Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
de hort op
04-06-2017
boeren in Normandië
We trekken van de kust het binnenland in, we weten dat dat gelijk staat aan een aantal pittige klimmetjes. Als er pittig staat in ons routeboekje, dan betekent dat een klim tussen 5 en 8 %, staat er steil, dan is dat een klim van meer dan 9 % en dat is net wat te veel voor mij. Ik probeer het dan in twee keer met een rustpauze tussenin. Verder loopt het gesmeerd nu.
Gisteravond was er geen wifi in de b&b, dus was er ook geen blog. Vandaag maak ik dat ruimschoots goed.
We hebben voortdurend te kampen met een strakke tegenwind (moesten we maar niet naar het westen fietsen). Het voordeel aan die wind is dat de geuren van bloeiende struiken ons tegemoetkomen nog voor we de struik in kwestie gezien hebben. Het is nog steeds de vlierbloesem die de geurwedstrijd wint, kruidig en fris en heel herkenbaar. Wat zouden we hier bolle flesjes Roomer kunnen vullen. Veel margrieten ook in de bermen en andere margrieten in de wei, herkauwend of rustig neuzelend, met kleine margrietjes dicht in de buurt. De vlasvelden blijven ons verrassen, duizenden blauwe bloemetjes zijn beginnen bloeien,het is prachtig.
Geen sprake van keuterboeren hier, de landbouwbedrijven zijn grootschalig en wie niet mee wil of kan is gezien.
We logeren in een ouderwetse kamer, het behangpapier spreekt boekdelen. Landbouwscenes van jaaaren terug : veel paarden met kar en kinderen boven op het hooi, wuivend naar de boeren op het veld. De boerin die met de knapzak naar het veld komt en de boeren en knechten die pauzeren op een deken op de grond, de hond aan hun voeten. Alles vredig en over geromantiseerd. Op een paar verdoken plaatsen heb ik die vredige boeren een rode bollekeszakdoek rond hun nek getekend. Zo kunnen ze tenminste ook eens uit de bol gaan en met de wilde boerendochters de boerinnekesdans uitproberen.
Op ons avondwandelingetje botsen we op een bonte dame met een grote kleurige ruiker bloemen in haar armen. Geen boerin van het behangpapier, neen, iemand die haar man op het kerkhof bezoekt. Ik vraag me af of hij bij leven ook regelmatig bloemen van haar kreeg. En zij van hem. Mensen zijn rare wezens, zolang er tijd is tonen ze hun affectie niet of weinig en als het te laat is komen ze met karrenvrachten bloemen aandraven. Zo ook wij, we zijn niet anders.
Warme rustdag. Ideaal voor een wandeling langs het strand. Vreemde kust is het toch wel, aan de ene kant heb je de krijtrotsen , die een echte breuk in het landschap veroorzaken, als een afgebeten koek, maar op andere plaatsen is de overgang van land naar water zachtjes aflopend en is er kilometerlang zand, keien, geultjes, schelpen.... Geert is geen watervogel, zijn morfologie spreekt wat dat betreft voor zich, korte stevige benen die liever niet nat worden. Ik daarentegen ben een echte steltloper en verzot op pootje baden. Dat kan hier ongestoord, je zou denken dat de zee van jou alleen is. Ik dus in het water, hij hoog en droog 100 m hogerop en af en toe eens wuiven naar elkaar. En dan hetzelfde scenario maar in de andere richting. Restaurantje gevonden, lekker gegeten voor weinig geld. Alleen, die café Gourmand die ik bestelde, was dat nu wel nodig? Tot de zoetigheid op tafel stond en hij er zijn ogen niet kon afhouden. Daar zat hij dan met zijn schamele café cremeux en één koekje. Haha hoho.
Zondag is het Pentecôte. Niet gemakkelijk om een b&b te vinden dit weekend. We hebben de smartphone plat gezocht en, mits een beetje afwijking van de route, kunnen we toch weer overnachten. Lucky us.
Nu nog wat lezen, terwijl buiten de vogels druk aan het converseren zijn. Ik vraag niet aan Geert welke vogels, want het zullen wel weer winterkoninkjes zijn. Wiezewip tsjuptsjup, zegt de ene. Continjoe continjoe zegt de andere. Wiezewip tsjup tsjup, continjoe in een lang en vrolijk gekwebbel. En drie kippen scharrelen de godganse dag in de immense tuin. Laten we het liever een park noemen. De ene kip is de andere niet. Die drie mogen dik in hun pootjes wrijven dat ze hier beland zijn en als enige tegenprestatie al eens een eitje moeten leggen. Net als de twee honden en de poes. Als er een aards dierenparadijs bestaat, dan wel hier. Zeker weten.
