HET ONDERWIJS IN MARKE MET DE BROEDERS VAN DALE VAN 1894 tot 1965. (DEEL 1)
__________________________________________________
Ik wil zeker niet beweren dat er geen hiaten in mijn verhandeling te vinden zijn. Het is immers geen sinecure om dergelijk werk in goede banen te leiden.
Ondanks de hardnekkige tegenwerking van de liberale overheid tijdens de schoolstrijd 1879-84, werd onze gemeenteschool, door koninklijk besluit van 24 februari 1885, toch afgeschaft .Telkens botste de overheid op ons onverzettelijk, door en door , katholiek gemeentebestuur. Pierre Verhaegen schreef toen: “ Die zes jaren van liberale overheersing en godsdienstvervolging tellen onder de woeligste die België sedert 1830 heeft doorleefd : zij verwekten de scherpste spanning tussen de Kerk , verdedigd door de katholieken, en de vrijdenkerij, gesteund door al de liberale krachten.” De kerkelijke overheid deed er alles aan om de onderwijzers van gemeentescholen tot ontslag te bewegen en ze in nieuw gestichte vrije scholen onder te brengen. Zowel katholieke ouders als leerkrachten werden aangespoord om het gemeentelijk onderwijs, in hun ogen ‘goddeloos’ ,vaarwel te zeggen. De overheid probeerde zelfs bij ons een gemeenteschool op te richten voor meisjes, maar ons gemeentebestuur moest van geen liefde weten , want “ een gemeenteschool oprichten voor meisjes zou overbodige kosten meebrengen en daarbij zou die nieuwe school weinig bevolkt zijn, zoals getuigt de knechtenschool…”
Felix Benoot (Loppem 1824-Marke 1887) , onderwijzer van de gemeenteschool sinds 1850 ,stond inderdaad voor een moeilijke keus : nam hij ontslag, dan verdiende hij niet alleen minder, maar hij verloor ook zijn recht op pensioen. Dus verkoos hij aan te blijven…maar voor hem liep alles mis.
Zijn gemeenteschool liep immers leeg en de bevolking van Marke was eenparig akkoord met haar afschaffing. Felix Benoot kreeg zelfs de goedkeuring van de bestendige deputatie om verder de onderwijswoning, met uitsluiting van de school, in de Vagevuurstraat, te huren (brief 30 oktober 1885, commissariaat Kortrijk).
De gemeenteraad van Marke had op 5 november 1884 aan de overheid gevraagd om de gemeenteschool af te schaffen. In 1879 werd gestart ,in opdracht van Baron Felix Bethune, met het bouwen van een nieuwe vrije school in de Markekerkstraat (1). In november 1879 kwam hier als eerste onderwijzer Emiel Debeurme, die al in december 1880 uit zijn ambt werd ontzet (zie artikel blog ‘ De brief die schoolmeester Emiel Debeurme de nek brak’). In 1881 kwam de nieuwe vrije gemengde school met 73 leerlingen onder de leiding van diens opvolger meester Aimé Demuynck (2) , die op 1 augustus 1881 het diploma van 2e klas had bekomen aan de normaalschool in Torhout.
Hoeveel pech kan men hebben ,op 1 september 1885 gaf Aimé Demuynck al zijn ontslag en Marke zat weer met een probleem (brief van 1 september aan het gemeentebestuur). Via het commissariaat van Kortrijk werd in een brief van 19 september 1885 bevestigd door de gouverneur dat Aimé Demuynck ontslag genomen had en ook de gemeente verlaten had : “Je vous prie ,Messieurs, de vouloir bien m’informer d’urgence (onderlijnd) de la situation scolaire de votre commune, et de me faire connaître les mesures prises pour assurer la marche régulière de l’enseignement primaire.” Aimé Demuynck werd uitgeschreven uit de bevolkingsregisters in oktober 1885.
Op 24 september 1885 vroeg de gediplomeerde onderwijzeres Louise Raepsaet (Zuster Agnes, overste van het klooster ‘ Onze Lieve Vrouw Onbevlekte Ontvangenis’ van Marke) (3) aan het gemeentebestuur om Aimé Demuynck te mogen vervangen en les te geven in hetzelfde lokaal en aan dezelfde voordelen en voorwaarden. Van toen af werd de vrije gemengde school bestuurd door alleen twee zusters : Louise Raepsaet (Zr. Agnes) en Elodie Van Simaey ( Zr. Martha, Kruishoutem 1859- Marke 1929), die al onder Aimé Demuynck les gaven vóór 1885. De kroniek van het klooster meldt :” Met Aimé Demuynck en zusters als onderwijzers gedurende de schoolstrijd in de school ,welke de gemeenteschool verving in 1885……. van dit jaar opnieuw door zusters en (zie verder) sinds 1 oktober 1894 door de broeders Van Dale uit Kortrijk…”
Op 30 september 1885 gaf de gemeenteraad een gunstig gevolg aan de wens van Louise , die aangenomen werd in de geadopteerde gemengde lagere school van Marke. Op 3 oktober 1885 werden de belangrijkste schoolmeubelen (2 lessenaars met stoel voor de onderwijzer-een zwart bord –een meter –een telraam en 2 lessenaars voor de leerlingen- de kaarten van Europa, België, West-Vlaanderen en de wereldkaart) teruggevorderd van Benoot.
Via een brief van 10 oktober 1885 eiste de gouverneur van de arrondissementscommissaris van Kortrijk een kopie van de benoeming van zuster Louise Raepsaet ,waarop werd gerepliceerd : “ Le conseil communal est sorti de ses attributions en ce sens q’un conseil communal n’a pas à intervenir dans la nomination du personnel enseignant d’une école adoptée”. De gemeenteraad had de bevoegdheid niet om te benoemen. Het aannemen van de school van Louise Raepsaet ,was de enige stap die ze moest zetten.
In 1894 werd ons plaatselijk onderwijs eens te meer op de proef gesteld . Ons gemeentebestuur was te weet gekomen dat Louise Raepsaet (Zr.Agnes) haar ontslag zou geven . Doch ons gemeentebestuur eiste een schriftelijk ‘ontslag’ en vroeg ook of Marie –Louise Simoen (Zr.Augustine) haar taak niet zou overnemen. Op 25 augustus 1894 ontving burgemeester Leopold Van Belleghem volgende brief van Zuster Agnes:
“ Aan de Achtbare Heeren Burgemeester en Schepenen,
Ik bedank U voor de goede gevoelens van eerbied en dankbaarheid, die gij mij bewijst. Ik ben er zeer gevoelig aan, en zal er altijd het geheugen van bewaren. Weest voorzekerd dat het met een waar spijt is, dat, ik door de omstandigheid gedwongen mijn ontslag geef. Bij gevolg alle kwaadwillige uitleggingen kunnen geene plaats grijpen. Ik herken vol geern, dat gij mij altijd volle voldoening gegeven hebt in al onze betrekkingen, en dat ik altijd ten uiterste voldaan geweest ben. Ik ben ook overtuigd, dat gij geenszins mijn ontslag begeert, ik verzeker U nog eens recht uit, dat het bijzondere omstandigheden zijn, die mij tot die beslissingen dwingen. De ondervinding heeft ons bewezen, dat de eerweerde Zuster Augustine op vele naar de noodige gezondheid niet bezit om dien last te kunnen dragen.
