Om bij tijd, eens terug te genieten van de plaatsen waar je ooit geweest bent! De wereld in een muisklik http://www.alovelyworld.com/index2.html
OP REIS MET DE BLAUWE VOGEL - Cruise op deNijl -
1.Lezers die het hele REISVERSLAG WENSEN TE LEZEN.... weet dat dit in omgekeerde orde staat.
Het begint met de terugreis 15.09.06 (zie blog vanaf 3december 06) en eindigt met het vertrek op 01.09.06 ( zie blog vanaf 3 oktober 06)
2.Verder wordt deze blog aangevuld met EGYPTE NU:actuele feiten en vondsten...
26-05-2006
Sierraadkunst
Sieraden in het oude Egypte hadden niet alleen een decoratieve maar ook een kwaadafwerende functie. De grondstoffen voor de sieraden vond men vooral in de woestijn : edelmetaal, edelstenen en mineralen.
Al in het begin van de faraonische cultuur hebben Egyptische handwerkers prachtige prestaties geleverd op het gebied van de sieraadkunst. Dankzij de beheersing van materialen en verfijnde smaak, waren zij in staat om prachtige creaties te maken.
De collier(zie afbeelding) is samengesteld uit amuletten van allerlei vorm. Hiertussen zijn oedjat-ogen ,vliegen, scarabeeën, een vis en een hartvaas-amulet te onderscheiden, gemaakt van kornalijn, lapis lazuli en goud. Het centrale element van de ketting is een ovale kraal van kornalijn, die wordt geflankeerd door leeuwinnekopjes en vaasvormige kralen van goud. Onder deze ovale kraal hangt een gouden hanger van de god Bes met een rechthoekig plaatje waarop de koegodin Hathor is afgebeeld.
De ketting in het middenbestaat uit paren van kralen in de vorm van korenbloemen, gemaakt van kornalijn, afgewisseld door ronde en bladvormige kralen en vissen in goud.
De onderste halsketting is gemaakt van 31 vliegvormige hangertjes . De insekten zijn gegoten volgens een speciale techniek( d.i. de cloisonnétechniek: in goud gegoten cellen ingelegd met lapis lazuli en rood glas). Tussen de vliegen zijn ovale kralen van blauwe en groene glaspasta geregen.
Glas komt voor het eerst voor in het 4de millennium v.Chr., als glazuur.
Rond 1500 v.Chr. worden de eerste flessen en glazen gemaakt.Antiek glas is meestal blauw-groen van kleur, en is sterk verweerd ten gevolge van chemische processen in de bodem.
Gaaf antiek glas komt bijna altijd uit graven, waardoor het ook goed dateerbaar is.
Glas diende in de oudheid vooral als siermateriaal en voor vaatwerk, maar had ook toepassingen in dobbelstenen, bikkels en medische instrumenten. Pas kort na het begin van de jaartelling gebruikten de Romeinen glas in vensters toe. In het koude noorden wordt dat heel populair.
Het vroegste glaswerk komt uit het Nabije Oosten, en wordt vandaar in Egypte geïntroduceerd. Het glas uit deze periode werd gemaakt door een keramische staaf te omwikkelen met klei en rollen half gesmolten glas. De glazenier bewerkte dan het oppervlak en verwijderde uiteindelijk de kern. Dit procédé noemt men de 'zandkern'-techniek
Vanaf Alexander de Grote wordt ook 'vormgeperst glas' gemaakt, waarmee ook open vormen kunnen gemaakt, zoals kommen en schalen. Dit soort glas werd met mallen uit glasafval vervaardigd. In de mal konden patronen worden gemaakt die uit meerdere kleuren konden bestaan: mozaïekglas. Dit product is erg populair in de Romeinse periode
Glasblazen wordt rond 50 na Chr. in Palestina uitgevonden. Deze techniek vereenvoudigde het procédé, en maakt glas ook veel goedkoper. Bovendien zijn de producten fijner en in meer vormen te vervaardigen. Glas wordt een echt gebruiksartikel. 'Vormgeblazen glas' wordt gebruikt voor reliëfglazen, flesjes in de vorm van vruchten, lichaamsdelen of vierkante flessen.
