Om bij tijd, eens terug te genieten van de plaatsen waar je ooit geweest bent! De wereld in een muisklik http://www.alovelyworld.com/index2.html
OP REIS MET DE BLAUWE VOGEL - Cruise op deNijl -
1.Lezers die het hele REISVERSLAG WENSEN TE LEZEN.... weet dat dit in omgekeerde orde staat.
Het begint met de terugreis 15.09.06 (zie blog vanaf 3december 06) en eindigt met het vertrek op 01.09.06 ( zie blog vanaf 3 oktober 06)
2.Verder wordt deze blog aangevuld met EGYPTE NU:actuele feiten en vondsten...
03-06-2006
Beschrijving van een fresco / weergave van de bouwwerken aan een tempelmuur enz...
In een van de belangrijkste graven van de Thebaanse dodenstad zijn op fresco's met een oppervlakte van bijna 300 vierkante meter de bouwwerken weergegeven aan een tempelmuur uit de tijd van Thoetmosis III.
De stenen die nodig waren voor de aanleg van een oprit worden vervaardigd door een groep arbeiders.
Een grijze man met behaarde kin en borst in een witte schort (en met een lichtere huidskleur, misschien een gastarbeider) bewerkt met een hak de lemen bodem . Boven hem ziet men het zeven van het leem en het vormen van de stenen. Deze worden op rijen in de zon gedroogd en dan door dragers naar het bouwwerk gebracht. Een opzichter zit op de grond en spoort de werklieden aan om zoveel mogelijk stenen te vervaardigen.
In gezelschap van zijn vrouw en dochter en staande op een bootje vaart de overledene door de papyrusvelden. Met zijn linkerhand slingert de jager een stok naar de verschrikt opvliegende vogels. Nebamoen heeft met de rechtervuist drie reigers gegrepen. Vlinders fladderen rond. Een grijze kat maakt van de verwarring onder de vogels gebruik om zich een deel van de buit toe te eigenen.
Op de boeg van het bootje staat een eend als lokvogel, en het vaartuigje wordt in het water begeleid door een grote school vissen.
Hier is dus sprake van de weergave van een bepaalde sfeer; de overledene en zijn gezin zijn uitgebeeld tijdens een vrolijke jachtvaart, zoals die ook in het dagelijks leven wel voorgekomen zal zijn.
Het lijkt erop alsof men deze sfeer tot aan het graf heeft willen bewaren .
De Egyptische cultuur bestond ongeveer van 3000 tot 500 vóór Christus. Zij is in 3 delen verdeeld, nl.: het Oude, het Midden en het Nieuwe Rijk. Bijna alle bewaarde beelden, reliëfs en gebruiksvoorwerpen stonden in het teken van het geloof, vooral in het teken van het leven in het hiernamaals. Egyptenaren kenden een veelgodendom, en de meeste goden verschenen als dieren op aarde.
Het Oude Rijk ( 2800 - 2200 v. Chr.) Het belangrijkste kenmerk in de bouwkunst is de piramide. Daarin werd de farao begraven met al zijn kostbaarheden en alle benodigdheden voor het hiernamaals. De gangen met valdeuren moesten rovers buiten houden. Er werd gebruik gemaakt van echte beelden in de piramide of als versiering op de muren en reliëfs.
De reliëfs beeldden verhalen uit met behulp van beeldschrift; dus in de vorm van dieren, mensen en voorwerpen. De mens moest zo duidelijk mogelijk uitgebeeld worden.Zo werd de romp van voor afgebeeld, het hoofd, de benen en de armen van opzij en er werd één oog in het van-opzij-geziene hoofd frontaal afgebeeld.
Het Middenrijk ( 2200 - 1600 v. Chr. ) Het belangrijkste verschil van de bouwkunst is de manier van begraven. Farao's werden nu in rotsgraven i.p.v. piramides begraven. Dit was veel minder beschermd, en er is dus veel gestolen.