Gij kent verders, geachte Heeren Burgemeester en Schepenen de vriendelijke overeenkomst, waarover ik zeer tevreden ben , die gij met den Eerweerden Heer Pastoor, in mijnen naam sprekende, hebt aangegaan. En ingezien onze aanhoudende goede betrekkingen en den goeden wil, met den welken ik U bezield gevonden heb, meende ik dat mijn schriftelijk ontslag, voor den oogenbik niet noodig was. Zooveel te meer , dat gij de begeerte uitgedrukt hebt, mij tot het einde van ’t jaar in de officieele stukken te laten herkennen.
Gelieft achtbare Heeren Burgemeester en Schepenen, de herhaalde verzekering van mijne dankbaarheid en hoogachting te aanveerden.
Marke den 25e augusti 1894
Louise Raepsaet (Overste) “
Zuster Agnes werd in 1894 , weliswaar tegen de zin in van andere zusters, verkozen tot overste van het klooster en zou het daar al druk genoeg hebben. Zuster Marie-Louise (Regina Wyseur) die tot dan toe de school in de Kloosterstraat leidde werd door Zuster Augustine (Marie-Louise Simoen) vervangen.
Volgens pastoor Leopold Slosse (Marke 1842- Rumbeke 1920), heemkundige, zou Constantinus Samyn (Bavikhove 1838- Marke 1895), pastoor van Marke van 1893 tot 1895 ,er voor gezorgd hebben dat de Broeders Van Dale naar Marke kwamen (4). Maar de verwantschap van de familie de Bethune met Van Dale was daar zeker ook niet vreemd aan. Op 28 augustus en 2 september 1881 werden de 12 broeders Van Dale in Kortrijk , uitgedreven. De enen (8) vertrokken vrijwillig , de anderen (4) werden minder vredelievend aangepakt ( zie hiervoor artikel van Stéphane Van Laere ‘De Schoolstrijd te Kortrijk en de Uitdrijving der Broeders Van Dale op 2 september 1881’ in de “Gazette van Oud Cortryck”, maart 2016 nr.17).
Na de verkiezingen in 1884 was de meerderheid aan de Katholieke Partij en kregen de broeders eerherstel.
Een gedetailleerd onderzoek werd gedaan aan de hand van, gemeentearchief, bevolkingsregisters, schoolarchieven en ook archieven van de Broeders Van Dale zelf ,die toen nog in het Sint-Paulusgesticht berustten en voor Marke weinig te bieden hadden. De lijst met de geestelijke namen van de overleden niet-uitgetreden broeders, die ik kreeg van mijn broer Roger (via broeder Roger Huyghe) was uiterst belangrijk voor het opmaken van dat werk, want in bovenstaande archieven werden de ‘kloosterlingen’ meestal vernoemd bij hun wereldlijke naam.
Eerst en vooral wil ik u de indrukwekkende lijst meegeven van de broeders – met opgave van de geestelijke (alfabetisch) en wereldlijke naam , en het jaar van intrede en profes - die hier in Marke werkzaam waren, al was het ook maar voor enkele maanden:
LIJST van de broeders: Br.= Broeder Ko.= Kortrijk
______________________________________________
Intr. Prof(5)
________________
Br.Amatus (Cyriel Despriet) Ko 1872 (uitgetreden in 1919) 1892
Br.André ( Roger Chombar)Menen 1935 –Roeselare 2012 KOK 1956 1958
Br.Angelus(Adolf Deprez) Heule 1919 – Sava(Rwanda)1986 1937 1938
Br.Antonius(Phlips Leopoldus)Gullegem 1887-Ko 1931 1901 1906
Br.Arnoldus (Achille Cannaert ) Heule 1897 – Ko 1978 1910 1916
Br.Bernardus (Remi Timperman ) Dikkebus 1885- Ko 1940 1905 1908
Br.Bernardus (Ernest Demeyere) Ko 1920 – Ko 2003 1934 1942
Br.Bruno (Achiel Delannoo) Rollegem-Kapelle 1877- Ko 1954 1921 1923
Br.Camillus (Henri Robijn )Ko 1880 +? (uitgetreden in 1919) KOK 1903
Br.Celestinus(Theophiel Legrand)Westouter 1871-Ko 1933 1886 1891
Br.Daniël(Gerard Vercoutere)Menen 1897 – Ko 1973 KOK 1912 1916
Br.Dominicus(Henri Dufour ) Pittem 1853-Brugge 1911 1876 1877
Br.Donatianus(Gerard Naert ) Roeselare 1914 – Ko 2006 1931 1935
Br.Donatus(Emiel Rijsman) Waregem 1876 – Ko 1960 1899 1900
Br.Edwardus (Auguste Demunck)Wevelgem 1858-Ko. 1926 1889 1890
Br.Eusebius ( Valère Vanackere) Ieper 1872- Ko 1936 1888 1893
Br.Firminus (Arthur Dejaeghere) Hulste 1878 – Ko 1965 1892 1897
Br.Franciscus (Henri Ghekiere ) postulant in 1900 uitgetreden?
Br.Frans (Ernest Vandewynckele) Menen 1912 – Menen 1990 1926 1932
Br.Gerardus(Emiel Despriet )Ko.1866 – Ko 1931 1885 1889
Br.Gerardus(Charles Vandercruysse)Eernegem 1912- Ko 1970KOK 1927 1934
Br.Gilbert(Jozef de Pontieu )Menen 1898- Ko 1967 1911 1919
Br.Guido (Maurits Verleye) Torhout 1916 – Torhout 1979 1929 1935
Br.Hieronymus(Jules Sobrie) Ko 1876 – Ko 1955 1899 1901
Br.Hilarius (Adiel Ameye)Waregem 1873- Ko 1942 1894 1895
Br.Hubert (Aimé Cnudde) Nazareth 1923 – Kortrijk 2014 KOK 1943
Br.Hyacinthus( August Savels)Heist( Zee) 1877- Ko 1948 1896 1897
Br.Joachim(Camille De Splentere) Loppem 1880- Ko 1952 1895 1902
Br.Joseph(Franciscus Serlet ) Moerkerke 1861 – Ko 1928 1884 1885
Br.Julianus (Henri Vancoillie) ( Sijsele 1873) (uitgetreden in 1919)
Br.Justinus(Gustaaf Couckuyt)Lendelede 1876-Ko1933 1892 1899
Br.Justinus (Albert Declercq )St.Sauvent(Fr.) 1915 (uitgetreden na 1944) KOK
Br.Livinus (Cyriel Baert) Dadizele 1898 – Ko 1978 1912 1917
Br.Lucianus (Désiré Vandecasteele ) Oostende 1882 ( uitgetreden in 1919)
Br.Marcel ( Alfons Vanneste)Roeselare 1891 uitgetreden?
