Om bij tijd, eens terug te genieten van de plaatsen waar je ooit geweest bent! De wereld in een muisklik http://www.alovelyworld.com/index2.html
OP REIS MET DE BLAUWE VOGEL - Cruise op deNijl -
1.Lezers die het hele REISVERSLAG WENSEN TE LEZEN.... weet dat dit in omgekeerde orde staat.
Het begint met de terugreis 15.09.06 (zie blog vanaf 3december 06) en eindigt met het vertrek op 01.09.06 ( zie blog vanaf 3 oktober 06)
2.Verder wordt deze blog aangevuld met EGYPTE NU:actuele feiten en vondsten...
09-02-2008
Egypte swingt en imponeert
Egypte swingt en imponeert
Of Egypte zijn finaleplaats in het toernooi om de Afrika Cup aan een koe te danken heeft, zal wel altijd de vraag blijven.
Egypte viert het doelpunt van Ahmed Fathy (7) tegen Ivoorkust. FOTO AP
Feit is dat de titelverdediger op weg naar de eindstrijd nauwelijks tegenslag ondervond. En dat was precies waar de spelers op hoopten, toen de voltallige selectie eerder dit toernooi na afloop van de training een koe slachtte.
Het was een wonderlijk tafereel, ruim een week geleden op het trainingsveld van de Egyptische nationale ploeg. Na afloop van de oefensessie in de aanloop naar de kwartfinale tegen Angola arriveerde een stoffig blauw busje, met twee runderen in het open laadgedeelte. De dieren waren bedoeld om Egypte geluk te brengen tijdens de Afrikaanse titelstrijd.
Met de voetbalschoenen nog aan, werd een van de dieren door de spelers eigenhandig geslacht. Aanvoerder Ahmed Hassan mocht de keel doorsnijden. De Faraos, zoals de bijnaam van de nationale ploeg luidt, schonken het vlees aan minderbedeelden.
De rituele slachting kwam de ster van Anderlecht in België op zware kritiek te staan van dierenrechtenorganisatie Gaia. Een dier slachten uit bijgeloof is al onaanvaardbaar, maar de manier waarop is werkelijk misdadig, schreef voorzitter Michel Vandenbosch in een brief aan de speler en zijn club.
Groep 7 & 8 van de New Cairo British International School- Dutch Stream.
Op de foto: Linksvoor zien jullie Folkert en Floor. Daarachter van links naar rechts Jetske en Daniel. Wybe, Sherif en Thomas. Tariq en Merte. Meester Frank Esser en Meester Arjan Leijs. Bekijk de fotoreportage die we maakten van de school. We staan op het schoolterrein en we kijken door de hoofdpoort naar buiten. Overdag is het hek altijd op slot.
Dit is de buitenmuur van onze school, zodat iedereen kan zien waar de school is.
Oh, en dit is de principal van onze school. Mr Martin van Rijswijk. Nee hij komt niet uit Nederland. Hij komt uit Nieuw-Zeeland. Zijn vader was wel Nederlander.
Nu kijken jullie over het sportveld naar de primary school. Op de primary school zitten 300 leerlingen. Op de Dutch Stream zitten 58 leerlingen en op de secondary school zitten 240 leerlingen. Samen best wel groot maar heel erg gezellig.
Ja je ziet het goed! Het zwembad is leeg. In de winter is het ook hier te koud om te zwemmen. BRRRRRR!!! We gaan het nu weer klaar maken om te gebruiken. In april beginnen de zwemlessen weer.
Nu zien jullie de binnenplaats. Links is de schoolkantine. Hier kun je tussen de middag warm eten of even wat te drinken halen. Je kunt er helaas geen chocolade of zoiets krijgen. Alleen maar gezonde dingen.
Achter de school is een grote parkeerplaats. Dat hebben we ook wel nodig ook. De meeste kinderen worden met de bus naar school gebracht. Van overal uit de stad rijden de busjes de kinderen van en naar school. Cairo is echt een hele grote stad.
Ook het Voortgezet Onderwijs ligt op hetzelfde terrein. Wij gaan van groep 8 naar year 8 in het Engelse systeem. Op het Voortgezet onderwijs worden alle lessen in het Engels gegeven. Die leerkrachten spreken geen woord Nederlands.
Op deze foto zien jullie de kinderen van groep 7 & 8. Groep 8 heeft een lichtblauw shirt aan. Dit is het uniform van het Britse voortgezet onderwijs. Jullie zien dat Folkert, Thomas en Tariq naar het voortgezet onderwijs lopen. Daar zitten ze volgend jaar op. Jetske en Wybe lopen de school uit. Volgend jaar gaan zijn weer in Nederland naar school. En Merte, Sherif, Daniel en Floor lopen in de richting van de Dutch Stream. Zij gaan volgend schooljaar naar groep 8 en mogen dan een Lichtblauw shirt aan.
Gepost door de leerlingen van Groep 7 & 8 van de New Cairo British International School-Dutch Stream, vanuit Cairo, Egypte
Nederlandstalige kinderen in Egypte schrijven over Egypte
Het lentefeest in Egypte
Nadim vanuit Cairo, Egypte
Elk voorjaar wordt in Egypte het Sham el Nessim feest gevierd. Sham el Nessim betekent: Het ruiken van het lentebriesje.
Het is een lentefeest dat gevierd wordt op de tweede Koptische paasdag (altijd op maandag dus). Met dit feest gaat iedereen naar buiten en je hoort dan ook bij de Nijl te zijn.
Dan eten ze Fassieg. Een gerookte vis die héél erg stinkt, opgediend met groene bosuitjes, veel sla en gekleurde eieren. Hier stamt ook het verven van eieren met Pasen vanaf. Op deze dag krijgen veel mensen nieuwe kleren en dat gebeurt maar weinig, zeker bij arme kinderen.
Het feest stamt uit de tijd van de faraos, toen was het een feest voor de vruchtbaarheid van de Nijl. Ze gooiden toen een pop in de Nijl als offer. Het is een heel gezellig feest, elk groen veldje wordt gebruikt door mensen die feest zitten te vieren. Op de bruggen stikt het van de mensen omdat je daar heel dicht bij de Nijl bent.
In Egypte worden seropositieve mensen gearresteerd
In Egypte worden seropositieve mensen gearresteerd
In Egypte worden seropositieve mensen gearresteerd, mishandeld en 23 uur per dag aan een ziekenhuisbed geketend in afwachting van een proces over hun vermoedelijke homoseksualiteit. Dat schrijft de krant Metro, die zich baseert op informatie van Human Rights Watch (HRW). Ook andere media signaleren de trieste gang van zaken in Egypte.
Twee mannen die in oktober 2007 werden opgepakt na een opstootje, zijn naar eigen zeggen geslagen en mishandeld omdat ze politieverklaringen weigerden te tekenen. Maanden later zitten de twee nog altijd 23 uur per dag aan hun ziekenhuisbed geketend in afwachting van een uitspraak over hun homoseksualiteit, zegt de ngo.
