De crypte van Eetcafé Uilenspiegel (vroeger Vlaams Huis Roeland) in de Korte Kruisstraat te Gent liep donderdag 25 november vol voor het jaarlijks Sint-Ceciliafeest van het Emiel Hullebroeckkoor. Met 35 waren we; er kon niemand meer bij. Het menu staat hieronder afgedrukt. En het was allemaal overheerlijk. Is het dat in goed gezelschap en op de juiste plaats niet altijd zo ?
Voor mij, die vier jaar lang, als student aan de RUG alle dagen (voor zover ik voldoende centen had - want Odille gaf geen krediet) in de Roeland ben gaan middagmalen en er talrijke vergaderingen, debatten, bals (op het karnavalbal in februari 1960 ontmoette ik er zelfs mij toekomstige echtgenote), volksdansfeesten, en politieke vergaderingen heb meegemaakt, is het toch altijd (met heel veel heimwee naar deze heerlijke tijd) een beetje thuis komen... Want de Roeland was vele jaren lang mijn "thuis" te Gent. Zoals het de thuis was van talloze generaties studenten, flaminganten en Vlaams-Nationalisten. Het lokaal waar wij Vlaamsgezinden allen "groot geworden zijn", zoals een ontroerde voorzitster Cecile Deflo het uitdrukte in haar dankwoord aan ere-senator Oswald van Ooteghem die zoals gebruikelijk de tafelrede uitsprak.
In zijn tafelrede schetste ere-senator Oswald Van Ooteghem de geschiedenis van Eetcafé Uilenspiegel. In het tweede deel van zijn rede behandelde hij de grote betekenis van Emiel Hullebroeck.
"Ik word geacht beste dames en heren, mevrouw de voorzitter, beste Vlaamse vrienden en vriendinnen om jullie eten te doen verteren en om plaats te maken voor het dessert. Welnu, ik ga beginnen met mijn dankbaarheid uit te spreken ten overstaan van het koor, omdat jullie elk jaar hier in dit lokaal het Sint-Ceciliafeest vieren. En waarom ben ik daar dankbaar voor. Ik ben de voorzitter van de vzw Uilenspiegel. De vzw Uilenspiegel is gesticht in 1919 en in 1920 op 11 juli had de plechtige inhuldiging plaats van dit huis. Het is dus volgend jaar 90 jaar geleden dat dit lokaal werd ingehuldigd.
Dit lokaal heeft stormachtige tijden meegemaakt. Pogingen om in bezit te worden genomen door verschillende partijen, de weerstand heeft dit hier bezet, er werden bomaanslagen op gepleegd, ruiten zijn aan diggelen gegooid. Maar onze illustere stichters, waaronder niemand minder dan Oscar Gruyter, Staf Bruggen, Filip de Pillecyn, Joris van Severen, en noem maar op hebben één ding verzuimd: namelijk, zij hebben die maatschappij gesticht voor 20 jaar en in 1939 waren die twintig jaar afgelopen en zij hebben verzuimd die te verlengen. Inderdaad, in 1939 is die maatschappij noodgedwongen in vereffening gegaan. Er zijn dan vereffenaars aangeduid, die zijn de een na de ander gestorven; na de oorlog ben ik dan ook vereffenaar geworden, al mijn collega's , op één na, zijn ook gestorven. Intussen was het lokaal totaal verwaarloosd, onderkomen en hebben wij contact gekregen met een projectontwikkelaar die hier van heel die cite, Kapittelhuis, Middenstand e.c. één geheel wou vormen.
Men moest met ons onderhandelen omdat wij eigenaar waren van dat pand met die zaal daarachter en omdat ze de ingang nodig hadden voor de 72 ondergrondse garages die hier zijn. Wij hebben keihard onderhandeld gedurende jaren, we hebben de prijs altijd maar opgedreven en uiteindelijk zijn we dus tot een akkoord gekomen. En na veel strubbelingen met het Ministerie van Justitie, het Ministerie van Financiën, enz. enz. zijn we er in geslaagd om het oude lokaal te schenken aan een nieuwe vzw en dus een nieuw en modern lokaal op te richten, weliswaar kleiner, maar toch een mooi en prestigieus lokaal in het centrum van Gent.
Met de opbrengst van de huur steunen wij verschillende Vlaamse verenigingen: o.a. het V.V.V.G., IJzerbedevaartcomité, VOS, Vlaamse Oudstrijders, Vlaamse studenten, enz. Zij komen allemaal bij ons vragen om steun. In de mate van het mogelijke, binnen de perken van ons budget geven we dan steun. Zo ook aan FVV, Rodebachfonds dat de torenwachterprijs uitreikt, enz.
Binnen de perken van ons budget steunen wij die Vlaamse verenigingen, maar tot mijn teleurstelling kom ik dan in de Mageleinstraat, de Belfortstraat en zo en dan zie ik de voorzitters en de secretarissen van die verenigingen zitten in "Le Plus Beau", "The Towers", "Les Artichocs", ofschoon hier een lokaal is waar zij gesteund worden en waar, volgens mij toch, lekker kan worden gegeten tegen een schappelijke prijs. Daarom dus ben ik dankbaar dat jullie hier jullie Sint-Ceciliafeest inrichten omdat jullie toch blijkbaar waardering hebben voor het behoud van dit lokaal.
Vorige zaterdag waren we met een heel kleine delegatie op het kerkhof van Gentbrugge en hebben we een bloemenhulde gebracht aan Emiel Hullebroeck. We waren slechts met een handvol en men had me gevraagd om een woordje te zeggen maar ik heb aan de "webmaster" voorgesteld om dit hier te doen, voor gans de vereniging, zodat iedereen er wat van opsteekt. Ik heb dan ook iets voorbereid over het leven van die Vlaamse muzikale reus, Emiel Hullebroeck, waarover veel mensen vandaag niets meer weten maar die een enorme rol gespeeld heeft in het muziekleven in Vlaanderen en ver daarbuiten. Emiel Hullebroeck is geboren op 20 februari 1878 in Genbrugge, hij is dus een echte genbruggenaar, een echte gentenaar, en overleden op 26 maart 1965 in Liedekerke waar hij verbleef in een verzorgingsinstelling. Zijn vrouw was Anna De Vos.