Br.Mattheüs (Jules Mandeville)Roeselare 1897- Ko 1948 1909 1919
Br.Pacificus (Victor Verschuere ) Izegem 1873- Ko 1948 1889 1894
Br.Paschalis (Petrus Dubaere) Marke 1870 – Ko 1948 1895
Br.Paulinus (Gustaaf Crop ) Oostkerke 1870- Ko 1941 1891 1892
Br.Philippus(Henri Deroo) Westrozebeke 1872- Ko 1952 1893 1894
Br.Pius (Hyppolite Flamez )Gullegem 1895 – Ko 1979 1908 1914
Br.Stanislaus (Ernest Vanhaverbeke)Ko 1858- Ko 1931 1878 1879
Br.Vedastus (Alfred Meheus )Olsene 1886, bij de eerste postulanten in het St.Paulusgesticht op 4 juni 1900 - uitgetreden?
Br.Veranus (Jerome Derdeyn) Menen 1897 – Ko 1977 1909 1917
Br.Vincentius (Lucien Mandeville) Roeselare 1904 – Ko 1983 1919 1924
Br.Victor (Theophiel Van Kerschaver)Sint-Kruis-1858 – Ko 1926 1882 1884
Br.Victor (Naessens Alfons ) Ko 1910- 2000 KOK 1928 1929
Was de oom van de huidige tuinman van de RVT (Kortrijk) Dries Naessens.
Br.Victorinus (Camille Hillegeer)Dudzele 1917- Menen 1987 1931 1936
Florent Verschaete (Hulste 1880) , een broeder ,uitgetreden na 1904 ?
Jerome Cuvelier (Alveringem 1873) ,een broeder ,uitgetreden na 1900 ?
Henri Dejaeghere: een broeder,uitgetreden na 1903 ?
Remi Devolder (Koolskamp 1887), een broeder, uitgetreden na 1913 ?
Alfons Allegaert, een broeder? Uitgetreden na 1907 ?
Achiel Derdeyn (Menen 1891), een broeder. Uitgetreden na 1914 ?
Achille Cheneau (Veurne 1875) broeder. Uitgetreden na 1899 ?
Jules Tack (Ingelmunster 1882) broeder. Uitgetreden na 1900 ?
Victor Roose(Lichtervelde 1887) broeder. Uitgetreden na 1911 ?
Emile Deprince(Koekelare 1874) broeder. Uitgetreden na 1908 ?
Edmond Grimonpon , broeder.Uitgetreden na 1921 ?
Renaat Wambeke( Schuiferskapelle 1894), broeder. Uitgetreden na 1921 ?
Remi Deweer (Avelgem 1874) broeder ziekenverzorger. Uitgetreden na 1923?
Armand Vandemoortele ( Moeskroen 1899) broeder. Uitgetreden na 1924?
Uit de bevolkingsregisters van Marke kon ik uitmaken dat tussen de beginperiode van 1894 tot 1965, het jaar dat de broeders het onderwijs verlieten, 47 verschillende broeders , waarvan 13 uittraden, gedomicilieerd waren op het adres Kerkstraat (Markekerkstraat) nr.8 . De broeders die uittraden waren : Amatus - Camillus – Franciscus - Justinus (Albert Declercq) – Florent Verschaete – Jerome Cuvelier – Remi Devolder – Achille Cheneau – Jules Tack – Victor Roose – Renaat Wambeke – Remi Deweer – Armand Vandemoortele.
15 broeders , waarvan 9 uittraden, waren nooit gedomicilieerd in Marke. De 6 die niet uittraden waren: de broeders André – Antonius – Bernardus (Remi Timperman) – Frans – Guido – Justinus (Gustaaf Couckuyt) .
De 9 broeders die uittraden: Julianus – Lucianus – Marcel –Vedastus – Henri Dejaeghere – Remi Devolder -Alfons Allegaert – Achiel Derdeyn – Edmond Grimonpo
Enkele stichtingsdata in het belang van wat volgt:
(Kortrijk) De Grote Kring :1885 – Sint-Kruis (Vivenkapelle) : 1863-1960 - Brugge( Sint-Pieters-op-den-Dijk) : 1880-1922 - Kortrijk (Sint-Paulus) : 1900-2014 - Moeskroen (Mont-à-Leux ): 1889-1956 - Heule: 1893-1984 – Menen(school): 1893-1991 - Menen(weeshuis) : 1893-1913 – Torhout: 1899-1999 – Mesen :1904-1965 – Oostende (Vuurtoren) : 1912- 1926 (Via Internet).
Uit de bevolkingsregisters van 1890 tot 1910 leidde ik af wie de eerste kloosterlingen-bewoners waren van de Kerkstraat nr.8:
Ernest Vanhaverbeke (Br.Stanislaus): aankomst uit Moeskroen (Mont-à-Leux) op 15 oktober 1894, en op 25 juni 1898 naar Brugge ( Sint-Pieters-op-den-Dijk).
Emiel Despriet (Br.Gerardus): aankomst 20 oktober 1894 ,naar de Grote Kring (Kortrijk) op 5 juli 1901.
Gustaaf Crop (Br.Paulinus): aankomst uit Menen op 15 november 1894 , naar Brugge ( Sint- Pieters-op-den-Dijk) op 22 oktober 1896.
Theophiel Van Kerschaver (Br. Victor):aankomst uit Moeskroen(Mont-à-Leux) op 26 oktober 1896 en terug naar Moeskroen (Mont-à-Leux) op 21 mei 1898. Was hier weer ,komende uit Kortrijk op 15 oktober 1908 en vertrok naar Moeskroen(Mont-à-Leux) op 8 augustus 1911.
Adiel Ameye (Br.Hilarius):aankomst uit Menen op 15 juli 1898 en naar Kortrijk op 13 december 1898.Hij was aanwezig op de opening van de Sint-Paulusschool op 19 september 1899 en trok naar Menen op 21 april 1900.
Petrus Dubaere(Br.Paschalis) :aankomst van Kortrijk op 29 juli 1898 tot 2 maart 1899, toen hij vertrok naar Menen.
Arthur Dejaeghere(Br.Firminus): aankomst uit Moeskroen (Mont-à-Leux) op 6 oktober 1898 tot 29 september 1900, toen hij vertrok naar Kortrijk. Hij kwam terug uit Kortrijk op 19 april 1904 en ging terug naar Kortrijk op 15 september 1909.
Achille Cheneau : aankomst uit Kortrijk op 30 november 1898 en op 30 september 1899 terug naar Kortrijk.
Henri Deroo (Br.Philippus):aankomst uit Sint-Kruis (Vivenkapelle)op 15 maart 1899. Op 20 september weer weg naar Sint-Kruis (Vivenkapelle).
Franciscus Serlet (Br.Jozef): aankomst op 8 oktober 1899 uit Menen en op 18 januari 1900 naar Kortrijk. Werd in mei 1908 tot Algemene Overste gekozen .
Jules Tack : aankomst uit Kortrijk op 18 januari 1900 tot 6 september 1900, toen hij weer naar Kortrijk verhuisde. Hij was eigenlijk gedomicilieerd in Emelgem.
August Demunck( Br.Edwardus): aankomst van Kortrijk op 29 september 1900.