Een andere versieringstraditie is glasslijpen, dat door Egyptische ateliers in Noord-Europa wordt geïntroduceerd.
Het is een kroon die de atef-kroon combineert met heilige symbolen zoals zon en ramshorens. Onderaan begonnen de ramshorens dan kwamen er drie atef-kronen waar tussenin de zonnen stonden.
De kroon werd gedragen door goden en koningen. De hemhem kwam in de mode ten tijde van de ptolemaeen.
Nemes
Een nemes is niet echt een kroon maar een doek. De standbeelden van koningen worden er dikwijls mee getooid .
Het doek werd rondom het hoofd en de schouders gedrapeerd.
Gierenkap
Egyptische koninginnen, gemalinnen of godinnen droegen een gierenkap. Het bestaat uit een kap in de vorm van de gier die aan het voorhoofd kon worden opgezet. Het haar werd naast de vleugels van de gierenkap gedrapeerd langs de oren. Bij de staart kwamen de overige haren eruit en vielen langs de schouders. De gier was het patroondier van verschillende godinnen .
Deze kroon was een combinatie van de witte en de rode kroon. Er bestaan twee varianten. Beide werden gebruikt in de schilderkunst en in de beeldhouwkunst. Deze kroon stond onder invloed van de twee godinnen van Egypte .
Men beschouwt deze kroon ook als kroon van verenigd Egypte.
De varianten:
De rode kroon zit aan de buitenkant en de witte kroon zit daar binnen in.
De witte kroon heeft een strook die schuin-omhoog springt en eindigd in een krul.
De Atef-kroon
De atef-kroon werd gedragen door de mythische eerste koning: Osiris. Osiris was ook de god van de vruchtbaarheid en op zijn kroon prijkte een witte kroon met plantenstengels en struisvogelveren. Deze kroon werd tijdens het nieuwe rijk verfraaid met hoorns van de ram
De rode kroon is het symbool voor Beneden-Egypte. De kroon bestaat uit een rode mijter die doorloopt aan de achterkant. Aan de voorkant springt er een strook schuin-omhoog die eindigt in een krul. De kroon werd beschermd door Wadjet, een slangengodin die meestal te zien was aan de voorkant. Deze kroon zou verwijzen naar de pré-dynastieke periode in Opper-Egypte, waarschijnlijk is hij ingevoerd tijdens de koningsschap van Narmer. De kroon wordt gebruikt in het hieroglieven-schrift waar het de letter n voorsteld.
Witte kroon (hadjet)
De kroon is een langwerpige muts die zich toespitst aan het einde en eindigde in een knobbel. De kroon werd gedragen als de vorst zich als een heerser van Opper-Egypte wou voordoen. De kroon stond onder bescherming van de gierengodin Nechbet.
In de Oud-Egyptische kunst zijn er veel kronen te zien. De meeste goden/farao's werden met zo'n kroon getooid . Men vermoedt dat de kroon ook aan de dode werd meegegeven voor het dodenrijk Raar genoeg zijn deze kronen nooit echt in graven gevonden. Wellicht omdat ze meestal waren geplunderd voordat de archeoloog het graf ondekte.
Er zijn verschillende soorten: ( worden besproken in volgende artikels)
Rode kroon (desjret)
Witte kroon (hedjet)
Dubbele kroon (psjent)
Oorlogskroon (chepresj)
Atef-kroon
Hemhem
Bij de afbeelding: Van links naar rechts: Hadjet, Desjret en Psjent.
