'PATATI PATATA
Een ontroerend verhaal over een liefdevolle relatie tussen dochter en haar dementerende moeder

The Breast Cancer Site
Klik deze site elke dag aan en help borstonderzoek betaalbaar houden

Archief per maand
  • 04-2010
  • 12-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 02-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008


    Feel good in TITI's elektronisch kletscafé waar het leven gezien wordt door een Oiljsterse vrouwenbril...en feel je niet good, dan retour à domicile!

    21-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.


    Wellustelingen....

    episode...

    119...

     

      

    Hij was zelfs niet langer bang. Moedig, onschuldig, sterk en eerlijk wou hij schijnen in dit finaal treffen. Het was zijn eigen regie. Een plot zoals de dood van zijn Heer aan het kruis.

    Serge strekte beide armen in de hoogte toen mijn rechterhand naar de zak van mijn regenjas ging. Zijn goddelijke zegen voor het paartje. Zijn overgave, die in zijn ogen zijn grootste overwinning zou worden. Op mij, op mijn schuld.

     

    Hij wist dat ik hem ging doden. Hij smeekte er nu zelfs zijn Heer om. Straf mij, o Heer, voor al mijn zonden en misstappen, straf mij voor de dood van twee vrouwen, die stierven om mijn haat te koelen op mijn beul. Laat mij branden in Uw hel, doch wees me genadig. Laat me in het duistere vuur van Uw hemelrijk toeven tot ik hem daar, mijn moordenaar, ook in de hellegloed zie belanden, die ketter, voor wie Gij nooit of nimmer enig erbarmen moogt kennen. Onze Vader, die in de hemelen zijnt, geheiligd zei uw naam… en vergeef ons onze zonden, zoals wij vergeven aan onze schuldenaren…leid ons niet in bekoring…

     

    Zijn lippen prevelden nu koorstachtig. Het gebeurde allemaal in een mum van tijd.

    Ik duwde het bruidspaar brutaal terzijde en stond oog in oog met Serge. Zijn armen nog steeds in de hoogte. Zijn blik bleef trots, uitdagend en misprijzend op mijn bleek gezicht stralen.

    Toen schoot ik.

    In de hartstreek. Nog eens en nog eens. Het tumult brak los. Drie, vier struise mannen sprongen schreeuwend naar mij toe. Wierpen zich als een meute hygena’s op mij.

    Ze kwamen echter te laat. Ik bracht de browning naar mijn rechterslaap. Wou afdrukken. Voelde die slag tegen mijn borst. Dat rukken en sleuren. De stoten tegen mijn kin en rug. Schoppen tegen mijn benen. De hele last van de klauwende, hysterich brullende en vloekende mensen. Dat alles kwam een paar seconden te vroeg en verhinderde mijn opzet.

    Mijn zelfmoord.


    Ik werd alleen de scherpe  inslag van een kogel in de schouder gewaar. Geen echte pijn. Amper een korte, droge schok of  was het een vuistslag? Ik weet het niet meer.

    De revolver werd me ontnomen. Bloed sijpelde. Er werd alweer gevloekt, geslagen en geschopt. De grond beefde. Scheurde open. Dàt was de echte hel.

    Daarop verloor ik het bewustzijn.



    Wordt vervolgd


     


     

    Reageer (1)

    20-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Wellustelingen....

    episode...

    118...


    Ik hoorde niets meer. Was me alleen bewust van mijn laatste doel en schoof spookachtig de kerk binnen.

     

    Ik had gehoopt op meer volk. Een veertigtal mensen. De familie vooraan, twee lege rijen stoelen en daarachter vrienden en kennissen. Allen op hun dorpsbest. Straks wachtte hen het  overdadig tafelen, het bier, de   wijn, de cola’s,  de Rennietabletjes, de breugeliaanse tafel na middernacht, de disk-jockey en Lotti en Tura afgewisseld met hip-hop en de kuskensdans

     

    Grijs en dik, oud en jong gaan  de dansvloer bestormen wanneer het iets zuiders wordt. Broekspijpen opgerold, dikke konten draaiend, vetkussens hobbelend, gewrichten krakend, zakdoeken zweetwissend van voorhoofden, hals en  van tussen de borsten. Er zal gebruld worden om de flauwe en gortige grollen van de geattitreerde moppentapper. Er zullen luchtjes worden geschept om te boeren, wind te laten of te braken. Een Vlaams huwelijksfeest op z’n best.

     

    De zombie, traagjes over de rode loper stappend, verstoorde alles. Nieuwgrierige blikken en vragende ogen. Ik voelde ze prikken. Wat moest ik daar? De meesten kenden me niet. Gemompel. Ik naderde het bruispaar.  De opperste rechter zou straffen en gestraft worden. Het vonnis over Serge. En over mezelf. De twee zangers zwegen, de muziek eveneens.

    Daar stond hij! Serge! Gloriërend tegenover het bruidspaar. Zijn holle woorden kwamen me bijna uitnodigend tegen. Eerst zacht, dan juichend aanzwellend, met warme tremolo’s. Een tweevoudig moordenaar op z’n priestersbest:

     

    ‘Dat de God van Israël u verenigt en Hij zij met u. Dat Hij  zich over dit jonge paar ontfermt en maak, Heer, dat zij u loven…’

    Hij zag me eerst niet. Het bruidspaar genoot zijn aandacht. Hij leek in godvruchtige huwelijkstrance.

    ‘Sam, aanzie je vrouw als een weelderige wijnstok aan de muren van jullie huis, jullie kinderen als olijfvruchten rondom julie tafel…’

    Pas nu merkte hij me op.

     

    Ik schreed langzaam vooruit. Een nootlottige geest, een buiten zichzelf getreden medium, vreemd, mysterieus. Ik zag Serge verstijven. Toch trachtte hij beheerst te blijven. Zijn stem leek zelfs vaster te klinken. Zegevierender. Het jonge paar en hun familie hingen aan zijn lippen:

    “Alleluja, alleluja, de Heer verlene u bijstand uit zijn heiligdom.’

     

    Hij staarde me nu pas doordringend aan. Nog even bedaard en gewoon alsof ik er niet was. Meer en meer ogen vestigen zich op mij. Ik voelde hun blikken. Wie was dat? Wat doet die man hier. Die verfomfaaide, schichtige figuur in regenjas. De indringer. De misverstoorder. Waarom trad hij in slow motion op het jonge paar toe?

    Niemand bewoog. Nieuwsgierigheid werd prikkelender. Ze keken allemaal toe. De ene geërgerd en verbaasd. De andere verveeld of onverschillig. Maar allen heimelijk weetgierig.

    Serge stoorde zich blijkbaar niet aan mij. Hij deed kalm verder. Een man van plicht. Hij herinnerde de jonge mensen aan hun verplichtingen tegenover elkaar en begon het evangelie volgens de Heilige Mattheus te lezen.

    Maar al die tijd wist Serge het. Hij wist dat ik hier voor hem zou verschijnen. Tijdens zijn laatste, allerlaatste huwelijksinzegening. Slordig, verteerd van verdriet, wanhoop, ellende en diep haat, zo zou ik naar hem toekomen. Zo verwachtte hij me écht. Afgestroopt van wraakzucht, pijn en bloedhonger. Levensmoe om wat hij me had aangedaan. Zijn rechter en beul, Ik, Max Cijnens.


    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    19-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eindbestemming: huwelijksmis
    Wellustelingen....

    episode...

    117...


    Ik werd wakker. Had een tweetal uren geslapen. Hoopte gedroomd te hebben. Maar op hetzelfde ogenblik zag ik Marianne op de zetel. Dood. Wraakeisend.

     

    Mijn lichaan deed verschrikkelijk pijn. Krampen spanden mijn kuiten op alsof ze uit elkaar gingen springen. Ik moest helder nadenken. Handelen. Kordaat en zonder medelijden handelen.

    De felle klaarheid van de dag door het brede raam leek een mistige sluier van de voorbije nacht. In mijn kurkdroge mond had ik de smaak van bloed. Neen. Ik wou niets weten. Niets voelen. Zelfs geen haat. Geen wraak. Geen laatste vonnis, nu. En toch. Die dwang van dat onbewuste. Die wil om te straffen…

    Ik sukkelde uit de zetel. Wankelde naar Marianne toe. Keek naar haar grauwgeworden gelaat, dat nu voor altijd in mijn brein zou gegrift blijven. Hoestte schor. Zwijmelde de hal in.

    Ik was geen mens meer. Geen robot. Niet eens een schim. Ik was veranderd in de onzichtbare, roofzuchtige, meedogenloze wreker. Gehoorzamend aan een tegennatuurlijke dwang. Bereid alle hinderpalen uit te weg te ruimen. Doorgaan ad fundum. Voorbij de laatste grens. Om mijn vrouw. Mijn Marianne.

    Ik trok werktuigelijk de regenjas aan. Voelde de Browning in mijn zak. Stapte in de wagen en reed weg.

     

    De huwelijksmis door de moordenaar moest nu al aan de gang zijn. Laat de schoft, met zijn heimelijke bakkes, maar voor het jonge bruidspaar staan, wenste ik. Met al zijn gezalfde zegeningen en vrome wensen. Met zijn beminnelijkste glimlach van beschermende en begrijpende herder. Pastoor Serge! Een aanfluiting van alle menselijkheid!

    Ik hoopte dat de helft van het dorp zou aanwezig zijn. Ik rekende op een jubelende Hochzeitmesse met passsende orgelmuziek als glorie van een nieuwe band tussen man en vrouw. Een ode aan  Liefde en Voorspoed, aan Toekomst en Gelukzaligheid. Triomf voor het edele leven. Domper op macht en dood.