Omdat de graven veel kleiner waren werden er in het Nijldal graftempels voor de farao's gebouwd. Deze bestonden uit binnenplaatsen met overdekte ruimtes, die werden ondersteund door zuilen. Zo waren de Egyptenaren de uitvinders van capitelen, die werden genoemd naar de versiering, nl: 1. papyruscapitelen, 2. palmbladencapitelen en 3. lotuscapitelen.
Het Nieuwe Rijk ( 1600 - 1000 v. Chr. ) Dit was een periode van grote welvaart, omdat er door de veroveringszucht van de farao's veel nieuwe grondstoffen werden aangevoerd én nieuwe kennis. Er werd fijner gewerkt, maar de beeldhouwkunst veranderde niet veel door de strenge regels van de godsdienst.
Nieuw waren de dienaarbeeldjes die mee werden begraven met de farao om in het hiernamaals allerlei klusjes voor hem te doen.
Ook deed een nieuw reliëf zijn intrede. Dat hield in dat de voorstelling niet uit het vlak treedt maar in het vlak wordt gehakt.
In het Middenrijk begon de schilderkunst zich te ontwikkelen. Op de muren werd een pleisterlaag aangebracht, waar schilderingen in werden aangebracht. Daarbij waren 4 bijzonderheden: 1. de zij/voor afbeelding van mensen, 2. ze konden niet met het begrip 'verkort' omgaan, 3. ze wekte geen suggestie van schaduw en licht en 4. er werd geen rekening gehouden met perspectief.
Het oudste spoor van het bierleidt ons ongeveer 6000 jaar terug in de tijd. We weten dat oude volkeren zoals de Sumeriërs, de Babyloniërs en de Egyptenaren al bier dronken.
Deze volkeren leefden tientallen eeuwen geleden in de buurt van grote rivieren als de Nijl, de Eufraat en de Tigris. Door deze rivieren was dit gebied erg vruchtbaar, waardoor er veel graan kon groeien. Deze plek werd ook de graanschuur van de wereld genoemd.
Graan is een belangrijke product voor het brouwen van bier. Het is dus normaal dat op deze plek ontdekt werd hoe bier gebrouwen moest worden.
In dit gebied hebben archeologen allerlei voorwerpen gevonden die ons vertelden op welke manier bier gebrouwen werd en wie bier mocht drinken. In Egypte zijn veel voorwerpen gevonden die helpen de geschiedenis van het bier te ontdekken.
Het oudste Egyptische beeld van een bierbrouwer stamt uit 2500 voor Christus. We weten dat de farao's zelf bier konden brouwen. Een van deze faraos was Ramses III.
Uit zijn tijd zijn bierbekers gevonden die een inhoud hadden van 3,5 liter!Wist je dat de Egyptenaren dachten dat bier een geschenk van de Zonnegod was? Het was immers de zon die het graan liet groeien!
Zowel in Babylonië als in Egypte kende men verschillende soorten bier, van licht tot zwaar. Om het bier een bepaalde smaak te geven, werden allerlei planten en kruiden toegevoegd. De Egyptenaren kruidden hun bier met het kruid saffraan. Zij gebruikten ook kaneel om hun bier donkergekleurd te maken.
welke invloed had de mythe van Osiris op de feestelijke gelegenheden van de oude Egyptenaren?
Er was een landelijk festival waar de mythe aan ten grondslag lag, namelijk het Feest van de landbouw dat jaarlijks gevierd werd. Het feest dat enkele weken bestreek is beschreven in diverse bronnen, maar de bekendste is de papyrus Jumilhac ca. 100 v. C. De bron stamt uit een vrij late periode van het oude Egypte, maar het festival, of in ieder geval de uitgevoerde rituelen, bestond waarschijnlijk al veel langer dan dat.
Tijdens het festival werd een beeltenis van Osiris gevormd met graan of gerst, die dan besproeid werd.
