Mijn over, over, over grootmoeder langs vaders kant . RIRORKE
Je moet maar durven. RIRORKE
Mijn oom Louis
blijf positief denken
blijf optimistisch kijk vooruit, nooit achteruit.
04-05-2007
VOOR EEN GOED DOEL
Twee jaar geleden, vroeg men mij of ik wilde meewerken aan een goed doel. Er werd een benifit avond op touw gezet voor mijn buurmeisje, die in AMERIKA een zware operatie moest ondergaan. Heel enthoesiast gaf ik mijn ja woord, want zoiets kan je gewoon niet wijgeren. Een week later vroeg men mij of ik het aandurfde, twintig meter over een gespannen kabel te lopen met een evenwichtstok van ongeveer vijf meter vijftig. Ik ben wel niet van een kleintje vervaart maar dit ging me toch wat te ver. Na lang aandringen en zekere afspraken met de organisatoren, kon ik niet meer wijgeren. Mijn training en de voorberijdingen konden beginnen. Weken had ik getraind van 's morgens tot 's avonds. Bijna zonder eten noch drinken. Mijn stok woog meer dan mijzelf en eindelijk was DE DROTE DAG aangebroken. Daar stond ik dan, in strakke training en op turnsloffen. Het gebeurde op het kerkplein, het was ongeveer negen uur 's avonds. Iedereen was aanwezig. Fotos werden genomen. Gesprekken werden uitgezonden. De locale T.V. was ter plaatse. Burgemeester en schepenen waren op post. Een halve kliniek stond klaar in geval van nood. Door een ganse menigte werd ik aangemoedigd. Opgepept door uitbundig lawaai, werd er menig mandje geld opgehaald. Voetje voor voetje schoof ik verder over mijn dikke koord. De eerste meters liepen perfect maar toen begon de miserie. Ik kreeg krampen in mijn linker been en ook de wind kwam meer en meer opzetten. Ik had alle moeite van de wereld om mij met mijn stok in evenwicht te houden. Omdat ik stil stond werd de pijn in mijn been ondraaglijk. Het werd muisstil, niemand durfde nog bewegen, laat staan te roepen. Met zijn allen bleven ze stokstijf en met open gesperde mond naar hun super held ( ik dus ) kijken. En toen gebeurde het, een felle windstoot blies mij even omhoog, ik verloor mijn evenwicht en kwakte met stok en al tegen de begane grond. Sommigen begonnen hysterisch te schreeuwen en te huilen. Anderen raakten in paniek. Met tientallen tegelijk riepen zij de ziekenwagen, de brandweer, de politie, de arts en de verpleegster. Zelfs een poetsvrouw kwam er aan te pas. Tot ik weer rechtstond en langs de parlefoon ( zo een grote toeter, dat je tegen je mond moet houden ) hen meedeelde dat alles in kannen en kruiken was. Gelukkig hadden de organisatoren op mijn aanvraag de kabel over de grond gespannen en ernaast vol met matrassen gelegd.