Mijn meer dan 50 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik meedelen en zelf nog bijleren. Doch de wereld is groter dan de tuin. Daar is eveneens veel te zien en te beleven.
15-10-2019
Park van Mariemont KVDV
Park van Mariemont KVDV 6 okt
Koninklijke Vlaamse Dendrologische Vereniging, opgericht in het Rivierenhof Deurne in 1937. Aldus de oudste vereniging voor bomenliefhebbers. Voor €10 wordt je lid.
Een regendag, doch we hadden geluk, geen regen meer tijdens de wandeling.
Mariemont, heuvel van Maria, te Morlanwelz werd in 1546 een jachtdomein van Maria van Hongarije, zus van keizer Karel.
Nu is het een openbaar domein van 45 Ha en vrij toegankelijk. Het is het best bekend om zijn museum.
Een aantal van de merkwaardigste bomen van België is hier te vinden.
FOTO’S
1. Diospyros duclouxii, kakipruim met kleine vruchten
2. Vruchten van de boomhazelaar
3. Een Catalpa vaeiëteit met gespot blad
4. Atlasceder, Cedrus atlantica
5 .Ceder
6. Boom
7. Redwood (coast redwood) kustmammoetboom (Sequoia sempervirens) Voor de ijstijden kwam de boom in de vochtige gematigde gebieden over het hele noordelijke halfrond voor. De bruinkoolafzettingen van Europa bestaan voor een groot deel uit de stammen van de Sequoia
Ik kreeg bezoek van een jonge man die enkele fruitrassen wou aanplanten. Meteen kon hij een aantal rassen proeven.
Hij vertelde dat hij nog niet zolang aan het imkeren was. Met zijn 18 kasten trekt hij naar het fruit in Limburg en de koolzaadvelden in Wallonië. Dit jaar al 400kg geoogst. Zijn beste honing komt van de tamme kastanje en is heel donker. Voor mij was dit onbekend.
We kwamen ook voorbij mijn kornoeljebessen Jolico en Schönbrunner Gourmet Dirndl en dat was voor hem een nieuwe ontdekking. De vruchten vielen danig in de smaak.
Voor mij riep dat weer vragen op dat de imkers de Cornus mas niet meer kennen. In de vroege lente is dit nochtans een formidale voedselbron voor de bijen.
Mijn eerste plant bekwam ik in 1974 van een Veltimker.
Vorig jaar droegen alle kweeperen als nooit tevoren.
Net als in 2017 was er dit jaar opnieuw slechts één goed dragend ras: Lescovacz. Bij Vranja en Rhea’s mammot slechts enkele, maar dan wel supergrote vruchten. Naast wellicht wat beurtjaareffect was er weer lichte nachtvorst.
Opnieuw is Lescovacz, het Servische ras, hieraan ontsnapt. Het is tevens het meest gezond groeiend ras.
Eerst naar een vlasweverij te Meulebeke. Libeco is nog de enige overgebleven weverij, doch behoort tot de top 3 in Europa. Bestaat al van 1858. In België is er echter geen spinnerij meer en het garen komt dus uit het buitenland.
Vlas wordt gekweekt in de zware gronden van Normandië tot Amsterdam. Pesticiden komen er niet bij te pas. Na 7 jaar kan men terugkomen op hetzelfde perceel.
Een nonkel van mij was vlaskoopman en mijn veel oudere kozijns heb ik meermalen zien zwingelen. Van het gerote vlas worden de lemen, de bast afgeslagen zodat men enkel de vezels overhoudt. Hoe langer deze vezels hoe beter. Tijdens de oorlogswinters werd een rond blik met aangestampte lemen op het vuur van de Leuvense stoof gezet. De traag brandende lemen zorgden voor wat verwarming.
We werden door de werkplaatsen geleid. Men heeft er de nieuwste weeftoestellen van Picanol. Mij viel op hoe alles strict computergestuurd verloopt. Evenwel ondergaat het linnen nog een secure nacontrole plus eventuele herstelling van foutjes. Er mocht niet gefotografeerd worden.
Namiddag
Schoenen en Borstelmuseum, gevestigd in de vroegere schoenenfabriek Eperon d’Or; een merkwaardig gebouw van de jaren dertig in art deco stijl.
Izegem was destijds de schoenen - en borstelstad. Momenteel zou er nog 1 bedrijf zijn waar men schoenen maakt. Wel zijn er nog 4 bedrijven die borstels maken en nog 2 in de omgeving.