     

    Er was inderdaad muziek. Orgelmuziek vulde het dorpsplein. De grauwheid was uit de lucht. De kilheid niet. Er vielen nog zeldzame regentranen. Ik had echter geen tranen meer. Ik was werktuig, computergestuurd. Gehoorzamend aan die dwang, die dwang…

    Ik parkeerde de Audi op het dorpsplein tussen de andere wagens. Ik zag het roze schriftje van Gerda op het dashbord liggen. Ik vermoedde dat ik de andere twee bij Francis had laten liggen. Niet meer aan gedacht na zijn verhaal over Pat en Valerie. Wat met dit exemplaar? Versnipperen? Geen tijd meer. Zag het postkantoor en kreeg een ingeving. Eefje, mijn vertrouwelinge! En het enige privé-adres dat ik van gans het team kende. Want haar adres was immers dat van mijn ouderlijk huis. Scheurde een blaadje uit mijn notaboekje en schreef:

    “Eefje,

    Dit is een dagboek van mijn overleden echtgenote. Bijzonder belangrijk!  Houd het zorgvuldig bij. Wat je morgen ook verneemt, dit schriftje mag niet in handen komen van de politie. Zeker niet in handen van mijn zoon.  Bedankt voor zoveel en vooral om deze laatste wens van mij in te willigen .

    Max”

    De bediende in het postkantoor had duidelijk problemen met de computer. Een jonge collega kwam helpen. Ik werd ongeduldig. Trommelde met de vingers op de loketplank.

    ‘Een secondje, meneer, hij heeft voor de zoveelste keer zijn loten’, spotlachte hij, ‘een goed gerief zo’n computer, maar ’t moet werken.’

     

    Het meisje naast hem keek me wat verschrikt aan. Maakte ik zo’n verwilderde indruk? De ironische opmerkingen van haar norse, bijna-einde-loopbaan-collega misschien? Hij overhandigde me eindelijk de gewatteerde omslag. Frankeerde de zending. Rekende af en grapte nog wat.



    Wordt vervolgd



    Reageer (0)

    18-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oog om oog...
    Wellustelingen....

    episode...

    116...


    Kon het dat die ploert van een Serge zo redeneerde? Zo monsterachtig vals speelde en er stoicijns kalm bij bleef? Zou Vloesberghe morgen in die val trappen? Morgen!? Nee straks! Dat mocht niet. Dat kon toch niet! Ik had uren bij mijn zoon gezeten. Telde zijn getuigenis? Ja toch! Pat was er ook bij. Wanneer was zij naar bed gegaan? Na het telefoontje van Marianne. Hoelang erna, een halfuur, een uur? Geen idee. Francis zou het weten. Functioneerde zijn aangeboren tijdsinstinct nog na de ruzies met Pat? Na de ontlading van zijn emoties over Valerie?  

     

    Serge, die doortrapte kazuifelschurk, de in het nauw gedreven, sluwe gokker, had tijd zat gehad om deze nacht alles tot in de puntjes uit te kienen. Mijn bankkaart! Ik had getankt met mijn bankkaart in Keerbergen, vlakbij de villa van mijn zoon. Ik heb ook Gerda’s schriftjes.

    De smeerlap moet en zal bekennen. Kon mij niks doen!

     

    Mijn hoofd tolde. Ik huiverde, leed. Ik wou Marianne’s lot delen. Zonder haar was er voortaan geen lucht, geen zon, geen licht, geen leven meer mogelijk. Marianne, mijn vrouw, mijn godenkind, mijn begin en einde, mijn wederalles, dat nu niets, niets meer was.

    Ik moest nogmaals de politie oproepen. Jacht maken op haar moordenaar. Straf of wraak brachten me haar echter niet terug. Zonder mijn Marianne bleef er slechts leegte. Een diepe, versmachtende leegte. Een leegte, waarin alleen plaats was voor smart en pijn.  Ik kon  het niet verdragen.

    Leeggelopen miserie was ik. Een blijvende nachtmerrie. Voor altijd.

     

    Ik goot een te grote cognac naar binnen. Fataal op een nuchtere maag. Het kwam er meteen weer uit. Nam een hete douche. Zeepte en schrobde me als gek. Kon Marianne’s dood niet van mijn lichaam sproeien

    Ik ging tegenover haar zitten in de andere zetel. Roerloos. Volkomen apatisch. Hoelang weet ik niet. Maar plots wist ik héél goed wat te doen.

    Maar zou ik…kon ik… ik was toch niet zo’n ondier als die smeerlap van een pastoor?

    Naar de politie gaan, nu meteen? Neen, ik moest zelf réchter zijn…Beul zoals Serge beul voor Marianne was geweest… Marianne,mijn vrouw. Mijne enige alles.


    Wordt vervolgd



    Reageer (1)

    17-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een satanisch brein bekokstooft...
    Wellustelingen....

    episode...

    115...


    Een schande voor jou, meneer de journalist, de grote vlek op je bourgeois-blazoen. Laat de jury maar ontzet zijn over alles wat zich in die mooie villa van jou afspeelde. Laat de epistels van die chaotische, zieke geest maar voorlezen. Laat vooral je zoon meegenieten. Nou ja, genieten…

    De klap op de vuurpijl! Ken je die al? Het animeerverleden van je grietje, natuurlijk. De notarisstory met alles erop en eraan. Alle bewijzen heb ik. Ook de getuigen als het moet. De industrieel zonder naam en de rest. Wie gelooft dat het om verzindsels gaat? Toch geloofwaardig als ik de jury vertel dat jouw Marianne mij ontboden had gisteravond?  

     

    Je zat in Keerbergen. Moneytalk?! Marianne wist dat je de eerste twee uurtjes na haar telefoontje niet terug zou zijn. Ze had het gat vrij, zoals dat heet. Letterlijk en figuurlijk!   Zie je de pers al likkebaarden. Ronkende titels: Gewezen entraineuse en liefje van hoofdredakteur tracht priester te verleiden!

    En dan de cruciale vraag van de Voorzitter van de rechtbank:

    ‘Waarom hebt u ook uw minnares vermoord, meneer Cijnens?’

     

    Het is allemaal zo klaar als een klontje: omdat je eindelijk en héél duidelijk inzag, dat zij niets meer was dan een geldzuchtige sloerie. Poen, jouw poen daarom was het haar toe doen. Het zal, wanneer ik in de getuigenbank sta, niet eens nodig zijn een hint te geven. De conclusies van de magistraten en vooral van de jury staan dan al goed vast.

     

    Ach, wees maar niet bang voor mij, Max. Met uitzondering van de notaris wordt, als puntje bij paaltje komt, zoals het hoort door een goede zielenherder, teruggegrepen naar het biechtgeheim.

    Een kleine insinuatie mischien! Nou ja, we zien wel. Meng schande en extreme jaloezie, wat krijg je? Ravages, toch? Hoe je weet kreeg van die notarisaffaire? Mijn plicht als huisvriend om je tegen het onheil dat Marianne heette, te beschermen. Je op het juiste pad terugbrengen, zeker toen je bij haar definitief wou intrekken. Logisch toch?

    Na de dood van Gerda heb ik jou toch enkele keren gebeld? Getracht je dit telefonisch uit te leggen. Je ook willen bijstaan omdat ik toen perfect raadde wie Gerda had omgebracht. Je trachten te overhalen om alles aan de politie op te biechten.

    Vloesberghe kan die gesprekjes gemakkelijk retraceren hoor. Onderschat de flikken niet!  Ze vangen er zelfs de wespen van de beroepsrenners mee. Bovendien hebben Bette en haar dochter je nerveuze, eigenaardige manier van doen, gisteren in het portaal, beslist opgemerkt, toen jij me ongevraagd kwam opzoeken.

    Het kruisbeeld als moordwapen? Vindingrijk, buitengewoon vindingrijk van mij, al zeg ik het zelf. Gerda heeft er mij twee jaar geleden  eentje cadeau gedaan. Eigenlijk een niemendalletje. Ligt in een of andere lade in de pastorij. Schoondochter Pat was er razend om. Adrienne had, zoals gewoonlijk, bewust haar mond voorbijgepraat. Gerda had echter zomaar geen erfstukken weggeven. Zeker niet aan de kerk, vond je schoondochter. Je gaf Pat toen zelfs gelijk. Gerda beschreef me dit incident in geuren en kleuren. Die schoondochter van jou, zo’n hetze voor één onnozel kruisbeeld! Terwijl de kamer van haar schoonmoeder er belachelijk vol mee stond!

     

    Het moordwapen van Gerda is niet ontdekt, kan nooit ontdekt worden. Het staat immers nog altijd te glimmen op het altaar, het zogenaamde geschenk van twee jaar geleden, weet je.

    Het tweede exemplaar ligt nu in jouw kelder, met jouw vingerafdrukken erop. Zelfs het alziende oog van Adrienne, had van dit stel geen weet, toen ze op vraag van de politie trachtte na te gaan wat er allemaal ontbrak in de slaapkamer. Kon niet. Alleen jij en je zoon weten waar die  typische kruisbeelden zich bevonden.  

    Natuurlijk zal het laboteam  aan de hand van het kelderexemplaar de foto’s van Gerda’s verwondingen, met een ander oog bekijken. Onder het mom van je immens verdriet heb je zelfs alle mogelijke sporen om zeep gebracht. Alles verlegd. Zelfs het lijk. Had ik nog een fout begaan, dan heb jij die ongedaan gemaakt. Hoe dan ook, bedankt! Geef toe: echt stom! Iemand met jouw capaciteiten moet toch beter weten? Een gedreven en ervaren inspecteur heeft daar beslist onmiddellijk een eigen  mening over.  Tja, Max,  dat wordt op z’n minst 25 à 30 jaar brommen voor jou. Een pastoraal bezoek van mij,  nu en dan, zal je voorzeker op prijs stellen. De Heer zij met u!