Het ontkiemen van het zaad werd geassocieerd met het tot leven komen van Osiris nadat zijn ledematen die verspreid waren over heel Egypte bijeen waren gebracht.
Het bijeen brengen van die ledematen werd geassocieerd met dagen van het feest. Van de 19e tot en met de 30e dag werd er iedere dag een deel van het lichaam teruggevonden. Dat gebeurde niet letterlijk; het waren rituele aangelegenheden.
Op de laatste dag werd ook de djed- zuil, symbool voor de ruggegraat van Osiris, opgericht. Dit was weer een symbool van het tot leven komen van Osiris.
Een ander beroemd feest is het Choiak ( of Khoiak) festival, dat van de 12e tot en met de 30e van de maand Choiak werd gevierd.
De belangrijkste bron hierover is een Osiriskapel op het dak van de tempel van Dendera ( ca. 100 AD).
Aan het begin van dit feest werd er ook een beeltenis van Osiris gemaakt van graan of gerst. Nadat het besproeid werd, werd het gebalsemd en gekleed en zelfs gewikkeld in zwachtels en begraven. Op de 30e werd ook hier de Djed-zuil opgericht.
Hoewel er in het Oude Egypte geen muziek genoteerd is, zijn er liedjesteksten bewaard gebleven.
De hymne voor Aton is daar een voorbeeld van. De tekst werd gevonden in graf WV 23 in de Vallei der Koningen en lijkt erg op psalm 104 uit de Bijbel.
Ziehier deel van de hymne:
Hoe groot zijn uw daden,
Niettemin verborgen van het zicht,
O Enige God naast wie er velen zijn!
U maakte de aarde zoals u dit wenste, u alleen,
Alle volkeren, kudden, en troepen;
Alles op aarde wat op benen lopen,
Alles op hoogte wat op vleugels vliegen,
Het land van Khor en Kush,
Het land van Egypte.
Deze tekst was gericht naar Aton, die in de 18e dynastie werd beschouwd als de enige God.
Er zijn vele reliëfs bekend waarop mensen te zien zijn die een muziekinstrument bespelen, dansen of luisteren naar muziek.
In de graftombe van Chnumhotep en Nianchchnum zijn dansers en muzikanten op de muren afgebeeld. Er zijn diverse teksten bewaard gebleven, waaruit blijkt hoe belangrijk muziek voor de Egyptenaren was.
afbeelding: vrouwelijke muzikanten met aulois, luit en harp
Muziek was niet alleen belangrijk in Oud-Egyptische tempels; ook feesten als geboorten, verjaardagen, bruiloften en begrafenissen waren niet zonder muziek.
De muziek hier werd een stuk minder strak en statig gespeeld dan de tempelmuziek. Gezelschappen van zangers, fluitisten, harpisten, percussionisten, luit- en lierspelers speelden ritmische muziek.
Schaars gekleedde danseressen haalden hierop acrobatische kunsten uit, terwijl de muzikanten hun best deden om het publiek mee te laten klappen, zingen of spelen (op kleine instrumenten als de sistrum).
De mensen die op feesten speelden waren gewoonlijk professionelen en zowel van het mannelijk als het vrouwelijk geslacht.
Anders dan de shemayets stonden deze muzikanten niet erg hoog op de sociale ladder. De feesten en de musici waren wel zeer populair, en vreugde werd in het Oude Egypte als een belangrijk onderdeel van het leven gezien.
Behalve uit muziek bestonden de feesten vooral uit eten, drinken en het onderhouden van sociale contacten.
De wereld ontstond volgens de Egyptenaren toen Atoem oprees uit het Oerwater.
Nadat hij het godenpaar Sjoe en Tefnoet voortbracht kwam er diversiteit in de wereld. Daarom was het verschil tussen mannelijk en vrouwelijk voor de Egyptenaren fundamenteel.