Emiel Hullebroeck heeft echter bijna heel zijn leven doorgebracht in Gent. Hij studeerde aan het Conservatiorium te Gent bij beroemde namen als Oscar Roels, Jozef Wilmots, Paul Lebrun, Adolf Samuel, Jozef Tilborghs, e.a. Hij leerde zowel notenleer, orgel, harmonie, fuga, contrapunt, compositie, enz. Hij was een schitterende leerling. Wat niet veel mensen weten is dat hij dirigent is geweest van verschillende koren hier in Gent. Hij heeft dan in 1899 het Gents A Capellakoor gesticht waarmee hij niet alleen in Vlaanderen maar ook internationaal heelwat prijzen heeft veroverd met Vlaamse volksmuziek en de beroemde Vlaamse Polyfonie. En, het was zeker geen dirigent van onder de kerktoren. Hij heeft uitvoeringen verzorgd van Peter Benoit, Robert Schuman en Edvard Grieg. César Franck, Jules Massenet en ook van Richard Wagner waarvan hij een groot bewonderaar was?
Dan begon hij met zijn fameuze muziekvoordrachten. U hebt er geen idee van hoe bezig die man is geweest. Gedurende zijn leven heeft hij meer dan 2000 muziekvoordrachten gegeven. Dat is dus voor die tijd ongezien want de verplaatsingsmiddelen waren niet zo vanzelfsprekend als vandaag. In 1904 begon hij met zijn eerste voordracht voor het Algemeen Nederlands Verbond over Peter Benoit. Paul Fredericq vroeg hem toen om diezelfde voordracht te geven overal in Vlaanderen en Nederland voor de afdelingen van het Algemeen Nederlands Verbond. Toen begon hij dus aan die reeks van 2000 muziekvoordrachten over de Geschiedenis van het Vlaamse Volkslied, Vlaams Leven en leute, en het Moderne Vlaamse lied. En met zijn Vlaamse liederen had hij ook een doel, hij wou het zelfbewustzijn van de Vlamingen verstevigen, hij wou dat complex van de Vlamingen afwerpen die dachten dat zij over geen eigen liederenschat beschikten omdat die in de Belgische staat werd onverdrukt. En, hij wou ook een dam opwerpen tegen die vloed van Franse liedjes die in die tijd, het interbellum, Vlaanderen overspoelden. Diegenen die nog een beetje van mijn leeftijd zijn zullen zich herinneren dat de liederen die gezongen werden tussen de twee wereldoorlogen Franse liedjes waren. Op de Vrijdagmarkt en hier op het einde van de Mageleinstraat, aan de Vogelmarkt, stonden de liedjeszangers en zij zongen de liedjes van Charles Trenet, Maurice Chevalier met de noten erbij. Die noten werden verkocht en de Vlamingen kochten die liedjes van Trenet en Chevalier en zongen die ook. En Hullebroeck vond dat spijtig en dacht, er moeten toch ook Vlaamse liederen gezongen worden. Intussen is de toestand veranderd, worden er nog weinig Franse chansons gezongen maar we beleven vandaag een tsoenami van Engelse en Amerikaanse muziek, van vaak totaal waardeloze liedjes zowel op muzikaal gebied als op gebied van taal. Met heel veel jéjéjé daartussen. Dat alles jammer genoeg met de royale steun van de VRT die die liedjes allemaal programmeert, waarom?, omdat de programmatoren vermoedelijk daar financieel belang bij hebben. Met het resultaat dat miljoenen aan auteursrechten naar het buitenland vloeien, vooral naar de Anglo-Amerikaanse landen. Wat voor vandaag weer onvoorstelbaar is dat is dat Emiel Hullebroeck met zijn muzikale voordrachten getoerd heeft in practisch heel de wereld. In de jaren 1915-1916 ging hij naar Nederlands Indië, in 1920 trok hij naar Zuid-Afrika. . In 1923 was hij te gast bij de Vlamingen in Amerika die er toen nog zo talrijk waren en die er een eigen blad uitgaven. Ook daar trok Hullebroeck van stad tot stad. Overal kende hij groot succes met zijn voordrachten over het Vlaamse volkslied.
Dan komt de eerste wereldoorlog en Hullebroeck en zijn vrouw stichten samen een sociaal werk "Het Werk der Vlaamse Oorlogsmeters". Waarom ? Duizenden Vlamingen zijn gevlucht naar Nederland, leven daar geïnterneerd in kampen en Hullebroeck en zijn vrouw stichten dit werk om die mensen financieel en moreel te steunen. En wat gebeurt er ? Hij wordt door de Belgische overheid beschuldigd van spionage omdat hij liederenvoordrachten geeft voor de Vlamingen in de kampen. De Belgische overheid zegt, hij is bezig met ervoor te zorgen dat Vlaanderen en Nederland weer een land worden. In 1920 wordt hierover geïnterpelleerd in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. En wie is de interpellant ? Emiel Braun de Gentse burgemeester van Luxemburgse afstamming, een man die geen Nederlands kende. Een man die in Gent de bijnaam kreeg van "Miele zoetekoeke". Waarom? Omdat hij tijdens de oorlog gecollaboreerd had met de Duitsers: hij is heel de oorlog burgemeester gebleven en heeft bij de overgave van de stad Gent aan de Duitsers peperkoek aangeboden uit zijn eigen fabriek. Hij heeft er dan nog winst mee gemaakt ook, en deze "Miele zoetekoeke", de collaborateur bij uitstek, hij beschuldigt Emiel Hullebroeck van spionage en verraad omdat hij Vlaamse liederen heeft gezongen en aangeleerd in de vluchtelingenkampen in Nederland. En door wie wordt Emiel Hullebroeck verdedigd ? Door Camiel Huysmans, gelukkig was daar nog ene normale Vlaming die vond dat "Miele zoetekoeke" onzin vertelde.
Hullebroeck heeft ook een tijdschrift uitgegeven "De Muziekwarande" (van 1922 tot 1931).
In 1922 sticht hij samen met Jef Denyn de vereniging "Onze Beiaard", om de beiaardkunst in Vlaanderen te bevorderen, kunst die wat aan het wegkwijnen was en die hij weer wou activeren; Vlaamse beiaardkunst die nog tot vandaag in heel de wereld bekend is.
Het grootste deel van zijn leven verblijf hij dus te Gent. Van 1902 tot 1938 was hij muziekleraar aan de Rijksnormaalschool te Gent (Ledeganckstraat). Van 1930 tot 1944 was hij ook Algemeen Inspecteur van het Muziekonderwijs.
Emiel Hullebroeck heeft zich ook heel verdienstelijk gemaakt met de vernederlandsing van de muziekterminologie. In onze tijd leerden we op school al die muziektermen nog in het Frans. We hadden nog nooit van notenleer gehoord , het was solfège. Hullebroeck heeft er voor gezorgd dat al die termen vernederlandst werden. In 1912 publiceerde hij dan ook het handboek "De Notenleer door het lied".