    Wordt vervolgd



    Reageer (0)

    16-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zelfkwelling
    Wellustelingen....

    episode...

    114...


    Proficiat, maar je verstand komt wat laat, nietwaar. Vier uren te laat, raasde denkduiveltje. Kijk, wat je gedaan hebt. Trek je ogen open, stuk ongeluk. Alle kaarsen en brillen volstaan voor jou niet, uilskuiken. Betweterige rotzak. Meneer heeft geen politie nodig. Meneer voelt zich de opperste rechter. Wat meneer zelf doet, doet hij beter. Het resultaat ligt daar. De tweede keer al! Bij Gerda  was er de vakbond en bij ons bieke, de euforie van Sherlock Holmes.Weet je wat je voortaan kunt doen? Zwierig mijn kloten kussen. Trek je plan, je hoort me nooit meer. Ik ben dood. Eveneens ja. Voortaan kan je stikken. Ook jij, kompaan van de duivel, moordenaarshulpje, jij arrogante hufter, jij geattitreerd shitschrijvertje, jij miserabel  zielepoot. Je bent eveneens dood.

     

    Ja, ik had Serge geholpen. Mijn afwezigheid had hem een handje toegestoken. Hem zelfs vrij spel gegeven. Rien ne va plus. Zijn gok was meer dan geslaagd. Bracht hem alle winst op. De schurk zou nu misschien wel slapen, meer dan gerust slapen zelfs. Had hij de dagboeken niet, dan verkneukelde hij zich bij de gedachte dat mijn leven zinloos was. Amen en uit. Zonder Marianne. Ik zag zijn vette buik op en neergaan door de binnenpretjes.

     

    Hij wist verdomd goed hoe ik jankend en vloekend van razernij en onmacht, die verafschuwde crucifix zou vastgrijpen en er als een woesteling mee te keer  gaan. Overal, tegen de muur, tegen de trap.

    Die crucifix! Natuurlijk! Op de antieke bruidschatskist. Onder de vensterbank van Francis’ kamer. Twee identieke kruisbeelden. Loodzwaar. Ze flankeerden immers zijn verzameling matchboxes. Kruisbeeldenralleys mee gehouden en de jongen vaak laten winnen. Ik herinnerde me plots  de bronzen stukken tot in het kleinste detail. 

    Gerda had de kamer van onze zoon, bij mijn weten, intact gelaten na zijn huwelijk. Dus had Serge de kamer van de Francis eveneens doorzocht. Met een beeld zijn moeder omgebracht en het andere meegenomen. Aanvankelijk met de bedoeling het te versjacheren. Tot zijn duivels brein er ander garen mee spon.

     

    Francis zou de crucifix in de kelder beslist herkennen. Aan Vloesberghe vertellen dat  beide stukken op zijn jongenskamer hadden gestaan. Een prijkte op het altaar. Kon een geschenk van Gerda zijn aan haar dierbare vriend. Adrienne had eveneens enkele beelden gekregen, was trouwens ook in een van haar dagboeken te lezen. Het tweede beeld droeg mijn vingerafdrukken en Marianne was ermee gedood. De smeerlap wou er mij opnieuw inluizen.

     

    Goed gezien, doe maar verder, Max, hoorde ik Serge grijnzen. Je hebt inderdaad je eigen vonnis getekend, vriend. Jouw vingerafdrukken prijken op het beeld, natuurlijk denk je er niet aan die weg te wissen. Je zwalpt in pijn, verdriet en onmacht. Zelfbeklag en beslist zelfverwijt. Je had toch beter moeten weten, vriend? Zie je mij juichen? Maagdelijker dan de onbevlekte ontvangenis ben ik. Door jou gezuiverd van elke verdachtmaking.

     

    Het kleinste kind weet dat Gerda ziekelijk jaloers was. Een hysterica, niet mijn woorden, die van je zoon. Weet ik van je schoondochter en die heb ik meer dan op mijn hand hoor. Met de hulp van een gewiekste advocaat, zal Pat mij op alle domeinen bijtreden. Zeker weten. Een kleine rondvraag in de buurt en de brave dutsen bevestigen, dat ik wekelijks twee tot drie keer je vrouw bezocht. Pastorale steun verlenen, heet dat. Vloesberghe en zijn team beseffen dat er bij Gerda meer dan een vijs goed los zat. De slaapkamer, zeg, een kluif voor gerechtpsychiaters. Ziekelijk jaloers en seksueel meer dan gefrusteerd. Ook door jou. Waanvoorstellingen had ze. Meer nog, schizofrenie: Gerda met de drie gezichten. Buitenshuis de zachte, eerbiedwaardige, hulpvaardige mevrouw Cijnens, in haar slaapkamer de fanatieke non Gerda en tegenover mij de geobsedeerde, geile hoer Marianne.




     

    Reageer (0)

    15-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dwaze gedachten
    Wellustelingen....

    episode...

    113...


    Was hij zo behept door de dwang om Gerda’s dagboeken meteen terug te vinden, dat hij de grootste en domste gok van zijn leven had gewaagd? Fifty, fifty. Alle winst of alle verlies!

     

    Ik probeerde het me min of meer voor de geest te halen. Had ik de deur voor hem geopend in plaats van Marianne, dan zou zijn flemende stem, bevend van schuld, onderdanig gemompeld hebben:

    ‘Max, laten we meteen naar de politie gaan… Ik kan Gods zwaard niet langer afweren… Ik moet gestraft worden. Hier is het moordwapen…’

     

    Wat zou hij er dan nog meer bij verteld hebben? Wat zou hij, plots beseffend dat niks nog enige zin had, nog uitgehaald hebben? Zo’n monster was tot alles in staat.

    Maar Marianne en ik niet ik had de deur opengemaakt. De bel van de voordeur was overal meer dan duidelijk hoorbaar, het geluid irriteerde me vaak, want vrij schel. Niet schel genoeg om de diepe slaap van Marianne te storen. Een loeiende brandweerauto kon zelfs haar namiddagdutje niet onderbreken.

     

    Slaapdronken mischien? Dacht ze dat ik mijn huissleutel vergeten was? De garagepoort niet in het springslot? Was ze al een paar keer vergeten, wist ik. De volhouten kantelpoort was voor haar immers te zwaa , om met de nodige kracht het springslot bovenaan te laten klikken. Bovendien klemden de metalen geleiders op een tweetal plaatsen. Dit moest ik meteen checken. Alle mogelijkheden nagaan hoe de schoft was binnengedrongen. Mijn vrouw kon het niet meer ophelderen.

     

    Eerst voor jou zorgen, lieveling. Jij gaat altijd voor. Nu meer dan ooit. Nu kan ik het aan. Misschien. Kom, mijn alles.

    Ik droeg heel moeizaam, uiterst behoedzaam mijn godenkind naar boven. Mijn levensloos goddelijk kind. Legde haar lichaam op de driezit in het salon. Slaapkussen onder haar hoofd. In een van de laden vond ik een  grote witte tafelnap, nog in orginele verpakking. Spreidde die over mijn kleintje, liet de schouders wat vrij. In sprookjes volstaat dan slechts een kus…Verdomme! Godverdomme!

     

    Wat maakte mijn verhaal en commentaar tegenover mijn zoon zo onontbeerlijk, dat ik nog weg moest van mijn vrouw? Waarom mijn kleintje achterlaten, wetende dat de schoft op vrije voeten liep? Onbekwame, onbezonnen, egoïstische dwaas die ik was. Mijn leven, mijn hoop, mijn verlangen, mijn geluk , het beste van mezelf, lag daar op de driezit, niet slapend, bewegingsloos, dood.

    DOOD! EVENEENS VERMOORD!



    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    14-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De gok van Serge


    Wellustelingen....

    episode...

    112...


    Naderhand, toen de hyena in mij enigszins tot rust kwam en ik, nog in hallucinogene mist, logisch trachtte te denken, stonden de naakte feiten ontnuchterend helder voor mij. Marianne was dood.

     

    Ik kon niets meer doen. Niemand kon haar noch mij helpen. De dader kende ik! Daar lag zijn moordwapen en merkteken. Waar had ik dat ding nog gezien? Het kwam me vaag bekend voor. Op het altaar, uiteraard, de schoft had het me aangewezen. Nee, niet alleen daar. Waar dan? In Gerda’s kamer had ik in jaren geen voet gezet. Vanwaar die vage herkenning?

    Een kwalijke, doordingende geur hing in de kelder. De geur van uitwerpselen. Zou Marianne? Ik moest haar wassen. Dat prachtige lichaam mocht niet bedorven worden. Ik stond recht. 

     

    Niet Marianne, maar ik stonk. Mijn broek, mijn kousen, alles doordrenkt. Drek alom. Foert. Mijn stank zou haar lijfje niet bezoedelen en mezelf kon het geen reet schelen. Mij kon überhaupt niets meer schelen.

    Alle leven gleed eveneens uit mijn lichaam. Alleen mijn hart, mijn longen, ja, die functioneerden robotmatig. Ook mijn hersenen deden het nog. Nadenken, Max, nadenken.

     

    Marianne had me gebeld rond negen uur. Omstreeks kwart voor twee was ik weggereden bij Francis, had getankt in Keerbergen, dus rond twintig voor drie thuis gekomen. Daartussen moet het gebeurd zijn. Hoe die schoft was binnengeraakt, hoe hij wist dat ik niet thuis was, waarom Marianne nog na negen uur de deur opende en wat er zich binnenshuis had afgespeeld, zou ik nooit te weten komen.

     

    Wat had hij haar wijsgemaakt? Had hij zijn ontschuldigste makser opgezet? Want in veinzen, liegen en mensen om de tuin leidden was Serge een grootmeester. Onovertrefbaar.

    Marianne wist dat hij een ploert was.