Godinnen worden net zo belangrijk als goden. Het rechterbeeldje is de godin Moet, echtgenote van Amon, Koning-der-Goden. Haar symbolen zijn de gier en de dubbele kroon van Egypte.
De godin links is Neith, die de kroon van Neder-Egypte draagt. Zij was de strijdbare godin, vergelijkbaar met de Griekse Athene.
De godin in het midden is de kattengodin Bastet. Die draagt de attributen van muziek, zang en dans, waar zij de beschermvrouw van is.
De vierde figuur, met leeuwinnenkop, is Wadjet, dochter van zonnegod Re. Zij staat tegen een obelisk en symboliseert de zonnestralen, die vijanden vernietigt en plagen kan verspreiden. De holle obelisk stelt niet alleen zonnestralen voor, maar vormt ook een sarcofaagje voor een ichneumon (exotisch diertje).
Heel lang geleden vereerden mensen meerdere godinnen en goden. De priesteressen waren een medium tussen de mensen en de goden/godinnen. Buikdansen was een tempeldans. De priesteressen dansten zichzelf in trance en openden zichzelf als communicatie kanaal. De mensen konden verzoeken doen aan de godin van de vruchtbaarheid of haar bedanken.
In die tijd was het geloof in de reïncarnatie heel sterk. Dat hield in dat het bij het bedrijven van geslachtgemeenschap zich een kanaal opende bij de vrouw waardoor zij een kind vanuit de hemel kon reïncarneren. Door het nabootsen van de bewegingen van de geslachtsdaad en door zich in de trance te dansen, geloofden de priesteressen dat ze op deze manier zwanger konden worden.
In het buikdansen zien we bewegingen die te maken hebben met bevallen. Vrouwen hielpen elkaar tijdens de bevalling door in een kring om de barende vrouw heen te staan en de bewegingen mee te maken. Op deze manier ontstond een gezamenlijke dans. Dit zou de basis-oorsprong zijn van het buikdansen. Pas later heeft buikdansen een ruime culturele en kunstzinnige context gekregen. Het buikdansen kan echter niet als geheel begrepen wordenzonder de basis oorsprong van deze dans te begrijpen.
Wat we weten van het Oude Egypte is van tekeningen in graven of graftomben.
Door de hiërogliefen die bij de afbeeldingen staan kan met zekerheid worden gezegd wanneer het om dansers gaat. Een rietpluim, een been en een pion vormen samen de betekenis danser.
Er zijn dansvoorstellingen te zien, maar niemand kan met zekerheid weten hoe deze mensen hebben bewogen, aangezien er nog geen video was.
De dans in de Egyptische oudheid was verweven met de begrafeniscultuur. De dood was het symbool van levenskracht en de dans symboliseerde nieuw leven. Na de dood ging de overledene naar het dodenrijk, wat een betere wereld was met volop overvloed en geluk.
Dans gaf uitdrukking aan de cyclus van het leven: de seizoenen met groei, bloei en het afsterven van de natuur; van geboorte naar dood. Herhalingen gaven de cyclus weer, zoals een hartklop en ademhaling.
In de grafkelders werden veel mensen afgebeeld met een opgeheven hand op borsthoogte. Het kan betekenen: een groet aan de zon; aan het goddelijke; een groet van bezoekers van de onderwereld (het buitenland was ook de onderwereld); een groet aan het leven.
In 1938 heeft Brunner-Traut een publicatie geschreven over dans in het oude Egypte. Zij observeerde de muurschilderingen in de graven van het Midden- en Nieuwe Koninkrijk en ontdekte dat er dansers waren geweest onder de naam 'Muu' (uitspraak waarschijnlijk 'Moeoe'). De Muu droegen kronen van riet en stelden gestorven koningen voor. Hun dans was een onderdeel van de begrafenis volgens de riten van Osiris, de heerser over het dodenrijk en de Egyptische dodenrechter.
