Lange afstand fietser Klik op de foto om de pps of verslag te bekijken.
04-01-2022
Dag 2 Port Saint-Louis du Rhône - Arles 11-06-2014
Dag 2 Port Saint-Louis du Rhône - Arles
11-06-2014
Ola, weet je hoe laat het is? Het is al 8h00 geweest, maar we hebben lekker en rustig geslapen…..Ons ochtendritueel gaat vliegensvlug en reeds vóór 9h00 stappen we de grote eetzaal binnen. Onze B&B baas is druk bezig een groepje stappers met veel woorden en gebaren hun dagprogramma uit te leggen. Het is voor hem heel moeilijk in het Engels…. Overal liggen er detailkaarten en boeken met prenten en foto’s van bloemen en struiken……Wanneer onze medebewoners eindelijk vertrokken zijn, krijgen wij ook nog een lange uitleg over de Camargue.
Monsieur Guitard heeft zijn best gedaan, hij weet blijkbaar heel goed dat wij gesteld zijn op een flink ontbijt. Er is werkelijk alles. We hebben een grote keuze kazen, beleg, zelf gemaakte confituren en jaja voor Antoine honing. We eten ons buikje rond terwijl onze vriend ons blijft overstelpen met Camargue weetjes.
Om10h00 vertrekken we en het is al snikheet. We krijgen nog de raad om ons flink in te smeren. Daar gaan we dan voor onze 2° dag. We krijgen het gezelschap van de waakhond tot aan de grote baan. Nu naar Salin-de-Giraud, dat aan de andere oever van de Rhône ligt . Bij de overzet van Bac de Bacarin is het heel rustig. Samen met enkele auto’s zijn we na enkele minuten aan de overkant.
We rijden voorbij Salin-de-Giraud het zout dorp, bekend voor zijn sel de Camargue. De kostbare “fleur de sel” wordt door fijnproevers als het beste zout ter wereld beschouwd. Langs een rustig groen baantje is het zalig om af en toe in de schaduw te keuvelend en toch goed te vorderen. Bij Mas de Saint Betrand houden we na 15km onze eerste stop. We willen een korte aperitiefpauze houden, maar het wordt een teleurstelling. Alhoewel er overal stoelen en tafels klaar staan, is er geen mens te bespeuren… we kunnen zelfs binnen rondneuzen. Gelukkig hebben we onszelf van genoeg water voorzien. Dan maar op deze wijze genieten van een schaduwterras. Bij de wegwijzer richting “La digue-à-la-mer” houden we een stop….Wat een panorama. Overal waar je kijkt zie je étangs en zoutmeertjes met traag stromende beekjes in het witte zand.
De auto’s kunnen niet meer verder, maar wij moeten erdoor ook al lijkt het wel moeilijk te worden met het losse stuifzand. We vorderen heel traag soms slechts aan wandelsnelheid maar wat we zien maakt alles goed. Duizenden roze flamingo’s, hier en daar stieren en soms zelfs witte paarden. Na een poosje moeten we onze fietsen regelmatig door de duinen duwen. Het wordt een zweten onder een blakende zon en onze watervoorraad is bijna op.
We zijn 25km ver wanneer we over enkele kleine bruggetjes en sluisjes op de smalle “La digue-à-la-mer” de eerste moutainebikers tegenkomen.
Deze uiterst smalle dijk werd aangelegd om de Camargue te beschermen tegen de verwoestende invloed van de zee bij stormweer. Hij is ongeveer 20km lang en eindigt in Saintes-Maries-de-la-Mer. Bij “Phare de la Gacholle” zowat halverwege, hopen we hier aan frisse drank te geraken want onze restjes zijn lauw. Maar meer dan enkele instructieborden en een weids uitzicht is er niet.
We lezen dat: Het vlakke land, ingesloten tussen de zee, de Grand-Rhône en Petit-Rhône, grotendeels in zout, warm en ondiep water ligt. De moerassen en lagunes lokken talloze vogelsoorten aan. Vooral trekvogels komen hier massaal overwinteren. De opvallendste zijn de roze flamingo's, zeker 10.000 tot 13.000 paren. De Camargue is overigens de enige plaats in Europa waar de flamingo broedt. Het pad is eindelijk veel breder en beter, we komen stilaan terug in de bewoonde wereld. Enkele kilometer vóór het dorp staan er dicht op elkaar gedrukt twee rijen mobilhomes op het strand. Wat een afschuwelijk zichtbederf! Hoe kan zoiets toch? Toch wringen we ons tussen de motorhomes en gaan kort pootje baden om wat af te koelen en ons zweet af te spoelen….
Als we Saintes-Maries-de-la-Mer binnenrijden is het zeker 35°C. Er is veel meer volk dan dat we gedacht hadden. We moeten met de fiets aan de hand door de drukke straatjes. Het dorp heeft een mythische aantrekkingskracht, als enig centrum in dit wel uitgestrekt en feitelijk onbewoonbaar gebied. Ook de naam is mysterieus en zou zijn oorsprong hebben bij het begin van het christendom.
Volgens de legende zouden enkele Bijbelse figuren als Maria Magdalena, zuster van Lazarus en Maria Salomé moeder van Johannes en Jacobus, samen met Sara hier verzeild geraakt zijn. De zwarte Sara wordt door de zigeuners aanbeden. Zij komen naar hier uit geheel Europa op bedevaart. Dan worden hun kinderen gedoopt en is er een processie waarbij het Sarabeeld met veel muziek en sier naar de zee wordt gebracht.
Grote dorst doet ons toch snel op een terras in de schaduw belanden. Onze aperitief is, het zou een schande zijn moesten we iets anders durven bestellen……een Ricard. Maar dan wel flink aangelengd met ijswater! We geraken in gesprek met een Vlaams gezelschap dat naast ons zit te eten. Ze komen hier al een aantal jaren hun vakantie doorbrengen. Het zijn echte natuur fanaten en vertellen met veel enthousiasme wat ze hier allemaal al hebben gezien en meegemaakt. Na al dat gebabbel krijgen we honger, een sandwich met Provençaalse groenten smaakt altijd…..Wanneer zullen we hier weg geraken ?
Om 14h00 springen we eindelijk op de fietsen en vertrekken met wat tegenzin. We volgen een tijdje Route de Cacharel richting Arles. Na een 5km slaan we schuin rechts af op een landweg en rijden op een smalle landengte tussen Etang de Malagroy en Etang de Consécanière.
We hadden helemaal niet gedacht dat deze landweg in zo’n slechte staat zou zijn, toch dokkeren we koppig verder. We worden voor onze fietsinspanning beloond met onvergetelijke vergezichten. Het wordt zweten en regelmatig stoppen om te drinken, ons zweet af te vegen en een foto te nemen.
Iets voorbij Mas D’Agon zien we plots een gebouw met terras. We stoppen onmiddellijk, maar het wordt een teleurstelling het café-restaurant is gesloten. Toch maken we gebruik van stoelen en tafels en nemen een rustpauze . We doen ons tegoed aan fruit en ons eigen lauw water, terwijl we een troep roze flamingo’s bewonderen.
In Gimeaux verlaten we de Camarguevlakte en komen aan de Rhône en genieten we eindelijk van een echt terras onder de platanen.
We moeten door enkele smalle rommelige straatjes en staan rond 17h onverwachts aan ons overnachtingenadres. Grote verwondering wanneer we door madame Poulin binnengelaten worden. Wat een imposante oude statige woning! We kunnen onze fietsen in de grote koele inkomhall stallen en moeten in de tuin een verfrissing nemen, dat doet deugd! We krijgen drie in elkaar lopende kamers met elk een dubbel bed en een grote sanitaire kamer ter beschikking.
Nadat we ons verfrist hebben willen we de stad bezoeken. Arles is bij ons bekend voor zijn Romeinse periode en voor het korte verblijf van Vincent Van Gogh. We wandelen naar het Amfitheater, de arena en de thermen. Al vlug voelen we de vermoeidheid en belanden op een terrasje in de schaduw. We genieten van enkele koele wijntjes en zijn ondertussen toeschouwers van een filmopname in de kleine hellende straatjes. Een filmploeg is opnamen aan het maken waarbij zware motoren voortduren rondjes moeten maken….wat een spektakel!
Rond 20h hebben we met Marie-Annick, onze B&B madame, afgesproken om bij haar te souperen. We genieten van de zuiderse gerechten en de sfeer in de binnentuin. Terwijl we nog wat keuvelen met een rosé wijntje, komt de heer des huize thuis. Hij is arts en komt juist terug van zijn avondronde. Ik doe alles met de motorfiets, anders is het onmogelijk voor mij in deze oude stad op de adressen te geraken…..beweert hij. We moeten het beamen na onze wandeling van daarstraks. Na nog een lange praatavond met ons gastgezin kruipen we voldaan in onze bedjes….Wat een zalige dag zeg!
Dag 1 Brugge / Marseille – Port Saint-Louis du Rhône 10-06-2014
2014
Marseille - Brugge Fietstocht
Van de Middellandse naar de Noordzee
Met “De Bende van Bob”
Dagboek van een fietstocht van 10/06 tot 26/06/2014
Het idee voor deze fietstocht, komt op het einde van 2013 uit de lucht vallen. Hugo kan geen tochten met bergritten meer aan. Al jaren spreekt hij van een cruise naar de middernachtzon. Hij zal dit NU in 2014 doen. Na overleg met de overige bendeleden, beslissen Antoine, Pol en Bob om een tocht van de Middellandse zee naar de Noordzee te maken. Het wordt een fietstocht die zal starten aan het vliegveld van Marseille, om te eindigen in België. De route kennen we gedeeltelijk. We zullen een stuk van de “Groene Wegen naar de Middellandse zee “ volgen, van Avignon tot Arc-et-Senans. In tegenstelling met 2007 rijden we nu wel van zuid naar noord. Zoals bij onze vorige tochten, willen we er een genietersvakantie van maken. We blijven ook veel aandacht hebben voor de natuur en het culinaire.
De data zijn, zoals steeds, het grootste struikelblok. Alles moet op elkaar worden afgesteld: de vliegreis en de verblijven met passende fietsafstanden….Niet simpel, maar het komt voor elkaar. We zullen starten op dinsdag 10 juni en hopen terug thuis te zijn op 26 juni.
Dag 1 Brugge / Marseille - Port Saint-Louis du Rhône
10-06-2014
Zoals steeds kan ik in de korte nacht vóór ons vertrek helemaal niet slapen. Steeds weer spookt het in mijn hoofd, zal alles goed verlopen, heb ik alles wel mee ??? Het regent pijpenstelen wanneer ik de garage uitrij en Male verlaat met de VW Golf. Een kwartier later ben ik bij Pol. Na het stapelen van de twee fietsdozen rijden we samen naar Knokke. Op een bepaald moment zien we niet meer waar we rijden, het water stroomt met bakken uit de hemel en het is pikkedonker. Onze fietsvriend Hugo zal ons naar Charleroi brengen. Antoine is ook al aanwezig. Het wordt haastig laden van de drie fietsdozen op de aanhangwagen. We moeten, om de kartonnendozen te beschermen tegen het regenwater, een zeil overspannen. Het wordt helemaal hectisch wanneer Pol zijn portefeuille niet meer vindt. Gelukkig zien we de portefeuille enkele minuten later op de grond liggen naast de remorque, in de stralenbundel van de autokoplampen.
Onmiddellijke vertrekken is nu wel het beste. Gelukkig hebben we wat reservetijd voorzien. Het wordt onmogelijk om in dit hondenweer aan een normale snelheid te rijden, zelfs niet op de snelweg. Grote drukte wanneer we op de parking van de vlieghaven van Charleroi toekomen. We zijn wat te vroeg, zo denken we. Maar ojee, bij het afladen blijkt de fietsdoos van Antoine doorweekt, nat en gescheurd. Het wordt onmogelijk om deze zo vervoerd te krijgen. We nemen met veel dank afscheid van Hugo en Liliane en wensen hen een prachtige cruise naar de middernachtzon. We dragen onze grote dozen gezamenlijk, zoals echte verhuizers binnen. In de vlieghavenhall kunnen we Antoine zijn fietsdoos laten versterken met plastiekfolie….Maar dat vraagt veel tijd! Nu inchecken….Je weet nooit hoe er gereageerd wordt bij Ryanair wanneer je de fietsen aanbied! We moeten onze uitzonderlijke bagage laten wegen. De dozen mogen slechts 30kg wegen, wat voor fietsen met bagage maar juist gepast is. Nu naar de scanner en daar gaan onze fietsen op de transportband, op hoop van zegen. Het is in Charleroi niet zo druk als in Zaventem, alles verloopt veel gemoedelijker. Het vliegtuig staat trouwens vlak bij de vertrekhal.
Stipt om 7h00 stijgen we op en om 8h45 landen we onder een stralende zon op Marseille Provence Airport. De bagageafhandeling verloopt vliegensvlug. Onder grote belangstelling sleutelen we onze fietsen weer in elkaar, het is precies een fietsatelier. Antoine constateert dat de spanring om zijn zadel op hoogte te stellen, afgebroken is. Na wat sleutelen, krijgen we het toch voor elkaar om het min of meer te herstellen.
Wanneer we de aankomsthal verlaten, is het wat zoeken om als fietser veilig weg te geraken. Op dit vliegveld is het ook weer hetzelfde, wegwijzers om op de snelweg te komen staan er genoeg, maar aanwijzingen voor fietsers daar hebben ze nog nooit van gehoord! Het wordt onvermijdelijk… fietsen op gps.
Na wat kronkels en enkele gevaarlijke rondepunten geraken we langs een drukke weg in Marignane. We volgen een baantje tot aan de landengte bij Etang de Vaïné. Wanneer we aan het water komen moeten we ons dringend insmeren, de brandende zon doet ons na 5km al halt houden. Het verschil met enkele uren geleden kan niet groter zijn. Het is zeker meer dan 25°C. Op een stukgereden betonweg dokkeren we op de smalle landengte die slechts 100m breed is. Na enkele slordige campingplaatsen wordt de betonweg een duinpad. Toch wagen we het erop om door te rijden, ook al moeten we enkele keren door opgewaaid duinzand stappen. Bij km 14 komen we plots terug in de bewoonde wereld, grote dorst doet ons halt houden bij het eerste grootwarenhuis dat we tegenkomen, om water te kopen.…..In La Mède volgen we de weg langs Etang de Berre tot Martigues.