De regering moet stoppen met arrestaties op basis van beschuldigingen over aids en maatregelen nemen die een einde maken aan vooroordelen of desinformatie over de ziekte, stelt HRW. (db)
Ten minste 24 personen, waaronder enkele kinderen, zijn om het leven gekomen en 16 anderen raakten gewond, bij een verkeersongeval in het zuiden van Caïro. Het ongeval werd waarschijnlijk veroorzaakt door de dichte ochtendmist. Dat meldt de Egyptische politie.
Drie minibussen en zes vrachtwagens botsten door de verminderde zichtbaarheid op weg naar Helwan, een voorstad ten zuiden van de hoofdstad, aldus de politie. Meer dan twintig ambulances en hulpdiensten kwamen ter plaatste om de gewonden naar het ziekenhuis te brengen. Enkele gewonden bevinden zich volgens de politie in kritieke toestand.
In deze periode van het jaar is er vaak ochtendmist in Egypte. Volgens officiële statistieken veroorzaken verkeersongevallen jaarlijks ongeveer 6.000 doden en 30.000 gewonden in Egypte, als gevolg van het slecht onderhouden van voertuigen, te hoge snelheden en het niet naleven van de verkeersregels.
Een verhaal uit de 9e dynastie, dat, naar men uit het groot aantal, nog bestaande copieën, kan opmaken, zeer populair geweest schijnt te zijn, verhaalt ons, hoe een boer, die beroofd was, er in slaagde, recht te krijgen. Gerechtigheid kon men in Egypte niet gemakkelijk verkrijgen in die tijden, want het schijnt een vereischte geweest te zijn, dat een boer, door bijzondere middelen, de aandacht van den rechter trok, om kans te hebben, dat zijn zaak verhoord werd.
De geschiedenis nu luidt aldus:
In het Zoute Land woonde een sekhti (boer) met zijn familie. Hij leefde van handel met Henenseten in zout, natron, bier en andere producten van zijn land en op zijn reis daarheen, moest hij door de landen van het huis van Fefa gaan.
Nu woonde daar, bij het kanaal, een man, Tehuti-nekht genaamd, de zoon van Asri, een lijfeigene van den hoogen rentmeester Meruitensa.
Tehuti-nekht had zoon groot stuk van den weg in beslag genomen (immers in Egypte worden de wegen en paden niet, zooals in andere landen, door de wet beschermd), dat er slechts een smalle strook overgelaten werd, met het kanaal aan de eene, en een korenveld aan de andere zijde.
Toen Tehuti-nekht den boer, met zijn beladen ezels, naderen zag, begeerde zijn boos hart de dieren en de waren, welke zij droegen, te bezitten en hij riep de hulp der goden in, om hem een weg te openen, de bezittingen van den sekhti te stelen.
Het volgende listige plan bedacht hij thans. Ik zal een doek nemen, aldus redeneerde hij bij zichzelf en dezen op het pad uitspreiden. Als de sekhti nu zijn ezels daarover drijft (en een andere weg is er niet), zal ik gemakkelijk twist met hem kunnen zoeken. Zoo gezegd, zoo gedaan. Een dienaar nam, op Tehuti-nekhts verzoek, een doek, en spreidde dezen over het pad, zoodat het ééne einde daarvan in het water en het andere in het koren hing.
Toen de sekhti naderbij kwam, dreef hij zijn ezels over den doek, immers, hij had geen andere keus.
Houd op, riep Tehuti-nekht met goed geveinsde woede, je bent toch niet van plan, je dieren over mijn doek te drijven?
Ik zal trachten dit te vermijden, zei de grootmoedige boer en hij liet zijn volgende ezels, meer zijwaarts, door het koren, gaan.
Ben je van plan, je ezels door mijn koren te drijven? zei Tehuti-nekht, nog boozer dan zoo even.
Er is toch geen andere weg, zei de boer in zijn verwarring. Je hebt den weg door je doek versperd en op jouw bevel moet ik dit pad verlaten.
Terwijl de twee hierover twistten, nam één van de ezels zijn bek vol koren; hierop braken Tehuti-nekhts klachten opnieuw uit.
Zie eens, schreeuwde hij, je ezel eet mijn koren op; ik zal hem in beslag nemen en hij zal voor den diefstal betalen.
Moet ik, in de landen van den rentmeester Meruitensa, mij laten berooven, hij, die roovers zoo streng straft? Kom, ik zal naar hem gaan. Hij zal deze misdaad van jou niet dulden.
Denk je, dat hij naar jouw klachten zal luisteren, snauwde Tehuti-nekht. Wie zal op jouw ongeluk, arm als je bent, letten? Kijk, ik ben de rentmeester en terwijl hij dit zeide, sloeg hij den sekhti hevig, nam al zijn ezels en dreef dezen de weide in.
Tevergeefs weende de sekhti en smeekte hem, zijn eigendom terug te geven. Tehuti-nekht beval hem, zich stil te houden en dreigde, hem naar den Demon der Stilte te zenden, indien hij met klagen voortging. Desalniettemin verzocht de sekhti hem een dag uitstel. Tenslotte zag hij in, dat hij zijn tijd verspilde en nam zijn toevlucht tot Henen-ni-sut en legde den rentmeester Meruitensa zijn zaak bloot.
Toen hij aankwam vond hij, dat deze zich gereedmaakte, zich in te schepen in zijn schip, dat hem naar de rechtszaal brengen zou. De sekhti maakte een diepe buiging en vertelde den rentmeester, dat hij hem een grief voor te leggen had en verzocht, één van zijn gevolg te zenden, om dien het verhaal mede te deelen.
De rentmeester willigde het verzoek van den smeekeling in en zond hem iemand uit zijn gevolg. Den bode vertelde de sekhti alles, wat op zijn reis had plaats gevonden, de wijze, waarop Tehuti-nekht het pad afgesloten had, om hem te dwingen, door het koren te gaan en de wreede wijze, waarop hij hem geslagen en zijn eigendom afgenomen had. Op den bepaalden tijd werden deze zaken aan den rentmeester verteld en deze legde ze aan de edelen, die met hem in de gerechtszaal vereenigd waren, voor.
Laat deze sekhti een getuige voorbrengen, zeiden zij en als hij deze zaak bevestigt, zal het noodig zijn Tehuti-nekht een pak slaag te laten geven, of misschien zal hij een schadevergoeding voor het zout en den natron, welke hij gestolen heeft, kunnen betalen.
De rentmeester zei echter niets en de sekhti zelf kwam bij hem en prees hem als den grootsten onder de grooten, den vader der weezen, den echtgenoot der weduwen, den gids van de behoeftigen en zoo voorts.
De sekhti was zeer welsprekend en in zijn gloeiende toespraak verbond hij op behendige wijze zijn lofuitingen met zijn pleit voor rechtvaardigheid, zoodat de rentmeester vanzelf belangstellend en gevleid werd.
In dien tijd zat koning Nep-ka-n-ra op den Egyptischen troon; tot hem kwam de rentmeester Meruitensa en sprak:
Heer, zie, ik ben door een sekhti, wiens goed men gestolen heeft, bezocht. Hij is de welsprekendste van alle stervelingen. Wat wil mijn Heer, dat ik voor hem doe?