Terug naar Sint-Paulus ( Kortrijk ) op 15 mei 1902. Hij was aanwezig op de opening van de Sint-Paulusschool op 19 september 1899. Bij de stichting van het Sint-Paulusgesticht op 27 mei 1900 werd hij onderoverste benoemd.
Hij was hier terug ,komende uit Mesen, op 28 september 1907 en vertrok toen naar Heule op 10 oktober 1912.
Jerome Cuvelier : aankomst uit Sint-Kruis(Vivenkapelle) op 28 september 1900, naar Waarschoot op 8 oktober 1901.
Henri Ghekiere(Br.Franciscus): aankomst uit Kortrijk op 15 december 1900, naar de Grote Kring ( Kortrijk) op 24 januari 1901.
De kloosterlingen tussen 1900 en 1910:
Henri Dufour(Br.Dominicus) was in 1898 Algemeen Overste (6) tot 1901: aankomst van de Grote Kring (Kortrijk) op 5 juli 1900, naar Brugge (Sint-Pieters-op-den-Dijk) op 24 september 1907.
Cyriel Despriet(Br.Amatus)( uitgetreden in 1919): aankomst uit Menen 15 januari 1902, naar Brugge(Sint-Pieters-op-den-Dijk) op 10 september 1903.
Henri Dejaeghere (uitgetreden ?): aankomst in maart 1902, naar Menen in 1903.
Emiel Rijsman (Br.Donatus): aankomst uit Sint-Kruis(Vivenkapelle) op 2 januari 1902, naar Sint-Paulus op 21 september 1907.
Camille De Splentere( Br.Joachim): aankomst van de Grote Kring op 15 mei 1903, naar Brugge (Sint-Pieters-op-den-Dijk) op 12 juni 1903.
Henri Robijn(Br.Camillus)(uitgetreden in 1919): aankomst uit de Stompaertshoek (Kortrijk ) op 16 juni 1903 als kok , naar Mesen op 25 april 1906 ( zie voetnota 8).
Florent Verschaete (Hulste 1880): aankomst uit Heule op 6 november 1903,naar de Grote Kring (Kortrijk) op 15 april 1904, en hierop uitgetreden.
Arthur Dejaeghere(Br.Firminus): aankomst van de Grote Kring op 19 april 1904, naar de Grote Kring op 15 september 1909.
Aloïs Levecque (Marke 1893-Lauwe 1986):” Toen ik naar school ging in Marke was daar broeder Firminus. Men noemde hem broeder ‘plakpoot’ omdat hij zo grote voeten had. Hij was zeer streng en deinsde er niet voor terug om de kinderen te slaan.”
August Savels (Br.Hyacinthus) sloot de rij : aankomst uit Mesen op 30 april 1906, naar Heule op 10 juni 1907. Hij was hier terug, komende uit Torhout, op 17 juni 1912 en was weer weg naar Sint-Kruis(Vivenkapelle) op 14 november 1913.
Victor Roose kwam van Brugge (Sint-Pieters-op-den-Dijk) op 7 juni 1910 en vertrok terug naar de Grote Kring op 21 juli 1911.
Emile Deprince kwam van Kortrijk op 29 maart 1907 en keerde terug van waar hij gekomen was op 15 januari 1908.
Gezien er bepaalde broeders niet terug te vinden waren in de gepubliceerde naamlijsten van de congregatie, was ik zo vrij te concluderen dat die uitgetreden waren ( voor de exacte lijst van uittredingen moet KADOC KU Leuven geraadpleegd worden, als ze tenminste beschikbaar is…).
Algemeen Overste Noël Van Noorden (Br.Rudolf)(in een email) : “….wat ik ook weet is dat er een groot aantal uittredingen geweest zijn in het bewuste jaar 1919. En dat wordt rechtstreeks gerelateerd met de oorlog 1914-1918.”
Het archiefmateriaal dat ik doornam was verre van volledig. Door onzorgvuldigheid zijn belangrijke documenten verloren gegaan. Een ding is zeker , dat in Marke, één keer verbrand is geweest in 1971, door de toenmalige directeur André Schacht, die als argument de bescherming van de privacy verdedigde !! Jammer! Dat werd mij verteld door meester Albert Haghebaert.
Ik heb bewust gekozen om in mijn verder exposé de broeders enkel bij hun geestelijke naam te vernoemen. Voor de niet-geestelijken heb ik geopteerd voor (L).
Hoofdonderwijzer is een synoniem voor overste.
De school , die ten tijde van Aimé Demuynck uit een enkel lokaal bestond, met langs de ene kant 3 en aan de andere kant 4 vensters, werd nu in twee verdeeld :
De eerste klas was 5m25 lang, 7m breed en 5m hoog en telde 41 leerlingen.
De tweede klas was 7m25 lang, 7m breed en 5m hoog en telde 59 leerlingen.
Er waren drie vensters (10,5m²) in de eerste en vier (16m²) in de tweede klas. Er was 293,25m² voorzien als speelplaats, vroeger maar 261m².
Men gaf 33 uren les en 5 uren godsdienst per week.
Op 20 oktober 1894 werd een overeenkomst getekend tussen burgemeester Leopold Van Belleghem en Br.Gerardus (Emiel Despriet), bestuurder van de ‘knechtenschool’ van Marke : “Tussen Leopold Van Belleghem , burgemeester van Marcke en Emile Despriet, bestuurder der school voor knechtenjongens te Marcke, die de school overnomen heeft van Zuster Louise Marie Raepsaet, ten andere zijde ,is er overeengekomen zoals volgt : de heer Emiel Despriet verklaart toe te stemmen dat zijne vrije lagere school aangenomen worde om de plaats in te nemen van gemeenteschool ten behoeve der schoolknechten der gemeente Marcke, onder last voor de gemeente van hem jaarlijks, bij kwartaal te betalen een eenige globale som van veertien honderd frank, ten titel van vergoeding voor het onderwijs der behoeftige kinders en schadeloosstelling voor verwarming en levering van schoolgerief.
Het onderwijzend personeel zal bestaan uit twee onderwijzers.
Het programma der aangenomen school zal bevatten de verplichtende leerstoffen volgens de bewoordingen der 1e paragraaf van artikel 4 der wet van 20 september 1884, alsook het onderwijs van in den Godsdienst en in de zedeleer van den Katholieken eeredienst.
Het onderwijs in den Godsdienst en in den zedeleer zal gegeven worden bij den aanvang der schooluren (vroeger in het begin en op het einde van de lesuren).
De kinders wiens ouders zulks vragen zullen ontslagen worden het bij te wonen.
Er is nog besproken dat het verbreken van deze aanneming zal moeten voorafgegaan worden van eene schriftelijke waarschuwing van zes maanden ten minsten. De burgemeester verbindt zich deze overeenkomst vooren te dragen aan de goedkeuring van den gemeenteraad.”
De eerste broeders- onderwijzers :
Br.Stanislaus (7). Hij kwam hier in 1894 als eerste broeder aan in Marke . Op zijn rouwprentje staat hij bestempeld als de eerste overste, omdat hij hier enkele dagen eerder was dan Br.Gerardus (Emiel Despriet). Hij trad binnen in 1878 en werd geprofest in 1879.