Het is middag wanneer we Martigues binnenrijden over een van de kanalen naar het centraal gelegen klein eiland. Het stadje wordt, met al die kanaaltjes, soms het Provençaalse Venetië genoemd. Na wat rondtoeren in het rustige centrum vinden we op Cours du 4 septembre, een overdekt eetterras “San Giov”. We bestellen onmiddellijk, zoals onze maat Hugo het graag zou hebben, een Ricard als aperitief.
Santé Hugo, we zijn pas weg en we missen je al! Een joviale waardin komt ons in onvervalst Provençaals haar menu presenteren……We begrijpen er niets van. Trois formules express, stelt ze voor. We happen toe, het wordt een smakelijk diner met veel groenten en vis met enkele pichets rosé. Honger zullen we de eerste uren zeker niet hebben maar dorst dat zal iets anders worden, vrezen we!
Na een ijsje en een koffie, wil ik wel weten van de bazin wat 4 september te beteken heeft. Ze weet het ook niet, maar enkele ogenblikken later komt er iemand uitleggen dat dit de datum is waarop Frankrijk van een Keizerrijk veranderde in een Republiek in 1870. Het is 14h00 eer we loom het verrassend mooie Martigues verlaten langs het kanaal naar Port de Bouc. We moeten door de grootste petroleumhaven van Frankrijk. Gelukkig kunnen we het drukke havenverkeer vermijden en blijven we zoveel mogelijk langs het water. Maar in Fos-sur-Mer moeten we tussen de stinkende raffinaderijen en de dokken naar Etang du Landre. Bij La Fosette verlaten we de ongezonde industriezone waar we het laatste uur doorgereden zijn.
Gedaan met rookpluimen en geel-zwarte wolken van de erg vervuilende industriële activiteit rond de Golfe-de-Fos.Het is een echte verademing om nu op een splinternieuw baanvak met een prachtig fietspad de haven achter ons te laten. We vorderen aan grote snelheid, tot er plots iets onwaarschijnlijk gebeurd. In het fietspad is een dwarssleuf van 30cm breed en wel 15cm diep uitgeslepen. Ik kan er gedeeltelijk over springen, maar voor Pol die vlak na mij rijdt wordt het een drama.
Met een zware plof komt hij met zijn achterwiel op de scherpe boord terecht. Waardoor zijn wiel een deuk krijgt. We staan er wat beduusd bij. Na wat sleutelwerk en het leggen van een nieuwe binnenband, kunnen we toch verder. Pol rijdt echter op een ietsjes eivormig achterwiel. Hij geraakt niet meer vooruit zoals het hoort.
Er komt nog meer ellende, we moeten om het drukke verkeer te mijden langs het kanaal richting Port St-Louis. De trekweg is bij het plaatsen van de windmolens stuk gereden. De rupsen van de montagekranen hebben het weggetje in een waar crossparcours herschapen. We verbijten de ellende en na 65km zwoegen en zweten zijn we op Mas du Grand Peloux.
Een groene, bloemen oase aan de Rhône. Monsieur Guitard presenteert ons onmiddellijk een fris wijntje in een koele gelagzaal. We krijgen een prachtige kamer op de verdieping en mogen gebruik maken van het woongedeelte aan de achterzijde van het gebouw. De patron is bereid om straks met mij tot Port St-Louis te rijden waar ik inkopen wil doen om te souperen deze avond.
Wanneer ik met onze B&B baas in Port Saint-Louis du Rhône toekom, vinden we alles in een plaatselijke zelfbedieningswinkel. Ik moet mij wel aanpassen aan de Zuid-Franse mentaliteit……Monsieur Guitard is door iedereen gekend, het wordt elke keer een lange tetterpartij met heel wat schoudergeklop. Ik versta maar heel weinig van hun Camargue-gebrabbel, toch krijg ik van iedereen een joviale handdruk…..Hier wordt je onmiddellijk als vriend gebombardeerd. Ik koop fruit, tomaten, alle soorten plaatselijke slappe kazen, yoghurt, enkele flessen rosé en rode wijn, water en jaja 6 Duvels. Maar oh ramp er is geen brood meer…….Geen probleem, zegt mijn nieuwe vriend, ik vind wel brood voor jou!
Na de vierde bakkerij hebben we prijs. We kunnen nog juist, voor madam gaat sluiten, een drietal stokbroden bemachtigen……de laatste lacht ze! Opnieuw zijn we 15 minuten kwijt, wat een gebabbel…..iedereen heeft hier tijd zat. ’t Is hier zoals ze bij ons zeggen letterlijk leven als god in Frankrijk! Terwijl we terugrijden, zwijgt mijn chauffeur geen seconde, zo kom ik heel wat teweet over Port Saint-Louis en zijn B&B activiteit. Het stadje was eerder een plaatselijke vissershaven nu is het echter een favoriete bestemming voor vele pleziervaarders. De jachthaven kan meer dan 2000 boten herbergen en is ideaal gelegen aan de Middellandse zee halverwege tussen Italië en Spanje. Van langsom meer zijn er gespecialiseerde nautische bedrijven met droogdokken en bootreparatie. Maar toch zijn de meeste plaatselijke mensen werkzaam in de raffinaderijen en zware industrie van de Golfe-du-Fos.
De meeste van zijn Chambre d’hôtes bezoekers zijn wandelaars. Hij gidst hen in de Camargue en is gespecialiseerd in het zoeken naar zeldzame bloemen en planten. Hij krijgt blijkbaar heel veel Engelsen en Duitsers op bezoek, echte natuurfreaks zijn in de meerderheid. Fietsers zijn een grote uitzondering, lacht hij, één of tweemaal per maand krijg ik trekkers zoals jullie. Wanneer we terug op de B&B toekomen is het hoog tijd om te souperen. Pol en Antoine hebben ondertussen de fietsen gerepareerd. Op terras avondmalen, zal niet lukken menen ze, je wordt aangevallen door zwermen agressieve muggen……Gelukkig hebben we een afzonderlijke living met keuken ter beschikking. We laten het ons smaken, drinken nog een paar Duvels en kruipen doodmoe vroeg in bed. Met drie op één kamer, ik vrees voor een snurkconcert. Dan maar voor aller zekerheid de oordopjes gebruiken zeker! Slaapwel.
2021 Verslag Westhoek & Frans Vlaanderen Fietstocht
2021
Verslag Westhoek & Frans Vlaanderen Fietstocht
30-08 à 3-09-2021
met Bende van Bob
Met z’n vieren staan we voor het standbeeld van Jan Breydel en Pieter Deconinck op de markt van Brugge. ’t Is maandag 30 augustus, 2021. Wij zijn voor een aantal Japanse toeristen een curiosum: vier gehelmde senioren met vol gepakte trekkersfietsen klaar voor een tocht in de Westhoek. Het verste punt voor de tocht van het najaar is Saint-Omer in Frankrijk. Pieter Deconinck is destijds meermalen afgereisd naar deze stad, want als wever had hij er financiële belangen in de bloeiende lakenindustrie. Onze startplaats kon dus tellen als symboliek voor Vlaams voelende Vlamingen. Ooit was Saint-Omer eentalig Vlaams en kreeg als benaming Sint-Omaars. Onderweg ontdekten wij dat in Frans - Vlaanderen veel Vlaamse dorpsnamen verfranst worden uitgesproken maar niettemin overal wappert de Vlaamse leeuw aan alle gemeentehuizen.
De eerste dag zouden we niet verder rijden dan Ieper. Ichtegem, gekend voor zijn flandriens, was onze eerste halte. Het café “De Hert” met zijn wielerpluralia was gesloten en we trokken dus maar naar het café “’t Verschil” op de markt waar we tikten op het plaatselijk wielerverleden, de kasseileggers en de seizoenarbeiders van vroeger. Richting Ieper voelden we de hoogtelijnen en herdachten hier en daar W.O.I zoals aan het gedenkteken van Stephen Hanshaw in Langemark en langs het Ieperleekanaal aan de Essex Farm Cemetry waar John Mac zijn Flanders Field schreef.
Voor ’s avonds hadden we om 18u een afspraak met VOF-gastvrouw Jacqueline, gewezen directiesecretaresse bij Milcobel, de grootste ijsfabriek van de Benelux. De ontvangst was er zeer hartelijk en we konden ons neervlijen in een schitterend huis om er te overnachten en te ontbijten.
Bob had voor dinsdag een rit Ieper - Popering op zijn planning staan. Beide steden liggen amper 10 km uit elkaar en in de volksmond dragen ze elkaar niet diep in het hart. Toch stonden er ’s avonds 60 km op onze teller. We reden via de Kemmeberg, de Rode Berg, de Zwarte Berg, de Kats (Mont des Cats) naar Poperinge. Het werd een test voor onze gewrichten verouderd tijdens de coronamaanden maar het werd vooral een dag met vele levensverhalen. ’s Morgens tijdens het ontbijt bij Jacqueline; tijdens de aperitief juist over de schreve met een allerbeste Picon bereid door de Vlaamssprekende madam snor.
In de namiddag in café “De Helleketel”, het oudste café aan de helling van het Helleketelbos, ’s avonds in Sint-Jan-ter-Biezen nabij de Sint-Janskerk aan het oorlogskerkhof met zerken opgebouwd als ijzertorens. Terwijl de zon schittert en de gure oostenwind ons vooruit blaast, genoten we van het West-Vlaamse heuvelland. Op de Kats met een Mont des Cats Trappist in de hand hadden we wat gedoe met het covidcertificaat. Voortaan zouden we het in La Flandre nodig hebben voor spijs en drank.
Op woensdag reden we in Frankrijk zonder knooppunten maar op de gps van Bob. Toen we Saint-Omer naderden werden we door Antoine geënthousiasmeerd om met een boot te gaan varen op Reserve naturelle du Romelaere in Clairmarais (Klaarmares). Een groot deel van de gemeente ligt in de bossen en Bob kon het niet laten om ons er doorheen te jagen over hobbelige, onverharde paden.
La Reserve naturelle is ontstaan door vervening, wegbaggeren van turf. Met Pol als stuurman en Bob als kapitein voeren we doorheen 108 ha veenplassengebied, een wereld van fauna en flora, vennen, vijvers, drassige weiden en een lappendeken van groentetuintjes. Voldaan eindigde onze dag in Saint-Omer, een aantal kilometers verder. Tijdens de avondwandeling keken we vol bewondering naar de immense kathedraal, een restant van een rijk Vlaams verleden.
Onze trip op donderdag was enig Vlaams. In Bergues (Sint-Winoksbergen) genoten we op een zonnig terras van het Belfort en beseften dat we dat erfgoed zijn verloren tijdens de veldslag aan de Pene. De droom van de Verenigde Nederlanden werd toen stuk geslagen. Al fietsend naar Hondschoote blies de wind met meerdere beauforten in ons nadeel. Met een zucht kwamen we aan in de luwte van het stadhuis, opgetrokken in Vlaamse renaissancestijl. Weeral een stuk erfgoed dat in Franse handen is gevallen. Het zal ons steeds blijven verbazen het hoogtepunt dat we zouden beleven onder de molen in Hondschoote bij Maurice Wylleman. Bij hem was er de zoeten inval en alhoewel iedereen Frans sprak, klopte er bij iedereen een Vlaams hart. Zij prikkelden ons om Vlaamse liederen te zingen en ze vertelden over het rijke verleden van de streek. Hondschoote was een centrum van wol-en vlasverwerking en een epicentrum van volksopstanden. De rebel Zanekin nam het op voor de kleine boeren en het Calvinisme trok de kaart van de geuzen die opkwamen voor hun rechten in een textielindustrie die geen huisnijverheid meer was al daar ter plaatse. ’s Avonds kregen Antoine en Robrecht de opdracht om de tafel te dekken, terwijl Bob en Pol kaas en wijn gingen kopen. Immers Hondschoote met zijn 4000 zielen had alleen maar een frietkot.
Op vrijdag namen we de laatste traditionele foto vooraleer we vertrokken naar Brugge. We keken nog voor een laatste keer over de Moeren en fietsten de Schreve over richting Diksmuide. Een aantal anekdoten werden nog onverwacht ons deel. In Eggewaartskapelle bij Veurne wipten we binnen en kregen een rondleiding door de kunstenaar zelf, Luc Ledene beeldhouwer en sculptor. In Ichtegem deed Antoine een poëtische uitspraak op een caféterras: “Dank u Madam” --- “Pardon ’t is meneer” zei de madam. Antoine had ook nog een brood nodig voor de volgende dag en Bob heeft hem naar de beste bakker van Brugge geloodst. Hier eindigt onze 5 daagse najaarstocht.
14 Dag 14 Hellevoetsluis - Middelburg zondag 11-07-2021
Dag 14 Hellevoetsluis - Middelburg
zondag 11-07-2021
Vandaag wordt het onze Zeeuwse eilandendag. Maar eerst nog genieten van het ontbijt bij onze optimistische gastvrouw Ria. We zouden hier nog uren kunnen keuvelen….. Toch moeten we opkrassen. Het verloopt wat trager dan normaal. ’t Is druilerig en we weten niet goed, moeten we wel of niet onze regenkledij aantrekken? Om 9h30 nemen we afscheid van Ria en hopen dat het gedruppel snel stopt.
We volgen het “Kanaal door Voorne” tot aan het Haringvliet, een afgesloten zeearm. Er is een dam van +/- 4,5km aangelegd bij de Deltawerken. We volgen de LF1 over de Haringsvlietdam naar het eiland Goeree-Overflakkee. Bij Stellendam rijden we langs de Noordzee tot Havenhoofd. Dit is een liefelijk minidorpje aan het afgedamde kanaal van Goedereede naar het Haringvliet. We stoppen bij het beeld van “De Visserman” een symbool van hoe vroeger de vis hier aan wal werd gebracht in manden.
We blijven het duinpad volgen door “de Kwade Hoek” een prachtig en goed bewaard natuurgebied. Het is een duingebied met doornstruiken afgewisseld met waterplassen en bosjes. Ondertussen is de zon tevoorschijn gekomen, we zien een blauwe hemel. Na een uitkijktoren, komen we voorbij de uitgestrekte zilveren stranden, ze liggen achter de smalle duinendijk. Af en toe zien en horen we de ruisende zee. Eenmaal voorbij de statige vuurtoren, weten we dat we moeten afbuigen naar de Brouwersdam. Nog een van die Deltawerkdammen. In mijn herinneringen, zie ik nog steeds de lange kabelbaan met de caissons eraan, die zware betonstukken werden in zee gestort en tot zinken gebracht, om zo de dijk te bouwen. Waar is de tijd dat ik op studiereis, met onze Bouwkundeklas, al die grote kunstwerken bezocht heb.