Omdat we gisteren zo sukkelden hebben we vandaag wat harder door gefietst. Compensatie voor het geleden verlies aan kilometers, het zat in ons hoofd. Maar ook wilde ik graag in Ault geraken, een stadje aan zee, tussen de prachtige krijtrotsen. Omdat het hier zo mooi is, we logeren in een toren en kijken uit op de zee, en ook omdat we moe zijn, nemen we morgen een dag rust.
Het was warm, we gloeien nog na, de zon zette het land in groei en bloei. Blijkbaar wordt er hier volop gehooid, getuigen de honderden balen die als dikke sigaren liggen te wachten om geborgen te worden. Verder ontzettend uitgestrekte tarwevelden, jong en onrijp, nog laag van was, vlas zo groen als gras en aardappelen, aardappelen, aardappelen. Vandaar dat wij elke dag frieten, frieten, frieten eten. Zoals wij op en neer fietsten, zo zit het hier vol op-en-neer-vogeltjes. Winterkoninkjes, zegt Geert, maar hij slaat er met zijn klak naar. In de zompige omgeving van de Somme : veel kikkers. En prachtige gele irissen.
Andere fietsers, je ziet ze hier ook, talrijk zelfs. Niet gepakt en gezakt zoals wij, eerder de wiertoerist die 's avonds chez maman zijn benen onder tafel steekt en haar dagelijkse kost naar binnen smekt. Maar ook al eens een exoot die met lange witte baard en dikke Plopbuik op een tandem met partner rondhobbelt en een eenzaat-Nederlander die zoals wij naar Biarritz fietst, maar pas tegen september terug thuis plant te zijn, nog ouder dan wij, zonder e-bike en logerend in een klein tentje. Knap, maar niet meer our cup of tea. Een zacht bed, een douche, een eigen wc, het kan hemels zijn na een vermoeiende, maar zalige dag. En als je dan in de verte de rustig deinende zee ziet...dan kan je geluk niet meer op.
de zee: dat vat vol schuim en duizend witte spetters
Vandaag hebben we behoorlijk moeten vechten om onze 52 kilometers rond te krijgen. Er waren de klimmetjes, eentje was toch 4km lang, en er was de felle tegenwind. De batterij moest zeven van de tien blokjes prijs geven. Maar het was de moeite waard : ontieglijk veel klaprozen in de tarwevelden, af en toe ook een ruikertje korenbloemen, massa's bloeiende vlierstruiken als supporters langs de kant van de weg, hun kruinen tot boven onze hoofden wiegend en zingend en mekaar de hand reikend. Eglantier, geurend in zachtroze. Eindeloze velden.
En plots, de zee. En onze b&b, Villa les Palmiers. Eerlijk, moest ik er op voorhand geen foto's van gezien hebben, ik zou er nooit aanbellen. Wat een afgebladderd huis. Maar binnen hebben we alles wat ons hartje wenst, een appartementje voor ons alleen. Vanavond zetten we een mandje aan de deur en morgenvroeg is dat mandje gevuld met brood en kaas en eitjes.
De zee is een spektakel op zich. Aanvankelijk grijs en dreigend, dreunend en spattend tot over de kering. Gaandeweg vriendelijker, toegevend aan het gele zandstrand, een enkele vrolijke surfer torsend, zonder al te veel nukken en grillen. Zwemmers zijn niet te zien, daarvoor is het te fris, al komt de zon meer en meer op de proppen.
Wimereux is een echt toeristenstadje (of is het een dorpje?), waarschijnlijk superdruk in de zomer. Oude villa's maken hier sier, geen twee dezelfde en allen hebben ze een naam. Zoals de onze hier : les palmiers, volgens de eigenaar (die ook al een gezegende leeftijd heeft, getuige zijn witte moustache) al door zijn grootvader gerund als vakantiehuis. De grootvader is niet meer, het huis nog amper.
Morgen gaan we richting Somme, dat vogelparadijs. Volgens het boekje zit er een klim in van 13 procent, 800 m lang, onmogelijk dat ik daar op kan met de croozerkar. We gaan dat duiveltje omzeilen. Maar dan zonder zeil.