Hij was ook actief op een ander gebied, hij heeft operettes geschreven die talloze malen in Vlaanderen zijn uitgevoerd, o.a. "Sepp'l" en "Het meisje van Zaventem".
In 1929 sticht hij samen met Jef Van Hoof het "Genootschap der Vlaamsche Componisten". Hun bedoeling was de belangen van de Vlaamse componisten beter te kunnen verdedigen. Dat is dan in hetzelfde jaar nog geworden de Nationale Vereniging voor Auteursrechten (NAVEA) als tegenhanger van de Franse auteursrechtenvereniging SACEM. In 1934 werd hij afgevaardigde en in 1938 secretaris van de Bestendige Internationale Raad der Componisten voorgezeten door Richard Strauss. Emiel Hullebroeck heeft er jarenlang samengewerkt met Richard Strauss die hem het secretariaat had aangeboden.
In 1933 was hij dan betrokken bij het Vlaams Nationaal Zangfeest. In 1939 sticht hij de Federatie van Vlaamsche Kunstenaars.
L'Histoire se répète zegt men in het Frans. Na de tweede wereldoorlog wordt hij opnieuw beschuldigd van collaboratie omdat hij aanwezig was geweest op een Vlaams Nationaal Zangfeest te Brussel. In 1947 wordt hij door het Brussels Krijgsauditoraat buiten vervolging gesteld. Voor alle zekerheid wordt hij toch levenslang beroofd van zijn burgerrechten. In 1948 wordt dat verminderd tot 6 jaar. Op 10 november 1950 wordt hij in ere hersteld en in 1952 wordt hij erevoorzitter van SABAM, de opvolger van NAVEA. Het is die vereniging waaraan wij allemaal zoveel geld moeten betalen, en waarvan zoveel geld naar het buitenland stroomt door de schuld van onze programmatiemannen.
Een van zijn geliefde dichters was René De Clercq. Hij heeft gedichten van René De Clercq op muziek gezet. Jullie kennen allemaal "Moederke alleen", "Tinneke van Heule", "Hemelhuis". En er dus weer een verband met dit koor en met het V.V.V.G., want Tinneke van Heule heeft toch een standbeeld gekregen in Gentbrugge. En de maker van het beeld van Tinneke van Heule was beeldhouwer Van Parijs, de overleden echtgenoot van Jo Evrard en dus de schoonbroer van Prof. Alexander Evrard. Dus de kring is weer rond.
Hij heeft ook gedichten van Willem Gijssels op muziek gezet: "Marleentje", "Hij die geen liedje zingen kan", e.a.
Vorige zaterdag hebben we met een kleine delegatie bloemen gelegd op zijn graf . Het siert jullie dat jullie zijn naam, die belangrijke naam voor onze Vlaamse muziekgeschiedenis en voor de muziekgeschiedenis in het algemeen, hebben bewaard, die naam aan jullie koor hebben gegeven, en toch jaarlijks eens aan Emiel Hullebroeck denken door een bloempje neer te leggen op zijn graf.
Daarom wens ik het Hullebroeckkoor ook in toekomst nog veel succes en vele belangrijke, invloedrijke en mooie muzikale jaren.
En toen was het tijd voor het dessert.
En nadien zong Guido het liedje van "De Krekelput" en las Antoinette haar jaarlijke gedichtje.
Dan zongen we onder leiding van onze dirigent, A Capella, de mooiste liederen van Emiel Hullebroeck en Armand Preud'homme.
Toen alle spijs op was en alle flessen leeg gingen we in de gietende regen huiswaarts.
Tot volgend jaar...
(pb)
21-11-2009
Hulde aan het graf van Emiel Hullebroeck op zaterdag 21-11-2009
HULDE AAN EMIEL HULLEBROECK OP HET KERKHOF VAN GENTBRUGGE OP ZATERDAG 21 NOVEMBER 2009
Zaterdag 21 november verzamelde het bestuur van het Gentse V.V.V.G.-koor Emiel Hullebroeck op de begraafplaats van Gentbrugge om er haar jaarlijkse hulde te brengen bij het graf van de grootmeester van het Vlaamse volkslied. Het Emiel Hullebroeckkoor werd vertegenwoordigd door Cecile Deflo, Jan Driesen, Mariette Buyle en Paul Blyweert. De V.V.V.G. werd vertegenwoordigd door ere-senator Oswald Van Ooteghem.
Oswald Van Ooteghem
Cecile Deflo
Mariette Buyle
Jan Driesen
Het graf na het neerleggen van de bloemen.
Waarom zouden zij die er niet bij konden zijn vorige zaterdag in de loop van het jaar geen bezoekje kunnen brengen aan het graf van Emiel Hullebroeck en een bloempje neerleggen op zijn laatste rustplaats. Wij zouden het als een plicht moeten beschouwen er voor te zorgen dat het graf van Emiel Hullebroeck nooit zonder bloemen is. Elke maand minstens één bezoeker en één tuil zou een eerste stap zijn in een ononderbroken hulde. Wie doet het voor de maanden december, januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus en september ? We zullen namen van de vrijwilligers op onze webstek vermelden.
Foto's: pb.
16-11-2009
Herdenking Prof. Dr. Adriaan Martens op 7-11-2009 - Toespraak door Prof. Dr. Em. Alexander Evrard.
HERDENKING PROF DR. ADRIAAN MARTENS IN "DE VLIER" TE SINT-AMANDSBERG OP ZATERDAG 7 NOVEMBER 2009
TOESPRAAK DOOR PROF. DR. EMERITUS ALEXANDER EVRARD
Vlaamse Vrienden,
Het zou ongeveer als een sprookje kunnen beginnen. Maar dan als een sprookje van de boze heks. Er was eens... (Zoals de meeste sprookjes beginnen).
Er was in 1830 op aanstoken vanuit Parijs, een Noord-Franse staat opgericht die men België heeft genoemd. Al het officiële in deze staat was Frans: hoger onderwijs, leger, gerecht, noem maar op.
Een aantal koene ridders, prinsen van het woord, namen dit niet. Een aantal Vlaamse intelectuelen pikten het niet, legden er zich niet bij neer. Om slechts een drietal namen te vermelden, een Gents trio: Jan Frans Willems, de taalgeleerde die men wel eens de vader der Vlaamse Beweging heeft genoemd; de sociaal bewogen dokter Snellaert; de gevoelvolle dichter der 3 Zustersteden Karel-Lodewijk Ledeganck. Uit rechtvaardigheidsgevoel kwamen ze op voor hun verdrukte volk, durfden ze de nek uitsteken, met alle risico's vandien, voor dit volk dat Pater Stracke "Arm Vlaanderen" heeft genoemd; waarvoor ook een priester Daens heeft geijverd die er ook zwaar voor getroffen werd.