Rond het Ijselmeer, een stuk van de vroegere zuiderzee, liggen een aantal historische stadjes en plaatsen waarvan sommige al deel uitmaakten van de Hanzesteden uit de 14de en 15de eeuw en vanaf de 16de eeuw floreerden, mede dankzij de toevloed uit het, door de Spanjaarden bezette zuid-Nederland, met zijn contrareformatie. Vele, meestal begoede protestanten namen de wijk naar het zich voorspoedig ontwikkelende Holland of beter de zeven Provincieën. Met de Verenigde Oostindische Compagnie werd het een machtige zeevaartnatie.
Met voorzitter Paul Koop van de VOC kamer Antwerpen hadden we een welbespraakte en beslagen gids.
We startten met een bezoek aan de nagebouwde ‘Batavia’ te Lelystad, de hoofdstad van de nieuwe provincie Flevoland. De eerste Batavia verging al in 1628 op zijn eerste reis voor de Verenigde Oostindische Compagnie bij de Australische kust. Je kan je haast niet voorstellen dat op zo’n beperkte ruimte 341 personen meevaarden. De 100 soldaten zaten maandenlang samen op een tussendek van 1,5 m hoog.
Volgende stopplaats Schokland, een voormalig eiland, een voorschoot groot. Noorwegen heeft er enkele machtige stenen gestort. Er ligt een bootje in de vroegere haven.
We rijden naar het Friese, vestings - en Elfstedenstadje Sloten. Paul vertelt hoe hij tweemaal de elfstedenronde heeft uitgeschaatst. Het is meteen de eerste kennismaking met de geveltypes van het Unesco werelderfgoed. Nog een kleine wandeling met Veerle, penningmeester van de Voc. Men heeft al een pleisterplaats gevonden en ze hebben er o.a.een Straffe Hendrik van de Brugse brouwerij De halve Maan.
Eindbestemming het Valkhotel te Emmeloord.
We rijden naar de Friese stad Harlingen. Met de paasvakantie 1976 er met de Wielewaal Voorkempen, aangevoerd door Paul Poppe, ingescheept voor Terschelling. Toen de veenbessen leren kennen. Ze waren er aangespoeld na een schipbreuk. In een veenpoel nog eetbare bessen van het vorige jaar gevonden. Harlingen aan de noordzee was een haven voor de walvisvaarders. Op de wandeling hebben we weer oog voor de geveltypes: de oude trapgevels, , halsgevels, klokgevels, lijstgevels. Bij het terugrijden kunnen we toch de zuiderzeeafsluitdijk op. De voormalige, ondiepe zuiderzee was bij stormen zeer gevaarlijk. Na de dramatische overstromingen van 1916 werd tot de bouw van de afsluitdijk besloten. Voltooiïng in 1932. Later volgden de inpolderingen.
Via een mooie binnenweg bereiken we Workum met het Jopie Huismanmuseum.
Vervolgens naar Hindelopen. De grote bloeiperiode van de stad lag tussen 1650 en 1790, toen Hindelopen een grote vloot bezat van ruim tachtig schepen. In 1749 had de stad 1600 inwoners. De kapitale 17e- en 18e-eeuwse kapiteinshuizen duiden nog op de vergane glorie. VVrijdag
De zaterdagmorgen rijden we over de Houtribdijk, 26km lang ( die in 1975 gereed kwam) van Lelystad naar Enkhuizen in Noord-Holland. We passeren Hoorn, destijds een belangrijke haven voor de COV en rijden verder naar en door De Beemsterpolder tot De Rijp. Vervolgens staan Edam en Monickendam nog op het programma.De winkels voor gerookte paling zijn echter reeds dicht.
Op de terugweg op zondag bezoeken we achtereenvolgens Giethoorn, het zeer toeristische Venetië van het Noorden, ontstaan door het uitgraven van turf. Beperkte wandeling tot de hoofdweg en ernaast een waterweg met veel bruggetjes. Kampen, Hanzestad aan de Ijssel en als laatste Elburg, aangelegd in dambordsysteem.
Hoofdredacteur 'Mens en Vogel' van Vogelbescherming Vlaanderen 443 blz € 29,99. Uitgave Houtekiet. Beste koop.
Net als Hans Peeters, van het voorwoord Nederland, was mijn eerste vogelboek ‘Zien is kennen’ , gekocht als 13 jarige in 1948 voor de haast onbetaalbare prijs van 125BF! De fenomenale tekeningen van Rein Stuurman zijn wel zeer te bewonderen.
Hoeveel meer mogelijkheden heeft men nu. Je hebt de uitstekende vogelfoto’s; telkens van het mannetje en het wijfje. Pijltjes maken je attent op de vogelkarakteristieken. Slimmer kan het niet.