Terug bij onze Napoleonminnende gastheer. Deze keer krijgen we een iets kleinere kamer, met heel breed bed en nog authentieke dekens. Met veel zorg ingericht, jachttaferelen op spreien en tafelkleden, hoofse aanbidders op schilderijen en gehorige houten vloeren. Het zou me bijna normaal lijken moest de monsieur morgenochtend met witte pruik en gesteven kraag, blinkende vest en in spannende legging omkneld door kniehoge laarzen, met de degen in aanslag hier door de gang schrijden, klaar voor de overtocht naar Engeland. Of mocht hij voor dag en dauw een duel gaan uitvechten met zijn liefdesrivaal, 12 passen uit elkaar en dan bliksemsnel de loop op de ander richten en hopen dat er kruit uit het aftandse pistool knalt. Ik denk niet dat hij zou winnen. Ziet er nogal sloom uit. Maar wel vriendelijk ogend.
Morgen opnieuw on the road. Wimereux wacht op ons. Reuzebenieuwd.
Onze start van dinsdag doen we nog eens over. Morgen, maandag 29 mei. Mooie datum .
De fiets is hersteld, er zit een nieuw achterwiel in, met dank aan onze fietsenmaker die er spoed achter gezet heeft en die me ook geleerd heeft hoe de versnellingen juist af te stellen, zodat er geen gekraak meer zou mogen zijn.
Ondanks deze positieve wending is er toch twijfel geslopen in de haalbaarheid van het hele project. Bij mij toch. Die fiets is van het merk Kalkhof, stevige Duitse Grundlichkeit, maar we fietsen wel in Frankrijk. Voor deze trip had ik liever Jeanne d'Arc op mijn fiets zien staan, of Mademoiselle de Pompadour of Madame Tourtjens. Zelfs Hollande had gemogen. Of hadden we nu maar gouden vingers die het verschil kennen tussen een rem- en een versnellingskabel, maar dat is spijtig genoeg niet het geval en dan nog, een elektrische fiets is heel leuk, maar ook ingewikkeld.
Maar.... we gaan ons niet geven, duimen voor onszelf en alle andere fietsers en alle lopers en zwemmers en vissers. En hopen op veel pitié en mededogen van de franse mens voor als er iets fout loopt.
Morgen belanden we dus terug in Eperlecque bij dezelfde gastheer als donderdagavond, waar we strandden. Pieter brengt ons zo ver.
Er is een elastiek in mijn ketting gedraaid, een snelbinder dus. We hebben die met veel getrek en gesleur terug losgekregen en waren daar heel blij om. En dus fietsten we gisteravond op ons dooie gemak omhoog, richting restaurant, om iets te eten. Het was raar, de versnellingen wilden heel gemakkelijk van groot naar klein (om te klimmen), maar bijna niet andersom.
En de pedalen, die begonnen door te schieten. Iedereen kent dat wel, je zet kracht met je voet en die schiet veel meer vooruit dan je zou verwachten en de fiets volgt niet navenant. Dat was niet zo fraai. Het leek wel alsof er geen ketting meer op lag.
Maar, hoera, we zijn klant bij Eneco en die hebben een gratis service voor elektrische fietsen, nl. pechverhelping. Dit betekent repatriëring, of, zoals in ons geval, afzetten van de fiets bij een fietsenmaker. En zo geschiedde, een vriendelijke franse man kwam ons vanmorgen ophalen om mét fiets naar de fietsenmaker te bollen, een twintigtal kilometer van Eperlecque vandaan. Die fietsenmaker vonden we vlot, maar o wee, geen sprake van dat hij naar die fiets ging kijken. Heel zijn atelier stond vol fietsen die moesten hersteld worden en er kon zeker geen enkele meer bij. Een andere fietsenmaker in dezelfde stad : idem dito. Dat merk van fiets, dat kon hij in geen geval maken. Wij dropen dus af. Ondertussen wisten we ook al dat onze gastheer van de chambre d'hôtes 'complet' was voor vanavond, daar moesten we dus de deur uit vóór het slapengaan. Toch mochten we nog blijven op zijn landgoed, voor vandaag toch. Terug naar Eneco gebeld en er was alleen nog de optie van repatriëring. Takelwagen kwam, groot log ding, daar onze fietsen op en tsjoktsjok, terug naar huis. Dat is dus het verhaal van de eerste 190 kilometer.
Best grappig eigenlijk. Drie dagen weg en al terug. Het lijkt wel een muis die over de oceaan wil springen.