Antwoord niets op zijn toespraken, sprak de koning, doch laat zijn woorden opschrijven en breng ze mij. Zie toe, dat zijn vrouw en kinderen van eten en drinken voorzien worden, maar laat hem niet weten, wie het geeft.
De rentmeester deed daarop, zooals de koning bevolen had. Hij liet den boer een dagelijksche portie brood en bier geven en aan diens vrouw voldoende koren, om haar en haar kinderen te voeden. De sekhti echter wist niet, van wien het voedsel kwam.
De boer begaf zich voor de tweede maal naar de gerechtszaal en stortte zijn klachten voor den rentmeester uit; voor den derden keer kwam hij en de rentmeester liet hem zeggen, dat hij met stokken geslagen zou worden, om te zien, of hij met zijn bezoeken op zou houden.
Doch neen, de sekhti kwam een vierde, vijfde en zesde maal en poogde, door aangename toespraken, de ooren van den rechter te openen. Meruitensa luisterde in t geheel niet naar hem, doch de sekhti wanhoopte niet, doch kwam nog eens voor den negenden keer.
Toen hij voor de negende maal kwam, zond de rentmeester twee uit zijn gevolg naar den sekhti; de boer werd thans zeer bevreesd, want hij vermoedde, dat hij nog eens op ellendige wijze geslagen zou worden. De boodschap was echter een zeer aangename. Meruitensa liet zeggen, dat hij over de welsprekendheid van den boer zeer verheugd was en dat hij trachten wilde, hem voldoening te schenken.
Daarop liet hij de verzoeken van den sekhti op helder witte papyri schrijven en aan den koning zenden, zooals deze hem opgedragen had. Neb-ka-n-ra schepte eveneens zeer veel behagen in de toespraken, doch liet de beslissing geheel aan den rentmeester over.
Meruitensa beroofde Tehuti-nekht daarop van al zijn ambten en eigendommen, gaf hem aan den sekhti over en deze woonde daarna, met zijn geheele familie, in het paleis van den koning. De sekhti werd de hoofdopzichter van Neb-ka-n-ra en werd door hem zeer geliefd.
Het was maar goed dat de voormalige moslim Mohammed Higazi niet aanwezig was in de rechtszaal, afgelopen dinsdag. De tot het christendom bekeerde Egyptenaar werd door een moslimfundamentalistische advocaat met de dood bedreigd voor zijn geloofsval.
Tot ontsteltenis van Higazi's advocaat maakte de rechter geen enkel bezwaar tegen de bedreiging tegen de bekeerde Egyptenaar. Sterker nog, hij deed er nog een schepje bovenop door zijn persoonlijke afkeer tegen de bekeerling te ventileren. Van een vonnis was nog geen sprake, maar hij beloofde alvast nooit en te nimmer Higazy als christen in het persoonsregister te laten opnemen. Waarom? Omdat islam de voornaamste religie is van Egypte, luidde de verklaring. Geen woord over de in de grondwet vastgelegde vrijheid van geloofsovertuiging die daar verandering in kan brengen.
Gebouw in Koptisch Christelijke buurt in Caïro Foto: Flickr
Schuilplaats De vijfentwintig jarige Higazy houdt zich samen met zijn hoogzwangere vrouw al maanden verborgen op een schuiladres. Hij is de eerste bekeerling in Egypte die via de rechter probeert vermelding 'moslim' op zijn persoonsbewijs om te zetten in 'christen'. Egyptenaren zijn verplicht hun geloofsovertuiging op hun identiteitskaart te vermelden. In theorie bestaat er geloofsvrijheid, maar in de praktijk kunnen moslims bij het bevolkingsregister niet van religie veranderen.
Higazi stapte negen jaar geleden, op zestienjarige leeftijd, over op het christendom en nam de christelijke voornaam Beshoi aan. Een klasgenoot had een boek met bijbelverhalen op zijn bureau laten liggen. "Uit nieuwsgierigheid begon ik erin te lezen en ben ik gevallen voor de liefde van Jezus", vertelde hij in een interview op een geheime locatie eind vorig jaar. Toen zijn vrouw - ook een bekeerling - vorig jaar zwanger werd, besloot hij ook op papier christen te willen zijn. "Anders zal mijn kind automatisch als moslim worden geregistreerd." Maar zijn aanvraag werd resoluut geweigerd.
Bekeerling "Keuzevrijheid bestaat niet in Egypte, tenzij je moslim wil worden", zegt Higazi's advocaat Ramsis el-Naggar, die zich heeft gespecialiseerd in bekeringszaken. Zijn advocatenkantoor vertegenwoordigt inmiddels meer dan vierhonderd bekeerlingen. De meerderheid van zijn cliënten was oorspronkelijk christen, werd om wat voor reden dan ook moslim en wil nu terugkeren naar het christendom. Soms gaat het om mensen die spijt hebben van hun geloofsverandering. Maar in veel gevallen betreft het jonge Egyptenaren die als kind door de overheid als moslim zijn geregistreerd, omdat hun vader ooit naar de islam overstapte.
"Veel ambtenaren zijn overijverig. Als een man komt om zijn religie naar islam om te zetten, zorgen zij er wel voor dat zijn kinderen ook meteen meeveranderen", vertelt El-Nagger. "Anderen zitten op de automatische piloot. Ze tikken uit gewoonte 'moslim' in het vakje. Zo worden er heel veel fouten gemaakt. Het kost jaren om dat weer te corrigeren." Naar schatting is 90% van de Egyptische bevolking moslim. Koptische christenen vormen de grootste minderheid.
Koptisch Caïro Foto Flickr.com
Met geweld Vooralsnog heeft El-Naggar alleen succes behaald met 'terugbekeringen'. In 2004 boekte hij zijn eerste overwinning met de zaak van Mira Makram (33). Haar man was in 2002 moslim geworden en dwong haar met geweld een verklaring te tekenen dat zij ook op de islam overstapte. Zonder haar medeweten werd bij het persoonsregister haar nieuwe religie ingevoerd. Pas na twee jaar procederen werd die verandering op last van de rechter ongedaan gemaakt. Fundamentalisten riepen op tot de dood van Makram. "Sindsdien leidt dit soort zaken tot zoveel ophef dat het steeds moeilijker wordt", zegt de advocaat.
Er zijn geen betrouwbare cijfers over het aantal afvalligen van de islam in Egypte. Uit angst voor extremisten proberen mensen die de islam verlaten dat juist heimelijk te doen.
Erkende religies Mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch en Amnesty International hebben zware kritiek op het gebrek aan vrijheid van religie in Egypte. Dat geldt niet alleen voor bekeerlingen, maar ook voor mensen die van de drie erkende monotheïstische religies afwijken. Islam, christendom en jodendom zijn de enige door god gegeven religies, zo schrijft de wetgever voor. Andere minderheden, zoals baha'i of atheïsten, worden gedwongen een van de drie voorgeschreven geloofsovertuigingen op te geven om een persoonbewijs te bemachtigen.