Aansluitend op scheppingsverhalen en de berichten van gisteren over het 'elkaar naakt zien'
Is God preuts? Wendde hij Zijn ogen af van de naakte man en vrouw, die hij had geschapen, of keek hij juist naar hun zojuist geschapen lichamen en zei: 'Uitstekend'? En is het verlangen en de aantrekkingskracht tussen de seksen ingebouwd door God? Of is het een zonde, het gevolg van de een of andere mysterieuze 'zondeval' van de mens? God had de mensen ook zo kunnen scheppen dat zij zich zouden vermenigvuldigen zoals planten of vissen dat doen. De mens zou dan net als een plant een vinger kunnen afsnijden, die in de grond kunnen planten en een nieuw menselijk wezen zou eruit groeien.
Of zoals sommige planten zou de mens zich kunnen reproduceren door het verspreiden van sporen of stuifmeel in de lucht, die via de wind naar een vrouw zouden zweven.
Of de vrouw zou zoals de een of andere vis eieren kunnen leggen en de man zou later komen om die te bevruchten. Ook deze seksuele systemen bestaan. Maar God schiep speciaal voor de mens een unieke manier van voortplanting binnen het huwelijk. Seks was niet alleen bestemd voor voortplanting, maar ook voor de vreugde die het aan man en vrouw verschaft om elkaar gedurende hun hele leven te kunnen beminnen. Genesis 1:27 verklaart: " man en vrouw schiep hij hen". In vers 31 bevestigt God opnieuw de wijsheid dat hij de mens mannelijk en vrouwelijk geschapen had, toen hij keek naar alles wat hij had geschapen en hij zei dat het "zeer goed" was.
De meeste beschavingen van de oudheid werden machtig en welvarend als er een betrekkelijk strenge seksuele ethiek was. Maar op het toppunt van hun macht verzwakten deze maatstaven en de beschavingen raakten in verval te midden van wijdverspreide openbare zedeloosheid.
Egypte vormde daarop geen uitzondering.
Vele 'moderne' ideeën van de 'nieuwe' moraal waren al gemeengoed ten tijde van de vroege dynastieën.
Indien u de Egyptische fresco's heeft gezien, weet u dat pornografie niets nieuws was. Vrouwen waren dikwijls agressief in seksueel opzicht, zoals met veel voorbeelden uit de literatuur van het oude Egypte kan worden aangetoond. U hoeft niet verder te gaan dan Genesis 39 voor een levendig voorbeeld van een dergelijke Egyptische verleidster in de persoon van de vrouw van Pontifar die de jonge Jozef trachtte te verleiden. Seks speelde een belangrijke rol in de Egyptische magie en hekserij. Priesters, als goden vermomd , maakten vaak seksueel misbruik van lichtgelovige vrouwen. Van koningin Hatsjepsoet bijvoorbeeld werd verteld dat zij bij haar moeder was verwekt door de god Amon, maar van een 'onbevlekte ontvangenis' was eigenlijk geen sprake. Tijdens latere dynastieën werd bloedschande zo algemeen onder de farao's dat velen van hen vroeg stierven door aangeboren afwijkingen farao Toetanchamon, zou volgens sommigen een treffend voorbeeld zijn: hij stierf op 18 jarige leeftijd als gevolg van aangeboren gebreken.
Geruststellend nieuws !!!Moderne moslims schudden het hoofd ....
Egypte verdeeld over naakt vrijen
Wie als moslim naakt de liefde bedrijft, maakt daarmee het huwelijk ongeldig. Dat is althans het oordeel van de conservatieve Egyptische Korangeleerde Sjeik Rashad Hassan Chalil. Hij vaardigde recentelijk een fatwa uit van die strekking.
Sjeik Rashad is een voormalig decaan aan de faculteit voor islamitisch recht van de gerenommeerde al-Azhar-universiteit in Kaïro. Hij beroept zich voor deze fatwa niet op de Koran, maar op een hadith of overlevering over de profeet Mohammed.
Ook in de ahadith (meervoud van hadith) wordt echter geen concrete straf voor naaktheid genoemd, en daarom is het niet moeilijk voor andere moslimgeleerden in het land om hem tegen te spreken.