Ze hadden er zelf niets bij te winnen, wel alles bij te verliezen, vanweg de boze heks, de stiefmoeder te Brussel.
Een volle eeuw, van 1830 tot 1930, heeft men een bittere strijd moeten voeren om het eerste hoger onderwijs in de eigen taal te kunnen bekomen, te kunnen afdwingen: een vervlaamste universiteit te Gent.
Gezien de Stomme van Portici zo lang doof bleef voor de elementaire verzuchtingen alhier, meenden een hele schaar intellectuelen die men activisten is gaan noemen, het dan maar met een buitenlandse macht, met de hulp van een fier-geknevelde keizer te gaan beproeven, tijdens de eerste wereldoorlog.
Op een zondag werd zelfs rond het standbeeld van Jakob van Artevelde op de oude Vrijdagmarkt door tienduizend aanwezigen de onafhankelijkheid van Vlaanderen uitgeroepen. Welke Vlaming zou daar zijn ziel niet voor verkocht hebben? (dit naar het woord van de onvergetelijke VTB-voorzitter Jozef van Overstraeten.
Minister van Justitie Em. Vandervelde gaf in 1920 voor de Kamer toe: "De activisten blijken niet te hebben gehandeld uit winstbejag, maar uit idealisme".
En toch hebben ze er zwaar moeten voor boeten. Het sprookje eindigde in mineur, eindigde tragisch. Hier toch. Want de Polen die in de 1e W.O. juist hetzelfde hadden gedaan, zijn ervoor bevestigd en beloond geworden; de Vlamingen zijn ervoor gestraft. De activisten zijn ervoor verjaagd en verbannen, veroordeeld, geknakt, gebroodroofd en tot den bedelstaf verwezen geworden. Velen zijn weer moeten gaan studeren, om een buitenlands diploma te kunnen behalen. Sommigen zijn in de gevangenis gestorven, als boeven (boeven die nu beter behandeld worden - of gewoon kunnen ontsnappen).
Het sprookje was bittere werkelijkheid. De Belgische vaudeville, de schertsstaat zegevierde, de onwettige constructie van 1830 trok aan het langste end.
In die bewogen periode van onze geschiedenis kunnen we Adriaan MARTENS situeren. In 1885 geboren in het Limburgse Bocholt, was hij de zoon van een sluismeester op het Kempisch Kanaal. Hij volgde Middelbaar Onderwijs aan het Antwerpse Atheneum en onderging invloed van o.a. Pol de Mont. Als klasgenoen had hij Antoon Jacob, Antoon Picard, Hendrik De Man, Eugeen de Bock (Antwerps letterkundige en uitgever).
Hij behoorde tot het vrijzinnig flamingantisme, was als student bij de groepering "'t Zal wel gaan", waarvan hij ook driemaal voorzitter was; hij schreef artikels in de almanakken van dit genootschap "Klauwaert ende Geus". Na studies geneeskunde te Gent werd hij dokter in 1912. Hij was lid van de studentencommissie voor de vervlaamsing van de Gentse universiteit, met Julius Mac Leod, Hippoliet Meert, Lodewijk de Raet en Marcel Minnaert (sterrekundige en directeur van de Utrechtse sterrenwacht). Hij was medestichter van de vakantieleergangen te Leiden, en zocht toenadering tot Noord-Nederland. Hij sprak op volksvergaderingen, en ging zelfs te Luik bij Waalse studenten vernederlandsing van het hoger onderwijs in Vlaanderen bepleiten.
Eens gediplomeerd (in 1912 dus), ging Martens zich als huisarts vestigen te Deinze. Hij bleek wel reeds speciale voorliefde te hebben voor het vak inwendige ziekten, en bezocht op dit gebied congressen en ziekenhuizen in Duitsland en Frankrijk.
En toen kwam de eerste moerlemeie van W.O. I. In oktober 1916 werd Martens aan de voor het eerst vernederlandste universiteit van Gent professor in de interne ziektenleer. In 1917 werd hij lid van wat men de 2e Raad van Vlaanderen heeft genoemd. Maar dan werd 11 november 1918 niet alleen de datum van de wapenstilstand doch ook voor de Belgische staats-wraak. De Gentse universiteit werd weer franstalig.
Martens week uit naar Nederland. Zijn huis in Deinze werd geplunderd. Hij kreeg beroepsverbod. Hij schreef zich weer in als student te Leiden. In 1919 sprak de Brusselse krijgsraad de doodstraf over hem uit. In 1922 vestigde Martens zich als internist te Middelburg in Zeeland, waar hij ook een afdeling in het stadsziekenhuis ter beschikking kreeg; hij ontwikkelde daar een grote praktijk, ook uit het nabije Vlaanderen (soms was een extra bus nodig om de patiënten uit Vlaanderen aan te voeren). Hij werd bij onze Noorderburen, bij onze stamgenoten van over de schreve gewaardeerd.
Pas in 1929 kon Martens terugkeren, en vestigde zich te Astene aan de Leie. In 1931 opende hij er een interne polikliniek, en in 1935 een dieetkliniek. Hij woonde bij de Leie-rivieroever, waar zijn verblijf de (misschien) wel symbolische naam "Landing" droeg (de naam blijkt ontleend aan een verzenbundel van Wies Moens), ontworpen door de bekende architect Henry Van de Velde (die tussen haakjes gezegd ook activist was...). Het huis was een voorbeeld van vernieuwende Bauhaus-architectuur.
Toen eindelijk in 1938-39 een Vlaamse Akademie voor Geneeskunde werd opgericht, zou de zowel in Noord als in Zuid gewaardeerde internist Martens tot de eerste 15 leden gaan behoren; doch er kwam onverdraagzaam Brussels verzet, vooral van de liberalen, en door wat men "de zaak Martens" noemde, volgde zelfs de val van de toenmalige Belgische regering.
Op de dag van de daaropvolgende verkiezingen zelf, op 2 april 1939, na de sluiting der bureau's, nam Martens ontslag als Akademielid. Dit bleef een omstreden besluit, en wijst er misschien wel op dat de wetenschapsman Martens geen politieker was.
Het jaar daarop reeds, in mei 1940, ten tijde van de heksenjacht en de spooktreinen, werd Martens naar een Frans strafkamp te Le Vernet in de Pyreneeën overgebracht; in juli '40 kon hij terugkomen. Intussen was zijn woonst te Astene door Ardeense Jagers deerlijk gehavend.