We geraken over deze 6km lange dam op het volgende eiland Schouwen-Duiveland met links het Grevelingenmeer en rechts de Noordzee. We dwarsen het eiland op zijn kortste kant, van Scharendijke tot Serooskerke, aan de Oosterschelde. We krijgen stillaan dorst en zien net bij het water een terras, er heerst een gezellige drukte. Niet twijfelen, we vleien ons neer, op een vrij zonnig plaatsje van restaurant De Schelphoek. N’n frisse Omer en een Zeeuwse vissoep, met erna een ijsje, is het genieten van een lange rustpauze.
Enkele kilometers verder rijden we op een smalle dijk en zien rechts van ons een restant van een toren. We lezen dat de Plompetoren 23m hoog is, het enige restant van Koudekerke. Een van de vele verdwenen dorpen van Schouwen eind 15° eeuw. De toren heeft daarna dienstgedaan als baken voor de scheepvaart.
We hebben 50km op onze teller staan wanneer we aan de “Stormvloedkering” zijn en het grootste en bekendste kunstwerk van de Deltawerken overrijden. We hebben geluk, er is in tegenstelling met de vorige keren bijna geen wind. Rustig keuvelend zijn we zonder dat we het goed beseffen in Noord-Beveland. Net vóór de Veersedam wordt het plots erg druk, van overal komen trosjes fietsers op ons af.
Na een sanitaire stop, is onze vriend Antoine tussen de zondagse menigte verdwenen. We zullen hem wel inhalen, zo denken we. Maar enkele kilometer verder bij de Lekkerbek aan Vrouwenpolder, is onze vriend, nergens te vinden. Een telefonische oproep is, zo weten we, hopeloos. We besluiten tot Veere te rijden, op hoop van zegen, dat Antoine daar op het, ons gekende terras aan de jachthaven Veere zal wachten. Na een poos, plots toch een telefoonseintje…..Antoine is rechtstreeks naar Middelburg gereden. Hij lest zijn dorst op het terras van café Bommel. We zijn uitgenodigd!!!
We laten onze vriend een uurtje vrijspel. Toch zijn we blij, als hij ons met zijn gekend enthousiasme toeroept….Jaja hij mist ons, we krijgen onmiddellijk een dorstlessende La Trappe met een portie bitterballen. Een oma met haar pas afgestudeerde kleindochters, geniet duidelijk mee van Antoine zijn uitbundigheid.
Om 18h melden we ons bij de Familie Blauw, het is een blij weerzien na 2 jaar zijn we terug, op het ons bekende Vrienden op de Fietsverblijf. Als we een uurtje later de stad in wandelen is het opvallend stil en leeg. We hebben ons niet gerealiseerd dat de Europese voetbalkampioenschappen finale deze avond betwist wordt. In restaurant “De Vriendschap”, waar je anders zeker moet reserveren, is er plaats in overvloed. We worden echt in de watte gelegd en genieten van een laatste overvloedig avondmaal….
Plots realiseren we ons dat : het alweer voorbij is, onze 14 daagse tocht door het altijd verrassend mooie en erg leerrijk Nederland.
Morgen nog een korte rit naar Brugge en dan is het hopen op een gunstige periode op het eind van de zomer om, de Westhoek en Frans-Vlaanderen aan te doen.
Bedankt Antoine en Pol voor jullie gezelschap.
Robrecht, vriend we hebben je gemist!
Bij leven en welzijn volgen in de winterperiode de PowerPoints.
13 Dag 13 Noordwijk - Hellevoetsluis zaterdag 10-07-2021
Dag 13 Noordwijk - Hellevoetsluis
zaterdag 10-07-2021
We hebben heerlijk geslapen met z’n drieën op één kamer. Benieuwd naar de weersomstandigheden? Verwondering…de zon piept door de gordijnen en dit niettegenstaande de wat dreigende berichten op de weer-app.
Jannie verwent ons met een lekker ontbijt, we zijn tevreden over ons verblijf .
Na de uitleg hoe we terug op de LF1 geraken, nemen we afscheid van onze moedige gastvrouw….Bedankt Jannie doe zo verder en tot ziens.
We moeten omhoog naar de Dijk-boulevard, daarna duiken we heel vlug de groene duingordel binnen, richting Katwijk. In dit erg gereformeerde dorp, vertrekt de fameuze “Limes Route”. Deze route loopt langs de Rijn en de Donau naar de Zwarte zee. We hebben goede herinneringen aan enkele stukken, welke wij op deze langeafstand route deden. Zo fietsten we in 2013, er een deel van op onze Donau-Fietstocht. En in 2019 nog eens een groot stuk op onze Rijn en Bodenzeetocht. Zie de verslagen op de linkerzijde van mijn blog.
Na de kruising met het Katwijkkanaal, komen we bij een van de oudste vuurtorens van de Noordzeekust, de “Vuurbaak van Katwijk”. Vanaf hier richting Den Haag, we fietsen door een 10km lang duinengebied, voorbij Wassenaar. Het zijn hoge duinen met hier en daar bos en veel waterplassen. Het is een belangrijk waterwinningsgebied. Heerlijk om zo rustig verder te peddelen. Na Meijendel, zien we de watertoren van het pompstation Scheveningen opdoemen. Het is, een ons bekend baken, we weten dat we straks door de Scheveningbosjes naar Den Haag moeten.
Het lukt ons wonderwel om zonder moeilijkheden voorbij de talrijke ambassades, dwars door Den Haag te fietsen. De track op de fietsgps heeft ons ongelofelijk geholpen. Na de Jachthaven, komen we aan Duindorp en Duinzicht, we zijn blij om na een lange periode terug de Noordzee te zien. Hier is het duinengebied plots veel smaller. We volgen het Peter Pauluspad zo’n 10km golvend voorbij Kijkduin naar Ter Heijde.
Stillaan krijgen we honger en dorst, we besluiten om af te buigen naar het ons totaal onbekend dorp Monster.….Zou hier iets open zijn, in deze post-coronatijd? Het blijkt echter niet zo simpel, na wat rond kronkelen en na enkele keren vragen, verwijst men ons naar broodjeszaak “ Hop” ergens bij een kerkplein. Antoine heeft natuurlijk de kerk al eerder opgemerkt en vliegt er op af! Er staan tafeltjes en stoeltjes, onmiddellijk heeft hij een plaatsje bemachtigd. In een zijstraat moeten we de bestelling doen en enkele minuten later worden we bediend. We blijven lang genieten van de zon en nemen nog een dessertje als toetje.
We laten de gps een afkorting berekenen richting het veerpont Maassluis - Rozenburg. Toch willen we absoluut eens Maassluis bezoeken, we hebben vroeger deze gemeente altijd links laten liggen. Via Naaldwijk en Maasdijk rijden we na 12km de stad binnen. Het wordt een absolute verrassing, wat een prachtige oude historische maritieme kern. Maassluis is wel heel authentiek gebleven, we kruisen bruggetjes en sluizen en volgen kanaaltjes, of zijn het “Vlieten” tot in de kern. We belanden op een soort eilandje aan de Grote Kerk.
Even een fietsbrugje over en we zijn op de markt aan het “Grand Café de Waker”. Op het overvolle terras heerst een aanstekelijke ambiance…We krijgen er… dorst van!
Net wanneer er een frisse La Trappe geserveerd wordt, breekt de hel los. Een hevig onweer met regen en donder, doet iedereen onder de grote parasols dicht tegen elkaar kruipen…. Gelukkig duurt het niet lang, maar de feestvreugde is gebroken. Na een poosje wordt het stil en zijn de luidruchtige terrasgangers verdwenen. We maken nog een tochtje rond en over de sluizen en verlaten de binnenstad richting het veer.
We haasten ons en kunnen met wat geluk, mee met het pont, over de Nieuwewaterweg tot Rozenburg. We wisten niet dat er vooraf een ticket aan een automaat moest genomen worden….De schipper heeft gelukkig wat geduld, we zijn nog net mee. Rozenburg ligt op een eiland, we moeten nog over drie bruggen. Bij de 1° brug over het Calandkanaal, is het wel een halfuur wachten eer er een groot vrachtschip voorbij is. Nadien rijden we over het Hertelkanaal en een arm van het Briels Meer.
Om 18h hebben we afgesproken bij ons overnachtingsadres in Hellevoetsluis. Ai… we zullen telaat zijn. Na 10km bellen we aan bij Ria, het wordt een hartelijke ontvangst met veel gepraat en een drankje. We krijgen de bovenverdieping met 2 kamers en een badkamer ter beschikking.
Grote honger en veel dorst, doen ons na een vlugge was- en plasbeurt terug op de fiets springen. Ria raadt ons aan om naar de Kerkstraat te fietsen, daar zijn genoeg eetgelegenheden….Na een drietal kilometer stallen we de fietsen en wandelen naar Bistro “In de file”. Spijtig we hebben niet gereserveerd en men laat ons niet binnen! Het is echter te fris om op een terras te souperen.
In eetgelegenheid “Stars”, een zaak zonder ziel , bemachtigen we een plaatsje, het is echter niet van harte. Nadat we dorst en hoger gestild hebben, fietsen we terug en zitten vlug onder de dekens.
’t Begint al wanneer we aan de overvolle ontbijttafel van Elly plaatsnemen. Terwijl we ons tegoed doen, blijft onze gastvrouw maar vertellen, zonder een adempauze. Elly is schrijfster, kunstminnares en zelfs mecenas. Een vrouw met een bijzonder boeiend en gevarieerd leven. Met veel enthousiasme vertelt ze ons haar levensloop. Na een tijdje worden we ondergedompeld in een spiritueel leven. Ze is opgetogen over haar verre reizen waarbij ze zich als pelgrim voelt, op zoek naar oplossingen voor haar levensdromen…
Ze is enthousiast, wanneer we haar vragen de kunstwerken in haar tuin en tentoonstellingsruimten te mogen bewonderen. Een uur lang blijven we met verwondering, rondneuzen in haar beeldentuin. Er zijn veel verschillende disciplines, soms in staal, steen maar ook in kunststof en koper.
Toch blijven de vogelsculpturen in staal onze meeste bewondering genieten.
Ook in haar verschillende binnenplaatsen zijn we nog niet uitgekeken. Hier zijn de technische koperminiaturen buitengewoon prachtig. We bevinden ons precies in de wereld van Jules Verne, met stoommachines en luchtballonnen.
Elly is terecht fier op haar kunstverzameling en vertelt ons nog over de viool- zang- en pianoconcerten in haar salons. “Gekroond in Blauw” is haar laatst uitgegeven boek. Het is een autobiografisch werk, over haar eigen leven, geeft ze ons toe. 10h met spijt moeten we afscheid nemen van onze gastvrouw Elly.
We krijgen nog wat goede raad, een wegaanwijzing en dan gaan we dwars door de Bergense villabuurten in de groene duinen. Na Bergen-Binnen komen we in Bergen-aan-zee, met hoge ruige duinen? Daarna rijden we door het Woud tot Egmond aan zee. Opnieuw stellen we vast dat, ook na de zoveelste maal LF1, de Noordzeeroute ons nog steeds erg blijft boeien. We vinden het de allermooiste “Langeafstand Route”: zoveel afwisseling, goede fietspaden, ver van het drukke autoverkeer, de prima bewegwijzeringsborden en vergezichten met zee, duinen en groen, wat wil je meer? Na een duinenreservaat zijn we in Castricum. Hier komen we in een tuinbouwgebied. Nog iets verder begint er industrie, het zijn de Hoogovens IJmuiden bij Wijk aan zee.
Na Beverwijk en Velsen moeten we met een veer over het Noordzeekanaal. In Velsen-Zuid hebben we 35km, honger en dorst doen ons een zonnig terrasje opzoeken. We vliegen IJmuiden-Centrum binnen, na wat rondvragen komen we bij restaurant “Staal” in de Lange Nieuwtraat. Een Tripel Karmeliet doet deugd, we maken er een lange eet-rustpauze van met een heerlijke carpaccio.
Bij Duinlust zitten we onmiddellijk terug op onze route. We rijden door het Kennemerduinenpark, het Fazantenbos en langs een slingerend fietspad naar Bloemendaal-aan-zee. Bij de grote waterpartijen moeten we halt houden voor wegversperrende Schotse Hooglanders. Op een bord lezen we dat er ook reeën, damherten, vossen en konijnen leven. We bereiken de kustboulevard en volgen die tot Zandvoort langs de parelwitte stranden . Op het einde van de duinen kunnen we niet naast het racecircuit kijken. Wat zal dat worden begin september, wanneer hier een Formule 1 wedstrijd zal gereden worden….
We zijn opgelucht wanneer we goed en wel het drukke centrum van Zandvoort kunnen wisselen voor een rustig pad door de duinen richting Noordwijk.
Van ver zien we, de ons bekende vuurtoren…Bij onze Ronde van Nederland 2015 moesten we op deze locatie een foto maken. Al die verplichte fotomomenten, waren nodig om een oorkonde te verkrijgen….We zijn dan ook opgenomen in de “Eregalerij Nederland Fietsland 2015”. We laten ons opnieuw fotograferen op dezelfde plaats…
Na de Noordwijk boulevard rijden we naar Noordwijk-Binnen. We dalen wel +/-20m en moeten vanaf de dijk tot bij ons gastadres geen trap geven. We zijn duidelijk beneden de zeespiegel beland. Het is wat zoeken, de gps wordt overstelpt met fietsweggetjes, toch staan we plots op het goede adres bij Jannie, onze Vrienden op de Fiets gastvrouw voor deze avond. We krijgen een ruime slaapkamer ter beschikking, er is gelukkig plaats voor drie. Jannie is een hartstochtelijke fietsster en doet vele kilometers op één dag, meestal zonder planningen. Soms heeft ze waanzinnig lange afstanden gereden en wordt het zwoegen om thuis te geraken, het zijn bijna onwaarschijnlijke verhalen. Na onze was-en plasbeurt laat onze moedige gastvrouw, ons aanschuiven voor het avondmaal. Jannie heeft haar best gedaan en serveert ons een typisch Bourgondisch gerecht.
Het is nog vroeg en we willen het dorp bezoeken, ver geraken we niet. Op het terras van “Het Hof van Holland” bevalt het ons niet en we zoeken een aangenamere plaats. ’t Is helemaal geen wonder, Antoine vindt een bruin café achter de kerk, “Thomas Proeflokaal” het is er erg druk. Samen met bouwvakkers, die hun verlof starten, moeten we meevieren, maar wij drinken Duvel in plaats van Heinekens. De patroon heeft het opgemerkt en komt ons gezelschap houden. Het wordt een aangename boel, maar de plicht roept, morgen moeten we onze kilometers doen. Terug naar ons verblijf en niet snurken aub!