    Hij zal daarom misschien meteen met volle kracht hebben toegeslagen, haar nog zwijmelend de keldertrap afgegooid.

    Waarom zo laat de deur openen, Marianne? Zou hij nadien in de hal op mij hebben gewacht? Moest ik zijn derde slachtoffer worden? Maar ik kwam niet. Toen dat in zijn satanisch brein doordrong, moet hij hard en schokkend van opluchting gelachten hebben. Zijn bloeddorst gelest op een manier die hijzelf niet voor mogelijk hield. Snel handelen nu. Crucifix schoon vegen. Geen vingerafdrukken nalaten. Zich zo snel mogelijk uit de voeten maken.

     

    Stel dat ik in mijn villa overnachtte, al had Francis aan hem het tegendeel verteld. Serge wist verdomd goed dat ik er nooit meer de nacht zou doorbrengen. De villa was vol van morbide herinneringen. Marianne betekende mijn nieuw begin.  Maar waar was ik dan?

     

    Natuurlijk besefte hij dat ik elk moment kon verschijnen. Bij het gejaagd verlaten van het huis, was hem dan, als in een aureool van gregoriaanse muziek, een beeld verschenen. Ja, dat beeld moet die schoft gezien hebben: ook mij ombrengen! Want ik had allicht de politie nog niet verwittigd. Was dat gebeurd, dan zou hij stellig al geklist zijn. Hij wou en zou de dagboeken vinden. Hij moest ze hebben. Zich indekken met onschuld en onweten. Een gok als een andere.


    Zelfs als Vloesbeghe reeds op de hoogte was gesteld door mij, meende Serge nog tijd te hebben om zijn plan uit te voeren.

    Wat was er dan verder in dat waanzinnig hoofd van hem omgegaan?

    Ik trachtte het me voor te stellen…


    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    13-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gebroken blik


    Wellustelingen....

    episode...

    111...


    Niet in de hal, niet slapend op de driezit in het salon, zeker niet in de woonkamer of keuken. Toch niet gevallen in de tuin?

    Een vochtige tocht deed me rillen. Ergens stond een deur of raaam open. De kelderdeur klapte dicht door de wind buiten. Marianne in de kelder!  Ik rukte de deur opende, schakelde het licht aan.

    ‘Marianne!’

    Daar lag ze.

    Onderaan de trap. Half ineengekrompen. Roerloos.Ik werd puimsteen. Ijskoud opbrandend van geschokt ongeloof werd ik. Kon niet meer ademen. Mijn benen voelden als totaal verlamd aan. En mijn varicen waren nog niet helemaal op hun effen. Verdomme, Max, kom tot jezelf. Handel, man! Ze moet geholpen worden! Een dokter! Nee, die speciale interventie ziekenwagen, met dokters erbij. Zou ze nog ademenen?

    Ik dook de trappen af. Voelde haar pols. Geen polslsag of nauwelijks? Haar hoofd en gezicht bebloed. Opengesperde ogen. Ademde ze? Was ze in shock? Ze leek er erg aan toe. Dra raakte ze onderkoeld op de kelderstenen in haar nachtkleedje. Niet nadenken, handelen. Iedere minuut was levensreddend. Mijn vrouw moet geholpen worden. Ik mocht haar niet verliezen. De MUG! De MUG bellen en direct naar Jette. Naar het AZ.

    Dan zag ik het!

    Ongeveer op een meter afstand van Marianne’s linkervoet. Het bronzen crucifix. Gerda’s crucifix. Serge! Het kruisbeeld. Zijn moordwapen. Haar dood. Onze dood.

    MARIANNE! MARIANNE!

    Smeerlap, mijn vrouw. Waarom mijn vrouw? Ik greep brullend het bronzen crucifix en slingerde het tegen de keldermuur.

    Marianne was dood. Vermoord. De liefde van mijn leven, het meest waardevolle stuk van mijn bestaan was niet meer te redden.

    Ik braakte. Had het gevoel al mijn schroeiende ingewanden uit te kotsen. Schreeuwend. Huilend als een zwaargewonde wolf. Een gemarteld dier. Creperend van pijn.


    Een breedgapende wonde aan haar achterhoofd.  Gestold bloed tussen haar prachtig blauwzwart haar.  Pas nu zag ik in de  doodsangst in haar opengesperde ogen. Ongeloof en wanhoop verpletterden me. Het besef vooral dat alles, haar leven, ons leven, ons voor goed ontnomen was. Haar gebroken blik vertelde het. 

    Ik sloot haar ogen.


    Verwilderd snikkend, verwrongen van afschuw, knielde ik naast haar neer. Nam haar teder in de armen. Kuste haar ogen, voorhoofd, de halfgeopende nog steeds prachtige lippen. Proefde de zilte smaak van mijn tranen, nu vermengd met haar bloed.

    Ik likte haar gezichtje schoon. Had ik vroeger nog gedaan, het zou voortaan nooit meer kunnen. Dronk haar bloed. Wou alles van haar in mij opnemen. Het kon nu nog.

    Ik jammerde in razende machteloosheid om dat prachtige haar met bloed doordrenkt, dat dra een vreemde substantie zou worden die niet bij haar hoorde. Ik greep haar hand, kuste elke vinger en  hield haar handpalm tegen mijn wang. Streel me lieveling, streel me toch. Nu, draag ik je naar boven. Mijn kindje  hoort niet zo il en vreemd te liggen. Kom, zoetje.

    Ik trachtte haar slap lichaam op te nemen. Naar boven brengen zou me moeilijk lukken. Geen kracht meer in de armen. Daar! De hoezen met de spullen van de tuinzetels. Ik legde haar behoedzaam op de kussens alsof die haar dood zouden verzachten, ontkennen, wegnemen. Mijn roosje, tussen de zonnebloemen op het canvas.

    Ik knoopte haar ponnetje dicht. Kuste haar opnieuw, steeds weer, overal. Ging zijlings naast haar liggen. Aaide voorzichtig haar wang. Draaide haar lokken rond de vingers. Snikte.

    Ik had haar nog zoveel te vertellen. Over Francis, die onze hulp nodig had en over zijn Valerie. Over het roodkopje dat zij ons zou schenken. Het kind, dat ik jou niet kon geven, komt er, lieveling. Via een ommetje, maar het komt er. Oma en opa! Stel je voor. Wat hou ik toch van jou, mijn bieke, zo veel meer dan toen ik vanavond wegreed.

     

    Ik streelde haar hoofdje. Mijn vingers plakten aan de breuklijnen van de verwondingen. Heftig zoog ik haar bloed op. Haar allerlaatste beetje leven opdrinken bracht mij in een staat van algehele chaotische zelfdood. Toen greep ik de crucifix en begon er tierend en brullend weer mee te hameren, tegen de muren, op de vloer. Totaal verdwaasd van woede, ellende, opstandigheid, haat en wraakzucht.

    Ik was geen mens meer. Alleen nog een wild gevaarlijk beest. Bloeddorstiger dan haar moordenaar. 


    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    12-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zo gegeerde rust


    Wellustelingen....

    episode...

    110...


     

    Ik ging voorzichtig naar boven.

    Maakte zelfs het licht niet aan. Ik wist dat Marianne vermoeid was. Wist ook dat ze dan even vast sliep als een notoire zuiplap na tien Duvels. In de badkamer trok ik mijn pyjama aan. Daarna tanden poetsen, een plasje en ik slofte naar bed.

     

    Marianne sliep altijd in aardedonker. Wou de zware overgordijnen hermetisch dicht.  Verdroeg niet eens het groenachtig schijnsel van de digitale klok. Duisternis en slaap vormden een onscheidbare eenheid. De perfecte harmonie nodig voor geest en lichaam, beweerde ze.

    Op de tast schoof ik naast haar. Zocht de warmte van haar lichaam. Draaide me voorzichtig lepelend naar haar toe. Niets! Verbazing. Leegte! Koelte op haar plaats. Ze was er niet!

    Ik veerde recht. Trok aan de schakelaar. Zag een leeg bed. Haar hoofdkussen nauwelijks ingedrukt. Het onderlaken lichtjes gerimpeld. Zij had dus wel in bed gelegen.

    Maar waar was zij nu?

     

    Een onzekere machteloosheid beving me. Een drukkende zweem van paniek. Niet wetend wat te doen en toch de verlamde wil om te handelen. Ik kon me echter nauwelijks bewegen. Dat besef van plots helemaal versteend zijn had me al overvallen. Nu brandde er angst bij. Almaar koortsige, groeiende angst. Een stortvloed aan vragen. Ik moest weten. Moest zoeken.

    In de badkamer lagen haar slipje, panty, bh en trui. Zelfs haar pantoffels.

     

    ‘Marianne! Marianne!’

     

    Ik schakelde alle lichten aan op de overloop. Liep naar de kamer van haar vader, de kleine logeerkamer van Jenneke. De grote en kleine zolder. Niemand natuurlijk.


    ‘Marianne, Marianne!’


    Ik schreeuwde haar naam zo luid ik kon:

    ‘Marianne! Hoor je mij? Marianne, alsjeblief antwoord!’

    Het huis bewaarde zijn stilte. In de garage stond haar wagen. Ze was dus niet weggereden. Waarom zou ze ?  In haar nachtponnetje  nog!Aan de muur haar grote shoppingbag, onder het prikbord. Ze had haar weekend-aankopen al genoteerd.

     

    ‘Marianne!’

    Reageer (0)

    11-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat zal het vandaag worden?


    Gisteren 20u30

     

    “Goeie arbiter, die Fransman!

    Daar zie, geef af naar rechts. Naar rechts zeg ik, domoor!

    Allez Fellaini, hoe is dat mogelijk. Zoiets verkopen ze voor 20 miljoen!

    Stijnen, zever niet de ref staat er met zijn neus op, gij gestepee!