Door het feit dat prof. H. de Stella de leeftijdsgrens had bereikt, kwam aan de Gentse universiteit de leerstoel voor inwendige ziekten vrij; door de secretaris-generaal M. Nijns (die als waarnemend minister optrad) en met uitdrukkelijke goedkeuring van staatsminister Maurice Lippens, werd Martens benoemd (we zouden ook kunnen zeggen her-benoemd).
Dit ging ook maar tot september '44 kunnen duren. Want dan kwam het spook van de repressie en de epuratie te voorschijn. Tot tweemaal toe hadden zoveel Vlamingen een staat verraden die nooit hun vaderland was geweest; (dit deden ook de Kroaten, de Slovaken de Oekraïeners, de baltische volkeren, enz.).
De periode '40-44 was voor Adriaan Martens wetenschappelijk heel vruchtbaar gebleken; politiek was hij toen eigenlijk niet aktief geweest. Begin '44 verscheen zijn standaardwerk "Medische Voedingsleer" (dat later in 1953 een tweede uitgave zou kennen).
Vooral in die oorlogsperiode heb ik Martens persoonlijk gekend; ik was toen nog maar student; prof. Martens was een eminent geleerde, een figuur naar wie men opkeek. Gaston Verdonck was zijn medewerker. Gezien hij zich dus tijdens die oorlogsjaren alleen op wetenschap had toegelegd, kon de Gentse krijgsauditeur geen reden tot aanhouding vinden. Maar de boze heks waakte; in juni '45 kwam vanuit Brussel een aanhoudingsbevel, en moest Martens voor de Brusselse Krijgsraad verschijnen (Substituut was de beruchte Marc de Smedt). Hij werd tot 10 jaar gevang en 3 miljoen frank boete veroordeeld. God weet waarom. Wat zegde minister Pholien zelf op een bepaald moment: "une justice de rois-nègres"; op grond van nieuwe, Londense wetten met terugwerkende kracht, waarvan niemand hier iets afwist. Het ging eigenlijk om een afrekening i.v.m. de 1e W.O. waar ook August Borms slachtoffer van werd.
In juli 1948 kwam de afgezette professor Martens voorwaardelijk vrij, doch met verplicht verblijf in het gesticht Sint-Jozef te Sleidinge, alsof deze wetenschapsman een publiek gevaar zou betekend hebben... Pas in de lente van 1950 kon hij naar Astene terugkeren.
Martens was terug, en ditmaal voorgoed, van het onderwijs, van de universiteit verwijderd. Brussel kon tevreden zijn. Op 15 december 1962 werd in het Osterriet-huis te Antwerpen zijn gouden doktersjubileum gevierd; daar spraken toen o.a. Corneel Heymans en Leon Elaut; er werd een hulde-album tot stand gebracht. Op 26 september 1968, op 83-jarige leeftijd, stierf Martens te Astene aan een beroerte. Op 7 oktober '68 werd de urne met zijn asse en deze van zijn echtgenote (dochter van de Vlaamse taalkundige Prof. Joz. Vercoullie), op het Campo Santo van Sint-Amandsberg bijgezet.
Hun huwelijk was kinderloos gebleven. Hun kunstverzameling, waaronder verscheidene werken van de Latemse school, ging naar hun huispersoneel als dank en vergoeding voor hun trouwe dienst. De woonst werd heringericht als restaurant.
Wanneer we de grote betekenis van een Martens willen zien, dan rest ons niet beter dan wat Prof. Elaut over hem in het Nationaal Biografisch Woordenboek heeft geschreven: "Hij was de uitbouwer van de interne geneeskunde, de baanbreker van de dieetleer, die hij tot een wetenschappelijk vak verhief". En Elaut voegt er ook nog op een bittere toon aan toe: "Het was niet te verwonderen dat Martens door tegenstrevers en mededingers vanf 1910, over 1919 en tot in 1945 als vijand nummer één werd beschouwd, en dat van elke gelegenheid gebruik werd gemaakt om hem te kraken en te ruïneren". Einde citaat. In het Frans heeft men daar een paar uitdrukkingen voor: "par jalousie de métier", en "ôte-toi de là pour que moi je m'y mette" (het gevecht voor de leerstoel).
We hebben er verleden jaar, bij de Heymans-herdenking, reeds aan herinnerd dat door repressie en epuratie de helft van de Faculteit Geneeskunde te Gent werd uitgeschakeld; om nog slechts een 10-tal namen te noemen: Frans Daels, Leon Elaut, Leopold van Houtegem, Roger Soenen, Rafaël Debrabandere, Raymond Speleers, Adriaan Martens, Vincent Evrard; Carlos Hooft en Corneel Heymans werden "slechts" tijdelijk geschorst.
Door deze halvering heeft de Faculteit zich zelf serieus, om niet te zeggen schromelijk verarmd.
Zoals in de wetenschappelijke is het trouwens ook in de kunstwereld op een verlijkbare wijze gegaan: prinsen van onze letteren b.v. als Filip de Pillecijn, Ernest Claes, Felix Timmermans, Valeer De Pauw en zovele anderen heeft men in de gevangenis geworden; onze reus Streuvels, zo bewonderd tot in de Scandinavische landen, heeft door belgisch toedoen nooit de Nobelprijs mógen krijgen. Het was duidelijk: de repressie is vooral tegen de Vlaamse emancipatie gericht geweest. Bijna gans de Vlaamse intelligensia zat achter de tralies. Intellectuelen werden het scherpst geviseerd. En economische collaborateurs werden ontzien, of kochten zich vrij. Ik kan het ook zelf getuigen: nadat we Vindevogel in de herfst van 1945 hadden zien fusiljeren, hebben we ook groot-industiëlen die actief aan de Duitse oorlogsvoering hadden meegeholpen, en zich rijk hadden gespeeld, tussen hun advokaten gewoon naar buiten zien wandelen uit de Nieuwe Wandeling. Twee maten en twee gewichten.
Tot tweemaal toe hebben activiten zich in de ogen van het establishment tot zgn. incivisme geleend. Koppen van franstalige bladen noemden in blokletters naar het einde van W.O. II: le docteur Borms récidiviste et champion de la trahison. Activisten hebben inderdaad tot tweemaal toe een staat verraden die nooit hun vaderland was geweest. Een staat die op aanstoking en organisering vanuit Parijs door een Brussels straatoproer was ontstaan, oproer waaraan b.v. Vlaanderen's oude hoofdstad Gent nooit heeft deelgenomen.