Begin februari verwacht El-Ramsis uitspraak over 22 terugbekeringen. Hij heeft goede hoop. Veel moeilijker ligt dat met Higazi, omdat hij oorspronkelijk moslim was. Om enige kans van slagen te hebben moet hij een brief kunnen tonen die uitwijst dat paus Shenouda III, patriarch van de koptisch orthodoxe kerk, hem als christen heeft geaccepteerd. Maar zelfs de paus durft hem die acceptatiebrief niet te verstrekken. Higazi zei daar begrip voor te kunnen opbrengen. "Het is te gevaarlijk. Als de paus me die brief vandaag zou geven, zullen er morgen kerken in brand staan
Een nomarch stond in het oude Egypte aan het hoofd van een nomos (= één van de 42 provincies van Egypte). De nomarch was in het Oude Rijk verantwoordelijk voor de waterhuishouding, tellen van het vee, de rechtspraak en de landbouwproductie.
Oorspronkelijk was hij een door de (god)koning benoemd ambtenaar.
In de 4e dynastie werden ze nog begraven rond de koning, maar in de volgende dynastieën was hun rustplaats in de eigen nome.
In de periode van van de 6e dynastie verzwakte het centraal gezag en werd het nomarchschap erfelijk. De nomarchen verkregen meer en meer autonomie en gedroegen zich steeds meer als plaatselijke vorsten. In de Eerste Tussentijd werd hun autonomie volledig. De koning verloor zijn grip op de nomen vrijwel volledig en het land viel min of meer in nomen uiteen.
Vanaf de 11e dynastie werden de nomarchen terug onderworpen aan het koninklijk gezag, hoewel enkele nomen nog steeds grote autonomie hadden. In het Middenrijk volgde nog een periode van oproer, maar onder Senoeseret III moesten ze zich gewonnen geven
Tachtig jaar na de ontdekking van het graf van farao Toetanchamon luiden archeologen in Egypte de alarmbel: door de aanhoudende toeristenstroom gaat de conditie van de graftomben in het Dal der Koningen zienderogen achteruit.
'Ik geef het Dal der Koningen nog 20, hooguit 25 jaar', aldus professor Kent Weeks, verbonden aan de American University in Caïro. Weeks werkt al 23 jaar in het Dal der Koningen in het Egyptische Luxor en verkreeg wereldfaam toen hij er in 1995 het graf van de zonen van Ramses II ontdekte - met tot nu toe 125 opgegraven grafkamers de grootste tombe ooit.
'Het massatoerisme is dodelijk voor de grafschilderingen. Er komen hier nu 7.000 bezoekers per dag. Het ministerie van Toerisme wil dat aantal opschroeven tot 15.000. Per persoon zweten die anderhalve theekop water uit.
De grafschilderingen, de mooiste die Egypte kent, vervagen en verdwijnen waar je bijstaat. Als er binnen nu en vijf jaar geen actie wordt ondernomen, zijn ze onherroepelijk verloren.', aldus Weeks.
Het slot erop 'Het grote probleem is de luchtvochtigheid van die massa's mensen die dag na dag in zo'n tombe komen', zegt Jaap van Dijk van de Universiteit van Groningen. 'De lucht kan eigenlijk niet weg, en dat is een groot probleem. Mensen hebben bovendien de onbedwingbare neiging overal met hun vingers aan te zitten of zelfs hun namen in de muren in te krassen. Bovendien worden er door de Egyptische overheid overal muurtjes gebouwd en nieuwe toegangswegen en ga zo maar door. Alles verdwijnt.'
Geoffrey Martin is de beroemdste nog levende Britse archeoloog en ook hij maakt zich ernstig zorgen. 'Er is een plan geopperd om het dal op slot te gooien en kopieën van de graven te maken, die de mensen dan kunnen bezoeken. Dat hebben ze in Frankrijk bij de grot van Lascaux tenslotte ook gedaan. Natuurlijk is het niet hetzelfde, maar de mensen zullen eraan gewend raken. Natuurlijk, je verliest de atmosfeer, de sensatie van het echte . Maar zeg nu eens eerlijk: als je met 300 à 400 mensen in een tombe staat te dringen, is er dan nog veel atmosfeer? Het zou in de toekomst wel eens de enige optie kunnen zijn, willen we deze monumenten redden.'
Twintig meter verderop. Het graf van Toetanchamon. Toeristentrekpleister nummer één. De jonggestorven koning omarmt teder de onderwereldgod Osiris. Maar vreemde geelgroene spikkeltjes bedekken god en farao; de verf wordt langzaam opgevreten door een soort zwam. Een schimmel die in vocht gedijt. En niemand heeft enig idee hoe die te behandelen.
Reddingsplan
'Mijn eerste urgentie is de redding van de sites', zegt Weeks. 'We hebben hier letterlijk duizenden graftombes die in razendsnel tempo achteruithollen, en niemand heeft tot nu toe de moeite genomen om ervoor te gaan zitten en onontbeerlijk structureel geologisch ingenieurswerk te doen.' Het op slot gooien van het Dal der Koningen - de stille wens van veel archeologen - 'zal nooit gebeuren'. Daarvoor is Egypte te zeer afhankelijk van buitenlandse deviezen.
Ook het opschroeven van de toegangsprijzen zal niet werken, zo blijkt in de verderop gelegen Vallei der Koninginnen waar voor een bezoek van tien minuten aan het befaamde graf van koningin Nefertari 5000 dollar moet worden neergeteld. Sindsdien loopt het er storm. 'Rijke Amerikanen en Japanners zeggen: ah, dat moet iets bijzonders zijn. Ik moet en zal die tombe zien!' Ook Nefertari holt weer achteruit. 'Geld is niet de oplossing.'
Weeks denkt veeleer aan het openen van méér graven en langere openingstijden, zodat de bezoekers verspreid worden, en aan tourniquets met tijdsloten. 'Niet meer dan 100 mensen per graf per uur.' Want zijn onderzoek heeft aangetoond dat dat het maximaal haalbare is.
'We meten aan de conditie van de verf dat de temperatuur en de vochtigheid dramatisch op- en neergaan gedurende de dag, van 20 graden 's morgens tot 40 in de middag, waarbij de luchtvochtigheid stijgt van 20 tot 85 procent.
Dat zijn dramatische schommelingen die geen graf kan overleven. De Egyptenaren hebben geprobeerd dat te corrigeren door van tijd tot tijd een graf een half jaar te sluiten, totdat de normale waarden hersteld zijn, maar er is geen spaan van bewijs dat dat werkt.
Maar met alle maatregelen die ik voorstel, blijft er een grens bestaan. Er kunnen nooit meer dan 1000 mensen tegelijk in het Dal der Koningen zijn. Zijn het er meer, dan wordt het een nachtmerrie.'
Enkele beelden van de rituele slachting door Ahmed Hassan en zijn ploegmaats.
Egypte won maandag met een lucky-goal tegen Angola...
De dierenrechtenorganisatie GAIA reageert onthutst op de slachting van een koe door de Egyptische nationale ploeg, waar ook Anderlecht-speler Ahmed Hassan deel van uit maakt. De voetballers sneden de koe de keel over omdat dat geluk zou brengen. GAIA schrijft Hassan en het bestuur van Anderlecht een brief waarin ze wijst op de voorbeeldfunctie van de speler.