11 Dag 11 Den Burg Texel - Bergen donderdag 8-07-2021
Dag 11 Den Burg Texel - Bergen
donderdag 8-07-2021
We zijn wat vroeger op vandaag. Het wordt de start, van de terugweg Zuidwaarts. Groot is onze verwondering, op mijn smartphone staat een bericht van Pol, met de melding: “deze avond zal ik op het VOF- adres in Bergen zijn en de rest van de tocht meefietsen”. Wat een verrassend bericht! Gelukkig kent onze vriend het programma en onze overnachtingplaatsen.
Maar nu willen we eerst nog genieten van het ontbijt. ’t Is hier de zoete inval vandaag. Samen met Ria, haar hulpje, haar dochter en een gaste.. Onze gastvrouw geniet duidelijk van al die drukte en vindt het spijtig wanneer we moeten vertrekken. Wij willen het Texel-Veer om 10h halen! De compagnie blijft ons maar voortdurend aan de praat houden! Na het beladen van fietsen en afscheid nemen, moeten we onze kranige gastvrouw beloven terug te keren
met onze bende van Bob maar dan met vier, lacht ze.
Met spijt starten we richting Texel-Veer. Met de strakke tegenwind, zullen we geluk moeten hebben, om de boot nog te halen. Fel bezweet en al wat afgemat kunnen we nog juist als laatsten mee….Oef het is ons gelukt. Best dat we geen ticket moeten nemen, voor de terugtocht is dat niet nodig. Na een 1/2h zijn we in Den Helder. Vanaf hier willen we de LF1 (de Noordzeeroute) volgen.
Gelukkig kunnen we, met een wat afgezwakte halvewind, flink vorderen. We rijden dicht bij het water, op een hellende zeedijk, voorbij de vuurtoren naar Duinoord. Plots moeten we door een lager gelegen gebied met grote waterpartijen, het zijn duinmeren vol watervogels.
Iets verder houden we aperitieftime, we komen uit de duinen en rijden naar beneden. In Julianadorp vinden we een pas geopend restaurant. De patroon heeft nood aan een babbelstonde en is heel blij met ons bezoek.
In Callantsoog, we hebben dan al 35km op ons tellertje, willen we middagmalen. Het is erg druk op het dorpsplein met overvolle zonneterrassen. We vleien ons neer tussen kwetterende toeristen en bestellen eindelijk “Kibbeling” . ’t Zou zonde zijn om dit op de Noordzeeroute niet te doen.
Terwijl we genieten, krijgen we ook nog een hilarisch spektakel. Een groep meeuwen trippelen rond op de dakboorden, ze zitten op de uitkijk. Plots komen ze in groep naar beneden en vallen etende vakantiegangers aan. We zien zelfs mensen wegvluchten van hun tafel en hun eten aan de krijsende vogels achterlaten.
Na Sint-Maartenszee rijden we door de duinen van Petten voorbij de villa waar we in 2015 op onze “Ronde van Nederland” overnacht hebben. Toen waren enorme werken bezig. Nu zijn deze opspuiting- en zeeweringswerken beëindigd. De hoge duinen hebben aangeplante grasbegroeiing. Er zijn wandel- en fietspaden aangelegd. Na 7km flink doorfietsen op de kaarsrechte duinweg, willen we onze dorst lessen. We bemachtigen een plekje op het terras van het strandpaviljoen in Camperduin. Lekker in de zon is het genieten van een ijscoupe en een trappist. We moeten nog een 12-tal kilometer verder, maar een stel nieuwsgierige fietsers, blijft ons maar aan de praat houden….
Na een deugddoende rit door de Schoorlse duinen, het breedste en hoogste duinengebied van Nederland, komen we in een heide- en later in een bosgebied, het Groot Ganzenveld. Langs golvende fietspaden komen we in Bergen. We staan plots, zonder dat we het verwacht hadden aan de ingangspoort van een grote villa, ons overnachtingsadres voor vandaag. Elly, onze gastvrouw, komt ons met veel enthousiasme tegemoet en is verwonderd dat we slechts met twee zijn. Maar ’t duurt niet lang enkele seconden later meldt Pol zich.
Voilà we zijn op één na compleet….Robrecht blijft het afwezige vierde bendelid. Wanneer we onze fietsen gestald hebben, nodigt Elly ons uit op haar ruime tuinterras voor een drankje. We staan in bewondering voor al die kunst, welke we hier te zien krijgen. Onze gastvrouw is blij met de belangstelling en blijft maar vertellen over haar leven als schrijfster en kunst- en muziekmecenas.
We krijgen twee ruime kamers met badkamer op de 1°verdieping. Na onze was-en plasbeurt is het etenstijd. We wandelen naar het centrum van Bergen. Ondertussen vertelt Pol zijn dagervaring, van zijn treinrit Vlissingen - Alkmaar. Niet zo simpel om met de Nederlandse spoorwegen in Corona-tijd te reizen. Nu moet je, voor een treinrit met fiets, vooraf een afspraak maken…..Gelukkig hebben ze voor een buitenlander, door de vingers gezien en kwam er hulp van een spoormedewerkster. Toch heeft het Pol een complete dag gekost om hier te geraken, met zelfs enkele onvoorziene overstappen. Onvoorstelbaar in deze moderne tijd, zeker in een fietsland als Nederland!
Na 2km zijn we in het meer dan drukke centrum….we bemachtigen een tafel in een restaurant en doen ons tegoed aan al het goede wat ze ons hier bieden. We verwonderen ons over het levendige centrum met een overvloed aan eetgelegenheden, toch een heel eind van de kuststrook!
Bij het terugwandelen worden we dicht bij ons slaapadres, plots door een groep fietsers op een terras uitgenodigd. En ja waarom niet we kunnen best nog een slaapmutsje verdragen. We stappen “Duinvermaak” binnen en nemen plaats op het terras.
Het wordt een aangenaam gesprek tussen Noord-Hollanders en Vlamingen. Soms lijkt het moeilijk om elkaar goed te begrijpen, maar met wat inspanningen lukt het. We ondervinden meer en meer dat onze Noorderburen andere betekenissen geven aan bepaalde woorden en uitdrukkingen. Onze nieuwe vrienden drinken Heinekens….wij natuurlijk Trappist. Heel vlug komt het woord “Lekker” ter sprake. Wij vinden dat de Nederlanders dit woord te pas en ten onpas, lukraak gebruiken. Wij als Vlamingen vinden iets lekker als het over goed smaken gaat…..zoals Trappist. De Hollanders vinden zelf
“Tegen wind fietsen” lekker. Waar halen ze het vandaan ??? Uiteindelijk krijgen wij van onze nieuwe vrienden gelijk….Ze bestellen, na veel aandringen, eindelijk een Trappist!…Laat ons maar gaan slapen, iedereen heeft het nodig! Slaapwel en tot ziens vrienden.
We voelen ons meer dan thuis bij Ria. Ze is een echte “mama”, een plezierige madam. Samen met haar gasten ontbijten, vind ze echt nodig. We kunnen blijven eten en babbelen, ze is niet te stuiten. Onze fietskledij ligt mooi gewassen en geplooid klaar. Ik doe dat meestal zegt ze, mijn logeerders vinden het altijd fijn. Ook wij bedanken haar…In de vakantiemaanden is er hier nooit een plaatsje vrij, mijn agenda staat propvol. Gelukkig hebben jullie vroeg gereserveerd, lacht ze.
We maken haar duidelijk dat we vandaag het eiland willen rondfietsen. Nu krijgen we een aantal bezoek opdrachten….Oei, zal dat allemaal wel lukken??? Het is voor mij, van 2007 geleden dat ik hier nog was. Toen samen met Hugo, Jacques en Pol. Benieuwd, wat nog te herkennen valt na 14 jaar. Wat hebben we geluk, er is zon, wel een stevige wind van zo’n 4 à 5BF, maar ’t blijft droog, hebben ze beloofd. Zalig zonder de fietstassen zo’n 12kg minder, ‘t geeft ons een prettig gevoel.
We vertrekken op de fiets- knooppunten westwaarts, richting Ecomare. Hier worden jonge en zieke zeehonden opgevangen, die het op eigen kracht niet zouden redden. We komen heel dicht bij de Noordzee en rijden voorbij “Bos en Duinen” aan het Kogerstrand. Tussen de vele campings, ligt een fietssnelweg, waar we tussen een massa fietsers moeilijk op dreef geraken. Vele e-bikers zijn de duinhellingen niet gewoon en vergeten, zoals meestal bij die e-bikers, hun versnellingen te gebruiken, wat een gevaarlijke toestand!
Na 15km komen we bij het Nationaal park “De Slufter” Het is een gebied welke in open verbinding staat met de Noordzee. Het gebied bestaat uit een groep kreken, die soms, na een storm, onder water staan. Er komen veel zoutplanten en bloemen voor. Het is ook een vogelbroed- en rustgebied. We stallen onze fietsen en maken een flinke wandeling in het park.
Nadien gaat het verder, op een uitzonderlijk mooi nieuw fietspad. We vermoeden dat het pas in de vorige winter aangelegd is. Bij “de Robbejager” zijn we op het uiterste punt van het eiland. We fietsen steil omhoog tot bij de vuurtoren. Deze “Eierland vuurtoren” staat op het Noordelijkste puntje van Texel. De vuurtoren is gebouwd ter bescherming van het Eierlandse Gat, voor de kust van Texel, vroeger zijn hier veel schepen vergaan.
We buigen af langs de Waddenzeekust tot voorbij de aanlegsteiger van het Veer naar Vlieland. Heel snel zijn we in De Cocksdorp, ik ken het dorp want in 2007 kwamen we hier enkele keren souperen in “De Rog”. Het eetcafé bestaat nog, maar de patroon heeft nog geen zin om te openen! Kom deze avond na 18h, roept hij ons toe, nu kan het niet! We zoeken een ander terrasje en moeten niet ver lopen om onze honger en dorst te kunnen stillen. In het “Grand Café” zijn we meer dan welkom, een “Texel Skuumkoppe” en een vissoepje smaken in het zonnetje.
Vanaf het dorp rijden we richting de Waddenzee. Eenmaal aan de dijk blaast, de bijna stormwind, recht op onze neus. De eerste 12km elk om beurt koptrekken tot Dijkmanshuizen en dan is het op halvewind langs kerkwegelpaadjes naar Den Burg. Fel bezweet komen we terug op ons slaapadres. Een lange douchepartij komt best van pas….
Terwijl Antoine souvenirs aankoopjes doet, neem ik rust en kijk op TV naar de Tour de France. Wat een triestige commentaar op de Nederlandse sportzender, een negatieve en onbekwame wielersportjournalist zonder enige animo. Ik kan het niet meer aanhoren, alles is fout en zelfs zijn Nederlands is erbarmelijk en bijna onverstaanbaar. Via Wifi kan ik gelukkig luisteren naar de VRT met Wuyts en De Cauwer. En wat meer is, Wout Van Aert wint die dubbele Mont Ventoux-rit op fenomenale wijze….Proficiat Wout, ik heb er meer dan van genoten, wat een coureur! Ik heb het mij niet beklaagd dat ik ben blijven kijken….
Nu Antoine de weg kent in het stadje, gaan we op wandel. Den Burg is de hoofdstad van Texel en er heerst een aangename drukte in de winkelstraten.
Antoine heeft in de namiddag de kerktoren beklommen, nog steeds is hij vol enthousiasme over het uitzicht op het eiland. Zoals steeds wilde hij echter kaarsjes laten branden….maar in een protestantse kerk lukt dat niet, weet hij te vertellen. Op een plein staan een 5-tal bepakte fietsers. Het zijn jongelingen uit het Antwerpse. Ze zijn op zoek naar een overnachtingsplaats. Ze zijn van plan alle Waddeneilanden af te fietsen. Ik raad hen aan om inlichtingen te vragen bij het VVV. Ik veronderstel dat de overtocht naar Vlieland vanuit De Cocksdorp enkel op afspraak kan……Ze weten dat het een avontuurlijke onderneming wordt .
Na een zonneterrasje wordt het etenstijd en wandelen we naar ons afgesproken adres “ De 12 Balcken”. We krijgen een mooi plaatsje in het overdekte terras. Met veel zwier presenteert de patroon ons de bier- en menukaart. Een groep enthousiastelingen die de start van hun vakantieweken willen vieren maken het heel bont, de patroon moet hen bedaren.
Met enkele La Trappe-trappisten genieten we van een smakelijke Zeebaarsfilet en een overvloed aan verse groenten. Ondertussen is Antoine de beste vriend van de baas en wordt het moeilijk om hier weg te geraken…Maar de plicht roept, uiteindelijk geraken we op een deftig uur in ons bed. Ik vermoed dat oordopjes nodig zullen zijn!
Op vraag van ons gastgezin, nemen we iets vroeger dan gewoonlijk ons ontbijt. Rein is juist vertrokken en Els houdt ons, aan de rijkgevulde ontbijttafel, gezelschap. Zoals beloofd zijn we om 9h00 klaar om te vertrekken. Nog vlug een foto, bedankt familie van Kampen, we waren graag in Hoorn. We rijden door het stille centrum en moeten wat zoeken naar onze uitgestippelde weg.
Het is vandaag een beetje een overgangsdag op weg naar Texel, waar we zo vlug mogelijk willen zijn. We hebben gekozen om via de fietsknooppunten in een bijna rechte lijn tot in Den Helder te geraken, via Wognum, Wadway en Spanbroek, dwars door een landbouwgebied. We vorderen goed er is bijna geen verkeer, enkel nu en dan een, volgens onze mening veel te snel rijdend landbouwvoertuig….We moeten soms in de graskant duiken!
Wanneer we de Westfrieschevaart kruisen, hebben we al 32km saaie weg op ons tellertje staan. De kleine dorpjes, met enkele huizen, lijken verlaten. Doorstoempen tot we plots de omgeving herkennen. Een eindje voorbij Wieringenwaard richting Anna Paulowna, zien we de Windmolen “Leonide”, ooit een houtzagerij. Hier waren we al eens, op onze Ronde van Nederlandtocht 2015. Toen reden we van Petten naar Harlingen op de LF10.