Bewuste Vlamingen aanzagen koning Willem I als de laatste wettige vorst. Gewetensvolle en zeer katholieke intellectuelen als August Borms, Lod. Dosfel en Desid. Stracke hebben zich in het activisme begeven; met zulke heiligen was men toch wel zeker in goed gezelschap; pater Stracke heeft zelfs het activisme op MORELE gronden verdedigd. Zoals b.v. ook een vrijzinnige Roza de Guchtenaere na advocaten te hebben geweigerd, zich zelf op schitterende wijze verdedigd heeft.
De definitieve geschiedenis is wel nog niet geschreven. Daarbij kan men zich natuurlijk de vraag stellen: Is het nog te vroeg? De Oude Romeinen wisten het reeds toen ze zegden Vae victis, wee de overwonnenen. Het zijn altijd de overwinnaars die (een eenzijdige, en wellicht voorlopige) geschiedenis schrijven, met opzet oogkleppen opzettend, allesbehalve objektief maar partijdig en vooringenomen. Pas wanneer men zal toegeven dat er in een oorlog beiderzijds onrecht en wreedheden worden begaan, zal men geschiedenis weer een wetenschap kunnen noemen. Pas wanneer men zoals Pius XII misdrijven aan beide kanten zal veroordelen. Pas wanneer men niet alleen kampen oorlogsmisdaad zal noemen, maar ook fosforbombardementen op open steden, en atoomaanvallen op burgerbevolking; om niet van blinde wraak op miljoenen verkrachte vrouwen te spreken.
Wanneer men zich ook zal afgevraagd hebben wat er met het krijgsgevangen Duitse 6e leger gebeurd is na Stalingrad. Wat er met het Kozakken-leger van generaal Vlassov gebeurd is dat kost wat kost in Westerse handen wou vallen.
Pas wanneer men oorlog in het algemeen met misdaad zal gelijkstellen. Misschien zal de geschiedenis toch wel ooit wat meer genuandeerd voorgoed oordelen... Misschien komt er toch nog aan het tragische sprookje ooit een min of meer bevredigend einde, al was het maar in de zin van een berustende afsluiting of een begrijpende verzoening; welke echter ten onzent wordt verhinderd door de boze stiefmoeder die op hardnekkige wijze als laatste ter wereld het amnestie-gebaar blijft weigeren; een record dat kan tellen om de Belgische staat in het Guiness-boek te krijgen. Misschien zou hij ook na het uiteenvallen van Joegoslavië en Tjecho-Slowakije er als laatste artificiële staat in kunnen staan.
Kinderen en kleinkinderen opperen vaak "Is het nodig steeds op dat verleden terug te komen, het steeds opnieuw op te rakelen ?". Wij zijn er in onze jeugd door getekend, wij dragen het mee, wij geraken er niet van af... En de jonge generatie is onwetend, misleid en slachtoffer van eenzijdige desinformatie.
Het is toch allemaal reeds 65 jaar leden. Maar ja, wie heeft er ook weer gezegd: "Pas wanneer de laatste die het bewust heeft meebeleefd, zal overleden zijn, pas dan zal de oorlog misschien helemaal beëindigd zijn...".
(Met dank aan Prof. Evrard voor zijn toestemming de tekst van zijn toespraak te mogen opnemen op onze webstek).
Op donderdag 5 november werden door de afgevaardigden van de deelnemende verenigingen bloemen neergelegd aan de traditionele graven op Campo Santo.
Op zaterdag 7 november om 15 uur ging een eucharestieviering door ter nagedachtenis van de in het voorbije jaar overleden leden van de organiserende verenigingen. De homelie werd gehouden door E.P. Adriaan Aernouts. De dienst werd opgeluisterd door het Emiel Hullebroeckkoor onder leiding van Hendrik Swinnen en begeleid door Claire Van Moffaert.
In "De Vlier" (Groot Begijnhof - Convent Begga) ding daarna een herdenking door van Prof. Dr. Adriaan Martens. De gelegenheidsrede door Prof. Dr. Em. Alexander Evrard werd door de talrijke aanwezigen in een beklemmende stilte gevolgd.
Zodra we over de tekst van de indringende rede van Prof. Evrard kunnen beschikken zullen we deze op onze webstek publiceren. Een stukje geschiedenis dat niet verloren mag gaan...
Daarna volgde de gebruikelijke receptie aangeboden door de inrichtende verenigingen.
pb.
20-10-2009
60 jaar Sint-Pietersbanden : zondag 18-10-2009
60 jaar Sint-Pietersbanden
Zondag 18 oktober 2009
Oostakker - Lourdes
Op uitnodiging van het bestuur van Broederband-Oost-Vlaanderen zong het Emiel Hullebroeckkoor in de basiliek van Lourdes de verzoeningsmis van Armand Preud'homme aangevuld met enkele pareltjes uit onze Vlaamse liederenschat.
In afwezigheid van onze vaste dirigent werd ons koor vakkundig geleid door Wis Versyp.
De begeleiding werd verzorgd door Claire Van Moffaert
Celebrant was E.P. Adriaan Aernouts geassisteerd door Christaan Bauwens.
Opwarming van de stemmen in afwachting van de Eucharestieviering.
Gedurende de offerande werd een gedachtenisprentje uitgedeeld met daarop de namen van de in het afgelopen jaar overleden leden van Broederband: Liliane Vermeersch (Gent), Alex Colen (Gent), Henri Ponnet (Zottegem), Herwig Sonck (Denderleeuw), Godelieve Criel (Baarle-Drongen), Anddré Van Eeckhout (Gent), Frans Gesquiere (Zottegem) en Eric Crommelynck (Gent).
Bij het aperitief schetste de voorzitter van Broederband Wilfried Aerts de geschiedenis en de betekenis van 60 jaar Sint-Pietersbanden.
Van links naar rechts: E.P. Adriaan Aernouts (celebrant), Mevr. Mia Brans-Dujardin en Wildried Aers (voorzitter)
En het diner en de sfeer waren uitstekend.
p.
21-09-2009
IJzerwake 23-08-2009 Steenstrate
"Kom uit uw slaafse partijpolitieke tent, kruip uit uw verstikkende parlementaire 'schelp', gedraag u als een volwassen Vlaamse Leeuw en niet langer als een verwende Belgische welp...
Kies voor Vlaamse welvaart. Kies voor Vlaams welzijn. Kies voor Vlaanderen! Want het is hoog tijd, maar zeker nog niet te laat om nù definitief werkt te maken van een Vlaamse staat !"
(Anton Aldi op de IJzerwake)
Het Emiel Hullebroeckkoor verzorgde samen met Het Scheldekoor en De Kerels, begeleid door De Zwalmfanfare en onder de leiding van Peter Leys, de zang op de
Achtste IJzerwake op Zondag 23 augustus 2009 te STEENSTRATE
26-07-2009
Zondag 26 juli 2009 : zingen met het Shanty Koor.