Messteken Egypte verdedigt momenteel zijn titel op de Africa Cup, die in Ghana plaatsvindt.
Om de voetbalgoden gunstig te stemmen, offerden de spelers vrijdag een koe. Een journalist zag hoe de spelers rond de koe gingen staan, waarna het dier met enkele messteken in de nek op rituele wijze werd geslacht. GAIA-voorzitter Michel Vandenbosch reageert verontwaardigd en heeft intussen een brief geschreven aan Ahmed Hassan, maar ook aan Anderlecht-voorzitter Roger Vandenstock. In die brieven wijst GAIA op de voorbeeldfunctie die een profvoetballer van Anderlecht heeft, ook als hij in het buitenland speelt voor zijn nationale ploeg.
- Het fenomeen van genitale verminking bij vrouwen neemt uitbreiding, ook in België.
Dat blijkt uit recente cijfers. Zo zochten in 2006 zon 415 besneden vrouwen hun toevlucht bij GAMS, een hulporganisatie die zich inzet voor de afschaffing van seksuele verminking. Een verdubbeling, zo wordt gezegd, ten opzichte van 2005. Voor 2007 zijn nog geen cijfers bekend, maar aangenomen mag worden dat de stijgende trend zich doorzet.
Gevreesd wordt dat dit nog maar het topje van de spreekwoordelijke ijsberg is, want hoeveel weerloze meisjes en vrouwen kunnen of durven geen hulp zoeken?
Vrouwenbesnijdenis is een bijzonder vrouwonvriendelijk en barbaars ritueel waarbij afhankelijk van het land de schaamlippen worden weggesneden of toegenaaid en/of de clitoris wordt verwijderd. De ingreep zorgt vaak voor medische complicaties, vooral bij zwangerschap en bevalling, en kost jaarlijks aan duizenden vrouwen het leven.
Sinds 2001 is vrouwenbesnijdenis verboden in ons land, maar het gebeurt wel. Vaak in het buitenland, als de meisjes op vakantie gaan naar hun land van herkomst. De druk binnen hun gemeenschap om jonge meisjes te laten besnijden, is enorm, zegt Khadidiatou Diallo, voorzitter van GAMS. Uit verschillende internationale onderzoeken blijkt ook dat de leeftijd waarop meisjes worden besneden steeds lager ligt. Babys van enkele weken oud die zonder verdoving worden verminkt, zijn niet langer een uitzondering
Voor alle duidelijkheid: de genitale verminking van vrouwen is niet het exclusieve domein van de islam. Vaak is het te situeren in een tribale cultuur die gevangen zit in tradities.
De Egyptische farao Ramses II was de allereerste bekende hartpatiënt. Maar hij was uiteraard niet de eerste mens die aan een hartkwaal leed. Een geschiedenis van de hartchirurgie, met een speciale vermelding voor Andreas Vesalius.
Wie was de eerste mens die aan een hart- of vaatziekte leed? We zullen het nooit weten. Hoewel we hartkwalen vaak als een typische aandoening van onze tijd beschouwen, staat het vast dat ook eeuwen geleden er al mensen last van ondervonden. De eerste bekende patiënt met een hartprobleem was de Egyptische farao Ramses II (1279-1212 voor Christus).
Onderzoek op zijn mummie toonde aan dat hij verkalkte bloedvaten had ter hoogte van de slaap. Zijn mummie is echter niet de oudste waarop dit soort afwijkingen werd vastgesteld. Daarvoor moeten we teruggaan tot de predynastieke periode in Egypte (3000 voor Christus).
Een van de interessantste mummies uit de hele Egyptische periode is die van een rijke vrouw die leefde tijdens de 21e dynastie (1069-945 voor Christus). Ze leed aan arteriosclerose, of aderverkalking.
Archeologische bronnen doen vermoeden dat de Egyptische artsen het hart als het centrale orgaan van de mens beschouwden. Dat was anders in het Griekenland van Hippocrates van Kos (460-377 voor Christus). De Griekse artsen waren ervan overtuigd dat niet het hart, maar wel de hersenen het centrale en dus belangrijkste orgaan van de mens waren. In de leer van Hippocrates stond het beginsel van de vier sappen centraal.
Elke mens, zo meende hij, bestond uit vier sappen: rood bloed, wit slijm, gele gal en zwarte gal. Bloed ontstond volgens Hippocrates dan wel in het hart, maar dat hart was naar zijn oordeel niet meer dan een voorraadzakje dat als verpakking van het bloed diende. De Griekse artsen dachten overigens dat bloed alleen door de venen (aders) vloeide en niet door de arteriën (slagaders). Die zouden weliswaar uit het hart komen, maar ze zouden leeg zijn, of met lucht gevuld.
'Wie zonder duidelijke oorzaak vaak bewusteloos raakt, zal later als bij verrassing sterven', was een aforisme van Hippocrates. De spreuk verwijst naar een defect van de hartkleppen.
Het hart leidde ook tot een discussie tussen twee grote Griekse filosofen. Plato verkondigde dat de mens niet een, maar drie zielen had: een denkende ziel in het hoofd (de hersenen), een voelende ziel in de borst (het hart) en een begerige ziel in de buik (de lever). Voor Aristoteles was het duidelijk dat er een hiërarchie bestond binnen het menselijk lichaam. Het hart kwam daarbij op de eerste plaats en was belangrijker dan de hersenen. Daarmee ging hij frontaal in tegen de bestaande denkbeelden.
Voor het hoogtepunt van de klassieke geneeskunde moeten we wachten op Galenus van Pergamon (130-200 na Christus). Hij zorgde voor een revolutie in de anatomie en meteen ook in de kennis van de werking van het hart. Zijn kennis van de menselijke anatomie haalde hij uit zijn ervaring als chirurgijn-verzorger van de gladiatoren in het stedelijke amfitheater van zijn geboortestad.
De vaak afgrijselijke wonden van de gladiatoren hadden het voordeel dat Galenus de inwendige werking van de mens kon bestuderen zonder ook maar één menselijke vivisectie te moeten uitvoeren. Het kloppen van het hart, de manier waarop de aders pulserende bewegingen maken: hij zag het allemaal door de grote wonden die gladiatoren opliepen.
EEN AANVAL OP GALENUS
Galenus was de eerste die na een experiment - het afbinden van de dijbeenslagader van een dier - kon aantonen dat er wel degelijk bloed, en geen lucht, door de slagaders stroomde. Het was meteen zijn belangrijkste bijdrage aan de medische wetenschap. Galenus toonde ook nog aan dat het kloppen van de slagaders veroorzaakt wordt door het hart.
Voor zijn leer van de bloedbeweging haalde Galenus de mosterd bij zijn Griekse voorgangers, met alle gevolgen van dien. De bloedbewegingsleer van Galenus was een complexe theorie waarbij hij vertrok van de overtuiging dat er steeds nieuwe voedingsstoffen nodig waren om het bloedniveau op peil te houden.
