de jeugd halfbolvormig en geheel door de witte, vlokkige beurs omgeven, later convex tot vlak, tenslotte vaak schotelvormig, helderrood, zelden oranje, bedekt met witte, afveegbare, bij regenachtig weer vaak verdwenen
vlokken, iets glanzend en bij oude exemplaren aan de rand iets geribd; tot ruim 15 cm breed.
Lamellen:
de lamellen van de vliegenzwam zijn wit, breed en dicht openstaandn niet aan
de steel gehecht.
Steel:
De steel van de vliegenzwam is langgerekt en slank, cillindrisch, met brede, afhangende, meestal gladde ring, daaronder fijn wit-vlokkig, aan de voet met een knol, deze gezoomd door vlokkige beursresten.
Vlees:
Het vlees is wit, onder de hoedhuid geel, en geurloos.
.Men kan de roodborst vaak bij het werken in de tuin, b.v. bij het spitten, van heel dichtbij gadeslaan, wanneer hij de opgegraven insekten vangt.
De vogel springt vaak rond in bosjes en is dan moeilijk te zien, tijdens het zingen zit hij echter op een verhoogde zangpost.
De roodborst zingt nog vaak in de herfst en de winter, vooral echter in de lente en de zomer in de avondschemering. de roodborst is een eenling en duldt nauwelijks gezelschap, daarom ziet men bij het voederhuis ook altijd slechts èèn vogel.
.Wie graag een roodborstje zou willen zien, zou eens wat in zijn tuin moeten
spitten.
eeen paar minuten later zal er dan waarschijnlijk een roodborstje opduiken
die op een nabije tak of hek gaat zitten wachten om te zien of er uit de vers omgeploegde grond iets eetbaars te voorschijn komt.
Roodborstjes komen graag in tuinen ,en zitten dan zowel op de kale aarde, als in rozenstruiken en struikgewas.
Een vogelhuisje met zacht voer en havervlokken zal roodborstjes lokken.
Met een beetje geduld gaan de roodborstjes soms zelfs uit de hand eten.
Men moet ze niet laten schrikken, maar ze ook niet te tam maken als er katten in de buurt zijn.
Soms nestelen roodborstjes op ongewone plaatsen, zoals bijvoorbeeld in een oude ketel die onder een heg ligt, of in een nestkastje waarin een grotere opening gemaakt is.
.In heel Europa met uitzondering van delen van de Middelandse zeekust en
Noord-Scandinavië.
Komt ook voor op de Azoren, de canarische Eilanden en in delen van Noord-
Afrika. In het oosten tot in Centraal Rusland, Turkije en Iran.
.Gedrag : paarvorming alleen tijdens de broedtijd
Voedsel: insekten, wormen, bessen en zaden
Levensverwachting: de oudst bekende vogel werd 13 jaar oud. In de regel leven ze echter slechts een paar jaar.
.Roodborstjes markeren hun territoriumgrenzen met een luid gezang, gezeten op een duidelijk zichtbare, maar daardoor kwetsbare plek.
Hun lied klinkt in de lente het hardst, als ze hun territorium duidelijk moeten aangeven en een partner willen lokken.
Zodra de keuze op een wijfje gevallen is, versterkt het mannetje de relatie door het aanbieden van voedsel.
Hij brengt het vrouwtje smakelijke hapjes waar zij met trillende vleugels om bedelt.
Het roodborstvrouwtje krijgt door het warme lenteweer de drang om een nest te bouwen.
Het komvormige nest, dat bestaat uit bladeren, gras en plantenwortels en gevoerd is met haar, wordt vlak bij de grond in dicht kreupelhout gebouwd.
In de buurt van huizen bouwen roodborstjes hun nesten vaak tussen de fundering van veranda's en in struikgewas.
Ze laten zich ook weleens verleiden door een nestkastje dat op een geschikte, verborgen plek hangt.
Er wordt van april tot juli gebroed, maar vaak proberen roodborstjes al in februari te nestelen.
Zodra het wijfje haar eieren gelegd heeft, blijft ze elf tot veertien dagen op het nest zitten, waar alleen nog haar bruine rug te zien is die een prima schutkleur heeft.
Gedurende deze tijd wordt zij door het mannetje gevoerd, soms wel drie keer per uur.
Beide ouders delen de taak om de jongen de eerste drie weken te verzorgen.
Daarna kunnen de jongen vliegen, en zijn ze op zichzelf aangewezen.
Nog voor de winter zoeken ze een eigen territorium.
Vogels die een vroeg eerste legsel hebben, kunnen nog een tweede keer broeden.
het gebeurt noal eens dat het wijfje alweer op nieuwe eieren zit terwijl het mannetje zich nog bekommert om de jonge vogels uit het eerste broedsel, die net aan uitvliegen toe zijn.
.Vogels die zingen, doen dit vooral om hun territorium te markeren en een partner te lokken.
Roodborstjes zingen het hardst, langst en indringendst in de lente als ze op zoek zijn naar een partner.
Het gezang in de vroege ochtend heeft meestal te maken met de afbakening van het territorium.
Anders dan de meeste van onze vogels, zingen roodborstjes bijna het hele jaar door.
Als ze in de nazomer in de rui zijn, worden ze duidelijk stiller. in de nazomer en de herfst zingen zowel jonge als volwassen vogels van beide
geslachten hun 'herfstzang' dat zachter en melancholieker klinkt en bedoeld is om het winterterritorium aan te geven.
Mannetjes beginnen vaak al in februari met hun voorjaarslied. De parelende klanken hebben in de die tijd van het jaar duidelijk een feestelijker klank.