En op
Zondag 26 juli 2009 zongen samen met het
Shanty Koor Blankenberge
Wij
onze solisten
en het volk van Gent.
Toch doodjammer dat het optreden van het Shantykoor, evenals de samenzang, voortdurend verstoord werden door een dozijn brullende, fluitende, gillende en zich aanstellende straalbezopen "dames en heren". Ze verschenen, toen reeds ver boven hun theewater, rond 09.30 uur in het Duveldroomschip op het Emiel Braunplein. Tot 13.00 (het einde van het optreden) zopen ze zonder verpozen ontelbare glazen bier en talloze flessen genever. En wij die dachten dat er een wet op de openbare dronkenschap bestond die dergelijk vertoon diende te "reguleren". De wet is waarschijnlijk niet van toepassing op het "kamikazedrinken" van pubers en twintigers. Het aantal glazen dat "sneuvelde" was niet te tellen. Tenslotte belandde zelfs een fles op een van een van de aanwezige toehoorsters en besmeurde haar "completje". Een aantal aanwezigen verliet, duidelijk ontevreden met het hele gebeuren, het Duveldroomschip.
Het optreden van dergelijke groepen wordt stistilaan schering en inslag op de Gentse "Feesten". Ook vorige week, bij de samenzang met PartyTuur was het prijs. Niemand durft blijkbaar op te treden tegen dergelijk onaangenaam en storend "gezelschap". Stilaan krijgen de "Feesten" een kwalijke bijklank. Toen ik met het openbaar vervoer (tram 1 nietwaar) naar het centrum spoorde hoorde ik enkele reizigers zeggen dat ze nog enkel in de loop van de dag naar de Gense Feesten komen en niet meer 's avonds, en zeker niet als het donker is. "Teveer onguur volk, teveel dronkaards en gedrogeerden ... echt bangelijk" klonk het. Wie dit schouwspel eens van nabij wil "bewonderen" make in de ochtend een wandeling richting de Groentenmarkt, het Baudelopark en de omgeving van Sint-Jacobs. Gelukkig voor Gent kennen de vele toeristen deze "toeristische route" nog niet. Hoog tijd om in te grijpen Mijnheer de "feestenburgemeester. "
En deze spandoeken zullen het probleem niet oplossen.
pb
21-07-2009
Zondag 21 juli: zingen met PartiTuur
Ook op
Woensdag 21 juli 2009
zongen we
in de schaduw van het Belfort
in het Duveldroomschip
samen met PartiTuur
en het volk van Gent
jong
en wat ouder
en met Gonnie uit Utrecht
uit volle borst
onze volkse liederen.
We besloten met Klokke Roeland
Het Belfort was voor de gelegenheid extra versierd. Philippe kon er niet om lachen.
En het volk zag dat het goed was en dankt PartiTuur.
Tot volgend jaar.
19-07-2009
Zondag 19 juli 2009 : zingen met PartiTuur.
Zondag 19 juli 2009
zongen we
in het Duveldroomschip
onder de toren van het Belfort
samen met PartiTuur
en het volk van Gent
Vlaamse liederen
12-07-2009
11 juli-viering VOS te Gentbrugge: 12-07-2009
11 JULI-VIERING V.O.S.
Zondag 12 juli 2009 Gentbrugge
Een volle zaal en veel geestdrift voor de 11 juli-viering van V.O.S. in het dienstencentrum te Gentbrugge.
DE VOSSEN
ONZE KOORLEDEN
HUGUETTE INGELAERE Voorzitster O.V.V. hield de gelegenheidsrede
TOEN KWAM AL HET LEKKERS
GUIDO DERIEUW UIT KOKSIJDE zorgde voor de gezelligheid en de samenzang
11-07-2009
11 juli-viering VVVG te Destelbergen : 11-07-2009
11 juli-viering
VVVG - Destelbergen 11-07-2009
VVVG Destelbergen mocht zich voor haar 11 juli-viering verheugen in een volle zaal.
Het Emiel Hullebroeckkoor was in een begenadigde dag - hoe kon het ook anders op 11 juli - en bracht onder leiding van Hendrik Swinnen en aan de piano begeleid door Marie-Josée Lepère een bezielde en bezielende vertolking van een dozijn van onze mooiste Vlaamse liederen.
Marie-Josée Lepère in een vorig leven violiste bij het promenadeorkest.
Enkele van onze koorleden
29-06-2009
Gentse Feesten 2009
Kom zingen met het volk van Gent
Op de GENTSE FEESTEN in het DUVELDROOMSCHIP op het Emiel Braunplein op Zondag 19 en dinsdag 21 juli 2009 van 11u tot 13u
samen met PartiTuur
en op Zondag 26 juli 2009 van 11u tot 13u
samen met het Shanti Koor
* * *
Volgende repetitie
Donderdag 13 augustus 2009
* * *
11-05-2009
9 mei 2009 - Zangavond te Landegem
9 mei 2009 VLAAMS ZANGFEEST
te Landegem
Met een twintigtal koorleden waren we aanwezig op het Vlaams Zangfeest te Landegem georganiseerd door VLAG (Vlaams Genootschap Nevele), een samenwerkingsverband van verschillende Vlaams Nationale Verenigingen uit de streek.
Jammer dat de opkomst wat tegenviel ondanks de puike organisatie van de initiatiefnemers. Deze hadden echt niets aan het toeval overgelaten: een tijdige aankondiging, een prachtige zaal, een schitterende programmatie, een uitstekende technische ondersteuning, lekkere spijs en drank. Wat wil je nog meer. Kunnen de Vlaamse Verenigingen van de streek geen betere afspraken maken wat betreft de data van hun aktiviteiten. De krachten worden best gebundeld in plaats van verdeeld.
Hopelijk geven de intiatiefnemers de moed niet op en kunnen we volgend jaar aanwezig zijn op het tweede Vlaams Zangfeest van Landegem.
Dit alles kon echter de geestdrift van de aanwezigen niet temperen. Er werd geluisterd en vooral gezongen tot iets na 23 uur. Hartverwarmend was het... De afwezigen hadden meer dan ongelijk.
Wij danken Hendrik De Vloed voor de foto's van het optreden van het Emiel Hullebroeckkoor en Jan De Moor voor de bemiddeling.
ED.
01-05-2009
Rachel was jarig.
RACHEL WAS JARIG !
Wij vieren vanzelfsprekend onze jarige koorleden (al brengen we daar niet telkens verslag van uit en al gaat het ook niet om een feestmaal met vier gangen).
Deze week was "ons" RACHEL (Beuselinck) aan de beurt.