,,Uw vrouwen zijn voor uw genot bestemd"
Een fatwa is niet bindend. Zo verklaarde de decaan van de faculteit voor islamologie vorige week dat binnen het huwelijk alle seksuele varianten zijn toegestaan, anale seks uitgezonderd.
Ze citeerde uit de Koran: ,,Uw vrouwen zijn voor uw genot bestemd, dus geniet de bijslaap zoals gij wilt." Volgens Sjeik Abdullah Madshawir, secretaris van de fatwacommissie van het al-Azhar-instituut waartoe ook de universiteit behoort, is naaktheid weliswaar toegestaan, maar mag de man zijn blik niet op de geslachtsdelen van de vrouw richten.
Orale seks zou bovendien niet toegestaan zijn. Zijn motivatie luidt: ,,God heeft de mensen een zekere waardigheid gegeven, en de vrouw mag niet ontwijd worden."
Moderne moslims schudden het hoofd
Modern denkende moslims schudden hun hoofd over het naaktheidsdebat. Zij betogen dat de islam in principe niet vijandig staat tegenover lustbeleving, en dat de seksualiteit binnen het huwelijk in de Arabisch-islamitische cultuur historisch gezien minder onder taboes te lijden heeft gehad dan de christelijke cultuur.
De vice-voorzitter van de raad voor de Egyptische grondwet, Tahani al-Gebali, noemt de hele discussie absurd. ,,Dit zogenaamde naaktheidsverbod heeft niets met het islamitisch recht uit te staan", aldus de rechter.
Een tussendoortje: Toch ff meegeven aan personen die weldra naar Egypte vertrekken ....
Naakt vrijen mag niet in Egypte
In Egypte is een fatwa uitgesproken die gehuwden verbiedt zich volledig te ontkleden tijdens het liefdesspel.
,,Volledig naakt zijn tijdens de seksuele daad maakt het huwelijk ongeldig'', ordonneert Rashar Hassan Khalil, de voormalige rector van de faculteit van de sharia aan de universiteit van al-Ahzar, de meest beroemde van de soennitische islam.
De omstreden fatwa ontketende een hevige discussie onder theologen in de Egyptische media. Volgens tegenstanders van de fatwa is er geen enkele heilige tekst die partners verbiedt om zich volledig te ontkleden of bepaalde lichaamsdelen te zien wanneer ze de liefde bedrijven.
Gelezen in 'De Standaard' op maandag 9 januari 2006
Volkse schilderkunst werd gemaakt op papyrus en potscherven. Ze vertoonden een grote levendigheid en gevoel voor humor.
algemene kenmerken: Het ontbreken van perspectief: bij de Egyptenaren wordt het perspectief uitgedrukt door horizontale rijen onder elkaar te plaatsen. De onderste rij is de meest dichtbije, de bovenste de verste. Bovendien verkleinen de figuren niet naargelang ze verder van de toeschouwer verwijderd zijn.
De kunstenaar deed dit bewust. In zijn ogen vervormt het perspectief de werkelijkheid en daar had hij een afkeer voor.
De mens wordt in een fysiek onmogelijke houding weergegeven: hoofd in profiel; oog frontaal, gerekt en ovaal , schouders frontaal ,de borst niet naar voor, de armen zijn onnatuurlijk aan het lichaam gezet en de voeten bevinden zich plat op de grond en voor elkaar geplaatst. De onderlinge grootte wordt niet gedicteerd door het perspectief.
Sociaal belangrijker figuren zijn groter afgebeeld dan minder belangrijke. Goden en farao zijn altijd groter dan hun onderdanen, priesters zijn groter dan het gewone volk. Het was dus een kwestie van sociale hiërarchie. Een natuurgetrouwe weergave: de kunstenaar tekent niet wat hij ziet, maar wel wat er is!
