GELEGENHEIDSTOESPRAAK DOOR
OSWALD VAN OOTEGHEM
Beste Vlaamse Vrienden,
Toen jullie voorzitter me vroeg om vandaag de gelegenheidstoespraak te houden, ter gelegenheid van de Guldensporenherdenking, heb ik de uitnodiging graag aanvaard, omdat ik daardoor, en misschien voor de laatste keer, de gelegenheid krijg te getuigen van mijn bezorgdheid voor- en van mijn hoop op de toekomst van mijn Vlaamse vaderland...
Mijn toespraak zal uit 3 delen bestaan:
1. De Guldensporenslag en de slag bij Oudenaarde en hun gevolgen;
2. Hendrik Conscience en zijn betekenis voor Vlaanderen;
3. Het alternatief: Vlaanderen Staat in Europa.
DE GULDENSPORENSLAG
Te Gent, aan de boorden van de Leie, waar nu het gerechtshof staat, stond vroeger het klooster van de Minderbroeders. Daar schreef een onbekende pater tussen 1308 en 1310 in het Latijn de geschiedenis van Vlaanderen, de Anales Gandenses. Dat handschrift bevond zich tot 1823 in Hamburg en is sindsdien verdwenen. Sinds de18e eeuw berust er een afschrift van de Anales in het Rijksarchief te Gent. In 1896 verscheen er een Franse vertaling, in 1951 werd er een Engelse versie uitgegeven. Pas in 2008 verscheen ook een zeer verzorgde tweetalige Latijns Nederlandse uitgave met de steun van de Stad Kortrijk, de provincie West-Vlaanderen en de Vlaamse Gemeenschap.
In zijn handschrift beschrijft de onbekende minderbroeder zeer nauwkeurig de Guldensporenslag en zijn gevolgen. En drie jaar later, van 1313 tot 1316, brengt ook de Brabantse pastoor, Lodewijk van Velthem, in zijn Spiegel Historiael een pittig relaas over de gebeurtenissen. Volgens de jongste gegevens heeft Lodewijk Van Velthem zich voor zijn relaas gebaseerd op het authentieke ooggetuigenverslag van een oudere Vlaamse dichter. De Vlamingen beschikten op de Groeninghekouter dus blijkbaar al over een oorlogscorrespondent.
Er bestaat ook een origineel tijdsdocument van de Brugse Metten en de Guldensporenslag, namelijk de kist van Oxford. In 1909 heeft men in de Universiteit van Oxford toevallig een eikenhouten kist ontdekt, waarop talrijke taferelen van die gebeurtenissen te zien zijn. De stad Kortrijk denkt er aan om die Chest of Courtrai, zoals de Engelsen ze noemen, aan te kopen. Deskundig onderzoek heeft onomstotelijk bewezen dat die kist in de 14e eeuw werd vervaardigd.
Zoals jullie weten ben ik een gepensioneerde senator en geen historicus, verlang van mij dus geen geleerde uiteenzetting over de geschiedenis der middeleeuwen. Ik heb echter wel het bijzonder goed gedocumenteerd boek 1302 OPSTAND IN VLAANDEREN van Prof. Dr. Jan Frans VERBRUGGEN en van de historicus en gewezen journalist van De Standaard en huidig kabinetsmedewerker van minister Turtelboom, Rolf FALTER, gelezen. Prof. VERBRUGGEN is een autoriteit op het gebied van de militaire geschiedenis van de middeleeuwen en hij beschrijft heel secuur en zonder romantische overdrijvingen het verhaal van de Guldensporenslag.
Er namen 10.000 Vlamingen aan deel en van Franse zijde 5000 boogschutters en lichte infanteristen en 2000 ridders. Voor die tijd was dat een enorme strijdmacht, aangezien men er van uitging dat één ridder 80 soldaten waard was. De botsing was dramatisch, er werden geen gevangenen gemaakt. Op blz. 267 van het boek staan de namen van de talrijke Franse gesneuvelden die tot de bloem van de Franse adel behoorden.
In het totaal zijn op de Groeningekouter ongeveer 1500 Franse edellieden gesneuveld, waaronder niet minder dan 9 graven, zes oudste zonen van graven en 1260 ridders en edelknapen. Sommige historici verdedigen dan ook het standpunt dat, mocht Frankrijk de veldslag gewonnen hebben, er vandaag van België, Luxemburg en zelfs van Nederland geen sprake meer zou zijn.