We moeten over rivier “de Hoge Oude Veer” we hebben 42km. Zonder enige afspraak, draaien af op de parking van eetcafé “de Ben”. Grote dorst doet ons onmiddellijk een “Texels Skuumkoppe” bestellen. Blijkbaar verwachten ze dat helemaal niet van fietsers, de meesten drinken hier koffie, thee of karnemelk. We vrezen dat er op onze weg niet zoveel meer zal komen en blijven ook lunchen…..een boerenomelet is meer dan welkom. De patroon legt ons uit dat het dorp, Anna Paulowna, genoemd is naar een Hollandse koningin. Deze Russische prinses uit St-Petersburg werd echtgenote van Koning Willem II begin 19° eeuw.
Bij de Kooy, fietsen we voorbij een grote Marine basis met helikopters die aan het oefenen zijn. We rijden op de Westoever naar de Binnenhaven van Den Helder. Het is wat kronkelen en eventjes zoeken om bij het Veergebouw “Teso” te komen. Deze veerdienst is eigendom van de Texel-eilandbewoners. Om 15h nemen we het veer. De overtocht duurt 20 minuten en kost 5€ incluis de fiets.
Volle zon en forse wind , ja we voelen duidelijk dat we op een eiland zijn. We volgen de Waddenzeedijk, met de bijna stormwind in de rug, kunnen we ons zonder trappen laten meedrijven tot Oudeschild….Vanaf hier is het opboksen tegen de harde halve wind, richting Den Burg. Net voor het binnendraaien van het stadje, ben ik alleen. Waar is Antoine gebleven? Na enkele seconden komt hij uit een graskant gekropen, een plotse rukwind heeft hem van het pad afgeblazen, gelukkig zonder erg! Nu eerst naar ons overnachtingsadres. Ai het is nog wat tevroeg, onze gastvrouw is er nog niet, dan maar eerst een terrasje meepikken. Een buurvrouw meent dat ze elk ogenblik kan thuiskomen en stelt voor, om onze bepakte fietsen bij haar te stallen.
We doen het niet en beklagen het ons na 5 minuten. Het is toeristisch druk in de smalle straatjes, fietsen mag niet en de fietsenstallingen staan overvol. Toch vinden we een schaduw terras onder de bomen waar een La Trappe, meer dan welkom is. Als we, iets later, bij Ria aanbellen is ze opgetogen dat we er zijn. We moeten achterom met de fietsen en deze stallen in een heel ruime garage. We krijgen onmiddellijk een grote kamer op de verdieping. Onze kranige gastvrouw is fier op haar gastenverblijf, met alles erop en eraan, zelfs TV, Wifi en koffiezet…..Straks zal ik jullie bezwete fietskledij wassen, gebied ze. Op de 2° kamer is er een jonge strandstapper, die ons ook komt verwelkomen. Ria excuseert zich, we krijgen de sleutels en uitleg waar we kunnen souperen, ze moet naar een familiefeestje….Wij krijgen haar huis voor de rest van de dag, lacht ze!
We willen ons verfrissen en wat uitrusten, na wat zoekwerk krijgen we de TV aan de praat, maar de Wifi-code is niet leesbaar of compleet verkeerd. Ook onze jeugdige buurman krijgt het niet voor elkaar. Toch heb ik bij het binnenkomen, een tellerkast opgemerkt, waar de modem mogelijks in staat….en jaja hierop vind ik de juiste Wifi-code, na enkele seconden is alles in orde. Ik zal de code, maar dan mooi uitgeschreven, in haar gastenboek zetten….de volgende gasten zullen blij zijn.
Op aanraden van onze gastvrouw willen we gaan eten in de “12 Balcken” een uiterst gezellig eetcafé, volgens haar. En inderdaad het zit propvol, zodat we moeten aandringen bij de patroon om een plaatsje te bemachtigen. We voelen ons onmiddellijk thuis, er heerst een uitbundige ambiance en de bier- en menukaart doet ons likkebaarden. We bestellen een Lamsstoofpotje en enkele Zundert trappisten. Het is meer dan genieten. Morgen komen we terug, beloven we de patroon. Slaapwel!
Heerlijk, een ontbijt en een babbel met de gastvrouw. Alles is aanwezig en we slurpen samen nog een extra koffie. Maar de plicht roept, 9H30 fietsen beladen en onze 2°week door Nederland kan starten. Corine geeft ons nog enkele aanwijzingen, hoe we op onze route geraken. Daar gaan we, bedankt Corine we hebben genoten van je gastvrijheid.
Na onze babbel onthouden we dat de stad genoemd is naar de geestelijke vader van de Zuiderzeewerken Cornelis Lely. De eerste bewoners kwamen hier omstreeks 1967, maar rond 1980 kwam er een leegloop, dit ten koste van Almere een Flevopolderstad dichter bij Amsterdam. Toch is Lelystad de hoofdstad van de nieuwe provincie gebleven. Er werd ingegrepen met afbraak en herstructureringen van nieuwe wijken. De uitbereiding naar de kuststrook heeft veel goed gemaakt, met de Bataviahaven en een snelle verbinding naar de Randstad.
Na 10km komen we bij het Bataviapretpark aan het Markermeer. Het is een educatief park waar historisch, het leven aan boord van reuze zeilboten op weg naar de koloniën, wordt weergegeven. Enkele kilometers verder komen we aan het begin van de dijk, dwars door het IJsselmeer en het Markermeer.
Na de Houtribbesluis zijn we op weg voor 26km door het water. In 2015 op onze “Ronde van Nederland” fietstocht moesten we ook door het water fietsten. Toen 32km van Den Oever naar Friesland. Net als toen hebben we geluk met het weer, geen stralende zon maar het blijft droog en de wind speelt wat in ons voordeel. Halverwege houden we een stop op een parking is een afspanning waar er een gezellige drukte heerst.
Voor we in Enkhuizen toekomen, dwarsen we nog sluizen. De “Krabbersgatsluis” voor beroepsvaart. Maar er is ook een nivaduct voor pleziervaart en rivierschepen. Het is een aquaduct in kombinatie met een sluis. Het verkeer gaat dus onder de nivaduct-sluis door, zo is er geen oponthoud. We staan in bewondering voor dit Nederlands ingenieus kunstwerk. Om 13h stipt, nemen we plaats op het terras van ’t Ankertje, recht tegenover een dubbelbrugje en de “Dromedarispoort”. Om de paar minuten varen er jachten voorbij en het is telkens een spektakel, omhoog, omlaag en terug omhoog.
Het café is ook een brouwerij, we willen eens proeven…..De Biermeester komt met veel blabla, bier schenken en het restgist presenteren. We moeten vaststellen dat onze favoriete zuidelijke zware bieren ons meer bekoren… We willen ook iets eten en jaja de vissoep is wel heerlijk.
We rijden naar het centrum van Enkhuizen. De stad is bekend als de Haringstad, dit vanwege zijn verleden voor de haringvisserij. We bewonderen, de goed bewaarde historische, met grachten doorsneden binnenstad. Alles ligt binnen de vestingwallen. Deze dateren uit de 17e eeuw en zijn nog in prima staat. Met wat spijt verlaten we de stad, we moeten terug naar het meer.
We hadden het moeten weten, vanaf hier is het 15km opboksen tegen een strakke wind. Elk om beurt op kop, met links van ons het Markermeer en rechts een diepliggende vlakte. Af en toe enkele huizen en molens, maar we willen zo vlug mogelijk in Hoorn geraken.
Fel bezweet, rijden we recht naar het centrum van Hoorn en ploffen ons neer op een zonnig terras. Het is echt van de grote dorst, in een teug is onze Grimberge leeg. Grote verwondering bij de mede terraszitters, wanneer we een 2° maal bier bestellen…..We stellen hen gerust, we zijn ter bestemming voor vandaag. De stad Hoorn is bekend als oude handelsstad. In de 17° eeuw was het een van de belangrijkste centra voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Veel van de monumentale panden en standbeelden, in de binnenstad, herinneren aan deze historische periode. Uiteindelijk zoeken we ons overnachtingsadres “Achter op ’t Zand”. Onze gastheer Rein is blij ons te kunnen ontvangen, hij had ons opgemerkt toen we naar de stad fietsten, hij was zeker dat wij zijn gasten, voor deze avond waren. We stappen vol bewondering het historisch pand binnen. Rein legt ons uit dat het huis uit twee woningen bestaat. De huizen lopen nu in elkaar en zijn één groot geheel. Het zijn vroegere cipierswoningen, ze vormen een beschermd stadsgezicht aan de haven waar scheepsballastzand lag. Vandaar wordt het nog steeds “Achter op ‘t Zand” genoemd. We betrekken een zeer ruime voorkamer met twee eenpersoonsbedden, een zitruimte en aansluitende een bad- en sanitaire ruimte. Nadat we opgefrist zijn, kunnen we ook met Els kennis maken, samen houden we een koffiepauze. Waar we kunnen souperen, zal wel een probleem vormen, meent ons gastenpaar…het is maandag en heel wat goede adresjes zijn gesloten.
Els vertelt ons ook nog enkele hilarische belevenissen als “Vrienden op de Fiets” gastgezin. Zo hadden ze ooit vier fietsende dames, die voor de deur stonden en met totale overtuiging, beweerden afgesproken te hebben voor overnachting en avondeten, alhoewel, hier slechts twee mensen zonder avondmaal kunnen overnachten. De vier dames wilden van geen wijken weten en eisten fors en wat arrogant, slaping en een souper…..Ons gedienstig gastgezin heeft ze dan maar een souper klaargemaakt en slaping bezorgd. Later is Els te weet gekomen dat de dames echt fout waren. Ze maakten per vergissing een telefonische afspraak, met een boven Els en Rein staand adres in het boekje van de vereniging. Het vermeende gastgezin, heeft een gehele avond gewacht en stonden met een avondmaal klaar………Sindsdien neemt Els, enkel met email, bevestigde afspraken aan. Het lijkt soms wel wat verwarrend aangegeven in het “Vrienden op de fiets” adressenboekje. En….waarom staat het email adres niet in het boekje en wel op de site ???
Na wat rondzoeken, naar eetgelegenheid, belanden we bij een Italiaans restaurant “La Sfida”. Het is er druk, we proberen de verrassingsmenu met alles erop en eraan.
Chef Anglani brengt ons van alles, we moeten maar blijven proeven. Het wordt een onvergetelijke smulavond. Ze blijven ons maar verschillende gerechtjes brengen. Zolang je niet vraagt om te stoppen, zal het blijven duren, lacht de dienster…..en als je niet alles opeet moet je bijbetalen. Zoiets maak je maar éénmaal mee! Wat moe, sluipen we naar ons gastadres en liggen heel vlug in de bedjes. Slaapwel!
Wat een luxe hebben we hier in Vollenhove. De rust en een machtig zicht, op de prachtig onderhouden tuin van de familie den Bakker, ‘t is heerlijk. Wanneer we beneden komen, worden we door Feikje verrast met een uitgebreid ontbijt. Vooraleer we het historisch pand verlaten, houden we nog een gezellige babbel met de gastheer. We komen heel wat te weet over Vollenhove en de streek er rond. Het dorp lag eeuwenlang aan de Zuiderzee. Er staan hier zelfs enkele oude monumenten van in de Franse revolutietijd.
Straks moeten we over het Vollenhovemeer en komen in Flevoland. De provincie Flevoland, waar wij door moeten, is het grootste inpolderings project ooit. Het droogleggen van de Zuiderzee duurde in totaal 75 jaar. Eerst een dijk naar Wieringen, daarna de afsluitdijk tussen de Noordzee en de Zuiderzee, zo ontstond het IJsselmeer. Het Wieringermeer werd drooggelegd en er werd een dijk gebouwd naar het eiland Urk. Door het aanleggen van dijken konden ze steeds meer droogleggen en inpolderen. Tot het huidige Flevoland een echt vasteland is en de 12° provincie van Nederland.
Na de bocht rond de haven, rijden we voorbij de palingrokerij “Konter”, over het hefbruggetje voorbij de Sint-Nikolaaskerk en over het Vollenhovekanaal. Op een kaarsrechte weg door landbouwgebied fietsen we naar Markenesse. Hier zijn we in de Noordoostpolder, waar we langs een van ver zichtbare watertoren, in Emmeloord toekomen. Nu moeten we naar Urk, het voormalig eiland met een fascinerende reputatie. ’t Is zondag en er staat ons iets te wachten! Uit een radio-interview met een Vlaamse journalist, herinner ik mij enkele uitspraken: “Op Urk, zou een van de meest gesloten en onbegrepen gemeenschappen leven, een minzaam en godvrezend volk. Toch blijkt het een schimmige en tragische wereld met baldadige jeugd, fraude en drugs.”
We hadden het moeten weten….de zondag is “De” rustdag voor de diep gelovige Urkers. En toeval of niet we zijn er precies wanneer ze de kerkdienst verlaten. Blijkbaar gaan de diepgelovigen, zelfs tweemaal naar de kerk, in dit absolute Biblebelt dorp. Mooi uitgedorst in zwarte klederdracht met hoeden, waar zelfs Maxima jaloers op zou zijn, komen ze midden op de straat in een brede rij, recht op ons af. Wij moeten noodgedwongen uitwijken en de graskant opzoeken. Ja wij hebben het begrepen, dit is hier “Hun” wereld en wij horen hier niet thuis. We rijden door de kleine straatjes, alles is potdicht en op de vele terrassen van cafés en eethuizen staan de tafels en stoelen op elkaar gestapeld. Op de dijk, zien we toch beweging, onmiddellijk bezetten we een toevallig leeg plekje onder een zonneparasol. De patroon van “De Kaap” beweert dat hij de enige is, die open doet op zondag. We bestellen een Duvel en een gerookt palingslaatje. Hebben we geluk ja! Na een 2° Duvel kunnen we er opnieuw tegenaan.
We kronkelen langs de jachthaven tot bij een scheepswerf voor vissersboten. Hier ontwaren we een nieuwe visserskotter met een Z op de boeg. Hij staat op het droogdok. Zouden ze hier een nieuwe Zeebrugse kotter aan het afbouwen zijn ??? We trachten op de dijk, bij de vuurtoren te geraken. We komen op een hoger gelegen plein met een muur er rond en een merkwaardig standbeeld. Het is het “Vissersmonument”. Op de muur zijn alle verongelukte vissers van het eiland Urk per jaartal vermeld, honderden in de loop der jaren. Het laat ons stil worden, wanneer we de ouderdom van sommigen lezen, velen waren nog kinderen.