Meerdere vogels heb ik hier in de loop der jaren zien verdwijnen. Nu is er gelukkig nog de zwartkop. In ‘Zien en kennen’ is het nog zwartkop-tuinfluiter, daarna werd het zwartkop-grasmus. Dat heb ik wel nooit begrepen, want een grasmus kon bepaald niet zingen. Nu is het zwartkop tout court. Ik zie dat de zwartkop ook doorgaat als maartse nachtegaal. De nachtegaal zong ooit een week in mijn tuin. Nu is die zelfs al jaren uit het Zoerselbos verdwenen. Bij zwartkop staat er gelukkig ‘niet in gevaar’. Ik verheug mij al op zijn zang volgend voorjaar. Hij legt zijn jongen beslist niet in de watten. Een doorzichtig nest uit enkel grasvezels volstaat. Bij mij kunnen ze smullen van mijn blauwe bessen vooraleer ze naar warmere oorden verdwijnen!
We rijden naar Halsteren en het Landgoed De Hertgang.
Eerst hebben we een verfijnde lunch. Daarna gidst de eigenaar ons door het domein van 5,5 ha. Gedeeltelijk ligt het op de steilrand (12m) van de Brabantse Wal. Het meest opvallend in het landschap van de Brabantse Wal is de steilrand, een abrupte overgang van de hoger gelegen zandgronden naar de lager gelegen zeekleipolders. Deze hoger gelegen strook slingert van Ossendrecht langs Hoogerheide, Woensdrecht, Heimolen, Bergen op Zoom en Halsteren. De gemiddelde hoogte is 20m; het hoogste punt 39m.
FOTO’S
1. Een vijver met meermin trekt de aandacht
2. Moerascypres (Taxodium disticum)
3. De moerascypres torent er bovenuit
4. Zuurboom (Oxydendrum arboreum)
5. Gezelschap (Vooraan de eigenaar)
6. Vruchten van de Anna Palownaboom (Palownia tomentosa ‘Hulsdonk’
We overnachten in het Fletcher hotel, prachtig gelegen op de Wageningsche Berg met aansluitend het Belmonte Arboretum; in de vijftigerjaren aangelegd door de universiteit. Het beheer is sinds 2012 overgegaan in een Stichting.
Op weg naar het restaurant doorkruisen we met een gids het arboretum. Meteen vernemen we wat over de geschiedenis. Deze hoogte (43m) bleef tot het einde van de oorlog op 5 mei 1945 in Duitse handen.
De zondagmorgen bezoeken we het arboretum een tweede maal.
Vervolgens staat het ‘ Arboretum De Dreijen’ op het programma, prachtig aangelegd en verzorgd, een top-esthetische belevenis
Een Catalpa
Nog een streekbier
Er was geen tijd meer voor de beeldententoonstelling
In de namiddag hield dr UGW Sass-Klaassen van het Dendrochronologisch Laboratorium voor ons een bijzondere cursus.
Zij is gespecialiseerd in het onderzoek van de jaarringen.
Er zijn nog levende bomen van 5000 jaar oud. De reuze sequoias kunnen ongeveer 3000 jaar worden.
Er gebeurt zeer veel onderzoek. Er blijkt veel samenwerking te zijn met o.a. de universiteit van Gent. Zij toonde ons ook labo’s met gespecialiseerde instrumenten.
Klimaatverandering. Zullen de beukenbossen verdwijnen? Beuken lijden onder hitte en droogte. Mijn beuken zagen vorig jaar af (verbrande bladeren). Beuken uit Bulgarije zouden weerstandiger zijn.
Tot slot gaan we gezamelijk de merkwaardige binnentuin bekijken.
De Koninklijke Vlaamse Dendrologische Vereniging werd al gesticht in 1937 in het Rivierenhof (Deurne) en is aldus de oudste bomenkundige vereniging.
Met 2 busjes rijden we naar Nederland. Het is weer een warm, zonnig weekend.
De eerste stopplaats is de kwekerij Dependens van Jan Huiberts te Bennekom, op een boogscheut van Wageningen.