Galenus was er zich niet van bewust dat zuurstof het bloed voortdurend zuivert en dat er dus sprake is van een kringloop. Galenus meende dat het tussenschot tussen de linker- en de rechterhartkamer poriën bevatte. Door die poriën zou de levensessentie doordringen in de bloedstroom, en die zou op zijn beurt voedingsstoffen transporteren naar de perifere lichaamsgebieden. In Galenus' visie volgde het bloed de weg van de rechterhartkamer naar de linkerhartkamer in de omgekeerde richting.
De term 'duistere middeleeuwen' mag dan vaak onterecht gebruikt worden, als het op de vooruitgang van de geneeskunde aankomt, is de term zeker op zijn plaats. Eigenlijk is het wachten op Andreas Vesalius voor een nieuwe stap voorwaarts. De op 31 december 1514 in Brussel geboren Andries van Wesele was voorbestemd om arts te worden, de vijfde opeenvolgende in zijn familie.
De gelijkenis met Galenus van Pergamon is soms frappant. Haalde de Griek zijn kennis uit de wonden van de gladiatoren, dan deed Vesalius zijn eerste ervaring met de anatomie van het menselijk lichaam op bij de lijken op de galgenheuvel die zich achter zijn ouderlijk huis bevond. Op jonge leeftijd experimenteerde hij op ratten, muizen, mollen, honden en katten.
Op 24-jarige leeftijd - Vesalius is dan al professor aan de universiteit van Padua - publiceert hij zijn Tabulae anatomicae sex , een anatomisch werk waarin nog enkele fouten opgenomen zijn die ook Galenus maakte. Op de echt baanbrekende inzichten is het nog vijf jaar wachten. De humani corporis fabrica libri septem verschijnt in Basel in 1543.
De eerste reacties op het werk zijn niet unaniem lovend. Enkele tijdgenoten van Vesalius beschouwen het als een frontale aanval op Galenus. Desondanks wordt het boek een van dé referentiewerken uit de medische geschiedenis, onder meer door het derde hoofdstuk waarin Vesalius zijn visie op de werking van de (slag)aders uiteenzet. De poriën in de scheidingswand tussen de linker- en de rechterhartkamer - een essentieel element van de bloedbewegingsleer van Galenus - verwijst Vesalius resoluut naar de prullenmand.
Het belang van Vesalius voor de verdere ontwikkeling van de medische wetenschap is moeilijk te overschatten. Niet alleen door zijn anatomische inzichten, maar ook omdat hij het als een van de eerste westerse artsen aandurfde om de wetenschap te laten primeren op de leer van de kerk. Dat hij lijfarts was van keizer Karel heeft hem daarbij zeker geholpen.
Een tijdgenoot van Vesalius had minder geluk. De Spanjaard Miguel Serveto gaf in zijn Christianismi restitutio (1553) een zo goed als perfecte beschrijving van de werking van het hart en de longen. In zijn ogen liep het bloed van het hart naar de longen en terug. Omdat Serveto in datzelfde boek pleitte voor de afschaffing van het dogma van de drie-eenheid, werd het boek door de kerk verketterd en bleven er slechts twee exemplaren van bewaard.
HET GELIJK VAN ARISTOTELES
De weg die Vesalius vrijmaakte, leidde tot de verdere ontwikkeling van de medische wetenschap in de zeventiende eeuw. Met William Harvey als exponent voor de kennis van het hart en de bloedsomloop . Harvey, die op 1 april 1578 in het Engelse Folkestone wordt geboren, is met voorsprong de belangrijkste arts van de zeventiende eeuw. Na zijn eerste universitaire stappen in Cambridge, verhuist hij in 1598 naar Padua. Daar komt hij onder de hoede van Girolamo Fabrizzi, een Italiaanse arts die zich bezighoudt met aderkleppen.
Op het opus magnus van Harvey is het wachten tot 1628. Dan verschijnt zijn Exercitatio anatomica de motu cordis et sanguinis . Harvey gebruikt verschillende argumenten om te bewijzen dat de bloedsomloop één groot geheel vormt.
Hij maakt daarbij een combinatie van wat Vesalius reeds ontdekte - de vorm van de hartkleppen en bloedvaten, het ontbreken van poriën in de hartscheidingswand en het stromen van het bloed door de longen - en wat zijn leermeester Fabrizzi hem leerde over de werking van de hartkleppen. Dat alles samen bepaalt volgens Harvey de stroomrichting van het bloed.
Harvey verwijst ook naar de klassieke Grieken, met Aristoteles op kop: die beweerde namelijk dat het hart het centrale orgaan van de mens was. Hoewel Harvey in zijn werk verwijst naar de centrale plaats die Galenus het hart toedichtte, betekent het werk van de Engelse arts ook het einde van de bloedbewegingstheorie van de man uit Pergamon.
Harvey krijgt dan ook heel wat kritiek. Want het is zelfs op dat moment nog altijd not done om de klassieke Grieken zomaar af te vallen. Het definitieve bewijs voor de theorie van Harvey wordt in 1661 geleverd door Marcello Malpighi, wanneer die met behulp van de microscoop de arterio-veneuze verbindingen of capillairen ontdekt.
De ontdekking van Harvey betekende niet dat er in de praktijk meteen een revolutie ontketend werd. Intraveneuze injecties en bloedtransfusies bleven gevaarlijk en liepen vaak fataal af. Ook de ontdekkingen van Harvey hebben op de korte termijn waarschijnlijk tot bijkomende sterfgevallen geleid. Gelukkig bewees zijn theorie later wel haar deugdelijkheid.
Egypte was niet zonder lyriek en volks-poëzie; de romantiek was echter niet het fort der Egyptenaren.
Het is echter opmerkelijk, dat de meeste Oostersche volkeren onder hun werk zingen en het zou vreemd zijn, indien de werkman, aan de oevers van den Nijl, dit niet eveneens gedaan zou hebben.
De fellah, van onze dagen, zingt op eentonige wijze en zonder ophouden, terwijl hij zwaren arbeid verricht, en dezelfde woorden en muziek telkens en telkens herhaalt; de schrijvers van het oude Egypte echter, beschouwden den volkszang als ongeschikt, aan het nageslacht over te leveren.
Soms kan men een gezang op de inscriptie van een muur terugvinden. De schaapherder, die door de half ondergeloopen velden waadt en zijn kudde voor zich uitdrijft, zingt: In het water wandelt de schaapherder, temidden der visschen. Hij spreekt met de katvisch; met de visschen wisselt hij een groet.
Wij bezitten tevens een dorschlied, dat aldus luidt: Dorsch, o os; dorsch voor u zelf. Dorsch stroo voor uw voer en graan voor uw meester. Rust niet, want de lucht is vandaag koel.
Ook eenige minneliederen zijn over. Dezen waren waarschijnlijk zeer talrijk. Voor het meerendeel zijn zij heftig en hartstochtelijk. Drie collecties minneliederen, ongeveer uit 1200 v.C., zijn opgegraven; een van dezen wordt door een papyrus, welke zich thans in het Britsch Museum bevindt, ingenomen.