De Gentenaars kunnen er prat op gaan dat 700 stroppen, ondanks het verbod van het Fransgezinde stadsbestuur, in het geheim de stad hebben verlaten en onder de leiding van Jan BORLUUT aan de slag hebben deelgenomen en dat het Gentse korps er zelfs een belangrijke rol heeft gespeeld. BORLUUT werd daarvoor trouwens op het slagveld tot ridder geslagen.
In tegenstelling met wat sommige nieuwlichters beweren was 11 juli 1302 dus geen fait divers, dat naderhand door Hendrik CONSCIENCE met een mythisch en romantisch sausje werd overgoten. Het is juist dat Conscience geen geschiedenisboek heeft geschreven maar een historische roman in de bombastische stijl uit die literaire periode. Maar in de kerk van Kortrijk hingen toch 500 paar vergulde sporen en alleen adellijke ridders konden er zich de aankoop van veroorloven. Die 500 paar vergulde sporen waren dus geen mythe, maar bikkelharde militaire realiteit.
De overwinning van een volksleger op het onoverwinnelijk gewaand Frans ridderheer was in die tijd, om het in CNN-termen te zeggen breaking-news. Zij maakte in heel West-Europa een overweldigende indruk. Paus BONIFACIUS VIII stond s nachts op om naar het verslag van de veldslag te luisteren. In Oostenrijk, Zwitserland, Duitsland, Engeland en Schotland werden de gebeurtenissen beschreven. In Engeland werd de overwinning der Vlamingen in een volkslied bezongen. De gewone burgers in andere landen putten moed uit het voorbeeld van de Vlamingen en kwamen ook in opstand tegen de heersende klasse. Dat was o.m. in Zwitserland het geval. De Florentijn G. VILLANI schrijft in zijn Historie Fiorentine: Het was een bijna onmogelijke gebeurtenis.
August VERMEYLEN heeft er terecht op gewezen dat de opstand van de Vlamingen ook een sociale dimensie had en ook een verzet was van de gewone Vlaamse mensen tegen de uitbuiting door de patriciërs. Maar het was vooral een verweer van het Graafschap Vlaanderen tegen de expansiedrang van de Franse koning Filips de Schone. De expansiedrang van Frankrijk en van de Franskiljons is trouwens een constante in de Vlaamse geschiedenis, van in de vroege middeleeuwen tot vandaag.
HENDRIK CONSCIENCE
Het is een ongelofelijk toeval in onze geschiedenis dat uitgerekend een halve Fransman de Vlamingen moest bewust maken van het belang van de Guldensporenslag. Hendrik Conscience was immers de zoon van een Franse koopman uit Besançon, die in het spoor van Napoleon naar Antwerpen was gekomen. Hij bleef daar plakken bij een ongeletterd dienstmeisje en hij trouwde met haar. Hun huwelijk werd op 3 december 1812 bekroond met een flinke zoon, die Hendrik werd genoemd. Die Hendrik was een brave Hendrik. Hij groeide op in het populaire Sint-Andrieskwartier, waar hij de lagere school volgde. In tegenstelling met wat men zou kunnen vermoeden volgde hij geen hoger onderwijs. Hij was in grote mate een autodidact.
Toen zijn vrouw stierf bouwde vader Conscience een tuinhuisje op het platte land. Daar leerde Hendrik de natuur kennen en daardoor was hij dan ook in staat om overweldigende natuurtaferelen te beschrijven. Hij werd hulponderwijzer en een Belgisch patriot, want in 1830 meldde hij zich als vrijwilliger bij het leger van de Belgische Revolutie om tegen de Hollanders te vechten. Pas zes jaar later, in 1836, werd hij gedemobiliseerd. Intussen had hij een groep Antwerpse artiesten en bohemiens leren kennen van de Rederijkerskamer De Olijftak. Die jonge mensen waren geen Orangisten en Groot-Nederlanders, zoals de Gentsetaelminaren, maar Vlaamse Belgen die er hem toch van overtuigden om in het Nederlands te publiceren.