    Die zwarte kan geen bal houden. Zie dat af, zie dat af!

    Maar Sonck toch replikeer niet, onnozelaar, die arbiter is echt niet van gisteren.

    Ja, jongen, drie keer rollen en blijven liggen. Voilà, wat heb ik gezegd.

    Veteranenvoetbal, niks van fut!

    Yes, yes, yes, dat is’t Sonckske, dat is’t jongen. Bie, komt naar de herhaling zijn. Dat is spelen! Wijsvingers de hoogte in en nu met buikje draaien!’

     

    Nadien kwam er nog ahoertgeroep voor een betwistbare penalty, waren er tribune hansworsten en hun carotiers, blinden en strijkijzers met jeanettentackles, bloemzak Vercauteren altijd onderuitgezakt naast de vroegere valse trage uit de Limburg, nu salontrainer en een of ander Sutterke dat nog veel te kort kwam. Veel chance maar niets van fut die van ons. Maar de Turken waren geen haar beter…


    Voetbal een proletarische happening? Altijd ten huize Titipoes.

     

    Eergisteren 20u10

     

    Terzake. Vadderke en Cools oog in oog met meisje Van Wanten. Duiding heet dat. Duiding van wat? Van bilhoge splitten en bijgestifte scheermeslippen? Sedert enkele VTM pipo’s onze nationale zender bemannen, ligt de verwildering, vervuiling zeg maar, wel heel nabij. In Zwitserland worden miljarden gespendeerd om een mini big bang te produceren  bij middel van een  cyclotron om zo de mysteries van de materie en van het universum trachten op te lossen. Peeters staat op scherp met het dictaat van De Wever, een “gestolen” GSM legt een bom onder onze veiligheidsdiensten, de productiestop van isotopen bezorgt tal van kankerpatiënten meer dan slaaploze nachten wat duidt Canvas… Miss Rolmops: ex-naaktje op de Nederlandse zenders, ex-foefje van prins Woefwoef, ex-VTMformat, ex-diva voor aso’s, ex zoveel.

     

    Eigenlijk een hoop zieligheid. Zieligheid die nu een boel perrewetten komt maken tegen de Van Thillo’s. De fut zit er nog in maar de rek raakt er uit. Dat heb je als je tegen de vijftig aanleunt en al je inhoud in je vormen zit.


    Het Van Wanten mens volgde destijds op de Hollandse zenders Xaviera D’Hollander op, die enig vlotgebekte hoerenkastmadam vol ouderwetse bevlogenheid. Oostendse Iris werd Wendy en ze werd geholpen om te weten hoe ze van wanten moest weten. Profileerde zichzelf met graagte als vleselijk brokje ontspanning voor Jan en Mieke. Vlinderde gesponserd door de boekskens van Pontius naar Pilatus, is oma van een ukje dat ouder is dan een van haar laatkomertjes, liet zich door VTM een halve gare aannaaien die haar commercieel bezwangerde en kijk…het mens is boos, heel boos. De lawaaizucht rond haar privéleven pikt ze niet langer, toch niet van een bepaald boekse…


    “En, meneer De Vadder ik doe dit niet voor geld hoor! Wel om een aanzet te geven voor alle BV’s die zich belaagd en belazerd weten door de boekskens. Geld komt eventueel in een tweede fase.”

     

    Van Wanten weet perfect waar het schoentje knelt. Haar gekweel is niet langer van deze tijd. Naar het schijnt zit het coachen van haar carrière haar Franske nog minder mee. Wendy en haar spagaat: té jong voor optredens in bejaardentehuizen (overwegend in handen van Caritasinstellingen bovendien…) en te gedemodeerd voor zaaloptredens of openingen van nieuwe zaken.

    Er zijn trouwens ernstige kapers op de mediakust….Hot Marijke, het piepje met de zweepjes; kettingen en tepelklemmen, beweert een federale minister onder haar vaste clientele te hebben. Van de salons van Hertoginnedal naar de SM-vertrekken van een jonge domina, met wit evaatje aan kruipend op de knietjes, ontblote kont en plumeau in de mond…rarara. Als het van de boekskens afhangt komen we dat beslist na torenhoge oplagecijfers wel te weten.

    Geef toe, beste lezer, 't is wat anders dan dan de dikke vis met borrelnootjes die ons al anderhalf jaar wordt door het strot geduwd  of handjesklappen met Samson en Gert, zelfs de  vuistdikke porei en  windhanen van Jean-Luc vallen in het niets met wat die frivole kippetje via de boekskens gaat serveren.






    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bijna over en out
    Wellustelingen....

    episode...

    109...


    Ik parkeerde de wagen en betrad het donker huis. Neen, ik zou Marianne niet wekken. Ik had zelfs geen behoefte aan slaap. Ik had aan niets behoefte. Tenzij Serge opgesloten te zien.

    Ik zag hem met Marianne. Hoorde hem zijn smerige voorstellen doen. Dan met Gerda. Haar schoppend in de keuken, ruziënd bovenaan de trap. Serge en zijn gefingeerde bereidwilligheid voor de uitvaart. Serge en zijn belofte aan die vunzige flemerd van een notaris. Ik zag mijn vrouw aanpappen met die opa. Ze kropen in bed en ze wou hem geld doen kakken. Beiden kraaiend van plezier. Alles keerde om in mijn binnenste.

    Mijn hoofd barstte.

    Mieren en muizen knaagden opnieuw al mijn blijdschap van daareven en mijn verwachtingen stuk. Ze wroetten en krioelden door mijn hersenen. Een angstfanfare van hoon, zelfverwijt, onmacht, woede en haat. Wurgend. Gedachten als koorden rond mijn hoofd. Ze trokken, lieten los, trokken opnieuw, drukten tot ik geen adem meer kreeg.

     

    Beheers je Max. Ga naar boven. Ga bij je vrouw. Rust naast haar. Het is vrijwel ochtend. Het is bijna voorbij. Je hebt het geklaard. Je hebt gewonnen. Nieuwe toekomst in de herfst van je leven. De langste en vreemdste  nacht  is seffens verleden tijd.

     

    Ik nam een flesje bruis uit de koelkast. Slurpte het koele water gulzig naar binnen. Dat deed deugd. Smaakte nu beter dan de meest uitgelezen wijn. Een simpel flesje bruis als start bij de herbronning van mijn leven. Geen enkel hongersignaal. Toch maar een appel. Hondsmoe maar klaarwakker. Hoe laat al? Tien voor drie. Tijd voor een goeie vier à vijf  uren rust. Dan nogmaals de politie bellen, de dagboeken van Gerda, de hele rimram rond de afgezant des duivels. Misschien een laatste verklaring op het bureau  ondertekenen. Twee dagen de krantenkoppen, die een hoop telefoontjes gingen veroorzaken. Dan: over en out.

     

    Deze tijd, volgend jaar,  allicht zijn proces. Kleine week rechtbank. Strafvordering,  verdict en gedaan.



    Wordt vervolgd


     

    Reageer (0)

    10-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Om de tuin geleid?
    Wellustelingen....

    episode...

    108...


    Ach, Laat miss life-style maar komen, het Cijnens-duo  zal haar met veel verve een toontje lager doen zingen, kwaken eerder.

     Eerst nog tanken en dan naar huis. Naar Marianne, my precious darling-baby. Valerie zal ook voor haar een bijzondere verassing zijn.

    Valerie! Ze beviel me. De manier waarop Francis haar had beschreven. Pittige naam voor een pittig meisje. Nog enkele weken, eerst de Vesuvius in Keerbergen laten uitspuwen en dan wou ik haar ontmoeten. De weldoenster van mijn zoon en de toekomstige moeder van mijn  eerste kleinkind.

     

    Marianne, ik en ons roodkopje aan zee. Zandkastelen bouwen. Natuurlijk, ging ik met hem zwemmen, voetballen en fietsen. Putten graven in de tuin. Ridderverhalen schrijven.Vergeet het,vriend, vergeet het! Denkduiveltje en zijn commentaar, altijd weer! De snotneuzen van vandaag graven geen putten meer. Games, play stations moeten ze hebben. Twee-duimen-speeltjes en dzjoef-dzjoef  met samourai Jack en Black Devil Dragon. Lichtgevende Star Wars zwaarden en af en toe, afhankelijk van de commercieel opgeschroefde rages, ouderwets knikkeren. Tegen die tijd ben jij er veel te stram voor. Arthritis en artrose, oude mannekenskwalen! By the way, er reeds aan gedacht, dat het ook een zij-tje kan zijn? Ik zie je al drukdoende Barbietjes toiletteren, pareltjes rijgen, teennageltjes lakken, pépé Max, hoofdhaar vol plastic knijpspeldjes! Daar gaat volk op afkomen! Laat dat kleinkind nog een paar jaar rustig in het zakje van Francis zitten, vriend.

    Concentreer je  op die schoft morgen in zijn kerk en de mogelijkheid dat de vogel gaan vliegen is. Het zou me niet verbazen, mocht hij op dit ogenblik in de Lufthansa businessclass een stewardess om een Jack Daniels vragen!

     

    Dzju, waarom had ik zo getalmd in die kerk? Waarom was ik naar die ploert toegereden?  Waarom niet direct politie geïnformeerd? Tiens, nog altijd geen telefoontje van Vloesberghe gekregen. Had ik er toch beter aan gedaan de dienstdoende agent een volledig relaas te geven, of zelf naar het commissariaat te rijden om verslag uit te brengen? Ze hadden hem meten gearresteerd zonder de tussenkomst van Vloesberghe. De onderzoeksrechter of de procureur waren er ook nog! Agenten hebben richtlijnen, die mannen weten wat hoort en moet.