Op een zuil, in het Louvre, wordt de lof van de vrouw van een koning, plm. uit t jaar 700 v.C., aldus bezongen:
Zij is bevallig en lieflijk in tegenwoordigheid van den koning, bevallig en lieflijk voor alle menschen; de beminde boven alle vrouwen, de dochter van den koning, die bevallig en lieflijk is. De schoonste onder de vrouwen, een meisje, wiens gelijke men nooit zag. Heur haar is donkerder dan de duistere nacht, donkerder dan de bes van de zwarte aalbessenstruik. Haar tanden zijn harder dan de vuursteen aan den sikkel, elk van haar borsten is een krans van bloemen, zich strak aan haar arm zich aansluitend.
Afvallen van de islam is in overwegend islamitische landen vrijwel onmogelijk. Een groep Egyptenaren voert een proces voor het recht op geloofsafval. De Egyptische overheid verhindert systematisch bekeerlingen vanuit de islam hun geloof te registreren op officiële documenten. De ambtenaren doen dit vanuit hun interpretatie van de sharia (islamitische wetgeving), bij wet is het in Egypte niet verboden.
Bekeerlingen en afvalligen kunnen zonder identiteitsbewijs niet werken, trouwen of onderwijs volgen. Het gevolg is dat velen toch als moslim door het leven gaan en hun religie in het geheim beoefenen, stelt Joe Stork, onderdirecteur van Human Rights Watch (HRW) in het Midden-Oosten.
Stork was onlangs in Caïro om met de autoriteiten te praten over de bevindingen van het recente HRW-rapport over geloofsvrijheid, dat eind vorig jaar verscheen onder de titel Verborgen identiteiten.
Op de kaft van het rapport prijkt een zeldzame editie van een Egyptisch identiteitsbewijs.
In het religieveld staat ander, een optie waar maar kort gebruik van kon worden gemaakt. In 2000 werd het systeem gedigitaliseerd, en de geldigheid van het oude papieren identiteitsbewijs loopt dit jaar af.
Nu is het aantal invulvelden op de computer beperkt tot een van de drie grote monotheïstisch religies; de islam, het christendom en het jodendom, en moeten de enkele duizenden Egyptenaren met een andere geloofsovertuiging zonder identiteitsbewijs door het leven gaan of zich bekeren.
In Egypte ondervinden vooral aanhangers van afvallige religies als de Bahai en Hindus last van deze beperking. Ze lopen rond zonder identiteitsbewijs of met vervalste papieren, en riskeren daarmee een gevangenisstraf, aldus Stork.
Stork kreeg in Caïro bij de autoriteiten nauwelijks gehoor. Ondanks dat de grondwet vrijheid van religie garandeert, weegt de invloed van de islam zwaarder dan de wet, zegt de mensenrechtenactivist.
Onder druk van de Verenigde Staten beleefde Egypte in 2004 een korte periode van politieke veranderingen, die Stork nu afdoet als een gemiste kans. Even leek Egypte democratischer te worden. Dat was het moment om deze misstanden stilletjes te verhelpen, zonder daarmee een confrontatie uit te lokken met de islamitische straat.
Mede doordat de Moslimbroederschap in de parlementsverkiezingen een vijfde van de zetels veroverde, zouden de hervormingen echter snel worden teruggedraaid. De afgelopen jaren werd de repressie jegens de oppositie, maatschappelijke organisaties en de onafhankelijke pers weer sterk opgevoerd. Om de religieuze massa op de hand te houden, en om de politieke oppositie de mond te snoeren, projecteert het regime zich ook steeds islamitischer.
Behalve de groeiende invloed van de islam in Egypte speelt volgens Stork ook de negatieve publiciteit die enkele rechtszaken door Bahai en christenen genereerde, mee bij de reactie van de overheid.
In zaken die het regime in verlegenheid kunnen brengen, houden ze nu hun poot stijf, aldus Stork. Het is een principiële en religieuze kwestie geworden. Nu kunnen ze niet meer terug zonder gezichtsverlies te lijden.
Niet alleen aanhangers van afvallige religies worstelen met de praktische invulling van de vrijheid van religie in Egypte. Ook binnen de drie erkende geloven zijn de mogelijkheden tot overstap gering. Van jood of christen naar moslim mag, omgekeerd is vrijwel onmogelijk.
Om hoeveel mensen het gaat is onduidelijk, maar Joe Stork schat op basis van gesprekken met Koptische priesters het aantal in de duizenden. Momenteel lopen er enkele spraakmakende zaken (zie onder), maar de meeste mensen durven hun nieuwe geloof niet bij de autoriteiten te laten registreren.
Moslims geloven dat de islam, als de laatst onthulde religie, de beste is, legt Stork uit. Het tegenhouden van afvalligheid zien ook de overheidsdienaren als hun plicht.
Koran biedt weinig basis voor doodstraf op geloofsafval
De Koran maakt er geen geheim van dat God weinig op heeft met mensen die van het geloof afvallen. Minder helder is waaruit hun straf zal bestaan en of die zal worden voltrokken in deze wereld of na hun dood. Toch is onder islamitische wetsgeleerden de overtuiging vrij algemeen dat afvalligen de doodstraf moeten krijgen, althans mannen. Volgens sommige geleerden moeten vrouwen gevangen worden gezet totdat ze terugkeren tot de islam, volgens anderen verdienen ook zij de dood.
Die opvattingen zijn vooral gebaseerd op de hadieth, de overgeleverde uitspraken van de profeet Mohammed. Over de echtheid van die uitspraken bestaat twijfel.
Wat daarvan ook zij, de hadieth veroverde zich toch een plaats, naast de Koran, als voornaamste bron voor religieuze wetgeving, de sharia. Doordat de hadieth veel duidelijker de doodstraf stelt op geloofsafval hebben wetsgeleerden waarschijnlijk koranverzen, die een beetje in die richting gaan, zo hard mogelijk geïnterpreteerd. In de meeste moslimlanden wordt de shariastrafwet niet toegepast maar het erf- en familierecht van de sharia wel. Om die reden kunnen afvalligen niet van hun familie erven, ze verliezen de voogdij over hun kinderen en hun partners moeten van hen scheiden omdat anders ook zij zich bezondigen aan geloofsafval. Door het loodzware taboe op geloofsafval hebben bekeerlingen tot het christendom maar ook atheïsten het erg moeilijk, zeker als ze openlijk voor hun standpunt uitkomen. Maatschappelijk zijn ze dood.
De eensgezindheid onder schriftgeleerden is niet totaal. De Iraanse ayatollah Montazeri bijvoorbeeld, ooit de aangewezen opvolger van de geestelijke gids Khomeini, vindt dat moslims ongestraft van geloof mogen veranderen.
Voor ons is de koe een productiedier, zij brengt ons melk, yoghurt en alle andere zuivel en daar zijn we heel tevreden over. Daarnaast waarderen we de koe ook als een leuk plaatje in het weiland. In Egypte zien ze dit allemaal anders...
Daar kan de koe namelijk effect hebben op hoe er in het voetbalveld tegen een balletje geschopt wordt. Wie dit ooit bedacht heeft? Het kan haast niet anders dan dat diegene een hele grote fantasie had.
Koeien hebben in ieder geval een veiliger en vredelievender bestaan in Nederland dan in Egypte. Een fotograaf zag namelijk afgelopen vrijdag hoe Egyptische voetballers van het nationale team een koe het veld opsleepten, om het dier vervolgens de nek door te snijden.