Achter het vissersmonument, langs de dijk, die het IJsselmeer van de polders van Flevoland scheidt, staan rijen, met tientallen reusachtige windmolens. Ze domineren de horizon. We blijven die dijk volgen tot aan het Ketelmeer. Na de brug volgen we opnieuw de boorden van het IJsselmeer wel 12 km en tellen de kilometers af, aan de hand van de windmolens tot aan de Engie-centrale. Het lijkt eindeloos…..
Bij fietsknooppunt 95, begint er een andere ellende, het doorkruisen van Lelystad. Het lijkt wel een urbanistische miskleun….Fietspaden kruisen drukke wegen en lopen soms dood in bosjes. Ze stoppen plots of maken een U-bocht naar nergens, we geraken maar niet vooruit. Plots moeten we over bruggetjes door een kleine woonkern en daarna weer door een park met kronkelfietspaden, voetpaden en wegen alles door elkaar en kruisend. Wat is dat toch allemaal…..een zielloze bedoening. We sukkelen 10 km eer we toch plots ter bestemming zijn. Onze gastvrouw Corine ontvangt ons, vol enthousiasme in haar ruime zonnetuin, we moeten samen met haar een biertje snoepen.
Wanneer we haar onze tocht door de stad beschrijven, geeft ze ons volmondig gelijk. Ja zegt ze, ik was gemeenteraadslid en heb zelf gestreefd naar een betere circulatie en een efficiënter verkeersplan….maar ze luisteren helemaal niet naar de bewoners. Ze hoort dezelfde verkeersproblemen van al haar fietsgasten. We zijn er en dat is het voornaamste, laten we erop klinken…..en jaja Corine nipt gezellig, een wit wijntje mee.
We krijgen van onze gastvrouw de complete bovenverdieping ter beschikking. Toch maken we haar duidelijk dat één kamer en één badkamer voor ons volstaat. Terwijl we ons verfrissen en klaarmaken om te gaan eten is het plots hevig aan het regenen. We moeten echter gaan souperen, ongeveer 3km fietsen naar “Het hof van Lelystad”. Onze gastvrouw heeft daar voor ons gereserveerd. Regenpak aan en vertrekken maar…..Grote verwondering bij de ontvangst in het restaurant, doorweekte gasten dat zijn ze niet gewoon. Toch worden we hartelijk begroet en kunnen ons opfrissen in het sanitair. We laten het ons niet aan ons hart komen en vieren het einde van onze eerste fietsweek, met een uitgebreid maal met aperitief, voor- hoofdgerecht en dessert. Oei we verlaten als allerlaatste de zaak…
Gelukkig geraken we in droge omstandigheden, terug op ons slaapadres.
We zijn wat later opgestaan, onze Duitse vrienden hebben met ons afgesproken om als eersten de badkamer te gebruiken. Als we bij de ontbijttafel komen kunnen we nog juist vernemen dat zij tot Amsterdam moeten vandaag. Daar zullen ze terug naar huis sporen….Hennie heeft de ontbijttafel rijkelijk klaargezet met alles wat je maar kunt wensen, we laten het ons smaken. Bedankt familie Koetsier voor het aangenaam verblijf. Om 9h en met een “lekker” ( jaja we kennen al een beetje de plaatselijke taal) zonnetje worden we uitgewuifd.
Het zou zonde zijnom niet nog eens door Elburg te fietsen. Er is nog geen drukte en we kunnen alles rustig bewonderen. Na de Vischpoort en de haven komen we op de dijk van het Drontermeer. Dit is een Veluwerandmeer en lijkt wel ondiep, het meer is ontstaan door de inpoldering van Flevoland. We volgen de LF23 op de Zwartedijk.
In Kampen rijden we door een prachtig park naar de Broederspoort. Kampen is een Hanzestad. We komen bij een grote kerk, het is juist markt op de Botermarkt. Zoals steeds, een aantrekkingspool voor mijn vriend Antoine. We stallen onze fietsen en terwijl Antoine rondneust tussen de kraampjes zoek ik een gezellig terrasje.
Met oude deuntjes van een draaiorgel genieten we samen van een aperitiefje, het wordt gelukkig een La Trappe Quadruple. Nadien moeten we over de IJssel. De stad ligt op een soort eiland tussen het Ketelmeer de IJssel en het Vossemeer. Bij een merkwaardige brug is het opletten geblazen. Hoe druk kan het zijn, van alle kanten auto’s maar vooral fietsende jongeren die helemaal geen oog hebben voor rustige trekkers zoals wij. Even is het toch in bewondering staan voor de hefbrug met vier grote katrollen boven op de hoge pijlers.
Gelukkig wordt het iets verder bij IJsselmuiden veel kalmer, we rijden door een soort slaapstad met veel groen en afgelegen fietspaden tot Grafhorst aan het Ganzendiep. Wanneer we door Kamperzeedijk rijden, stoppen we gelijktijdig. Het ruime terras van eetcafé “De Pompe” komt net op tijd het is 12h30 en we hebben 32km. Wanneer de patron ons Vlaams hoort, presenteert hij onmiddellijk een Orval. Hij lijkt wel geobsedeerd door een promotiebezoek aan de brouwerij. Sedertdien ben ik grote pleitbezorger geworden van dit Trappistenbier, lacht hij. Wij happen toe en bestellen ook een uitsmijter. We blijken wel aangevers te zijn, na 10 minuten zit het terras propvol…..Toch zijn we de enige Orval drinkers, de meeste e-bikers drinken tot onze grote verwondering melk! Wat moeten ze van ons denken???
Na Genemuiden moeten we met de pont over het Zwarte Water naar Zwartsluis. Nu komen we in het Steenwijkerland de kop van Overijssel. Een waterrijk gebied waar we voortdurend tussen meren, plassen en vaarten blijven rijden. Zo komen we in Giethoorn, wat een toeristische drukte….na een poos beklagen wij het, dat we hier binnen gefietst zijn. Het is niet plezant, in de grachten geraken de bootjes niet vooruit!
Het is een geroep en gekrijs. Er wordt zelf heftig ruzie gemaakt op het water. Zou er een toeristische uitstap gepland zijn voor gesluierde medemensen misschien? Ook op de boorden van de grachten is het een chaos. Minder jonge e-bikers hebben schrik en stappen elke 10 meter van hun fiets en maken een praatje op het fietspad…..We maken ons vlug uit de voeten!
We plannen om tot Blokzijl te fietsen en verwachten daar meer rust…We rijden door het Nationaal park Weerribben - Wieden. Door moerassen, bossen en bloemrijke hooilanden, wat een verademing. Hier hebben we de paden bijna voor ons alleen. In Jonen moeten we met een mechanisch aangedreven voetveertje over de Walengracht.
Wanneer we Blokzijl binnenrijden herken ik onmiddellijk het Hotel-Restaurant “Kaatje bij de sluis” ook al is het 20 jaar geleden dat ik hier overnachte en gesoupeerd heb. Waar is de tijd naartoe ? Op de havenkade vinden we een zonnig plaatsje op het terras van “Grand Café” en genieten van een frisse Duvel…..echt zalig! We moeten ons inspannen om de laatste 8km aan te vatten. We volgen de boorden van het Vollenhovemeer tot aan de brug. Nu maken we een kronkel rond de plezierhaven en de kerk en staan verwonderd voor de deur van ons gastenverblijf.
We worden hartelijk ontvangen door Feikje en Roel. We moeten onmiddellijk onze fietsen stallen en met hen samen een biertje snoepen op hun tuinterras. Wat een tuin, wat een verblijf alles kraaknet en ruim. We krijgen de gehele bovenverdieping van de prachtig aangeklede villa ter onze beschikking. Een grote ruime kamer, een zitgedeelte en badkamer. Blijkbaar zijn het echtpaar uitbollende herenboeren van een reuzegroot landbouwbedrijf op Flevoland. Het bedrijf wordt nu door een zoon verdergezet met hun hulp. ’s Avonds gaan we uitgebreid souperen in het pittoreske dorpje. Het is genieten maar we voelen ons moe en zitten vroeg onder de lakens. Slaapwel!
We zien er echt naar uit, het is vandaag onze Veluwe-dag. Het is helemaal niet de eerste keer dat wij in dit natuurparadijs fietsen. In 2009 deden we onze voorjaarstocht met 6 man en beleefden toen één dag Kröller-Müller Museum. Ook in 2015 bij onze “Ronde van Nederland” fietstocht kwamen we op de Veluwe. Nu verheugen we ons erop, om het Westelijke gedeelte te doen. Op vraag van ons gastgezin ontbijten we iets vroeger. Nieke en Steven willen vandaag nog op vakantie vertrekken. Toch wil Nieke ons nog verwennen met een uitbundig ontbijt en een bijpraatmoment. Zo vertelt ons gastgezin dat het dorp behoort tot Barneveld met een zeer sterke Protestantse gemeenschap. Stroe zou een van de oudste nederzettingen van Nederland zijn, hier op de rand van de Veluwe. We zijn ook benieuwd naar de Bijbelbelt, een strenge protestantse gordelstrook. Komt deze strook ook tot hier??? Maar er volgt stilte en er komt geen antwoord…
Nadat de familie Top ons uitgewuifd heeft, moeten we door de Stroeseheide. Na Kootwijkerzand belanden we bij Radio Kootwijk. Een merkwaardig behouden voormalig radiogebouw van een zendpark, in een soort art-deco stijl. Na het opdoeken van de verbindingen met de Nederlandse koloniën is het een ruimte voor concerten en tentoonstellingen. Nabij het gebouw worden we uitgenodigd door enkele vrijwilligers van een zorggroep voor jong- en oudere dementie. We drinken er koffie en snoepen een wafel. Onze financiële steun wordt erg gewaardeerd.
Na de Turfberg komen we is Assel aan de spoorlijn, iets verder in Hoog-Soeren, een dorp midden in de bossen van Het Loo. Volgens aanduidingen zouden hier in de heidevelden, edelherten, wilde zwijnen, dassen en vossen zitten…..We hebben ze niet gezien! We zijn niet stil genoeg zeker !!! Hier zijn prachtige ruime fietspaden die alle glooiingen van de heuvels volgen…
We komen voorbij Paleis “Het Loo” maar we kunnen niet binnen, er zijn renovatiewerken bezig. Alles staat afgezet, we moeten zelfs aandachtig zijn voor het werfverkeer…..We maken ons vlug uit de voeten. Het is precies 13h en we hebben al 45km op onze teller wanneer we op het terras van een afspanning in Vierhouten kunnen middagmalen.
We hebben grote dorst na deze helse tocht en bestellen onmiddellijk enkele plaatselijke biertjes. “Zwaar - Leven” (erg toepasselijk menen we) en salade met geitenkaas…heerlijk! We hebben geluk, gedurende onze lunch krijgen we een harde regenvlaag te verwerken, maar we zitten veilig op het overdekt terras. In de tuin staat een merkwaardig houtsnijwerk….De uitvergrote kever in hout, doet ons denken aan onze fietsvriend Hugo. Dat zou onze Knokse fietsmaat ook wel kunnen maken!
Het voelt wat loom aan wanneer we vertrekken, gelukkig moeten we maar 25km meer. Plots zitten we opnieuw in de bossen met kathedraal hoge beukenbomen. Iets verder verandert het gebied in een glooiend heideveld met vennen, grafheuvels en zandverstuivingen. Het zonnetje geeft warmte en ’t gevoel is zalig. Na een kaarsrecht bospad komen we in Nunspeet. We moeten langs kronkelweggetjes richting Veluwemeer. Maar een wegwijzer met “ ijsboerderij” doet ons afwijken….richting het bedrijf “Lage Bijsel”. Een modern melkveebedrijf met grote stallingen en een carrousel-melker voor 44 dieren. Op het terras in het zonnetje, smullen we van een heerlijk vers gemaakt schepijsje. Nadien gaan we alles bekijken…
Na deze korte rustsnoeppauze, komen we aan het Veluwemeer. Een brede plas met enkele stranden op beide oevers. Heel vlug zijn we nu bij Elburg. We kunnen onze ogen niet geloven wanneer we door de poort het stadje binnen rijden. We lijken wel in de Middeleeuwen beland te zijn. Net zoals in Brugge is alles goed bewaard en mooi gerenoveerd zonder veel poespas. Het is druk in de rechte straatjes vol toeristenwinkeltjes en overvolle terrassen. Toch willen we eerst naar ons overnachtingsadres. We willen ons verfrissen en onze fietsen veilig stallen. We rijden aan de andere zijde het vestingstadje terug buiten en blijven ons verwonderen over de prachtig aangelegde parken rond de vestingmuren.
Enkele minuten later worden we hartelijk ontvangen door Hennie en Rein. We moeten, na het stallen van de fietsen, met hen lekker in het zonnetje in hun tuin een welkomstdrankje nippen. De familie Koetsier is een ervaren “Vrienden op de Fiets”-stel. Ze weten hoe ze hun gasten in de watten moeten leggen. Ze zijn fier op hun Elburg en vertellen met veel enthousiasme over het verleden van het vestingstadje.
Het eeuwenoude vissersstadje lag vroeger aan de Zuiderzee, nu aan het Veluwemeer. Rondom is er een verdedigingswal met vestingmuren welke uitzonderlijk goed bewaard zijn. Jammer slechts één poort werd behouden. Rein had ook iets te maken met scheepsbouw en in zijn berging zien we nog veel van zijn werktuigen. Na de lange praatstonde, waarbij ook wij over onze tocht en de volgende ritten moeten vertellen, kunnen we de kamer betrekken en ons verfrissen. Er is nog een tweede gastenkamer, er worden nog Duitse fietsers verwacht deze avond.
Grote honger drijft ons te voet naar het stadje. Bij de haven hadden we eerder een gezellig terras bij restaurant “De Herberg” aangestipt. We vleien ons neer tussen de talrijke gasten en genieten van een uitgebreid maal met gerookte paling en gebakken mossels overgoten met het nodige gerstenat natuurlijk. Met een dik en goedgevuld buikje strompelen we door de nu wel stillere straatjes tot bij Rein en Hennie. Ze zullen ons niet in slaap moeten wiegen. Oordopjes zijn absoluut nodig!
Slapen als een roos. Dat hebben we hier gedaan bij familie de Waard. Wanneer we naar buiten kijken zijn we beiden vol optimisme, we zien de zon.
Om 8h30 zitten we aan de overvloedige ontbijttafel van Els. Ze is niet te stillen en vertelt over haar goed gevuld leven vol opvoeding en kinderenopvang van geplaatste kinderen. Fier toont ze foto’s van het grote gezin met haar kinderen en kleinkinderen. We hebben moeite om haar duidelijk te maken dat we ook vandaag nog een +/-70km verder moeten. Onvergetelijk …hierover zullen we nog jaren napraten.