     

    Vitale informatie, had ik gezegd. Informatie is echter geen bewijsvoering, vriend. Wat vitaal schijnt voor de ene, is voor de andere een olifant die een muis heeft gebaard. Maar ja, je wilt niet luisteren. Niet naar je zoon, niet naar Marianne, niet naar mij met al mijn gezond verstand. Een oude, koppige ezel, dat ben je. Voilà.

     

    Godverdomme, ik had me door dat loeder wellicht toch om de tuin laten leiden. De hoeveelste keer al? Nog niet geleerd!  De schurftige puist  die mijn vrouw als neukpop wou. Tegen betaling!

    Reageer (0)

    09-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Iedereen een nieuwe lei!


    Wellustelingen....

    episode...

    107...


    Waar die jongen zich toch zorgen over maakte! Zo’n  pracht van een opportuniteit kreeg hij niet elke dag aangeboden. Kermit, was een ander geval!. Een goeie notaris of indien nodig een prima advocaat en en de klus was zo geklaard. Ging China niet door, geen probleem. Pat had haar villa in Keerbergen en hij kon zo in mijn huis intrekken. De sombere herinneringen wegwerken met enkele verbouwingen. Voor mijn part zelfs de hele boel verkopen.

     

    Op een nieuwe en definitieve lei met zijn Valerie kon beginnen, dát wou ik. Het vermogen van zijn moeder, hoefde ik niet. Er waren gelukkig geen kinderen: die pionnen in vechtscheidingen, slachtloffers zonder inbreng. Alleen lijdzaam en niet begrijpend toezien. Bloesems onder puin.

    Twee jaar eerder échte liefde ervaren was met geen geld te betalen. Nee, mijn zoon mocht geen dag laten verloren gaan. Hij kikkerde meteen van mijn aanbod op. Vroeg of hij er werkelijk kon op rekenen. Of ik dit eerst niet wou doorpraten met Marianne. Ik schudde het hoofd. Het was reeds twintig voor twee, tijd om afscheid te nemen.

     

    ‘Nog één dag, jongen, zelfs minder en dit afschuwelijk hoofdstuk mag afgesloten worden.Tabula rasa, een nieuw begin, jij met Valerie en ik met Marianne. Ik bel je onmiddellijk na de arrestatie van Serge. Nu naar bed jij en…sweet dreams.’

     

    Hij omarmde me. Ik sloeg de kraag van mijn Burburry op en spurttein de pletsende reen naar mijn auto.

    Het leek voorbij.

    Alle stukjes van de puzzel lagen netjes in hun vak. Nog enkele maanden en ook Kermit was verleden tijd. Eindelijk! Maar Francis was nog niet klaar met Pat. Het koeioneren van de Cijnensen was haar specialiteit. Vooral de ouwe zou het nog moeten ontgelden. Het onderste uit de kan, zou nog te weinig zijn.


    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    08-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tussendoortje

    Wildplassers, wildparkeerders en sluikstorters..









    Ik heb er de pest aan. Het ergste is dat je er machteloos tegenover staat. Op openbare plaatsen bestaat de kans dat ze een enkel keertje tegen de lamp vliegen. Maar hier op Seniorennet, vergeet het. Op Sennet is er al lang geen sprake van een rage of hype, maar dagelijkse kost hoe langer hoe meer: poot opheffen en vlag deponeren, even langs gaan op z’n hondjes.

     

    De ene doet het ietwat schuchter, steekt zich weg achter een bloempot, een ukje met leuk jurkje of een moegelezen gejatte slogan versierd met knipperende dwarrelende sterren, de andere daarentegen…!! De macho-bompa en macha-moemoe…inhoud quasi nihil, aangemeten en versierde ego-uitstraling des te meer met behulp van flitsende bolides, gefotoshopte onnatuurlijke lijven en bloot, veel bloot.

     

    Hoe luidt de publicitaire boodschap ook weer? “Internet is van jou, van mij en van iedereen!” Een heel sociaal principe, dat ik enkel maar kan toejuichen behalve wanneer het meest verfijnde, prachtigste, meest poëtische Sennetblogje door zo’n wildplasser wordt ontsierd. Als ERNST schrijft hoe een man of vrouw  woelt en weent, verzilt in tranen in de holte van een bed zoekt naar een silhouet…naar LIEFDE…en deze zoektocht ondersteunt door het romantisch-speelse doch schitterend uitgevoerde wereldberoemde Menuet van Bocherini, mensen laat daar asjeblief in jullie reacties geen razende twintigtonner of hobbelende stootkar op los. ERNST is een inderdaad een blogje waar het heerlijk is om te vertoeven. Te mooi om te ontsieren met allerlei storende, bombastische klevers. Wat is er mis met gewoon jullie nickname en een of twee kleine woorden genre “Jefke was hier”?

     

     


     

     

    Reageer (4)

    07-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roodharig lachebekje.


    Wellustelingen....

    episode...

    106...


    Zijn meisje? Denkduiveltje kwam erbij. Niet zo vlug, vriend. Wat als hij met een jongetje voor de pinnen komt? Jou kennende zie ik dat ventje niet zo direct in je wijnbanen drijven. En ze komen ervoor uit, de laatste jaren. Gelukkig! Doch stel dat Francis zich binnen de drie minuten out! Benieuwd je gezicht te zien. Ik weet het, ouders hebben daarmee geen problemen, zolang het niet die van hen  is. Je niet aantrekken, vriend, als het zo is, soit. Liefde is liefde! Jij met vrouwke, hij met zijn ventje.

     

    Volgend jaar gaan we dan met z’n allen naar de Gay Parade. Onze Francis, een meter zevenennegentig, boven op een wagen, pluimen op het hoofd en tussen de billen of in zwart leder. Zingen van YMCA. Oké, je me tais. Zet verder je oren goed open en zeker je hart!

     

    ‘Nee, pa, zo ver zijn we nog niet. Lang niet. Oelala! Valerie staat voor haar eindexamen. Ze droomt ervan om later te doctoreren. We kennen elkaar pas vier maanden!’

    ‘Hij zal toch geen tweede Gerda aan zijn been hebben?’ vroeg mijn bemoeial. Een koppel anno 2005, vier maanden samen en nog niet van de grond geweest! Hoelang hebben jij en Marianne erover gedaan? Vier dagen en boem-boem. Een geluk dat Francis vierentwintig jaar voorsprong heeft. Zoniet. Amaai!

     

    Valerie was drieëntwintig. Studeerde geschiedenis aan de VUB,  sociaal-economische. Jobstudente bij een bakker, op zaterdag en zondagvoormiddag. Francis ging alleen die dagen ’s morgens om broodjes. Na een viertal weken haalde hij zijn bestelling op om halfzeven. Een vijf-minuten-praatje  over de unief kon er dan wel af.

    Net toen ze op een zaterdagnamiddag om vier uur de bakkkerij verliet, reed hij voorbij. Bood haar een lift aan. Deden een terrasje. Voerde haar naar haar studentenkot. Nadien hielp hij haar nu en dan met de wekelijkse boodschappen. Bracht haar één keer, midden in de week, naar huis. Naar Herentals. Ze had immers griep en vrij hoge koorts.

    Momenteel schikte hij zijn werkplanning zoveel mogelijk in functie van haar lessenrooster.

     

    Valerie was een schatje. Een spraakwatervalletje waar hij uren kon naar luisteren. Haar oudere zus had net een tweeling gekregen. Valerie had de bevalling meegemaakt en was er ondersteboven van.

    Ze was stapelgek op haar nichtjes. Bijna elke week kocht ze twee babyspulletjes, maar niet identiek.  Twee fopspeentjes, twee slabbetjes, twee paar kousjes. Leuke kleinigheden. Valerie was zuinig met geld. Ze betaalde haar kot en etenswaren zelf. Kledij was overwegend tweedehands. Maar ze had klasse, grote klasse. Francis mocht haar financieel niet helpen. Tot ze problemen kreeg met haar verouderde pc en ze heel dankbaar zijn nieuwe laptop aannam, maar alleen in bruikleen. Dat was de voorwaarde.

     

    ‘Ze is gewoon fantastisch pa. Een brok dynamiet. Heeft interesse voor alles en nog wat. Wetenschap, politiek, letterkunde, plastische kunsten, daarom zit ze trouwens in de quizzploeg van de unief. Was tot voor twee jaar lid van een toneelclub in Herentals. Een klein, pittig en vinnig vechterje. Irish roots. Merk je zo. Hoogblond haar, lichte teint, maar bruinzwarte karbonkels van ogen, sproetjes op de neus en…lachkuiltjes rond de mondhoeken… Pa, door Valerie hoop ik ooit het woord liefde te kunnen schrijven zoals jij. In koeien van letters!’

    ‘Hoe staat het met Pat ? Heeft ze er weet van? Haar kennende zal dit geen lachertje worden.’

    ‘Eerlijk gezegd, pa, met een scheiding zal zij geen problemen hebben. Op voorwaarde dat ik me, laten we zeggen, heel royaal toon bij de verdeling van dit huis en de inboedel. We leven onder hetzelfde dak en we delen dezelfde keuken, maar daarmee is de kous af. Zij life-stylet met haar snobistische vriendinnen en rotzooit hoogstwaarschijnlijk met een fils-à-papa, die op de tenniscourts rondhangt. Tja, pa, iemand zal heel veel water bij de wijn moeten doen. Guess who? Vergeet niet dat een flink stuk van mijn verdiensten in dit huis geïnvesteerd is. Die afschuwelijke inrichting hier heb je voor geen habbekrats! Pat gaat niet uit werken, heeft officieel geen persoonlijke bron van inkomsten, maar ze kent de mijne. Haar alimentatie-eisen zullen wel navenant zijn.