Br.Gerardus (Emiel Despriet)trad in bij de Broeders Van Dale in 1885 en werd in 1889 geprofest. Bij zijn aankomst in Marke ,enkele dagen later dan Br. Stanislaus, werd hij tot overste gekozen. Hij behaalde zijn diploma van onderwijzer op 17 augustus 1888 aan de Normaalschool in Torhout.
Br.Gerardus (Emiel Despriet) gaf les in de 1e en Br. Stanislaus in de 2e klas .
Alfons Van Besien (Br.Alfons) was toen algemeen overste van de Broeders Van Dale sinds 2 maart 1892 in vervanging van Bruno Dejonghe (Br.Aloysius), die overleed na 29 jaar aan het bestuur te zijn geweest. In de zes jaren dat hij algemeen overste was stichtte hij het weeshuis in Menen (21-9-1893), het hulpklooster te Heule (1-10-1893) en te Marke (1-10-1894).In 1880 was hij overste in Sint-Kruis( Vivenkapelle) .Hij was de eerste overste in 1889 van het hulpklooster in Moeskroen ( Mont-à-Leux).
In november 1894 noteerden wij de aankomst van Br.Paulinus. Hij bleef er tot oktober 1896 en vertrok dan naar Brugge ( Sint-Pieters-op-den-Dijk). Hij werd vervangen door Br.Victor (Van Kerschaver), die van Moeskroen (Mont-à-Leux) kwam en er terug ging in mei 1898.
Op 13 juni 1896 beraadslaagde de gemeenteraad van Marke:” Gezien de organieke wet op het lager onderwijs de gemeente verplicht te zorgen dat al de kinders die op het kosteloos onderwijs recht hebben, dit onderwijs kunnen ontvangen . Overwegende dat het thans onmogelijk is aan deze voorschriften te volkomen, daar vooral het lokaal bestemd voor de knechtenjongens te gering geworden is en niet toelaat om nog leerlingen te aanveerden. Overwegende dat de vrije lagere school voor beide geslachten (van de kloosterschool) gegeven door Juffrouw Marie-Louise Simoen gevolgd wordt door 22 knechtjes en 29 meisjes, waarvan er 42 recht hebben tot het kosteloos onderwijs….Besluit de vrije lagere school voor beide geslachten wordt aangenomen…..”
Op 15 september 1898 sloot Br.Gerardus (Emiel Despriet), overste, een overeenkomst met Leo Debrabandere( Kanegem 1842-Marke 1902), pastoor te Marke vanaf 1895 :” De Heer De Brabandere, pastoor van Marcke en ook zijn opvolgers verplichten zich jaarlijks voor elken Broeder de somme van zeven honderd frank evenals een behoorlijke huisvesting om volgens hunne statuten te kunnen leven te bezorgen. Indien de broeders verplicht zijn zondagsschool te houden, zal ieder der daartoe gebruikte broeders vijf en twintig frank ’s jaars en het noodige gerief voor bovengemelde school ontvangen.
Van hunnen kant verplichten zich de Broeder Overste en zijne opvolgers te zorgen dat er gediplomeerde Broeders genoeg zijn opdat al de klassen kunnen aanveerd worden door de gemeente. De inkomsten dier aanveerding evenals de opbrengst der betalende leerlingen zullen samengevoegd en rond den eersten september van elk jaar zullen de algemeene en plaatselijke overste zich ermede bij den heer Pastoor begeven, die na aftrek gedaan te hebben van de uitgaven voor ’t schoolgerief der behoeftige leerlingen, voor licht en vuur ter verwarming der klassen, voor belastingen ,onderhoud der gebouwen en verzekeringspremiën, het overschot zal ontvangen of het tekort zal aanvullen.
Aan deze overeenkomst mag niets veranderd worden noch van de eene noch van de andere zijde zonder volle toestemming van zijne Doorluchtige Hoogweerdigheid den Bisschop van Brugge (het betreft hier een diocesane congregatie, dus heeft niets te maken met Rome).
Aldus in vierdubbel opgemaakt te Kortrijk, den 15 september 1800 acht en negentig en door beiden onderteekend.
Gezien en goedgekeurd , Brugge den 19 september 1898.”
In 1898 werd het bestaande schoolgebouw opgetrokken en er kwam een nieuwe 3e klas . Aannemer timmerwerken Charles Louis Lannoo mocht 14 banken leveren, aannemer metselwerken Emile Vandenweghe witte de muren en de weduwe Gustaaf Vandaele mocht het schilderwerk op zich nemen. De toegang werd verschaft met een trap tussen het huis en de hoogste klas. Br.Gerardus (Emiel Despriet) schatte dat er zeker 25 meer jongens zouden bijkomen door het veranderen van de aangenomen klas voor gemengde leerlingen, onder het bestuur van Zr.Augustine (Marie-Louise Simoen), in een klas voor meisjes alleen.
Op 26 september 1898 werd er tussen het college van burgemeester en schepenen en Br.Gerardus ( Emiel Despriet), hoofdonderwijzer, zeg maar overste, een overeenkomst gesloten , waarbij de gemeenteraad de ‘knechtenschool’ van de broeders, met de nieuwe 3e klas , aannam voor de duur van tien jaar. De overste mocht niets veranderen zonder de voorafgaande toelating van de gemeenteraad.
“ De gemeente zal betalen aan de onderwijzers gediplomeerd of niet, die deel uitmaken van eene geestelijke vereeniging ,eene jaarwedde : voor de hoofdonderwijzer 1000Fr. Voor den eersten en den tweeden hulponderwijzer 800Fr. Zij worden per maand betaald. De overste kreeg ook 2Fr. per leerling rechthebbende op kosteloos onderwijs, voor eigenlijke schoolbehoeften.”
Br.Hilarius kwam in juli 1898 hulp bieden in Marke als 2e onderwijzer en verving Br.Stanislaus , die naar Brugge (Sint Pieters-op-den-Dijk) vertrok .In december van hetzelfde jaar ging hij terug naar Kortrijk. Br.Paschalis, een geboren Markenaar, kwam in juli 1898 naar Marke tot maart 1899. Br.Philippus kwam hem vervangen tot in september 1899. Br.Jozef kwam hier voor enkele dagen tot nieuwjaar 1900.
Op 30 september 1898 werd de school weer aangenomen voor de duur van 10 jaar. De schoolinspectie wees Br.Gerardus (Emiel Despriet) er op “…dat er slechts twee toiletten zijn voor 70 leerlingen. Er moet echter 1 latrine voor 25 knechten en 1 urinoir voor 15 knechten voorzien zijn. Aangezien er 159 leerlingen zijn moeten er 7 latrines en 10 urinoirs zijn.” De twee bestaande toiletten waren ook slecht geïnstalleerd , ze waren gelegen onder de galerij tegen de noordelijke muur en kijkend naar de middagzon en waar de kinderen gingen schuilen bij slecht weer. Dat was tegen de regels van de hygiëne in, want de geur bleef er hangen .De nieuwe toiletten moesten heropgebouwd worden op de zuidoostkant (zoals we ze nog altijd gekend hebben in de jaren ‘50). Er werd ook op gewezen dat een bergplaats moest komen voor het bewaren van de kolen, het hout voor de verwarming de borstels en de emmers voor het kuisen van de klaslokalen.