Onze eigen fietsenmaker al bezocht, die man heeft er een ander achterwiel ingestoken en het oorspronkelijk wiel naar Shimano opgestuurd onder garantie. Volgens hem was alles opgelost. Tot ik er 7 km mee naar huis reed. Die fiets trapt nog steeds door. Weliswaar niet meer zo erg als in Frankrijk, maar toch voldoende om er niet mee op reis te vertrekken. Weerom terug naar af dus. Terug een telefoontje naar de fietsenmaker, morgen zien we verder, hij zoekt naar een oplossing en spreekt al van een andere fiets.
Wat mij nu het meest bezighoudt is het volgende : is het toeval dat het innerlijke van dat achterwiel kapot ging of heeft het iets te maken met die elastiek of, nog een mogelijkheid, was de elastiek de druppel die de emmer van het getergd achterwiel deed overlopen ? Nou ja, eigenlijk geen toepasselijke beeldspraak maar ik vind niet direct iets beters.
En zo zijn onze wegen op aarde ondoorgrondelijk, normaal lagen we nu in de tuin van Les Palmiers in Wimereux, en nu hangen we wat rond in Nieverans, tot we terug kunnen vertrekken naar Ieverans.
Vandaag de grens overgestoken in Oost Cappel,nadat we uitgewuifd werden door de gastheer en -vrouw van Oud Moeshof. Poes wuifde niet mee, had te veel werk met een duif die ze net gevangen had en aan het pluimen was. Voor de arme duif was er geen redden meer aan. Frans Vlaanderen : de dorpsnamen liegen er niet om : Wormhout, Watten, Bollezeele... Het glooit hier aangenaam, elk dorpje zijn café en de mensen praatgraag en hulpvaardig. Dat was in de tweede wereldoorlog even anders. Liza (mijn moeder) kwam in mei 1940 te voet tot hier, vluchtend maar werd niet hartelijk onthaald. De fransen waren boos omdat België niet stand hield tegen Duitsland. Toen Liza een glas water vroeg, riepen ze tegen haar : va boire au Canal Albert. Vriendelijk is anders en als negentienjarige bange vluchteling wil je zoiets liever niet horen. Uiteindelijk kwam ze wel terecht op een boerderij, vluchten kon niet meer, het Duitse leger heeft hen ingehaald.
Wie we in elk dorpje ook tegenkomen is Marine Le Pen. Ze oogt vriendelijk en vastberaden, het zou je eigenste zuster kunnen zijn, maar heel gerust ben ik er niet in. Voor hetzelfde geld zet ze je terug de grens over. Of gaat ze haar vader halen.
We logeren hier in een reusachtig groot huis, met een rustige gastheer, die door zijn gangen sloft en een boek over accupuntuur leest. We wagen ons niet te veel meer buiten, de zon heeft haar werk gedaan, het is lekker rusten op bed en als we ruzie maken kan er nog iemand verhuizen want er staan nog twee bedden in de aangrenzende kamer en die is ook voor ons. Hier kan een boot vol vluchtelingen logeren. Plaats genoeg.
We zijn beland in de oude moeshof, Alveringem, niet ver van Diksmuide. Rustige dag met niet al te veel kilometers, 55 in totaal. Heel mooie, aangename b&b, stilte zoals wij ze niet meer kennen. Vogels (ons onbekend, ik dacht dat het merels waren, maar Geert beweert nogal stellig dat het zeker geen merels zijn en ze brengen inderdaad geen merelklanken voort) zitten hier te baltsen en onnozel te doen om toch maar een vrouwtje onder de veren te krijgen, een wulpse mannenmens verbleekt erbij. Volgens de gastheer (ook een mannenmens maar zonder baltsgedrag) zit hier nog een velduil, die zijn nest maakt op de grond. Pakt kleine hazen. Zo'n haas, maar dan een grote, zijn we tegengekomen, met zijn lange oren al van ver zichtbaar. Huphuphup, een paar hazesprongen en hij was NIET verdwenen. De oren staken overal boven. Dat was niet van krommenaas, maar van dommenaas. Wie kent er nog de hazesprong, veel moeilijker dan de konijnesprong ? Dat was zweten geblazen, want de voeten moesten al in de lucht zijn voor de handen gezet werden, een soort zweeffase dus, maar die verdomde zwaartekracht trok zowel handen als voeten naar beneden. En al de rest ook.
Vandaag leidde de LF1 route ons langs lange jaagpaden en een oude spoorwegbedding, heerlijk rustig en autovrij.
Morgen duiken we frans vlaanderen binnen en mogen we ons aan wat klimwerk verwachten. Le plat pays, c'est fini. Als onze knieën dat maar aankunnen. We hebben er beiden wat last van : Geert van een vlammende steek (mannen!!)in zijn rechterknie, ik eerder zeurend, wat frictiepijn denk ik. Ahum, voor zo ver ik er iets van ken.