    Deels daarom overweeg ik om hier uit de zaken te stappen en in te gaan op het voorstel van een Nederlands pharmaceutisch bedrijf. Ze gaan over tot uitbreiding van de productielijnen in China, pa. In se heeft Valerie daar echt geen problemen mee. Eerlijk gezegd, ze kijkt ernaar uit. Ik wil dat ze er meer dan ernstig over nadenkt. Erover spreekt met haar ouders, zich rekenschap geeft van de problemen die een totaal vreemde mentaliteit en cultuur kunnen opleveren.

     

    ‘Wij zijn van plan om in september een drietal weken ter plaatse een en ander na te gaan. Spreken met andere ex-pats, vooral met hun partners. De leefomstandigheden en voornamelijk de mogelijkheden voor Valerie onder de loep nemen. De Nederlanders willen immers mijn definitief besluit vóór het jaareinde kennen. Dus…en aan jou denk ik zeker, pa.  ’



    Wordt vervolgd



    Reageer (0)

    06-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onvervulde wens
    Wellustelingen....

    episode...

    105...


    Zijn monoloog ging door met horten en stoten. Hij bevestigde wat ik al die jaren had vermoed. Zijn huwelijk bleek net zo nep als dat van zijn ouders. Vooral mijn bekentenissen over mijn relatie hadden hem in feite beïnvloed. Waren op termijn doorslaggevend geweest. Ik had hem de ogen geopend. Doch slechte timing. De rompslomp rond het opstarten van zijn tweede eigen kantoor. Het constante geweeklaag van Gerda over mijn ontrouw.

     

    Nochtans verliepen zijn drie eerste huwelijksjaren relatief normaal, ondanks de buitennissige koopwoede van Pat en hun totaal uiteenlopende interesses. Het uitblijven van een zwangerschap, en vooral de oorzaak ervan, zette hun relatie in een ander, meer dan duidelijk perspectief.


    ‘Ik wou een gezinnetje hebben, pa, hoewel Pat niet echt kind-minded was. Uiteindelijk gaf ze toe. Geen condooms meer. Pat was anti dikmakende pil, weet je. Na twee jaar vergeefse pogingen, werd de gyneacologie ingeschakeld. Haar onderzoeken en testen waren positief. Het kon niet anders of ik zat in  nesten.

    Ze stond erop dat ik bij een andere dokter ging. Die van haar zinde haar helemaal niet. Afhankelijk van mijn conclusies was ze bereid over te schakelen. Ook mijn test bleek positief. Waarom het niet lukte mag Joost weten… incomptatibiliteit zeker zoals met tal van zaken. Pas maanden daarna ondekte ik, door een stom toeval, dat ze wel aan de pil was. Ik kon de pot op met mijn kinderwens. Zij liet haar getrimd lichaam niet verknoeien door zwangerschap, zei ze. Toen heb ik afgehaakt. Me op mijn werk gestort. Nu weet je hoe de vork aan de steel zit, pa.’

     

    ‘En haar opmerking van daarstraks dat meneer geen zin meer heeft?’ vroeg ik onbegrijpend.

    ‘Leugens zijn haar enige verweer. Overal tegen om het even wie, zelfs tegen haar eigen ouders. Natuurlijk staat ons seksleven, na de ontdekking van haar bedrog, op een meer dan laag pitje. Die onderzoeken, de spermatesten, de vragen en mijn angsten. Een trieste en pijnlijke periode, psychisch pijnlijk. Totaal overbodig op de koop toe. Haar maandelijkse comedie, één groot bedrog.  Weet je, pa, ik heb me eerst blauw geërgerd aan je verhouding met Marianne. Niet zozeer omwille van ma. Na al die jaren thuis had ik immers genoeg gezien. Maar dan…De gloed in je ogen, de warmte van je stem, de rillingen in mijn lichaam toen je Marianne beschreef. De manier waarop jullie alles innig-intens beleven. Dat zo’n liefde heden ten dage nog bestaat! Niemand houdt het voor mogelijk! Een utopie! Maar niet voor mijn vader. Herinner je je nog dat je mij eveneens zo een…hoe formuleerde je dat toen…een heerlijke verslaving, juist, een heerlijke verslaving toewenste?’

     

    Francis glimlachte zachtjes. Zag ik een lichte blos op zijn wangen? Als kind kreeg hij heerlijke rode koontjes door de opwinding telkens hij een geschenkje kreeg. Lag er voor hem een meer dan bijzonder geschenk klaar? Hij lokte opzettelijk een reactie uit. Daarom vroeg ik voorzichtig aftastend:

    ‘En…die verslaving ervaar je nu eveneens?’

    Hij lachte gegeneerd-bescheiden. Zijn ogen glinsterden, spraken boekdelen Net een jochie dat heel wat te vertellen heeft en niet weet waarmee te beginnen. Ik was nu al gelukkig samen met hem. Wat hij me ook nog meer over “haar” zou vertellen. Zij zou mijn zoon op wolkjes laten drijven. Ongekend nog, maar niet onbemind. Zijn meisje drong plots in de bloedbaan naar mijn hart.
     


    Wordt vervolgd



    Reageer (0)

    05-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ontredderde zoon en begripvolle vader.
    Wellustelingen....

    episode...

    104...


    Het gepaste moment echter om Vloesberghe nu te bellen. Het zou de spanning bij Francis breken. Ik toestte het nummer in. Een slaperige stem vertelde dat Vloesberghe in Holland zat. Nee, het privénummer van de inspecteur mocht niet worden doorgegeven. Morgen zou meneer Vloesberghe er om halftien vast en zeker zijn. Er was verder niemand van de recherche aanwezig.

    De telefoonstem ontwaakte en werd beroepsmatig nieuwsgierig:

    ‘Waarover gaat het eigenlijk, meneer? Kan ik helpen?’

    ‘De zaak Gerda Vanbesien. Ik ben Max Cijnens,  haar ...weduwenaar.’

    ‘Juist, de misdaad in de Begonialaan. U bent de meneer van de krant, nietwaar?’

    ‘Wil alstublieft dringend inspecteur Vloesberghe contacteren. Vraag hem mij ten spoedigste terug te bellen, zelfs deze nacht. Ik heb zeer belangrijke, vitale informatie aangaande de…dood van  mijn echtgenote. Zorg alstublieft dat hij me nog  bereikt. Ja, hij heeft mijn nummer, maar noteert u het toch maar, veiligheidshalve. Ik reken beslist op u.’

     

    Ik gaf mijn nummer door en ging bij mijn zoon in zijn werkkamer.

    Hij stond bij het raam. Ik zag hem in profiel. Zijn handen steunend op de vensterbank. Nerveuze trekkingen aan het kaaksgewricht. De typische Cijnens-tic bij stress of ingehouden woede.

    ‘Vloesberghe is momenteel niet te bereiken. Ze trachten hem op te roepen. Ik verwacht een telefoontje van hem, nog vannacht.’

     

    Mijn zoon draaide zich om. Door zijn reactie wist ik dat mijn woorden niet tot hem  waren doorgedrongen:

    ‘Mooi zo, bon. We zien dan wel.’

    ‘Francis, ik denk dat ik beter doorga.’

    ‘Wat is er precies aan de hand met Vloesberghe, pa?’

    Ik herhaalde mijn kort gesprek van daareven. Bewust van het feit dat elke vorm van communicatie eenrichtingsverkeer was. Ik wachtte op een wederwoord, een teken van hem. Hij zweeg. Ik ook. Francis nam zijn bril af, wreef over de ogen en schraapte de keel:

    ‘Kan je nog even blijven , pa?’

    ‘Zolang je wil, jongen’, antwoordde ik rustig.

    ‘Er is een en ander gaande tussen Pat en mij. Beter gezegd, het gaat helemaal niet meer. Vanavond was het nog…rustig, tot ma ter sprake kwam. Sedert de…gebeurtenissen met ma, is het hek compleet van de dam. Voortdurend die… hatelijke opmerkingen over jou, nu over ma…Ik pik dat niet meer. Er zijn grenzen, pa… Pat heeft die vanavond opnieuw overschreden. Bewust overschreden. Ik vind het verschrikkelijk… zeker ongepast om je daar uitgerekend  nu mee te vervelen. Sorry, pa, echt waar.’

     

    Eindelijk, de eerste zinnen van het gesprek waar ik jarenlang had op gewacht. De oprechte, maar trieste confidenties van een ontredderde, zoon aan zijn begrijpende vader. Plots was Serge bijzaak, Vloesberghe zeker, alleen mijn zoon telde.

    ‘Geen sorry, jongen, dit is je vader, hoor! Ik ben er altijd voor jou. Tot mijn laatste snik.


    Wordt vervolgd


    ’

    Reageer (0)

    04-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Backhands en forehands
    Wellustelingen....

    episode...

    103...


    Mijn mobieltje ging. Marianne wou weten of ik nog lang in Keerbergen bleef. Ze was moe en wou slapen. De tafel stond gedekt.

     ‘Niet te laat, hé schat. Maak me gerust wakker. Ik wil weten hoe Francis reageerde! Voorzichtig op de baan want het blijft maar regenen. Kiss you, love you. Doei!’

     

    Kermit was blijkbaar uitgerust met bionische oren. Haar nasale stem verbrak de stilte:

    ‘Wie weet met hoeveel hij er vandoor is! Staat dat nergens in die dagboeken? Je kunt maar zien dat je een goeie advocaat neemt!. Er moet toch nog iets te recupereren zijn, zeker?’

    Francis bleef ijzig kalm. Kroop uit de ongemakkelijke zetel recht. Wou ons gesprek ongestoord in zijn werkkamer verderzetten.

    ‘Ben ik weeral te veel? De geheimen van de Cijnensen zeker? Achter gesloten deuren! Is het zo erg wat die twee samen hebben uitgespookt! Ik val van niets meer achterover. Zeker niet van pastoors en gelovige trezebezen. Stille waters en de rest, als je het me vraagt!’