De reliëfs en de schilderingen werden gekleurd. De schilder tekent een silhouet en kleurt het met slechts één tint. De kleuren zijn zuiver conventioneel en symbolisch. Het kleurenpalet is beperkt met overwicht van okertonen. Wit wordt vooral gebruikt voor de kleding. Vrouwen = okergeel; mannen = steenrood; negers = donkerbruin. Techniek: de verf werd aangebracht op een droge pleisterlaag (al secco). Het zijn geen echte fresco's.
Men moet een onderscheid maken tussen hetgeen zich in de graven en hetgeen zich buiten de graven bevindt :
In de graven: Hier komen, naast de vele schilderingen, gewoonlijk vlakreliëfs voor.Ook zien we bas-reliëf = waarbij de figuren voor minder dan de helft buiten het vlak uitsteken.
De afgebeelde scènes hebben betrekking op het dagelijks leven en vertonen vooral landbouwactiviteiten,dit om de dode blijvend van voedsel te voorzien. Voorts ambachtslieden aan het werk en banketscènes begeleid met muziek en dans (om iets vertrouwd en gezellig in de graven te brengen en om het heimwee van de dode te verzachten).
In andere taferelen is de overledene afgebeeld in het gezelschap van een god die hem zal verdedigen bij het "laatste oordeel" in de onderwereld.
Samengevat: de reliëfs hadden tot doel de eigenaar van het graf te dienen. De schilderingen hebben dezelfde functie en kenmerken als de reliëfs. In vergelijking met de reliëfs is bij schilderingen het verhalende karakter groter.
Buiten de graven: Hier komen de holreliëfs voor dwz verzonken reliëf : in het vlak worden de omtreklijnen in de diepte uitgehakt omdat ze blootgesteld zijn aan regen en wind. Ze worden aangebracht op de tempelmuur of op de doorgangen van de valleitempels naar de graftempels.
In deze taferelen is de koning steeds actief aanwezig: hij doodt zijn vijanden, jaagt op wilde dieren, eert de goden, maait het koren of ploegt. Naast koningstaferelen vindt men hier ook veel godentaferelen.
Het hiernamaals was voor de Egyptenaar de voortzetting van het aardse leven. Dit werd benadrukt door het 'mondopeningsritueel' waarmee ook de kunstenaar zijn creaties leven inblies. ( zie voorgaande artikels)
Opvallende kenmerken waren; *'hoe groter des te belangrijker', *de combinatie van opeenvolgende episoden in één beeld, * het ontbreken van juiste onderlinge ruimtelijke verhoudingen tussen voorwerpen.
Voor de uitbeelding van onderwerpen waren er vaststaande, typische modellen: *een zittende schrijver, *een vergoddelijkte mummie, *de dode voor een tafel met broden.
Voor de afbeelding van figuren waren er strenge proportievoorschriften. Er werd gewerkt in laagreliëf, waarbij de afbeelding tegen een lage achtergrond stond, en verzonken reliëf, met figuren die in een hoog gelaten achtergrond stonden. Hoogreliëf bestond niet.
Weinig kunstenaars zijn bij naam bekend omdat "Kunst" gelijk stond aan vakmanschap ! Het vak was erfelijk van vader op zoon.
De kunstenaars werkten in de tempel of het paleis. De farao was persoonlijk betrokken bij de controle van het resultaat. Sommige kunstenaars stonden hoog op de sociale ladder en genoten dan ook allerlei voordelen.
Aanvulling met afbeelding op vorig en volgend artikel:
Maat was de godin van de waarheid en de justitie. Ze ging ook rampen tegen zoals zandstormen en aanvallen van vreemde volken. Maat was de godin van de orde.
Maat werd afgebeeld als een godin die een veer draagt. De veer werd vergeleken met het gewicht van het hart van een dode. Dit bepaalde of de dode naar het dodenrijk mocht gaan.
Het was de taak van de farao om de orde te handhaven door Maat te aanbidden. Dit werd gedaan door dagelijkse rituelen te volgen die bestonden uit het offeren van voedsel en drank. .
Soms wordt Maat ook afgebeeld met vleugels, maar meestal met gewone armen.