De grote oorlog is hier nog sterk aanwezig : bunkers, kerkhoven, infopanelen, de ijzertoren... oudstrijders, die niet meer. En bier van Westvleteren ook niet. Lege flesjes, tentoongesteld in een afspanning, om klanten te lokken,dat wel. En veel ander bier. Waarvan we er een proefden met plezier.
Een overdosis aan tegenwind vandaag, eigenlijk de hele dag, maar vooral lastig bij het laatste stuk in open vlakte. Maar we hielden vol en draaiden 70 km rond.
Onderweg kwamen we de miseriebocht tegen, een dode arm van het kanaal gent-brugge. Iemand een idee waarom die bocht miserie is? Ik vond het integendeel een mooi stukje. Die van brugge hebben lang geleden dat kanaal willen graven naar deinze, maar kwamen in gent uit. Er waren nog geen wegwijzers toen.
Bij onze aankomst hier intensief gegrabbel in en om de fietskar, op zoek naar een short of lange broek van Geert. Resultaat : geen enkele broek in de bagage. O jee. Wat doe je dan om het probleem op te lossen? Een short aandoen van je vrouw, haar ontrieven dus en dan constateren dat die veel te groot is, maar ja, beter een grote broek dan geen broek. Gelukkig dan toch een broek aan want plots stond daar een corpulente vrouw in onze kamer : 'Sie haben den Schlössel auf das Türken lassen sitzen, nicht gut und besser tun, viel Gefahr, Feuer und Kopken af, Hell und Apocalyps...' 'Danke schön' zegden we, 'wir schaffen es (vielleicht)'. En het was niet mooi, maar Geert stak zijn vuist uit naar haar rug. Maar ja, hij heeft dik kokend Spaans bloed door zijn aderen lopen en dat speelt hem wel wat parten op zulke momenten.
Super mooie ganzen gezien onderweg. De ene met merkwaardig oogcontour, anderen met pikzwarte nek. Ook grazende koeien en schapen op de hellende oevers. Staan wel wat uit de haak, die beesten, benieuwd of er nooit een in het water belandt.
dinsdag 23 mei en we staan op het punt om te vertrekken.
Nog even een probleem om de kar aan te koppelen, (het verbindingsstuk was aan de verkeerde kant van het achterwiel gemonteerd, wat een waterval aan gemopper en binnensmonds gevloek teweeg bracht), maar nu hangt ze er aan en durf ik er bijna niet mee rijden want ze is serieus geladen. Maar dat went wel.
Vannacht dreef als een donkere wolk het idee in mijn hoofd dat deze blog, waar een aantal mensen toch op zullen kijken zo leeg als een lege fles zou blijven, wegens geen computer ter beschikking of te moe of geen zin ..... en dus schrijf ik nu nog vlug wat voor we vertrekken, dan is dat toch al dat.
Vandaag rijden we naar De Haan, niet omdat dat de kortste weg is, want we moeten pal naar het westen, maar wellicht omdat het daar nog vertrouwd en veilig is, zodat we langzaamaan kunnen loslaten. Gewoon worden aan het trekken dus.
Morgen gaat het naar Alveringem bij Diksmuide, dan naar Eperlèque (juist geschreven ?) en de vierde dag tot Wimereux. Daarna is niets meer vastgelegd en dat geeft eigenlijk een vrij gevoel.
Ziezo,de Geert zit hier met helm op zijn krullebol te wachten en te blazen, ik sluit af, we zijn er mee weg.
Vanavond heb ik deze blog aangemaakt, via seniorennet, omdat ik (en ook Geert) een senior ben en de gebruiksaanwijzing voor het aanmaken ervan heel duidelijk leek. Want op het vlak van blogs ben ik een echte leek.
Stilaan komen we in de mood om onze fietsreis aan te vatten. Nog 14 keer slapen en het is zo ver.
Ik probeer vanaf 23 mei elke dag iets te schrijven, maar heb geen idee of ik dit ook hard kan maken. Rond 15 juli hopen we aan te komen in Ansignan. Het kan ook vroeger zijn, dat hangt af van het weer in Normandië en Bretagne : indien goed weer maken we een ommetje langs de kust, bij slecht weer steken we rechtstreeks door naar Nantes.
We zien wel, we zijn tenslotte met pensioen en kiezen voor de weg met de minste weerstand (nou ja).