Langzamerhand groeide bij Conscience het Vlaams bewustzijn. Hij zong het lof van de moedertaal en hij eiste een gelijkwaardige behandeling van de Vlamingen in België. Bovendien bestreed hij de officiële Belgische verfransingpolitiek. In 1838 publiceerde hij de roman De Leeuw van Vlaanderen, één grote verheerlijking van het glorierijk verleden van Vlaanderen. Het duurde echter 10 jaar vooraleer de enorme betekenis van het boek tot de massa doordrong. Eerst moest hij enkele sentimentele boeken schrijven om de leeslust van de Vlamingen aan te wakkeren. Met die werken had hij trouwens succes in Duitsland en in Engeland. Hij vond ook een vaste betrekking als griffier van de Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen. In 1847 kwam hij in conflict met het franskiljons Antwerps stadsbestuur. Hij bleef literair actief met boeken zoals Jacob van Artevelde,De Boerenkrijg, De Loteling, Baas Gansendonck. Die werken spraken de Vlamingen sterk aan omdat ze er de symbolen in herkenden, maar ze hadden zelfs succes in hun Franse vertaling.
Conscience maakte in 1856 deel uit van de grievencommissie, die de klachten van de Vlamingen moest vertolken en verbeteringen voorstellen aan het parlement. In 1857 werd hij benoemd tot arrondissementscommissaris te Kortrijk. Daar werd hij geconfronteerd met het West-Vlaams dialect, dat hij vermoedelijk niet al te best begreep. Van dan af aan ijverde hij voor het Algemeen Nederlands. Hij werd lid van de Belgische commissie voor de vastlegging van de spelling De Vries en Te Winkel en hij hield fel opgemerkte lezingen in diverse Nederlandse steden.
In 1871 publiceerde hij een historische roman: De Kerels van Vlaanderen, die op de jeugd van toen een geweldige indruk maakte. Ook Albrecht Rodenbach werd door hem beïnvloed en ten gevolge van de strijkreet van de kerels: Vliegt de blauwvoet storm op zee, noemde Rodenbach zijn beweging De Blauwvoeterie.
In 1881 werd Conscience gehuldigd. Zijn standbeeld werd in Antwerpen op het Conscienceplein onthuld en duizenden landgenoten woonden de viering bij. Hij kreeg intussen nog enkele benoemingen en op het einde van zijn leven werd hij een rustige brave conservatieve man.
Intussen had hij echter zijn volk leren lezen. De gewone volksmens had geen geld om boeken te kopen en er ontstonden kringen die geld bijeen legden om zijn romans aan te schaffen. In de dorpen waren er dan enkele geleerde mensen die konden lezen en die s avonds bij het haardvuur voorlazen en vertelden uit zijn werken. Op die manier werden de Vlamingen bewust van hun verleden en heeft hij aan zijn volk een identiteit bezorgd. Hij gebruikte de literatuur als een cultuurscheppende macht en hij effende de weg voor de politieke, sociale en geestelijke emancipatie van Vlaanderen.
Consciende betekent in het Frans bewustzijn of geweten. Welnu, Hendrik had geen betere naam kunnen kiezen, want die zoon van een Fransman deed het Vlaams bewustzijn ontwaken en hij schopte de Vlamingen een Vlaams geweten. Hij overleed op 71-jarige leeftijd te Elsene op 10 september 1883. In 1912 werd in Antwerpen een Conscience tentoonstelling georganiseerd ter gelegenheid van de 100steverjaardag van zijn geboorte. Ze werd door 200.000 mensen bezocht. Dat zegt genoeg over zijn enorme populariteit. Dit jaar is het twee honderd jaar geleden dat Hendrik Conscience werd geboren en we dachten dat het onze plicht was hem vandaag te herdenken.
DE SLAG BIJ OUDENAARDE
11 juli is blijkbaar een ongeluksdag voor Frankrijk, want op 11 juli 1708 werd de Franse strijdmacht opnieuw verslagen in de buurt van Oudenaarde. Die slag was minstens even belangrijk als de Guldensporenslag. De Fransen wilden voor de zoveelste keer de Zuidelijke Nederlanden annexeren. In de deelgemeenten van Oudenaarde: Huise, Mullem, Eine en Heurne, stonden op die dag niet minder dan 175.000 soldaten tegenover elkaar. Langs de ene kant 80.000 geallieerden: Engelsen, Duitsers en Nederlanders en langs de overzijde 95.000 Fransen.