Generaal/farao Horemheb / zijn reliëfs / huldiging
Dankzij zijn hoge positie was Horemheb in de gelegenheid zijn 'huis voor de eeuwigheid' op een haast koninklijke wijze te laten inrichten. De beste kunstenaars en vaklieden stonden hem ter beschikking voor de inrichting en versiering.
Iets over Amarna-kunst Onder Achnaton ontstaat de Amarna-kunst die wordt gekenmerkt door de langgerekte schedels, de lange vingers, ...wijkend voorhoofd, schuingeplaatste ogen, lange neus, volle mond,....de gesloten ogen, de spitse kin en de weke buik. Ook zijn er emoties waar te nemen.
De wandreliëfs laten zien dat die artiesten zich hebben laten inspireren door de vitaliteit, directheid en thematiek van de Amarna-kunst. Het is mogelijk dat het om kunstenaars gaat die eerst in Amarna hebben gewerkt en, na de ondergang van Achnaton, met het hof van Toetanchamon naar Memphis zijngekomen.
De reliëfs tonen de hoogtepunten van Horemhebs carrière voorafgaand aan zijn koningschap Vooral de militaire successen van de generaal worden breed uitgesmeerd. Lange stoeten van gevangenen uit Syrië en Palestina, maar ook van Hittieten uit het verre Anatolië en Nubiërs, trekken voorbij. Geboeid worden die door Egyptische soldaten meegevoerd.
Impressies van gevoerde gesprekken met verslagen opperhoofden en rapporten over Horemhebs' leger aan Toetanchamon zijn door de kunstenaars levendig en kleurrijk in beeld gebracht.
Het belanrijkste moment van het hele beeldverhaal is de huldiging die Horemheb te beurt valt in aanwezigheid van de farao
Omhangen met gouden banden - 'het goud van eer', dat voor bijzondere prestaties aan hoge functionarissen werd uitgereikt - heft de generaal zijn armen omhoog. Hij draagt een lange, ceremoniële pruik. Op zijn voorhoofd prijkt het koninklijk attribuut, de uraeusslang.
Evenals op andere afbeeldingen in het graf is die slang later, toen de generaal al farao was, nog aan het reliëf toegevoegd geworden.
De rest van deze huldigingsscène bevindt zich gedeeltelijk nog op de zuidelijke wand in het kleine binnenhof van het graf. Daar zijn de koning en de koningin te zien op een troon onder een baldakijn, en een dienaar die de treden van de troon afrent, Horemheb tegemoet.
Even Horemheb situeren in de tijd: Behoorde tot het Nieuwe Rijk 1550-1070 Meer bepaald tot de 18e dynastie 1550 tot 1307 v C Tot deze dynastie behoorde ook Toetanchamon die regeerde van 1333 tot 1323 v C Horemheb regeerde van 1319 tot 1307
Horemheb behoorde tot de groep hoge ambtenaren rond Toetanchamon en volgde hem enkele jaren na zijn dood op als farao.
De reliëfs komen uit het eerste graf dat hij voor zichzelf liet maken in Sakkara, toen hij nog generaal was. Uiteindelijk kreeg hij een koningsgraf in Thebe.
De reliëfs zijn scènes uit Horemhebs succesvolle militaire carrière, met afbeeldingen van gevangenen uit Syrië, Palestina, Afrika en Turkije. De huldiging van de generaal, waar hij wordt behangen met 'het goud van eer' staat centraal.
Een van de spectaculairste graven in het Nieuwe Rijk te Sakkara is dat van Horemheb. Horemheb was de leider van een kleine groep van topambtenaren die onder Toetanchamon de feitelijke macht uitoefenden. Hij was generaal en droeg de titel 'plaatsvervanger des konings'.
Onder Toetanchamon was hij aan zijn graf begonnen, maar hij liet het werk stoppen toen hij, rond 1319, zelf farao werd en daardoor recht had op een graf in de Vallei der Koningen in Thebe. Dat koningsgraf behoort tot de mooiste farao-graven in de vallei. Daarin is hij ook begraven.