Het was allemaal part of the deal. Namelijk van het ritueel om beter te voetballen. De Egyptische sporters hopen met het vermoorden van de koe nu grandioze doelpunten te scoren bij de komende wedstrijd.
Als dit grapje straks niet werkt mag de dierenbescherming wel even een kijkje gaan nemen daar, want een dooie koe en een verloren wedstrijd lijkt me iets teveel van het slechte.
De voetballers van het nationale team van Egypte hebben vrijdag tijdens de training een koe geofferd. Volgens de spelers brengt het ritueel doden van het dier geluk in de Afrika Cup in Ghana. Egypte neemt het maandag in de kwartfinales op tegen Angola.
Hasan Kamel (m) snijdt de keel van de koe door in de hoop dat dit geluk brengt.
Een fotograaf zag hoe de spelers de koe loslieten op het trainingsveld en haar daarna omsingelden. Vervolgens duwden ze het dier tegen de grond en sneden haar met een mes de keel door.
Men wil niets meer van gisteren weten En verguldt ook niemand meer die vandaag het goede nog doet De leden van je eigen familie zijn boos En keren zich naar vreemden om nog redelijkheid te vinden De harten worden ten gronde gericht, Eenieder slaat de ogen neer voor zijn familie en dienaren De harten zijn hebzuchtig, Men kan zich niet meer verlaten op menselijke gevoelens Er is geen gerechtigheid meer, De wereld blijft vertrouwen wie onrecht doet Het ontbreekt aan vertrouwden, Men neemt zijn toevlucht tot onbekenden om bij hen te klagen Er zijn geen gelukkige mensen meer, en met wie men vroeger omging, is niet meer Ik ben met ellende overladen, Omdat mij iedere vertrouweling ontbreekt Van het kwaad dat de wereld treft, Is het einde nog lang niet in zicht!
Die Gedichte des Lebensmüden Papyrus Berlin 3024, XII de Dynastie, 1800 vC.
Nederlandstalige kinderen in Egypte schrijven over Egypte
Naar school in Egypte
Mijn school heet Abdel-Minaim Wassel Experimental Language School, en zoals de naam al zegt is het een school die ook vakken in het Engels heeft. Toen we hier tien jaar geleden kwamen, kende ik nog niet zo veel Arabisch, de taal die ze officieel in Egypte schrijven. Maar ze praten in het Egyptisch, wat ik wel een beetje kon, aangezien ik het met mijn vader thuis soms sprak. Daarom zat ik op een language school, waar we de helft van de vakken in het Arabisch, en de andere helft in het Engels krijgen.
De eerste paar jaar hoefden we niet te slagen in de Arabische taal omdat we uit het buitenland kwamen, maar daarvóór zijn we wel naar een Engelse school gegaan in Nederland.
In Egypte verdelen ze de middelbare school in twee scholen: de eerste drie jaar die aadedie heten, en de laatste drie jaar die Sanawie heten. Vanaf Sanawie zijn er niet zoveel gemengde scholen en daarom zit ik op een meisjesschool. We krijgen ook Frans als extra taal en we mogen eigenlijk ook Duits kiezen, maar ze hadden geen Duitse leraar op mijn school. Op allebei de scholen waar ik op ben geweest (de lagere school en aadedie en de sanawie-school) moest ik een schooluniform aan.
Een schooluniform dragen is heel gebruikelijk in Egypte, bijna alle scholen hebben een uniform. De meeste hebben blauwe overhemden en donkerblauwe of grijze broeken. Maar mijn laatste school wou een hele andere kleur, dus moesten we bordeauxrode overhemden en donkergrijze broeken aan. In mijn eerste jaar was het een olijfgroen overhemd met ruitjes en een donkere olijfgroene broek.
Ik vond alle kleuren eigenlijk niet mooi, maar het idee van een schooluniform is wel handig. Mijn moeder zegt dat het is zodat je geen verschil voelt tussen arme en rijke mensen.
Maar dat verschil krijg je wel op de universiteit. Het is natuurlijk ook makkelijk dat je niet elke dag moet bedenken wat je morgen moet aantrekken, maar het is vooral eerlijk.
Mijn school is best dichtbij, dus brengt mijn moeder ons s ochtends naar school omdat we anders te laat komen, en lopen we s middags zelf naar huis. De meeste mensen in Egypte gaan met minibusjes, de chauffeurs spreken het af met de ouders en stoppen dan op bepaalde plekken waar de kinderen s ochtends moeten instappen, en s middags wachten ze totdat iedereen uit school is en halen ze ze op.
Onze school is vrij nieuw, toen ik er op kwam was hij pas twee jaar oud, dus hij bestaat pas vijf jaar. Het was eerst alleen een Language school, maar toen er iets fout ging met een Egyptische school in de buurt, werd het uiteindelijk deels een Egyptische school, en kwamen er veel meer leerlingen bij.
De Language-kant heeft meer dan duizend leerlingen, en de Arabische kant nog veel meer.
Het schoolgebouw heeft twee kanten en ziet er L-vormig uit, het heeft vier trappen en vier etages. Aan de ene kant zit de Egyptische school en aan de andere zit de Language school. Ons schoolgebouw heeft een schoolplein waar twee goals staan, aan de voor en achterkant, en twee plekken om te basketballen. Soms als ze volleyballen hangen ze een net op in het midden van het veld.
We hebben ook nog een klein winkeltje waar ze snoep en chips verkopen. In de pauze doe ik niet veel, op het schoolplein is het altijd veel te druk, dus blijf ik meestal in de klas en praat met mijn vrienden en eet mijn brood op. De jongere kinderen gaan meestal gewoon beneden spelen op het plein.
Ons jaar is verdeeld in twee klassen, volgens de vakken die we hebben gekozen. Daarom is onze klas kleiner dan de andere; in onze klas zitten ongeveer 20 mensen, in de andere klas zitten er bijna 40. Mijn lievelings vakken zijn Engels, omdat het makkelijk is, en muziek. Ik hou niet van wiskunde en Frans.
Mijn eerste schooldag kan ik me niet zo goed herinneren, maar ik kende de meeste mensen al van mijn vorige school. Het was niet echt speciaal, iedereen gedag zeggen en de nieuwe leraren ontmoeten.
Het grootste verschil tussen mijn school en een Nederlandse school is waarschijnlijk dat we een schooluniform moeten dragen. Daardoor is er niet zo veel verschil tussen populaire kinderen en nerds, maar er zijn natuurlijk wel groepjes, en vervelende mensen, maar die zijn er overal.
In Egypte moet je alles ook uit je boek leren als je een hoog cijfer wil halen. En in alle jaren moet je examens doen, sommige mensen onthouden letterlijk wat er in het boek staat en die mensen krijgen meestal ook de hoogste cijfers.
Als ik dit jaar slaag, ben ik klaar met deze school en mag ik naar de universiteit. De universiteiten nemen de mensen aan met de hoogste cijfers, en er wordt niet geloot. Dus hangt je hele toekomst van die punten van de laatste twee jaren af.