Met spijt verlaten we ons Soestse gastgezin richting Soestdijk.
We moeten door de Soester Duinen.
Een Nationaal Park op de Utrechtse Heuvelrug met zandverstuiving en prachtige bossen er omheen.
We rijden langs het gekende “Paleis Soestdijk” de vroegere verblijfplaats van de Nederlandse prinses Juliana en prins Bernard. Bij Baarn maken we een grote bocht en kruisen de drukke A1 autostrade.
Na de jachthaven van Eembrugge volgen we de Eem tot aan het Eemmeer. In Spakenburg moeten we onvermijdelijk rond de haven met prachtige oude platbodems. Het lijkt wel een museum van oude scheepsbouw. Spakenburg lag vroeger aan de Zuiderzee en was een vissersdorp, toch zien we hier nog visverwerkende bedrijven. We blijven het Eemmeer volgen en komen op een smaller gedeelte van het meer, het Nijkerkernauw. Na de kruising met de Ankervaart blijven we op de boorden van het meer, de Zuiderzeeroute volgen tot Horst. In Horst-Zuid buigen we af richting Ermelo.
We hebben al 42km op ons tellertje wanneer we aan het biercafé “Burg” stoppen om te eten. Antoine wilde absoluut naar dit beroemd adres. Hij hoorde veel lof, vanwege zijn oud-collega’s na bezoek met een toerbusreis.
Grote dorst doet ons onmiddellijk plaatsnemen op het ruime terras. We bestellen elk een Paix-Dieu. Eigenaar Jan van Wildenburg komt ons in hoogst eigen persoon begroeten.
Ons Vlaams taaltje maakt hem nieuwgierig. “Goed gekozen” wijst hij naar ons biertje. We zijn benieuwd naar zijn brouwerij en de beroemde “Biertunnel”. Tot onze grote verwondering neemt hij ons mee naar de kelder. We krijgen een mini-rondleiding met de nodige toelichting. Jan heeft samen met enkele vrienden dit unieke transport uitgedacht en ook samen met hen gerealiseerd. Wanneer er een bier uitgekozen is in ’t café, wordt het bier uit de winkel in een mandje op de transportband gezet en gaat via een tunnel naar de koelmachine. Na 3 à 5 minuten komt het bier naar boven in het café, om op de juiste temperatuur geserveerd te worden.
Alles is te volgen via een scherm. De meest geserveerde bieren zijn uiteraard afkomstig uit Belgische Trappisten brouwerijen zoals Westvleteren, Westmalle en Chimay. Ondertussen is onze maaltijd klaar en wordt het tijd voor een 2° biertje. We zouden hier nog uren kunnen blijven en rondneuzen in de bierwinkel. Er zijn wel meer dan 3000 soorten bier te koop….ongelofelijk!
Na Ermelo komen we in het Speulderbosch en op de Ermelose heide met de Postweg. Wat een zaligheid, wij zij helemaal alleen op het prachtig fietspad. Het loopt over de glooiende duinen door het bos en over de nog niet bloeiende heide. Enkel schapen versperren af en toe het fietspad. We vorderen goed en zijn blij dat we eindelijk op de Veluwe beland zijn.
Langs de Harderwijkerkarweg een kaarsrechte weg door het Hunnenbos komen we in Stroe. Op de gps is het geen probleem om ons overnachtingsadres te vinden. Steven en Nieke horen ons en we kunnen onze fietsen onmiddellijk in de ruime garage bergen. Na een lang ontvanggesprek, met een lekkere koffie, wordt het tijd om onze slaapplaats te betrekken. Na onze was- en plaspauze is het tijd om onze dorst te lessen. We wandelen tot bij Café- restaurant “de Rotterdammer”. Na enkele glaasjes krijgen we honger ’t is niet veel zaaks maar na een toetje en een slaapmutsje worden we moe en kruipen we wat vroeger dan normaal onder de lakens….
Ai ai ai…. de regen klettert op de velux-koepel boven onze slaapkamer. ’t Belooft niet veel soeps voor vandaag. Mijn vriend Antoine weet nog niet dat het dag is en blijft maar doorslapen. Allé we gaan ons nog eens draaien….We houden het extra lang vol maar om 8h vind ik het toch tijd, weer of geen weer we moeten verder. Koffie maken een eitje bakken en genieten van ons ontbijt aan het venster. Regelmatig zien weg regenschermen voorbijkomen. Net wanneer we onze fietsen aan het beladen zijn, is er een droge periode.
Plots komt onze gastheer binnen, hij dacht dat wij al vertrokken waren. Wij maken hem met een kwinkslag duidelijk, dat wij gehoopt hadden dat zijn vrouw Anne, ons zou uitwuiven… Maar zegt hij lachend, ik ben “Anne”. Wij kunnen het moeilijk geloven, bij ons in Vlaanderen is “Anne” absoluut een meisjesnaam. Nu krijgen we te horen dat Anne een veel voorkomende Friese voornaam is. Hij is hier in Gorinchem als jongeling, met zijn varende ouders uit Friesland beland en is blijven hangen door een slepende ziekte. Wij aanhoren zijn levensloop en wensen hem veel sterkte.
We verlaten de stad via het Paardenwater en moeten door een afsluitbare vestingwal. Richting Arkel komen we op de Lingedijk voorbij de Koepelkerk. Een merkwaardig gebouw met een kerkhof errond. Iets verder moeten we ons noodgedwongen wapenen tegen de hevige regen. We volgen het Merwedekanaal met de regen recht in ons gezicht, wat een weertje….In Meerkerk dwarsen we het kanaal bij de Bonkmolen. We rijden door een gebied met veel fruitbomen, is dit de Betuwe ??? Bij Vianen moeten we over de Lek. Vianen is een Middeleeuws stadje met poorten en wallen. Met het veer over de rivier komen we in Nieuwegein. We moeten een eindje door industrie, niet plezant met al die regen. We zoeken een rustiger weg langs de Kromme IJssel, we hebben 30km op de teller en willen absoluut een pauze nemen. Langs het Amsterdam-Rijnkanaal draaien we een dorpje in en vinden een broodjeszaak met zitmogelijkheden. Gelukkig kijken ze ons niet buiten. De toog-dames hebben blijkbaar compassie met ons, we mogen plaatsnemen. Ze maken soep en een lekker broodje klaar. We blijven wat langer dan normaal met de hoop dat het straks niet meer zal regenen.
Na 1h1/2 en met een goedgevuld buikje kunnen we niet anders dan onze regenkledij aantrekken en vertrekken richting Utrecht. Door deze stad rijden is voor ons een absolute ramp met dit rotweer. Het drukke fietsverkeer en de agressieve automobilisten hebben geen oog voor zoekende trekkers en enkele keren hebben we echt ons leven geriskeerd.
Gelukkig zijn we elkaar niet uit het oog verloren, maar aangenaam is iets anders. We zijn blij wanneer we na het kruisen van de A27 in het groen belanden. Ook al reden we langs de grachten, toch hebben we bijna niets van de stad Utrecht gezien met dit rotweer. We zullen echt blij zijn wanneer we bij ons gastgezin in Soest zullen arriveren….
We kunnen het niet beter treffen vandaag, wat een ontvangst door Els en Klaas. Onze gastvrouw wil onmiddellijk onze kletsnatte kledij wassen en drogen, we krijgen warme koffie met een gebakje. Hebben we geluk ja! Nadat we een beetje op onze positieve zijn gekomen bij die rotdag, krijgen we een prachtkamer met een eigen badkamer ter beschikking. Els had ons graag een souper aangeboden maar is er helemaal niet op gesteld.We stellen haar gerust en zullen in Soest wel iets vinden, er is een Chinees niet zo heel ver legt ze ons uit…..Vol goede moed gaan we op stap, maar het is echt onze dag niet, na wat rondzwerven door enkele verloren straten vinden we de Chinees. Maar er is enkel takeaway mogelijkheid….Weer een domper en het is ondertussen bijna 20h. We vliegen het naastgelegen grootwarenhuis binnen en kunnen nog juist 2 klaargemaakte schotels en een fles wijn bemachtigen vooraleer ze sluiten. Onze gastvrouw zal ze wel opwarmen menen we.
Wanneer we na een 1/2h stappen opnieuw bij Els toekomen is ze echt verwonderd dat we haar telefonisch niet verwittigd hebben over ons avontuur. Onmiddellijk dekt ze de eettafel en warmt onze schotels op en nadien maakt ze een ijstoetje. Samen met ons gastgezin, Klaas en Els houden we nog een lange praatavond. Hierbij komen we te weet dat zij een te verhuren huis “les Roches” bezitten in de Drôme-Provençale bij het pittoresk dorp La Motte Chalançon. Wij kennen ook de streek en herinneren onze Provence-fietstocht van 2018. We kunnen blijven vertellen maar morgen moeten we verder. Slaapwel.
’tIs altijd plezant om samen met de gastvrouw te ontbijten. Miek heeft het aangenaam gemaakt, er kan niets meer bij op de ontbijttafel. Onze gastvrouw geniet van ons gezelschap en is een spraakwaterval. Ze heeft last van haar rug en wacht op beterschap om opnieuw de wijde wereld in te trekken. Ze is een ervaren stapster en heeft blijkbaar voorkeur voor het hoge Noorden, maar ook voor Zuid-Amerika. Wanneer we haar duidelijk maken dat we haar smaakvol ingericht appartement, met waardevolle designmeubelen moeten bewonderen, is ze nog enthousiaster. Mijn man was architect, zegt ze, maar de aankleding van ons appartement is mijn verdienste. Dank Miek en spoedig herstel.
We kunnen Breda niet verlaten zonder door de binnenstad te rijden. Erg ver is het niet en Antoine wil absoluut bij het VVV gegevens bekomen over de Mark-fietsroute. Bij Dorst moeten we het bos binnen. Het is de Baronie van Breda, met grote plassen, vermoedelijk zijn het steenbakkerij kleiputten. Bij Laareind verlaten we het bos en komen via Dongen in ’s Gravenmoer.
Na Waspik zijn we bij Raamdonksveer, het is bijna middag en we hebben 35km op onze teller. Langs een kaarsrechte weg tussen de fruithaarden komen we aan een kersenboerderij met tuinterras. We draaien gelijk af, de zon is er en het is zoeken naar een vrij plekje. We proeven van de lekkere verse kersen en nemen onze lunch, een soepje met een boerentosti en nadien een kersenwafel met ijs. Wanneer we ons buikje gevuld hebben wandelen we nog wat rond en bezoeken de boerderijwinkel. Blijkbaar is boer Hubert ook imker. Dat trekt natuurlijk de volle aandacht van onze honing-man Antoine. Hebben we weer geluk gehad??? Op de rest van onze rit vinden we geen enkel terras meer open.
We verlaten het Kersenhof en stuiven door naar Raamdonksveer waar we over de Bergse Maas moeten. Een gegraven gekanaliseerd oude arm van de Maas. Na Dussen komen we in een open landbouwgebied met enkele rustige dorpjes zoals Korn, Almkerk en Uitwijk. Bij Rijswijk moeten opnieuw over het water, de Afgedamde Maas met eerst een sluis en dan een dameiland tussen Maas en Waal. We willen tot bij het kasteel Loevestein geraken, om zo het veer naarFort Vuren te nemen. Een plaatselijke fietser maakt ons duidelijk dat deze veer nog niet vaart en wij best met hem meefietsen tot Woudrichem. We volgen de man en komen door de Gevangenpoort en een waterkeringsmuur tot aan het veer. Druk druk druk…. blijkbaar hebben alle minderjonge Hollanders hun e-bikes getest vandaag. We zijn de enigsten met een fiets zonder ondersteuning. We worden met belangstelling aangesproken en kunnen onze plannen met enkele wachtenden delen…..Ze kunnen bijna niet geloven wat wij de volgende 2 weken nog zullen affietsen. We krijgen van hen ook wat uitleg over het rivierenland we weten nu dat Gorinchem op de strategische plaats ligt waar
Waal, Afgedamde Maas en Merwede samenkomen.
Na 15 minuten zijn we in Gorinchem, we herkennen de aankomstplaats. In 2015 op onze Ronde van Nederland Fietstocht moesten we hier toen we te laat waren het taxiveer nemen naar Sleeuwijk. Vandaag zijn we veel te vroeg we rijden naar de binnenstad en zoeken een terrasje….en drinken een deugddoende tripel.
Iets na 17h bellen we aan op ons gastenadres, een typisch Hollands stadshuisje. We krijgen de gehele gelijkvloerse verdieping ter onze beschikking. Living, keuken, badkamer en slaapkamer, wat moet je nog meer hebben??? Onze gastheer kan morgenvroeg niet aanwezig zijn, maar alles is aanwezig voor het ontbijt, de ijskast zit proppens vol, we mogen alles zelf klaarmaken. En….er is om onze dorst te lessen, een Texelbiertje als ontvangst.
Geen probleem we trekken ons plan.
Na onze was- en plaspauze rusten we even uit om daarna vol enthousiasme het stadje te bezoeken. Het is niet zo druk als gisteren in Breda, maar dicht bij de kerk op de markt stappen we binnen bij Kees. We mogen zeker niet klagen van ons uitgebreid avondmaal. En ja ook hier kennen ze onze Belgische bieren. Gelukkig moeten we niet ver, na enkele minuten zijn we op ons slaapaddres. Antoine legt zich neer en slaapt, ikzelf kan maar na uren de slaap vinden, ondertussen is het via de smathphone oortjes en Wifi muziek beluisteren. Slaapwel…
01 Verslag dag 1 Berchem - Breda Holland Fietstocht 2021
2021
Holland Fietstocht
Met Antoine en Bob, later Pol
Dagboek van een fietstocht van 28-06 tot 12-07-2021
Dag 1 Berchem - Breda maandag 28-06-2021
Het is precies 11h wanneer ik Antoine opmerk in de aankomsthall van het station Berchem. Met zijn gekend enthousiasme, stormt hij naar buiten. Hij heeft er al 20km opzitten, een ritje van Beveren door Antwerpen naar Berchem. Na 1h15 sporen vanuit Brugge, ben ik heel blij mijn maatje te zien.
Na deze vervelende corona periode zijn we, uitzonderlijk slechts met twee. Onze fietsvrienden Pol en Robrecht, zijn met hun familie op uitgestelde vakantie. Bij “Vrienden op de Fiets” waar wij onze overnachtingen gepland hebben, wordt er geadviseerd om slechts 2 personen tegelijk te ontvangen… Nu we met 2 zijn, blijkt dit plots een meevaller. Iedereen wil ons overnachting toestaan, we zijn tenslotte al enkele weken dubbel gevaccineerd!