De derde klas had een lengte van 14m en dat was te lang, want de onderwijzer was verplicht luid te spreken. De open trap op het uiteinde van de klas moest voorzien zijn van een bescherming, want tijdens de winter zou het zeer koud zijn. De school moest zich ook een ‘historische kaart’ van België aanschaffen voor de les van geschiedenis.
Het onderwijsteam zag er toen uit als volgt :
Br.Gerardus (Emiel Despriet) ,hoofdonderwijzer.
Br.Firminus, hulponderwijzer, had zijn diploma behaald in Torhout op 15 augustus 1896.
In juli 1900 zakte Br.Dominicus , een gediplomeerde , van de Grote Kring in Kortrijk af naar Marke en werd er in 1901 hoofdonderwijzer in de plaats van Br.Gerardus (Emiel Despriet). Hij behaalde in 1886 zijn diploma te Gent voor de jury . Op 14 augustus 1901 , een door het bisdom ingevoerde nieuwigheid, aanvaardde pastoor Leo De Brabandere het patronaat van de school, en opnieuw werd een nieuwe overeenkomst gesloten met het gemeentebestuur voor de aanneming van de school voor de duur van tienjaar. Pastoor Leo De Brabandere overleed op 3 juni 1902 en werd opgevolgd door zijn broer Louis De Brabandere (Kanegem 1846- Marke 1919).
Beiden waren zonen van Leo De Brabandere , burgemeester van Kanegem.
Op de vraag gesteld door de hoofdinspectie van het schoolkanton Menen op welke naam de school aangenomen werd, was het antwoord: “op pastoor Leo De Brabandere “(brieven van 30 juli 1901 en 24 september 1901).
Jerome Cuvelier (Alveringem 1873) , gediplomeerd in de normaalschool van Torhout op 20 augustus 1894, en Br.Edwardus, niet gediplomeerd , beiden toegekomen in september 1900 , werden er respectievelijk 1e en 2e hulponderwijzer .
- Jerome Cuvelier vertrok in oktober 1901 naar Waarschoot en verliet toen hoogstwaarschijnlijk de congregatie. Op 11 juni 1901 keerde Br. Edwardus terug naar Sint-Paulus en werd hier in Marke vervangen door Br.Franciscus.
Br.Edwardus werd op 24 september 1904 overste benoemd in de nieuwe stichting van Mesen en in Sint-Paulus vervangen door Br. Franciscus, die van Marke kwam.
Het jaar 1902:
____________
Br.Dominicus was nog altijd hoofdonderwijzer tot in oktober 1907, hierna vertrok hij naar Brugge (Sint Pieters-op-den-Dijk) . Br.Edwardus nam toen zijn taak over, als overste. Naast Br.Dominicus werkte sinds januari 1902 Br.Amatus (Ko 1872) , ene met het diploma verdiend aan de normaalschool in Torhout ,op 14 augustus 1891. Die vertrok naar Brugge (Sint-Pieters-op-den-Dijk) in 1903 en is uitgetreden op 5 november 1919.
Br.Donatus, niet gediplomeerd , kwam in januari 1902 van Sint-Kruis (Vivenkapelle) naar Marke en vertrok in 1907 naar St.Paulus (Kortrijk) en van daar in oktober 1910 naar Brugge (Sint Pieters-op-den-Dijk) .
Jozef Desmet (L) (Ko 1886) (8), ongehuwd ,niet gediplomeerd , deed in 1906 dienst in Marke en was er ook woonachtig . Hij was 3e hulponderwijzer.
Op 30 augustus 1907 kwam Br.Vedastus uit St.Paulus om Jozef Desmet te vervangen, die noodgedwongen naar Kortrijk werd verplaatst . Op 26 april 1909 vertrok Br.Vedastus naar Mesen, en op 20 november 1911 hield hij de hoogste klas in St.Paulus. Hij werd op 1 augustus opgeroepen naar het leger. In juni 1942 werd ,door zijn broer Maurice Meheus,schepen van Financies in Menen,een attest van lesgeven in Marke gevraagd, dienende voor zijn op pensioenstelling. De ex-broeder gaf op dat moment les in de 'Regentschool' in Gent.
Op een gegeven moment in 1903 zat men hier met 4 onderwijzers ,waarvan slechts 2 gediplomeerd waren.
Verschaete Florent (Hulste 1880) , een broeder , met een diploma verkregen voor de jury in Gent op 4 augustus 1899, verhuisde van Heule naar Marke in november 1903. Hij vertrok weer naar de Grote Kring in april 1904. Br.Firminus kwam in zijn plaats op 19 april en vertrok weer naar Kortrijk op 15 september 1909. In 1928 , na het overlijden van Br. Joseph werd hij nog tot Algemeen Overste benoemd en zou nog een twintigtal jaren de congregatie leiden. Hij vierde zijn gouden jubileum op 1 september 1947 en zijn diamanten op 29 september 1957.
Op 1 augustus 1903 kwam een 4e klas bij, onder het patronaat van pastoor Louis De Brabandere. De grote klas boven werd in 2 klaslokalen verdeeld en de bestaande trap werd vervangen door een ijzeren wenteltrap buiten. Br. Camillus) (9) kwam op 16 juni 1903 van Kortrijk naar Marke en vertrok in april 1906 naar Mesen (is uitgetreden in 1919). Hij werd hier vervangen door Br. Hyacinthus die van Mesen kwam en weer vertrok in juni 1907 naar Heule.
In 1908 werd een nieuw gebouw gezet op de oostkant. De benedenzaal werd gebruikt als jongenspatronage en toneelzaal. De speelplaats werd eveneens verruimd met de breedte van het nieuw gebouw, vermeerderd met een deel van de tuin. Vanaf 1910 werden hier twee of drie maal per week muziekherhalingen gehouden onder leiding van Edward Demeulemeester uit Kortrijk , dirigent van de fanfare Sint-Jan en ook kleermaker van de broeders Van Dale.
Hoe zag er ons onderwijzend personeel uit op 1 oktober 1907:
Br.Dominicus: werd vervangen als hoofdonderwijzer door Br.Edwardus ,een niet gediplomeerde.
Jozef Desmet: niet gediplomeerd werd vervangen door Br.Vedastus, gediplomeerd.
Br.Donatus: werd vervangen door Alfons Allegaert, niet gediplomeerd.
Br.Victor (Theophiel Van Kerschaver) fungeerde hier als kok van 15 oktober 1908 en vertrok dan in augustus 1911 naar Moeskroen (Mont-à-Leux).
In 1909 telde de jongensschool 127 leerlingen, in 1910 waren er 133 .
Op 22 september 1911 werd beraadslaagd over de aanneming van de school, met de inrichting van een 5e klas.
Onderwijstoestand op 28 september 1911:
Br.Edwardus, hoofdonderwijzer (dus overste).
Remi Devolder, kwam uit Torhout op 23 september 1909 en was weer weg op 11 juni 1913 naar de Grote Kring .