Dansen was ook het alledaagse vermaak van de Egyptenaren Zodra iemand begon met dansen, volgde de rest. Er zijn dan ook nauwelijks afbeeldingen te zien van een enkele danser. Er zijn tekeningen te vinden van mensen in acrobatische houdingen, als de radslag, salto-mortale's, het springen in elkaars armen en een brug achterover. Er wordt dan ook gesproken van gymnastische dansen die grote lenigheid en langdurige training vereisen.
Wat niet te zien is zijn nabootsingen van dieren of paardansen waarbij de man de vrouw leidt. Wanneer er afbeeldingen zijn van paren, dan verwijst dat naar een groep meisjes die twee aan twee dansen terwijl ze elkaars handen vasthouden.
Bij groepsdansen had iedere deelnemer een eigen patroon van figuren. Wat opvalt is dat mannen en vrouwen nooit samen in een afbeelding te vinden zijn en dat vrouwen het meest worden afgebeeld.
In het Oude Rijk werden voor het eerst sportieve elementen zoals springen en stampen toegevoegd aan de afbeeldingen.
In het Nieuwe Rijk werd de dans gekenmerkt door meer levendige, vloeiende en bevallige bewegingen. Er verschenen ook nationale dansen van de buurvolken uit Nubië, Libië en Syrië. Uit de Late Tijd laten de afbeeldingen voorstellingen zien die te maken hebben met publieke feesten of godsdienstige riten.
"Er zijn verschillende scènes bewaard gebleven die tonen hoe vrouwen in hun handen klappen om de dansers in de maat te houden.
Danseressen droegen gewoonlijk een kort rokje, open van voren of met franje afgezet, en bij andere gelegenheden losvallende tunieken (doorzichtig tijdens het Nieuwe Rijk) met schouderbandjes of zij hulden zich simpelweg in lange sjaals. Soms dansten zij naakt, afgezien van een smalle band om de buik.
Uit de gespierde dijen van sommige danseressen heeft men afgeleid dat zij beroeps waren. Zulke meisjes worden inderdaad in documenten vermeld onder de naam chebeijet, in het bijzonder in de harems van koningen. Men beschrijft hen als 'weldoorvoed en vriendelijk' hetgeen een heleboel meer geïmpliceerd kan hebben.
Dansen vond plaats op de tonen van muziek en zang, met name zang met muzikale begeleiding. Specialisten beweren dat instrumentale muziek als zodanig niet voorkwam in Egypte en dat onbegeleid zingen zeldzaam was.
Tijdens het Oude Rijk werd de begeleiding verzorgd door een enkel instrument, zelden door meer dan een. Tijdens het Nieuwe Rijk begeleidde de zanger of zangeres zichzelf -we zien vaak zingende harpspelers- of werd hij of zij begeleid door een groot of klein gemengd ensemble. Later nam het aantal instrumenten geleidelijk weer af".
Binnen de Egyptische mythologie stond muziek hoog in het vaandel.
Dat blijkt uit het feit dat er in het Oude Egypte twee muziek- goden waren: Bes en Hathor.
Bes was een mannelijke dwerg die behalve voor de muziek ook opkwam voor de vreugde en voor de vrouwen en kinderen. Hij was vooral in de Late Tijd populair.
Hathor was een vrouw in de vorm van een koe, die vooral in het Nieuwe Rijk (enkele eeuwen voor de Late Tijd) populair was. Ook zij was behalve godin van de muziek de godin van de vreugde.
Bastet werd omschreven als de Meesteres van het Sistrum. In veel van de beelden die van haar zijn gemaakt, heeft zij dan ook een sistrum in haar hand. De castagnetten, een soort slaginstrument, waren opgedragen aan de godin Hathor.
De derde instrumentengroep binnen de Oud-Egyptische muziek was de groep van de snaarinstrumenten.
