Wij gingen op bezoek bij een oude kennis, ergens in de Ardennen, ik ben de naam van dat dorpje vergeten.
Onze vriend Léon, was een echte natuurliefhebber. Hij was eigenaar van een enorme boerderij en hield geweldig veel van reptptielen. Zo had hij ondermeer aligators, kamélions, hagedissen, krokodillen, varanen, enz...enz...
te veel om op te noemen.
Al die beesten zaten in rotsachtige nagebootste tuinen, goed afgebakend achter zijn hoeve.
Na een lekker middagmaal, nam hij ons mee, zo fier als een gieter, voor een rondleiding in zijn dierenpark.
Wij waren met een man of tien. Als laatste in de rij, daar ik veel foto's nam, liet ik mij op een zeker ogenblik wat afzakken van de rest, want ik voelde de drang opkomen om te moeten plassen.
Ik wipte over twee balken en bleef staan achter een soort grijs grauwe rots, om ongezien mijn kleine behoefte te doen.
Maar eenmaal begonnen, zette die rots zich plotseling in beweging. Ze werd groter en groter, draaide zich om en een reuze leguaan stond met opengesperde muil naar mijn ding te staren.
Van 't verschieten liet ik alles vallen, rende hals over kop naar de omheining, struikelde en bleef met mijn hoofd tussen de twee balken steken.
Toen begon ik uit pure angst te gillen en te roepen. Ik dacht dat mijn laatste uur geslagen had.
Maar de reuze leguaan was verdwenen. Hij had zich blijkbaar ook van iets verschoten. Ik werd recht geholpen door mijn vrienden. Het foto apparaat werd terug gevonden, maar mijn kletsnatte broek heb ik moeten veranderen.
Was me dat verschieten.
Pipopke