Br.Marcel (Alfons Vanneste)
Achiel Derdeyn (Menen 1891)
Jules Vandeputte (L) (Izegem 1878). Hij was agent van de Red Star Line te Kortrijk. Hij stond op 1 oktober 1911 in de nieuwe 5e klas. Hij had zijn diploma behaald in Torhout op 15 augustus 1896. Hij gaf op 30 december 1913 zijn ontslag en werd vervangen door Achiel Derdeyn , die in september 1914 uit Marke wegtrok.
Vanaf 13 september 1908 tot 15 september 1911 onderwees Br.Hieronymus (in de volksmond broeder Jerome), die vrijgesteld was van diploma , in Marke. Hij begon les te geven in Kortrijk (Groeninghe) van 15 september 1900 tot 15 september 1903. Van daar ging het naar de Grote Kring van 15 september 1903 tot 15 september 1905.
Hij was onderwijzer in Marke van 15 september 1908 tot 15 september 1911. Van 1911 tot 1912 was hij in Menen en in Oostende (Vuurtoren) van 1912 tot 1919. Van 15 september 1919 tot 1 mei 1935 was hij in Marke, tot zijn vertrek naar Menen.
Br.Hieronymus ontving zijn getuigschrift op 1 september 1916 van het Ministerie van Wetenschappen en Kunsten – Beheer van het Lager Onderwijs.
Jozef Craeynest :” broeder Jerome was een korte dikke. Hij deed de kinderen bons meebrengen van de sigaretten Belga.”
Broeder Donatianus :”Iedereen had het recht te onderwijzen.In 1919 werd de schoolwet gestemd, d.w.z. de leerplicht. Deze die toen 5 jaar in klas stonden mochten voort onderwijzen. Dezen die geen 5 jaar in klas stonden moesten bijkomende examens doen, zoals Broeder Jerome.”
De onderwijzers op 13 augustus 1912:
Br.Edwardus hoofdonderwijzer (kwam in 1907 terug uit Menen en vertrok in oktober 1912 naar Heule).Br. Philippus , niet gediplomeerd , kwam hem hier vervangen tot september 1914, tot Br.Celestinus tot overste benoemd werd.
Remi Devolder (Koolskamp 1887) kwam in september 1909 Br.Firminus vervangen en vertrok in september 1912 weer naar Kortrijk. Hij behaalde zijn diploma in Torhout op 31 Juli 1909. Hij werd toen vervangen door Br.Julianus, gediplomeerd (uitgetreden in 1919).
Br.Marcel(Alfons Vanneste) (Roeselare 1891), met diploma behaald in Torhout was al weg in augustus 1912. Br.Hyacinthus kwam hem vervangen en vertrok weer weg in november 1913 naar Sint-Kruis (Vivenkapelle).
Achiel Derdeyn , met diploma in Torhout op 30 juli 1910, was hier sinds 30 augustus 1911 in vervanging van Br.Justinus (Gustaaf Couckuyt), gediplomeerd, die hier al was van 30 april 1909, en op 14 september 1911 vertrokken was naar Brugge (Sint-Pieters-op-den-Dijk).
Jules Vandeputte
De onderwijzers werden uitbetaald voor de 9 eerste maanden van 1914, dus tot het uitbarsten van de eerste wereldoorlog. Uit de loonstaten kon ik uitmaken , wie in die periode les gaf:
Br.Philippus
Br.Julianus
Br.Pacificus
Achiel Derdeyn.
Albert De Vlaeminck (L) gaf les sinds 16 april 1912.
De oorlogsperiode :
__________________________
Op 17 januari 1917, tijdens de eerste wereldoorlog, verhuisde de Kommandantur van de villa De Witte in de Rekkemsestraat naar de broederschool in de Markekerkstraat.
Br.Pacificus gaf les in het ‘zwingelkot’ van de vlasschuur van Henri Delcour-Declercq in de Rekkemsestraat (naast het nr.157). In de vlasschuur zelf was ook een klas ondergebracht, waar Br.Julianus les gaf. De klassen bleven er tot de oorlog voorbij was. De banken van de broederschool werden naar de vlasfabriek overgebracht. De klas in de vlasschuur bevond zich vlak boven de ‘pedair’(kelder) in de vlaskamer. Er werd ook les gegeven in de bolletrog van café ‘In de Gouden Leerze’ in de Kloosterstraat en in de ‘botekamer’ van Aloïs Ostyn in de Vagevuurstraat ( omgevormd in de ‘Katholieke Kring’ in 1919).
Br.Pacificus was ook ‘kruidendokter’, ‘grasdokter’ genoemd en kreeg veel bezoek. Hij was bekend voor zijn thee. Hij ging ook ‘doden’ gaan afleggen ( verteld door Jozef Craeynest).
Het onderwijzend personeel op 24 februari 1917 en 25 maart 1918 : 4 geestelijken en 1 leek.
_______________________________________________________________
Albert De Vlaeminck (L) (Kortrijk 1891) trad in dienst te Marke vanaf 16 april 1912 en was niet gediplomeerd. Hij was gekend als ‘ballonvaarder’. Hij stal de show in 1926 tijdens de Sint-Jansfeesten in Kortrijk.
Hij trouwde te Marke op 21 mei 1913 met Marie Verfaill(i)e (Marke 1890-Kortrijk 1919), die de zuster was van bakker Arthur Verfaille ( Marke 1881) uit de Markekerkstraat. Leon (Marke 1913) volgde zijn vader op als bakker.
Br.Lucianus (uitgetreden in 1919) was in Marke vanaf 15 september 1914.
Hij startte op 4 oktober 1908 in de Grote Kring , in mei 1909 gaf hij de 2e klas in Sint-Paulus, in september 1909 was hij in de Grote Kring, in 1910 terug in Sint-Paulus en afwisselend in de Vanden Peereboomlaan tot september 1911. Hij was dan onderwijzer gedurende 1 jaar in Menen. Daarna in Kortrijk ( Groeninghe) van september 1912 tot maart 1913. Hij was in Moeskroen (Mont-à-Leux )van 30 maart 1913 tot 14 september 1914.
Br.Pacificus was in Marke vanaf 1 februari 1912.Diploma op 14 augustus 1893.Hij startte als onderwijzer in de Grote Kring vanaf 25 september 1893 tot 30 september 1894. Erna in Heule van oktober 1894 tot 23 april 1900. Hij was 1 jaar in Brugge (Sint-Pieters-op-den-Dijk) tot 15 september 1902, en terug in de Grote Kring tot 15 september 1908. Vandaar naar Kortrijk (Groeninghe) tot 31 januari 1912. Hij trok in 1921 naar Heule als hoofdonderwijzer en kwam terug naar Marke op 27 september 1924 tot hij vertrok naar Menen op 7 oktober 1932.
Br.Julianus (uitgetreden in 1919) was in Marke vanaf 17 september 1912. Diploma op 15 augustus 1896.
Begon zijn onderwijzerscarrière in de Grote Kring op 1 oktober 1896 tot 3 april 1898. Daarna in Heule tot 23 april 1900. Bleef dan 12 jaar in Menen tot 30 april 1912. Hij toefde in Kortrijk ( Groeninghe) tot 16 september 1912.