In de jaren twintig van de 19de eeuw is een aantal reliëfs uit graf van Horemheb in Sakkara verwijderd. De beste en grootste stukken werden in 1830 door de Italiaanse kunsthandel voor het Rijksmuseum van Oudheden verworven. Dan gebeurde er enige tijd niets meer...
De ligging van het monument is daarna in vergetelheid geraakt. Men kon dus van een herontdekking spreken toen het graf in 1975 door een gemeenschappelijk opgravingsteam van de Engelse Egypt Exploration Society en het Rijksmuseum van Oudheden werd teruggevonden.
De architectuur van het graf :
De bovenbouw van het graf van Horemheb heeft de vorm van een tempel, 52 meter lang bij 20 meter breed. De ingang heeft een 4,5 meter hoge poortconstructie en een pyloon die gericht is naar het oosten.
In westelijke richting treft men een groot binnenhof aan met een zuilengaanderij en vervolgens drie naast elkaar liggende, lange ruimten.
De middelste was bestemd voor de beelden van Horemheb en gaf toegang tot een kleiner binnenhof. Deze kleine hof is aan de westkant begrensd door drie kapellen.
De muren van het gebouw zijn gemaakt van in de zon gedroogde kleistenen .. Op de muren zijn hier en daar nog grote delen van de originele wandreliëfs van witte kalksteen bewaard.
Vier schachten in de vloeren van de hoven en in de muren leiden naar verscheidene kamercomplexen diep in de rotsbodem.
Het hoofdcomplex, dat oorspronkelijk voor generaal Horemheb bestemd was, ligt op een diepte van 25 meter.
In een kamer op 30 meter diepte zou Horemhebs vrouw, koningin Moetnodjemet, begraven zijn.
De hoofdsieraden van de farao's van de 12de dynastie en van hun vrouwelijke familieleden zijn de mooiste en technisch meest perfecte uit het oude Egypte.
Het diadeem is een aantrekkelijk en sierlijk stuk edelsmeedwerk. Het is gemaakt volgens de traditie van de edelsmeedkunst van het Middenrijk . Het bestaat uit een eenvoudige hoofdband met afhangende linten aan de achterzijde, waarbij het middenste wordt bedekt door een apart gemaakt element in de vorm van een bloemenstrik.
Precies hier tegenover, aan de voorkant , prijkt een uraeus, de heilige cobra, het attribuut van goden en koninklijke personen. Een diadeem is in feite een in edelmetaal nagemaakte haarband van linnen.
Dergelijke haarbanden werden zeer veel gedragen in Egypte . Men ziet er zelfs matrozen mee afgebeeld. De lineaire decoratiepatronen die men ziet op de linnen haarbanden zijn ook op het koninklijk haarsieraad van metaal terug te vinden.
Zulke linnen haarband noemden de Egyptenaren sesjed, wat 'haarlint' betekent.
Het afgeleide diadeemtype zou men daarom als sesjed-diadeem kunnen betitelen als onderscheid voor andere koninklijke hoofddeksels of kronen, die elk een eigen naam hadden. De oudst bekende in metaal gekopieerde sesjed 's dateren uit de 4de dynastie (ca. 2500 v.Chr.).
In het oude Egypte droeg iedereen een linnen haarband. Koningen beschikten over een diadeem van edelmetaal.
De legering van dit koninklijk diadeem bestaat voornamelijk uit zilver. De band is gesneden uit gehamerd bladzilver van 1 tot 1,5 mm. dik en bewerkt met lijnpatronen. De afhangende linten aan de achterkant zijn ook van zilver gemaakt. Verder is er een versiering aangebracht in de vorm van een bloemenstrik, gemaakt van zilver, faience en gekleurd glas.
De ureaus (heilige cobra) op de voorkant die aan de band is vastgesoldeerd, bestaat uit 16-18 karaat gevijld goud.