Het bedrijf is Nederlandse Planten Collectiehouder van Buddleja (vlinderstruik) en Iris sibirica. Van de Buddleja heeft de kwekerij 100 soorten in het assortiment, van de Iris siberica 85. Jaarlijks levert het bedrijf 10.000 Buddleja's en 80.000 vaste planten. Op 0,75 hectare staan bijzondere heesters en bomen, waaronder fruit- en vijgenbomen, die vooral bestemd zijn voor hoveniersbedrijven. We werden door Jan Huiberts enthousiast begroet. Het bijzondere is dat jan biologisch teelt en enkel werkt met sociaal tewerkgestelden. Ook het onkruid tiert er welig en voor sommigen onder ons is dat vreemd. In de toekomst zal hij trachten meer onkruidzaadvrije compost te gebruiken. Zijn kennis en enthoesiasme helpen over dit heuvel heen.
Bij zijn ontvangst-uiteenzetting heeft hij het o.a. oner de ‘hotpijp’ bij het enten van noten. Hij teelt een 15 tal rassen. De handeling hotpijp kende ik nog niet. Die bestaat er in de 2-3 cm waar de enting gebeurt te verwarmen om de enting beter te laten slagen. Hoe hij dit elektisch doet blijkt een keukengeheim.
Bij de wandeling zie ik op een vlinderstruik een dagpauwoog, mijn tweede waarneming dit jaar van een vroeger algemene vlinder.
Achteraf zal menigeen een Argus velvet buddleja aanschaffen.
Hij leidde ons naar een perceel met zijn lievelingsaanplanting. Daar zag ik o.a. de Kaki, oorspronkelijk in Italië aangeschaft, die het hier naar zijn zin heeft. Dat moet ik doorgeven aan dochter Veerle in Vancouver, die destijds verzot was op Kaki. Die zal het daar, in het milde klimaat van de westkust van Canada, ook goed doen.
FOTO’S
Jan Huiberts van de bio-kwekerij Dependens.
Eddy bij ?
Butterbal sierappel
De 2 Jannen, rechts Jan Awouters, de voorzitter van KVDV.
Gert Dessoy, de vorige voorzitter; tuinaanleg ’De open Ruimte’ en recent imkerij ‘De Wandeling’
Kaki
Idem
In een kweekserre met als eerste man Chris Colman, secretariaat
Rechts Rob Van Bauwel, de organisator van deze reis. Is nu de verantwoorlijke voor het Plantencentrum van het Arboretum Kalmthout.
Laatst ontving ik de resultaten van een bodemonderzoek van mijn tuin:
Een PH van 6,5
Koolstof C 5,5 Bij een veel vroeger onderzoek was het reeds 3,5. En zeggen dat veel landbouwgronden met enkel kunstmest nog onder de minimumnorm van 1 vallen.
Alle voedingsstoffen en kalk , ook kalium in mijn zandgrond met enkel compost: hoog tot zeer hoog
Men waarschuwt voor vergeling door eventueel mangaangebrek. Hiervan nog niets bemerkt.
Vandaag staat een kanjer-bloemkool van 3,5 kilo op het menu.
Op 29/7 was er de blog ‘Gele bladeren’. Korte tijd nadien zijn die praktisch allemaal afgevallen.
De Mutsu is er wel het ergst aan toe. Volgende winter wordt die afgezaagd en kan de eronder staande okkernoot – wellicht door een eekhoorn gezaaid – verder uitgroeien.
Doch ook een Schone van Boskoop staat bladerloos. Dit jaar is er een sterke zetting. Dit ras is sterk beurtjaargevoelig op mijn zandgrond. Volgend jaar verwacht ik zo goed als geen vruchten.
Een Jonagold staat bladerloos en hangt afgeladen vol. Volgend jaar: beurtjaar.
Ik heb ook een zaailing Reinette Hernaut staan: afgeladen vol en tevens een prachtige bladzetting. De beste reinette die je kan planten. Het ras maakt deel uit van de Certifruitrassen, aanbevolen door de landbouwfaculteit van Gembloux.
Een ras dat dit jaar niet draagt is mijn Jacques Lebel. Nog een ras dat het dit jaar vertikt: Rode Superman. Nog nooit zo weinig vruchten gezien! In het vorstjaar 2017 bv was er een behoorlijke zetting.
Ecolette (de laatste foto) doet het -als steeds- weer schitterend. Dit ras verdient het als eerste te worden geplant. Stamt voor de helft af van Elstar, het in Nederland meest geteelde ras. Ecolette is tot nog toe resistent tegen schurft. Het is een lekkere, rode appel die houdbaar is tot januari.
Het ras is voldoende zelfbestuivend voor iemand die slechts plaats heeft voor één boompje.
Op de voorgrond bij mijn Ecolette, op de sterkere MM 111 onderstam, zie je de nieuwe fruithaag, tweejarige bomen op 1m van elkaar, op onderstam m26.