Sinds het Oude Rijk werden bogen gebruikt om harpen van te maken. Zulke harpen hadden acht tot twaalf snaren die waren gemaakt van darmen van dieren. Zowel mannen als vrouwen konden de harp bespelen. In het Nieuwe Rijk werd er met de grootte en het aantal snaren meer en meer geëxperimenteerd.
De Egyptenaren waren wellicht de eersten die de luit gebruikten. Het bestond uit een kleine klankkast met zes of acht gaten. De luit had twee tot vier snaren. De nek van de luit had veel weg van die van de moderne gitaar: de noten werd bepaald als de snaren werden ingedrukt op de plek waar zich een fret (Fretten zijn een mechanisme om snaren tijdens het bespelen van een snaarinstrument zodanig in te korten dat de snaar vrij kan trillen tussen twee vaste gedefinieerde punten.)
Leven in het oude Egypte: De vrouw in juridisch opzicht gelijkwaardig aan de man
De vrouw was gelijkwaardig aan de man. Zij kon contracten sluiten, als aanklager of getuige voor de rechtbank optreden, de voogdij over een kind op zich nemen .
De bezittingen van haar man gingen echter over op haar kinderen, omdat het erfrecht zich beperkte tot bloedverwanten.
Het doel van elk huwelijk was zorgen voor nakomelingen . Deze moesten voorzien in de oude dag van hun ouders. Bovendien waren ze ook verwantwoordelijk voor het voortzetten van de dodencultus bij het ouderlijk graf. Hoewel het aantal kinderen per gezin heel hoog was, was het sterftecijfer onder de jonge kinderen ook hoog .
De opvoeding van de kinderen lag tijdens de eerste jaren voornamelijk in handen van de moeder. Bij de zoon nam de vader vanaf een bepaalde leeftijd deze plicht over. Hij leidde hem op tot zijn helper en opvolger. Indien de kinderen een andere beroep wilden uitoefenen dan hun vader, stuurde men ze naar scholen, die dikwijls een onderdeel van een tempel waren. Hier leerde men vooral rekenen, lezen en schrijven. Een ander belangrijk punt in de opvoeding was de vorming van de persoonlijkheid.
Een Egyptisch reliëf toont een vrouw die met haar lichaam de 'brug' maakt, wat meer dan waarschijnlijk een religieus geladen dansfiguur is.
Misschien houdt ze immers verband met Noet, de godin van de kosmos, die uitgebeeld wordt als een brug over de aarde. Vast staat in ieder geval dat hbj niet alleen 'dans' betekent, maar ook de naam is van de gymnastische oefening 'de brug', die nu nog altijd voorkomt in Indische dans.
Stilaan komt dans los van zijn religieuze betekenis. Rijke en voorname mensen laten steeds vaker hun feesten opluisteren door danseresjes, begeleid door (vrouwelijke) muzikanten in linnen jurken. Elke koningsharem heeft zijn danseressen, hbjt genoemd. Die staan lager aangeschreven dan de muzikanten, al noemt de farao hen 'vreugdeschenksters' (shmh-jb). Ze dansen naakt, met uitzondering van een heupgordel van houten kralen, waarin pitten rammelen tijdens het dansen. Hun dans bestaat uit acrobatische figuren en pirouettes, sierlijke handbewegingen en wiegende heupen, gekruid met handgeklap, kleppers en crotalen.
Vrouwen werden betaald voor het werk dat ze verrichtten en ze konden hun eigen eigendom bezitten, kopen en verkopen, een testament opmaken en bepalen welk van hun kinderen van hen zou erven. Veel vrouwen bezetten een religieuze post en er zijn ook vrouwen bekend die titels droegen als "gouverneur", "rentmeester", "opzichter van artsen" en zelfs "vizier", de hoogste ambtelijke rang na de koning. De monarch was doorgaans een man, maar in minstens vijf gevallen werd de troon bezet door een vrouw.