Dit kostbare voorwerp stond lange tijd bekend als het 'Diadeem van Koning Antef': een farao uit de 17de dynastie. Recent onderzoek van het voorwerp heeft echter uitgewezen dat toeschrijving aan een farao niet mogelijk is.
Oorzaak De lokale bevolking van Luxor, die letterlijk op en tussen de monumenten en oudheden leeft, was gewoon om door hen in verschillende graven gevonden voorwerpen te combineren en zo de verkoop aan verzamelaars aantrekkelijker. Daarom is het zeer goed mogelijk dat we hier met een kunstmatig samengestelde vondstengroep te maken hebben.
Het voorwerp kan geweest zijn van een koning of van een andere koninklijk persoon. Daarbij moet zelfs nog worden afgevraagd of dat van een man of een vrouw was omdat zulke hoofdversieringen gedragen werden door beide seksen
De levende farao werd beschouwd als de zonnegod Horus op aarde. Deze gelijkenis komt tot uiting in het beeld van de koning op een troon, waar zijn rug door de vleugels en staart van een valk is bedekt. Hier zit de koning op een kubusvormige troon. Hij draagt de traditionele geplooide koningsdoek en heeft een lendenschort aan. Op de zijkanten van de troon staan afbeeldingen van geboeide gevangenen. Het symboliseert de overwinning op het kwaad.
Iedere farao bezat vijf namen, waarvan er twee hem met Horus identificeren: de Horus-naam en de Gouden Horus-naam. Tot aan het eind van faraonische beschaving was het koningschap erg verbonden met de cultus van de valkgod Horus . Dit hebben de Egyptische kunstenaars zeer uitdrukkelijk in hun creaties aangetoond.
Het bekendste beeld waarin de gelijkstelling van de farao met Horus tot uiting komt, is het beeld van de koning wiens nek door een valk met uitgespreide vleugels is bedekt.
Het prachtige beeld van farao Chephren uit de 4e dynastie en de prachtige kop van koning Neferefre uit de 5e dynastie, zijn hiervan mooie voorbeelden. (Egyptisch Museum in Cairo)
Bij andere voorstellingen maken valken deel uit van de versiering van de koninklijke hoofdbedekking.
Een derde uitdrukkingsvorm was een compositie van de farao met de Horusvalk . Een prachtig beeld van harde groenachtige gepolijste steen staat in het Metropolitan Museum of Art in New York : farao Nectanebo II (360-343 v.Chr.), de laatste koning van inheemse afkomst, staat tussen de poten van een grote valk getooid met de dubbele kroon van Egypte.
voorkant en achterkant van het beeldje - vooral de achterkant toont de uitgespreide vleugels van de valk
Alles, ook de mens, moest volgens de Egyptenaren een kringloop doormaken
De enige natuur die de Egyptenaren kenden, was de Egyptische.
De natuurlijke omstandigheden waren hier eeuwenlang zeer stabiel. Er waren drie seizoenen van elk vier maanden: Droogte - honger en dood, Overstroming en Opkomen - wedergeboorte. In de zomermaanden, wanneer de zon op zijn heetst is, leed Egypte honger en werden de mensen door besmettelijke ziektes bedreigd. De machten van de chaos deden een aanval. Maar dan kwam de Nijl, die alle leven mogelijk maakt. Nadat het land bevloeid was, werd gezaaid, en het land beleefde een wedergeboorte. Ieder jaar zag Egypte er net uit als na de schepping.
Het fenomeen kringloop was zo dominant
in de Egyptische denkwereld, dat men het logisch vond dat alle levensvormen, ook de mensen, een kringloop moesten doormaken.
De mens kwam, na zijn dood, voor een soort rechtbank die besliste of hij het dodenrijk binnen mocht. Osiris was de koning van het dodenrijk die, nadat hij zelf was vermoord, weer tot leven was gekomen.( zie verhaal Isis, Osiris, Seth) Zijn rijk was buiten de zichtbare hemel.
Enkele cartouches van farao's - voorbeelden van de kringloop van het leven