    ‘Jou wordt absoluut niets gevraagd, bemoeial. Geen woord meer over mijn moeder! Begrepen! Kom, pa’.



    Wordt vervolgd


     

    Kom, pa! Gemakkelijker gezegd dan gedaan op zo’n laag-bij-de-grond- zitje. Francis greep me bij de handen en trok me op. Kermit versperde de deur naar de hal.

    ‘Ik nog zwijgen? Lees wat moeder-overste over je vrouw uitkraamt. Madam deed bedevaarten omdat ze een kleinkind wou. Maar madam zou haar hart vasthouden met zo’n schoondochter als moeder. Met mijn lange nagels kon ik nog geen pop treffelijk aankleden. Zo schrijft ze dat. Plezant! Het enige dat zij goed kon vasthouden was haar paternoster, verdomme. Heeft dat mens op mijn kap gezeten, zeg! ‘t Staat hier. Over haar zoon geen woord! Hoe zou ze! Ik had beter de vrucht-van-haar- lichaam zijn boekje opgedaan! Meneer-nooit-geen-zin! Maar ja, mijn kind schoon kind. En zeggen dat ik elke dinsdag naar haar stomme prietpraat moest luisteren! Zwierig tegen mijn goesting. Daarvoor waren mijn nagels niet te lang, hé! Allemaal dank zij je charmante pa dààr!’

     

    Francis’ mond was dichtgeknepen, Zijn hand reageerde wel. Met Gerda’s schriftje nog wel. Eerst backhand dan forehand tegen Pats oren. Ze bedwong haar tranen en stormde naar boven.

    Francis ging naar zijn werkkamer. Ik stond in beraad: vlug afscheid nemen en naar huis gaan of doorpraten met mijn zoon na zo’n scène. In dit gezin was er meer dan één kink in de kabel.

    Reageer (1)

    03-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De verloren zoon is terug
    Wellustelingen....

    episode...

    102...


    Mijn bezoek aan Francis viel heel wat langer uit dan voorzien.

    Ze zaten beiden aan tafel in hun mortuarium. De enig mogelijke omschrijving voor de fameuze hi-tec keuken van Pat. Muisgrijs afgewisseld met zwart. Anthracietkleurige gefumeerde glazen als kastdeuren. Een lijkschouwerstafel van drie op twee in grijsblauwige harde steen, het blad met ingewerkte alu-ruitenblad.Waarom willen vrouwen, die nooit of zelden aan de kookpot staan, persé zo’n superuitgeruste, grote keuken? Die werktafel moet een fortuin gekost hebben! Ruimte zat om vier beehouwersgasten karkassen te laten uitbenen. Van trompe l’oeil gesproken! Boven een uiteinde ervan, een logge grootkeuken-afzuigbak. Ook grijs en verankerd in het zilvergrijze plafond. Geen spatje zonnige  kleur, geen gele banaan, geen groene appel, geen noot muziek. Monotonie troef. Lachneutraliserende design. Neurotiserend tafelen.

     

    Francis sprong meteen op en gaf me een zoen. Terug van weggeweest, mijn zoon. Zelden had zijn begroeting me zo’n deugd gedaan.

    Pat zat anderhalve meter verder aan de overzijde. Toon-in-toon met het interieur. Crèmekleurige homedress met donkergrijs monogram op de borst. Een heel vage hoofdknik kreeg ik. Ze prikte in haar bord en las ondertussen een magazine.

     

    ‘Al gegeten, pa? Kom schuif bij. Er is hier altijd méér dan voldoende!’

    ‘Nee, echt niet, ik heb geen honger. Vandaag toch niet.’

    Waarom legde Francis de nadruk op de laatste zin? Een onweerswolk nu al en hij was pas een uurtje terug uit Parijs? Pat reageerde niet. Ze geeuwde en at automatisch verder. Francis had plots geen trek meer. Nam zijn bord. Zocht een keukenrol. Trok aan een deur en een deksel vloog omhoog. Hij veegde het bord schoon en kieperde het papier met de restant in een immens grote alu-afvalbak.

     ‘Ik krijg die troep evenmin door mijn keel. Waar komt die rotzooi nu weeral vandaan, Pat?’

    ‘Een trendy Thai in de Vlaanderenstraat. Voedzaam en gezond!’

    ‘Kom, pa. Heb je de nieuwe zithoek van Pat al gezien. Rechtstreeks uit Milano. Eentje met blijf-liever-zitten-elementen. Eens erin raak je er echt niet meer uit. Glaasje wijn? Een Pomerol, nog altijd Frans!’

     

    Ik herkende mijn zoon bijna niet. Nooit zo’n spottende toon gehoord tegenover zijn vrouw. In dit huis hing geen overdrijvend onweer. Dit was als leven op het scherp van de snede. Zelfs Serge interesseerde hem ogenschijnlijk niet zo intens. 

    Ik vertelde hem de kern van de ganse zaak.

    Op het moment dat ik de dagboeken uithaalde, kwam Pat binnengesloft. Ze nam, nee, ze rukte de twee schriftjes uit mijn handen. Wierp er een naar Francis. Installeerde zich aan de tafel van de eetkamer en begon in het andere te lezen.

     

    ‘Eén dagboek ontbreekt, Francis. Het derde boekje waarin je moeder op een bijzonder pijnlijke manier haar laatste dagen beschreef. Indien nodig zal ik het aan Vloesberghe overhandigen. Doch liever niet. De bekentenis van Serge moet volstaan.’

    ‘Pa, ik heb ma …haar lichaam gevonden. Jij niet. Ik heb haar zien liggen. Erger kan niet!’

    ‘Precies, jongen. Alleen daarom hoef je niet te lezen hoe Serge haar geld aftroggelde om zijn speelschulden te vereffenen. Hoe hij haar religiositeit misbruikte. De boete die hij haar oplegde zodat zij mijn relatie nog meer traumatiseerde, me nog meer  beschimpte en verfoeide.  De pijn die zij…’

     

    ‘Wat zou je gewild hebben, hé? Dat ze applaudiseerde omdat je haar bedroog?’

    De bitsige opmerking van Pat miste haar effect niet op Francis. Ze werd kort verzocht verder geen commentaar te leveren. Nog beter was het naar haar kamer te gaan. Zijn vader praatte met hem, niet met haar.

    ‘Je had het over de pijn van ma. Ik wil alles weten pa, alles!’

    Hij stond moeizaam op en kwam naast mij zitten. In deze band van intimiteit was geen plaats voor Pat. We praatten zacht verder. Ik vertelde hem veel, maar niet alles. Repte geen woord over de slaafse onderwerping van zijn moeder, evenmin over extreme perversiteiten in de sacristie. Wel over de slagen met de palmtakken en finaal met de paterskoorden. Over Serge’s sjoemelende transacties op de Zavel en het geld dat Gerda hem overgemaakt had. Francis zat er even geschokt bij als ik. We zwegen beiden. Door te veel overmand.



    Wordt vervolgd



    Reageer (0)

    Inhoud blog
  • Zomaar
  • Liefst van hetzelfde laken een broek !
  • Kinderen of beestjes?
  • De duivel zit erop!
  • De nakomelingen van Boer Bavo
  • NJET
  • Ontmoetingen na bijna een halve eeuw
  • Olala
  • Op de vooravond van 21 juli...
  • 20-07-2009
  • 't Bakkerietje
  • Hilarische realiteit
  • Jammeren
  • A final curtain
  • Kamwielpaniek
  • Moederdagen
  • Impossible mais vrai!
  • Een zaterdagochtend
  • Omtrent Sarah en DeeDee.
  • Met de E van evolutie
  • In de nasleep van WO-lessen...
  • Mijn gedacht
  • Voor en spellen!
  • Smoelentrekkers
  • Titi is boos!
  • 't Groot Zot
  • Ik zie, ik zie...
  • Valentijn
  • Viva Leterme!
  • 18/12/2008
  • Voilà...
  • Sintje Merten in het land van Aalst
  • Vorstelijk eten.
  • Achtergesteld!
  • Voor mama

    Laatste commentaren
  • zeeppoeier-reclame (maart)
        op Wellustelingen 2
  • WO-16/05/2018 wordt het verhaal hernomen (maart)
        op Wellustelingen 1
  • sterk geschreven (maart)
        op Valentijn
  • paf (maart)
        op For every problem there's a solution...
  • Op wandel (Myette)
        op Zomaar
  • Levensverhalen (Joël)
        op Theomanistenclubje
  • kus (miekemuis en maatje)
        op Zomaar
  • Hoeraa... (ERnst)
        op Zomaar
  • Finalemente !!!!! (Chris (lilac))
        op Zomaar
  • Nogmaals ... (ERnst )
        op Liefst van hetzelfde laken een broek !
  • ....kus (miekemuis en maatje)
        op Liefst van hetzelfde laken een broek !
  • Jou ook... (jacqueline)
        op Liefst van hetzelfde laken een broek !
  • ? (miekemuis en maatje)
        op Kinderen of beestjes?
  • hallo titi, (redpoppy54)
        op Kinderen of beestjes?
  • Weet je Titi (thea)
        op Kinderen of beestjes?
  • Ja, (ERnst)
        op Kinderen of beestjes?
  • Grrrrr (Titi)
        op Kinderen of beestjes?
  • Hoi Titi (thea)
        op Kinderen of beestjes?
  • knuffel (miekemuis en maatje)
        op Kinderen of beestjes?
  • En ja... (ERnst)
        op De duivel zit erop!
  • dat mont er van (hercule)
        op De duivel zit erop!
  • weg en verdwenen (miekemuis en maatje)
        op De duivel zit erop!
  • varen ??? (Chris)
        op NJET
  • de slager (Chris)
        op 't Bakkerietje
  • Vele groetjes uit Zonhoven (sloefke)
        op De nakomelingen van Boer Bavo


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!