Zij tracteerde (dat doen jarigen nu eenmaal bij ons) op lekkere koekjes bij de koffie.
Wij zongen voor haar "Lang zal ze leven...".
En als kers op haar verjaardagstaart kreeg ze een verjaardagskus van de minst "compromiterende man" van het koor.... Dat moest zo want haar zoon en kleinzoon in het verre Luik bekijken met aandacht onze webstek en volgen op de voet wat mama en oma zo allemaal uitspookt op de repetities en de optredens.
Ze mogen echter gerust zijn daar in Luik, en hoeven er zeker hun slaap niet voor te laten, het bleef immers bij een "zedige" kus. Maar zoals de dichter schreef: "De gedachten en fantasieën zijn vrij"...
En om dat allemaal te bewijzen en te illustreren plaatsen we een paar foto's, al beefde de fotografe bij de kus van ontroering!
"De kusser van dienst".
10-04-2009
Repetitie van donderdag 9 april 2009
ENKELE FOTO'S OP EEN DOORNSNEE REPETITIEDAG
Donderdag 9 april 2009
Ernst...
en goede luim
21-03-2009
Vrijdag 20 maart 2009 : Lenteconcert Home De Lichtervelde te Eke.
LENTECONCERT M.M.V. ZIEKENZORG
IN
HOME DE LICHTERVELDE Lichterveldestraat 1 te Eke op
Vrijdag 20 maart 2009
Het woon- en zorgcentrum behoort tot de vzw Zorg-Saam Zusters Kindsheid Jesu, gesticht door kanunnik P.J. Triest. Samen met de bewoners streven zij naar een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven in een huiselijke en geborgen sfeer met respect voor ieders eigenheid.
Meer dan 120 aanwezigen vulden de grote zaal van Home De Lichtervelde te Eke voor het lenteconcert georganiseerd met medewerking van Ziekenzorg. Met 32 koorleden waren we er om het beste van onszelf te geven.
Dat het Vlaamse volkslied (oud en hedendaags) nog leeft in Vlaanderen bewees het geestdriftige meezingen door een groot gedeelte van het publiek. Helaas, hoe dikwijls krijgen ze nog de kans onze mooie Vlaamse liederen te zingen.
Onder de aanwezigen o.a. Zuster Marie Emile Dhaenens geboren te Eine op 5 juli 1907 (bijna 102 jaar oud), omringd door haar medezusters van de Kindsheid Jesu...
... en Myriam Van Moffaert, gewezen hoogleraar psychiatrie aan de UG, op bezoek bij haar schoonmama Georgette Van de Velde. Links "onze" Claire, haar zus.
De organisatie door Ziekenzorg was uitstekend en we werden ontvangen als "grote artiesten", met koffie, drank, taartjes... Onze ere-voorzitter Wilfried Van Gucht zagen we zelfs een Trappist heffen... Daar hebben we ons maar niet aan gewaagd.
Na afloop van ons optreden hoorden we van de organisatoren dat de mensen heel tevreden waren en dat ze allen van mening waren dat we nog mochten terug komen! Als dat geen "dikke nek" waard is!
Edn
01-03-2009
Zeventiende Vlaamse Zangavond te Deerlijk op 27 maart 2009.
Met 10 koorleden van het Emiel Hullebroeckkoor namen we op vrijdagavond 27 februari deel aan de 17de Vlaamse Zangavond "Rond de piano van René De Clercq" te Deerlijk.
Onze talrijke aanwezigheid bleef niet onopgemerkt want de voorzitter van het René De Clercqgenootschap, Jan Dhaluin, verwelkomde ons hartelijk in zijn welkomstwoord.
De zaal liep bomvol.
Het zangprogramma omvatte vanzelfsprekend heelwat Vlaamse klassiekers. De deelnemende koren zongen echter ook minder gekend en moeilijker werk.
Het orkest begeleidde alles feilloos.
De dirigente rust even uit voor de start
De jeugd van de "Stedelijke Academie voor muziek, woord en dans Peter Benoit Harelbeke" droeg een aantal gedichten van René De Clercq voor, maar kwam minder goed voorbereid op het podium dan vorig jaar.
De foto's geven duidelijk de sfeer weer: Vlaams, oprecht, enthousiast, fier en blij erbij te zijn Een passend eerbetoon ook aan onze komponisten en tekstdichters: E. Hullebroeck, René De Clercq, Albrecht Rodenbach, Peter benoit, Arthur Meulemans, Armand Preud"homme en zovele anderen.
Bij Klokke Roeland kreeg ik echt kippenvel. Het 'Kleen dochterke' (intussen 100 jaar) van René De Clercq neep onze kelen dicht.
De voorzitter prees na afloop van deze schitterende avond terecht de koren (Seniorenkoor Bekaerts Notenclub, het Koninklijk Parochiaal Koor Sint-Lodewijk en Het Sint-Ceciliakoor Deerlijk. Maar ook de mensen achter de tapkast, de dirigente, de begeleidende muzikanten, de leerlingen van de akademie de maker van het programmaboekje... werden in dit oprecht dankwoord betrokken en ... kregen een rode roos.
En de kleinzoon van René De Clercq, Joost Vandommele, zag dat het goed was en keek tevreden.
Joost Vandommele (links)
De afwezigen hebben iets gemist! Alvast onmiddellijk de agenda invullen voor volgend jaar. De achttiende Vlaamse Zangavavond vindt plaats vrijdag 26 februari 2010 (de laatste vrijdag van februari).
Wie een goede plaats wil komt best tijdig aan.
Ikzelf heb er echt van genoten. Ik blik terug op een gans palet van emoties: een gulle lach, een adembenemende zanginspanning, ontroering, kippenvel, dorst, waardering, grote voldoening, inspiratie voor ons eigen koor-optredens, fierheid Vlaming te zijn.
Claire
28-02-2009
Vastenavond Zangavond te Zevergem.
Guido, Jan, Lut en Paul waren dinsdag 24 februari 2009 aanwezig op de
VASTENAVOND ZANGAVOND
"Van, voor met en over alle mannen..."
In de feestzaal van de Vrij Basisschool Zevergem
Deze Vastenavond Zangavond werd voor het tiende jaar op rij georganiseerd door:
Het parochiekoor "Suverlike" De Kvlv (Katholieke Vereniging voor Landelijke Vrouwen) en De ouderraad van de Vrije Basisschool Zevergem.
Een volle zaal zorgde voor de echte vastenavondstemming. En dat er gezongen werd! Wij komen volgend jaar zeker terug... met meer volk.
p.
ONS KOOR WORDT GESTEUND DOOR -------------------------------