Hoewel vaak wordt beweerd dat er geen bewijs is voor het bestaan van vrouwelijke klerken, moet een aantal vrouwen vanwege hun officiële taken in staat zijn geweest geschreven documenten te raadplegen. Tegen de Grieks-Romeinse tijd is de geletterdheid van vrouwen duidelijk bewezen: de beroemde Cleopatra de 7e kon minstens zeven talen spreken en schrijven, waaronder het Egyptisch
In de vroege dagen van de egyptologie ontdekten de heren geleerden uit Europa tot hun schrik afbeeldingen van Egyptische vrouwen in vooraanstaande of zelfs dominante rollen. Veel van wat ze aantroffen, deden ze af als "fictief" of "ritueel" en zelfs nu nog is het onderwerp van gelijkwaardigheid omstreden. Maar in het oude Egypte waren vrouwen wettelijk onafhankelijke burgers en hadden ze uiteenlopende maten van zelfbeschikking die ongebruikelijk was in de door mannen gedomineerde oude wereld. Zeker de Grieken waren geschokt door hun vrijheid: de historicus Herodotus (5de eeuw v Chr.) schreef dat vrouwen "naar de markt gaan en deelnemen in de handel, terwijl mannen thuiszitten en weven". De Egyptenaren, concludeerde hij, "lijken de normale praktijken van de mens te hebben omgekeerd".
Over het algemeen trouwden vrouwen en kregen ze kinderen, maar ze waren niet temin zichtbaar in de hele Egyptische samenleving, werkend op velden en naast de mannen ingelijfd voor maatschappelijke werken. Zowel mannelijke als vrouwelijke bedienden zijn afgebeeld terwijl ze huizen schoonmaken, bedden opmaken, brouwen en bakken, al werd het wassen gedaan door professionele wasmannen. De mannen werkten doorgaans buitenshuis, terwijl vrouwen een aanzienlijk groter deel van hun tijd binnenshuis doorbrachten, al zijn ze ook te zien in openluchttaferelen, wat tot uiting komt in het artistieke gebruik, dat hun een lichtere huidskleur geeft. Maar zowel mannen als vrouwen bezochten sociale gebeurtenissen.
Jaarlijks werden er meer dan vijftig publieke feesten gevierd. De Egyptenaren waren de eerste die een kalender van 365 dagen aanhielden, bestaande uit 360 dagen plus vijf grote, heilige dagen om de geboortedagen van Osiris, Isis, Horus, Seth en Nephthys aan te duiden. Andere belangrijke feestdagen omvatten het Feest van Hathor, wanneer het beeld van de godin uit haar schrijn in Dendera werd gehaald en aan het volk werd getoond te midden van vrolijke muziek en danspartijen ter viering van een goede oogst. Vergelijkbare gebeurtenissen vergezelden het bruiloftachtige Feest van de Prachtige Ontmoeting, waarbij het beeld van Hathor van Dendera naar het zuiden reisde om twee weken door te brengen bij haar "echgenoot" Horus, in Edfu.
In gezelschap van een grote stoet priesters, priesteressen, musici en dansers liep de hele bevolking tijdens deze algemene vrije dagen uit om deel te nemen aan de vreugde en te genieten van grote hoeveelheden voedsel en drank, dronkenschap werd actief aangemoedigd als een vorm van eerbetoon aan de goden.
Het jaarlijkse feest van Opet in Thebe was er één van een reeks belangrijke feesten die waren bedoeld om de kracht van de koning te vergroten en te sterken. Tijdens dit feest werd het heilige beeld van Amun, de nationale god van Egypte, te midden van een feestende menigte stroomopwaarts vervoerd van Karnak naar de tempel van Luxor, waar de koning deelnam aan een geheime rite in de binnenste schrijn. Hierna verscheen hij in het openbaar, goddelijk en met hernieuwde kracht, voor zijn uitzinnige onderdanen.