De geallieerden stonden onder de leiding van John Churchill, de Hertog van Marlbourough, een verre voorvader van Winston Churchill. De Fransen hadden twee bevelhebbers, die met elkaar ruzie maakten: de Hertog van Bourgondië, kleinzoon van Lodewijk XIV, en de Hertog van Vendôme. Volgens de Britse historici was de slag bij Oudenaarde een van de belangrijkste veldslagen uit de geschiedenis, omdat daardoor een einde kwam aan de 17e eeuwse Franse overheersing. In onze geschiedenisboeken wordt, ten onrechte, te weinig aandacht besteed aan de slag bij Oudenaarde. Het enige wat ik in de lagere school daar ooit over leerde was het Franse liedje: Malbrough sen va-t-en guerre.
VLAANDEREN STAAT IN EUROPA
Dat we in 2012 in een Vlaams Vlaanderen leven hebben we te danken aan de vele generaties Vlamingen, aan Hendrik Conscience en de andere bekende Vlamingen en wellicht nog meer aan de vele onbekende Vlamingen die van 1302 tot heden hun leven, hun gezondheid, hun vrijheid hebben veil gehand voor de toekomst van hun volk. De toekomst van Vlaanderen is: Staat in Europa, er is geen ander alternatief.
Beste Vlaamse vrienden, wij mogen vooral geen complexen hebben. Wij maken deel uit van een middelgroot taalgebied van 21 miljoen mensen, meer dan alle Scandinavische talen bij elkaar. Er bestaan in de wereld enkele duizenden talen. Het Nederlands neemt in de wereld de 35ste plaats in. Dat is volgens taalkundige maatstaven een hoge numerieke status. Wereldwijd wordt het Nederlands gedoceerd aan 250 universiteiten en 250 basisscholen. In West-Duitsland is er een toenemend aantal scholen waar het Nederlands in het lessenpakket wordt opgenomen.
Binnen de Europese Unie staat het Nederlands door het economisch belang van onze taalgemeenschap op de vijfde plaats voor het Spaans. De gouden delta van onze havensteden maakt van de Nederlanden een economische reus van wereldformaat. Vlaanderen is vandaag een van de meest welvarende regios van de wereld. Per capita behoren wij tot de grootste exporteurs en de vlijtigste spaarders van onze planeet.
Beste vrienden, we moeten bewijzen dat we die erfenis van onze voorouders waardig zijn. Laat ze ons samen bewaren en uitbouwen. Laat ons samen, op een vredelievende manier, zonder oorlog, zonder burgeroorlog, zonder bloedvergieten, maar met de nodige standvastigheid, onze lange mars verder zetten naar de volledige ontvoogding van ons volk. Vandaag moeten we ons bezinnen over ons verleden, ons heden, maar ook en vooral over onze toekomst.
Die toekomst kan geen regio zijn tussen de meer dan honderd regios en regiootjes in de Europese lappendeken, maar alleen een heuse Vlaamse staat in het nieuwe Europa. Wij willen voor Vlaanderen niets meer, maar ook niets minder dan het piepkleine Luxemburg, met zijn 400.000 inwoners, Wij willen dezelfde rechten en plichten als de Cyprioten, de Maltezen, de Slovenen, de Finnen, de Esten, de Letten, de Litouwers, die allemaal veel minder talrijk zijn dan wij. Is dat extremisme? Neen, dat is de meest elementaire vorm van democratie. Als wij als volk willen overleven, dan hebben wij geen andere keuze. We moeten onze culturele banden met Nederland nauwer aanhalen en als Vlaamse staat, een gelijkwaardige en democratische plaats nastreven en innemen in de Europese unie.
We zullen bovendien veel aandacht moeten besteden aan het statuut van Brussel, de Vlaamse en Europese hoofdstad. Onze hoofdstad, Brussel, kunnen en mogen wij nooit prijsgeven. Vlaanderen heeft een sluitende begroting. Wallonië, Brussel en de Federale Staat zakken steeds dieper weg in de schulden en kunnen maar overleven dank zij de vele miljarden transfers uit Vlaanderen. Daardoor dreigen zij Vlaanderen mee te sleuren in een financieel debacle. Laat mij besluiten met een boutade.
Dit jaar wordt er nog een verjaardag herdacht, zij het een trieste: het is 100 jaar geleden dat de Titanic is vergaan. Net als de Titanic is de Belgica aan het zinken, terwijl het orkest nog vrolijke deuntjes speelt onder de leiding van Maestro Elio di Rupo. Als we niet willen ondergaan met de Belgica moeten we zo vlug mogelijk overstappen op de reddingsboot en die reddingsboot is de FLANDRIA !