Br.Celestinus . Hij behaalde zijn diploma op 14 augustus 1890. Hij onderwees sedert 1890 te Kortrijk, Moeskroen ( Mont-à-Leux) en Menen , was in Kortrijk (Groeninghe) van 1896 tot 1899 en hoofdonderwijzer te Brugge (Sint-Pieters-op-den-Dijk) van 1899 tot 1907 en te Mesen van 1907 tot 1909. Hij onderwees achteraf nog te Heule, Menen, Oostende (Vuurtoren) om op 17 september 1914 hoofdonderwijzer te worden in Marke. Door WOI bleef hij waar hij toen was en kwam slechts terug op 18 juni 1919 .Hij gaf hier zijn ontslag in september 1924 en vertrok naar Doorniksewijk (Kortrijk) op 25 september.
Alle schoolgerief en boeken werden aangekocht aan Emiel Boussier, gemeentesecretaris, drukker en boekenhandelaar in Marke.
In september 1919 waren volgende onderwijzers werkzaam:
Br.Celestinus, hoofdonderwijzer.
Br.Pacificus : vertrok naar Heule in 1921 .
Br.Veranus, kwam hier aan uit Mesen op 15 juni 1920 en trok weer naar Sint-Paulus op 25 september 1924.
Br.Hieronymus, kwam Oostende (Vuurtoren) op 15 september 1919 en vertrok naar Menen (Kerkstraat 16) op 1 mei 1935.
Victor René Leplae (L) (Lauwe 1894), een gediplomeerde , was hier sinds sinds 1 september 1919.
In juni 1920 kwamen Br.Bernardus (Remi Timperman) en Br.Veranus , de plaats innemen van de broeders Henri Vancoillie (Br.Julianus) en Désiré Vandecasteele (Br. Lucianus), die wat later uittraden.
Brief uit Kortrijk van Br.Edwardus ,Algemeen Overste van de Broeders Van Dale, aan de Burgemeester en Schepenen van Marke de data 31 januari 1922 :
“Ik neem de eerbiedige vrijheid U te laten kennen hoe het staat met ons onderwijzend personeel.
Met september laatstleden waren wij verplicht een Broeder te verplaatsen; doch er bood zich tezelfdertijd een wereldlijke onderwijzer aan om zijn plaats te vervangen. Alles was dus in regel. Maar ongelukkiglijk , die onderwijzer kwam niet af en de klas was dus zonder meester. Broeder Overste was zoo goed twee klassen in eens te bezorgen, maar dit gaat zeer moeilijk, dat kunt ge wel raden. Nergens waren er onderwijzers te krijgen. Uit medelijden voor de kinders zonden wij hem een niet gediplomeerden broeder. Dit kwam lastig voor ons, aangezien hij van staatswege niets kon trekken.
In menig andere gemeente die in ’t zelfde geval verkeerde betaalde de gemeente daartoe een hulpgeld.
De gemeente heeft het recht vergoeding of toelage te verleenen in buitengewone en onvoorziene gevallen. Het was dus billijk onzen Broeder die daar drie maanden goeden dienst gedaan heeft eenige vergelding toe te staan. Wie werkt er heden nog voor niet? Daarbij alles is tegenwoordig zoo duur en wij krijgen ook niets voor niet. Hij heeft dus drie maanden zich geslachtofferd voor de kinders van Marcke; hij kon aldus gebruikt worden en eene schone huur winnen, mijns dunkens was het maar rechtveerdig hem voor zijn bewezen goeden dienst te vergoeden.
Sinds zooveel jaren staan de Broeders ten dienste van Marcke. De vergelding daarvoor was bitter klein in vergelijking van hetgeen zij deden vóór den oorlog en wat hebben zij sedert meer dan 25 jaar niet gedaan wat nooit vergoed geweest is !! Nu hebt gij de schoone gelegenheid om uwe edelmoedigheid te toonen en enigszins uwe erkentelijkheid te bewijzen.Gij weet bij ondervinding dat de Broeders zich nooit teruggetrokken hebben, als het er op aan kwam een handje toe te steken, tot geluk der Marckenaars. Ik ken U en Uwe gemeente maar al te veel, meer dan zes jaar heb ik er ook mijn steke gestaan, daarom zult gij gretig aan mijn beroep beantwoorden en mij in de overtuiging laten,dat gij niet ten achter zult blijven bij de genegenheid, welke uwe voorgangers ons altijd betoond hebben.
Ik hoop dat gij de weinige regelen zult willen in aanmerking nemen en mij een gunstig antwoord verleenen.
Aanvaardt, Mijne Heeren, de verzekering mijner gevoelens van genegenheid en hoogachting.
De Algemeen Overste der Broeders Van Dale “
Get. Br.Edwardus
In die periode was Br.Celestinus overste. Op 2 oktober 1921 deed Br.Pacificus geen dienst meer in de school (in september 1921 naar Heule) en Edmond Grimonpon, een broeder, gaf op 2 oktober zijn ontslag (was niet lang aan de slag) . Jozef Libbrecht (L) kwam in vervanging. Renaat Wambeke, die van de Grote Kring kwam op 26 februari 1921, vertrok naar Kaïn op 18 maart 1922, en is toen waarschijnlijk uitgetreden. Br.Livinus (zie ook verder) was onderwijzer in Marke vanaf 27 januari 1922 tot 30 september 1923 in vervanging van Br.Antonius, een niet-gediplomeerde, die hier een 3-tal maanden verbleef.
Remi Deweer, kwam van de Grote Kring op 18 oktober 1922 als ziekenverzorger. Hij ging terug naar de Grote Kring op 22 september 1923 en trad later uit.
De naoorlogse periode was wel gekenmerkt door enkele hindernissen. Een tal van uittredingen was daar niet vreemd aan.
In 1919 was pastoor Evarist Wittouck (Winkel St.Elooi 1863 - Izegem 1928, na een heelkundige ingreep. Hij was pastoor van 1919 tot 1928) beheerder van de aangenomen broederschool. Hij schreef een brief naar het gemeentebestuur waarin hij mededeelt dat zijn school ‘ nogal geleden had onder de oorlog en door het bezet van de soldaten’. Hij vroeg dan ook een toelage om de vernielde schoolmeubelen te vervangen en te herstellen.
Dienstjaar 1923:
_____________
Br.Celestinus, hoofdonderwijzer.
Jozef Libbrecht (L) was in dienst sinds 2 oktober 1921
Br.Veranus
Br.Hieronymus
Br.Livinus vertrok in oktober 1923 naar de Grote Kring en Maurice De Bree (L) kwam zijn plaats innemen. Op 1 oktober 1924 kwam hij voor de 2e maal terug van de Grote Kring om Br.Justinus (Gustaaf Couckuyt) en Br.Veranus te vervangen tot hij weg trok naar Sint-Kruis (Vivenkapelle) op 7 februari 1932. Hij kwam voor goed weer uit Sint-Kruis (Vivenkapelle) op 1 febr 1945.<
30-09-2017, 00:00 geschreven door Michel Markenaar
|