Daar gaan we dan, vol goede moed, onder een grijze hemel met 20°C. Langs de Antwerpse ring zijn we vlug in het Provinciaal domein het Rivierenhof. Het grootste park van Antwerpen met een kasteel en enkele vijvers aan de rivier Grote Schijn. Na de onvermijdelijke autodrukte bij Schoten belanden we langs het kanaal “Dessel-Turnhout-Schoten”.
Het is zalig fietsen langs het kanaal. Bij de brug van Sint-Job in ’t Goor is het prijs. We kunnen het drukke terras van brasserie De Kolonie niet voorbij. Onze allereerste stop vieren we met een zalige “Paix-Dieu trippel”, gelukkig kunnen we hier ook een middagmaal nuttigen. Nadien beseffen we dat we geluk hadden om daar onze middagstop te houden. ‘t Is maandag een sluitingsdag voor de meeste eet- en drinkgelegenheden.
Bij Brecht verlaten we het kanaal richting Sint-Lenaarts en Minderhout. Na het dorp Meer, komen we aan de Mark, een rivier die ontspringt bij Merksplas. Het is zalig op de oevers van deze groene meanderende rivier.
In Meersel stuiven we zonder dat we het beseffen Nederland binnen. We vorderen goed op de fietsknooppunten tot het plots veel drukker wordt. We zijn in Breda, op gps is het opletten in de meest Bourgondische stad van Nederland
Bij een brug over de Boven Mark moeten we rechtsaf tot we plots midden tussen hoge woontorens, aan ons eindpunt zijn. Het is wat zoeken, we hadden helemaal niet kunnen vermoeden in zo’n sjieke buurt, (jaja we moeten het een beetje op zijn Hollands uitspreken toch) te kunnen overnachten.
We zijn wat vroeger dan afgesproken, toch wagen we het erop om aan te bellen. Een vriendelijke vrouwenstem gebiedt ons eventjes te wachten, “Ik kom jullie ophalen”. En daar is Miek, onze gastdame. We moeten onze fietsen via de lift in haar kelderberging plaatsen. Maar haar berging lijkt meer een eetwaren- en wijnmagazijn….dat belooft meent Antoine!
Onze verwondering is nog groter wanneer we het reuzegroot appartement betreden. We komen midden in een dames bridgemiddag en moeten met een fris glas wijn, onze plannen voor de komende 2 weken uitvoerig uitleggen. Miek heeft er duidelijk plezier in om haar drie vriendinnen te laten kennismaken met haar Vrienden-op-de-Fiets ervaring.
Na een uurtje uitleg en vele verwonderingen beeindigen de dames hun kaartspel. Wij kunnen ons verfrissen en opmaken om de stad in te trekken. We wandelen naar het stadcentrum. Het is ondertussen zonnig en warmer geworden. Op de grote markt tussen een uitbundige massa genieten we van ons eerste uitgebreid avondmaal. Na enkele Belgische slaapmutsjes keren we terug naar onze overnachtingsplaats.
Vrienden, Hugo en Antoine bedankt, jullie zijn fantastische fietsmaten.
Pol we hebben je ongelofelijk gemist maat! Elke dag dachten we, wat zou onze Pol genieten van deze rit en van de zwansmomenten…..
Het is alweer voorbij! Het was een hele ervaring om door deze totaal onbekende landen en streken te trekken. De vele jaarlijkse fietstochten en de vriendschap zijn voor ons allen een zegen. Ik ben blij met de waardering voor het voorbereidend werk, dat ik met plezier doe!
Onze 9° grote tocht was een mengeling van natuur en cultuur langs de machtige Donau. We kwamen in vier verschillende landen. Met start in de hoofdstad van Hongarije, langs Slowakije, Oostenrijk tot Regensburg in Duitsland. De temperatuur en het weer waren gematigd met toch regelmatig zon. Enkel de drie laatste Duitsland dagen vielen tegen, ze waren regenachtig grijs en koud. De fietswegen waren iets minder in Hongarije maar in de drie andere landen uitstekend. Toch spant Oostenrijk de kroon met zijn vele wegwijzertjes en panelen.
De tocht was niet uitsluitend fietsen, er was heel wat te zien en te beleven. De steden Boedapest en Wenen deden ons genieten van hun rijk historisch verleden. Maar we waren ook vol bewondering voor het waterbouwkundig vernuft en de talrijke constructies met energiestuwen, sluizen en bruggen op de Donau.
We kregen waarschuwingen over de grote fietsdrukte en het gevaarlijke tegenliggend fietsverkeer. Gelukkig is ons dit bespaard gebleven, hoofdzakelijk door de datakeuze buiten de traditionele schoolvakanties.
We bewaren de beste herinneringen aan:
De stad Budapest, voor ons de meest verrassende en mooiste stad op onze tocht.
Veel dank zijn we verschuldigd aan ons gastgezin Elvira en Jozsef Haas. Zij hebben ons, met hun aanstekelijke en vurig betoog, van hun stad doen genieten.
De DOM van Esztergom met zijn pompeuze bouwstijl, hoog boven de Donau op een steile rots in een rivierbocht.
Het verrassend prachtige Györ, de stad heeft een meer dan aantrekkelijk barokke centrum. Het zoeken naar de B&B en de hulp van de gastvrouw Jónis.
De drielanden rit van Györ naar Hainburg met de machtige Gabcikovo-dam en waterkrachtcentralestuw. De sleutel perikelen in hotel “Goldener Krone”.
De natuurrit op de Marchfelddamm door het nationaal park “Donau-Auen”. De intrede over de Reichsbrücke en de vrij liggende fietspaden van Wenen.
Wenen de onvergetelijke “Vienna City Tour” per bus, waarbij we de absolute praal en pracht van de muzikale en fietsvriendelijke stad konden bewonderen.
De rit van Wenen naar Traismauer met in Tülln de beeldengroepen, de afbeelding van het heldenepos van Kriemhilde en Etzel. Het mooiste hotel op onze tocht in Traismauer, “Gasthof zum Schwan” met de vriendelijke gastfamilie Schmidt.
Het enorme barokke en wereldberoemd Benedictijnerklooster van Melk. De waanzinnige, overdadige pracht en praal. De vrolijke gastvrouw Regina van Gasthof “Goldener Stern”.
De rustige rit en het overzetveer naar Grein, de zeer goede B&B bij “Gästehaus Marianne Lumesberger”. Het beste souper van de tocht in Hotel Goldenes Kreuz”.
Het bij ons spijtig genoeg minder bekende uitroeiing Nazikamp van Mauthausen.
Het triestige gevoel bij het denken aan al die vermoorden en iedereen die ook maar de oorlogsgruwel heeft meegemaakt.
Het ontbijt en de gevaarlijke hinderende trams in Linz.
De plotse temperatuurdaling en hevige regen op de grens Oostenrijk-Duitsland. Het gemis aan een deftig bezoek aan de stad Passau.
De rit door de overstromingsgebieden rond Straubing. Het zicht op het Walhalla. Ons eindpunt na +/- 900km in Regensburg met het fijne middagmaal bij de jonge Italiaan.
Onze uiterst vervelende en te lang durende treinreis van Regensburg naar Brugge.
Het was een enige wondermooie culturele natuurtocht met culinaire verrassingen.
Ze kunnen het ons niet meer afnemen.
Vrienden Antoine Pol & Robrecht bij leven en welzijn hopen we in september 2020 onze 14 daagse tocht “Texel en terug” te kunnen doen.
Weinig geslapen, de zware hoest en het vele niezen en snotteren heeft mij wakker gehouden. Koorts is duidelijk te voelen. Wat een geluk dat mijn vrienden in een andere kamer slapen. Onze ontbijt afspraak hebben we om 8h00 gepland. Veel krijg ik niet binnen, voor mij heel abnormaal vinden mijn maatjes. Toch doe ik mijn best, hopelijk wordt alles beter wanneer ik op de fiets zit!
Het is 9h00, onze gps begeleidt ons door de stad Straubing tot aan de Radweg op de linker oever. Enkele fietswegwijzers doen ons twijfelen, er zijn namelijk drie verschillende mogelijkheden om in Regensburg te geraken. Ik beslis om de eerder uitgestippelde route op gps te volgen.
Ook al geven de aanduidingen op de plaatjes meer kilometers….we zien wel, groot kan het verschil niet zijn. We volgen het jaagpad vlak naast de Donau. We zijn met een fris waterzonnetje vertrokken. Na een poos begint het dreigend donkergrijs te worden….We hebben onze capes boven in de fietstassen geborgen….kunnen we ze nog een tijdje laten zitten??? De stroom maakt kort na elkaar bochten en kronkels. Na een 10-tal kilometer moeten we op een onverharde dijk met twee fietssporen. Een landbouwgebied rechts van ons ligt veel lager dan de Donau menen we. We zien enkele kleine dorpjes, Oberzeitldorn, Pondorf en Niederachdorf.
We worden de dijk afgestuurd en moeten op een boerenwegel naar Stadldorf, weg van de stroom. We rijden door een opening in een betonnen omheiningsmuur. Nadat we een grote boerderij met woningen voorbij zijn, zien we opnieuw deze betonnenmuur. Bij de opening waardoor we nu rijden liggen een stapel schotbalken en stellingsbuizen. We kunnen zelfs aanduidingen van hoogwaterstanden aflezen. De hoogste stand was 2002……Hopelijk is de muur hoog genoeg om de nakende vloed tegen te houden binnen enkele dagen. Na Leithen rijden we een 2-tal kilometer op een ventweg naast de A3 snelweg tot Tiefenthal. Recht voor ons zien we op heuvelruggen de Beierse wouden. Nog verder kunnen we het slot Thurn ontwaren in de stad Wörth.
Wanneer we in Kiefenholz terug aan de Donau komen moeten we op een betonweg naast een hoge dijk verder tot Frenghofen. We snijden een aantal Donaumeanders af en arriveren in Demling. Vanaf hier zien we op een hoogte het fameuze Walhalla opduiken.
Hoe dichter we komen hoe meer we het tempelachtig gebouw kunnen waarnemen.
Het lijkt wel een pompeuze copy van een Griekse tempel. In de zaal staan er een groot aantal bustes van Germaanse grootheden en staatslieden. We kunnen er niet voorbij zonder foto’s te nemen. Het Walhalla staat op de 100m hoge Bräuberg. Wanneer we dichter komen zien we een steile trappenpartij. Men moet boven een machtig zicht hebben over de Donaubocht van Donaustauf.
De Donau is opnieuw veel breder geworden. We rijden voorbij Tegernheim en Schwabelweis. Plots staan we bij de plaat Regensburg. We beseffen nu pas dat onze fietstocht bijna ten einde is na +/- 900km.
Het is 12h30, honger en dorst doet ons een eethuis zoeken vóór we de stad binnenfietsen. Op de kaaien dichtbij het Schiffahrtsmuseum vinden we een klein typisch Italiaans restaurant. Het is er niet druk. We worden door de vriendelijke Italiaan met open armen ontvangen. Als we hem duidelijk maken dat we onze fietstocht van Budapest tot Regensburg hier beeindigen, zijn we zijn beste vriend….
Hij zal voor een prijsje, een kleine maaltijd met lekkere wijn en een ijsdessert klaarmaken. Wanneer we een grote Weizenbier als cadeau krijgen, zijn we onmiddellijk akkoord. We moeten eerlijk toegeven we worden uitzonderlijk verwend door de jongeman. Nadien blijven we met hem nog een grappa snoepen vóór we de historische stad binnenfietsen.
Regensburg ziet er een goed bewaarde middeleeuwse stad uit. We rijden over pleinen met gerestaureerde historische gebouwen, de moeite waard om af en toe halt te houden. Monumentenzorg heeft hier goed werk verricht menen we. We rijden voorbij de Dom St-Peter en een reeks musea door kleine straatjes. We volgen de gps naar het station. Vóór we ons verblijf opzoeken willen we weten hoe we per spoor thuis geraken morgen. Het is druk in het Bahnhof. We worden aan de inlichtingsbalie vriendelijk ontvangen. Enkele minuten later krijgen we alle gegevens en onze treinbiljetten.
Het is om 7h19 vertrekken en om 22h00 in Brugge toekomen. Van Regensburg, moeten we overstappen in Nürnberg, Würzburg, Frankfurt, Koblenz, Köln, Aachen en Liège. Op papier hebben we netjes alle gegevens met vertrek, aankomst en zelfs de perronnummers. Voor 38€ per persoon fietsen inbegrepen zullen we 15 uren onderweg zijn. We zien er tegenop, maar we hebben geen andere keus. Van het station moeten we op aanwijzen van onze gps opnieuw door het stadscentrum over de alom bekende “Steinerne Brücke” naar de samenvloeing van de rivier Regen met de Donau. We zijn verwonderd, hoe hebben ze de historische stadskern zo ongeschonden kunnen bewaren tijdens de 2° Wereldoorlog?
Ons verblijf voor deze avond ligt langs de Regen. Het is 17h00 wanneer we toekomen. Onze gastheer is ontgoocheld wanneer ik hem duidelijk wil maken dat wij slechts één nacht blijven. We krijgen de 1° verdieping van de woning ter beschikking. We moeten nu afrekenen, ons gastgezin zal het gehele weekend afwezig zijn…..
Toch kunnen we nog enkele adresjes en een plannetje van nabij gelegen restaurants en een plannetje krijgen van de haastige man. Het is een zeer ruim appartement met 3 slaapkamers een ruime living een keuken en badkamer.
Om 19h00 slenteren we op een wandelweg langs de “Regen” richting Regensburg. Het is te voet ruim 3km eer we aan het opgegeven restaurant toekomen. Auerbräu net over de brug, is een typisch Beiers café-restaurant met een inkompoort een gezellige open haard en donkerbruine lambrisering en uitterst zware lange tafels. Iedereen zit gezellig bij en naast elkaar.
Er heerst een aangename drukte met veel jongeren. We willen onze gezamelijke laaste avond op onze Donautocht feestelijk afsluiten. Spijtig dat we onze vriend Pol moeten missen…..We weten dat hij steeds enorm kan genieten van zo’n souper. We starten met enkele Weizenbieren een uitgebreid voorgerecht met vis en asperges en een te zware hoofdschotel met vlees en groenten, alles ruim overgoten met aangepaste wijn. We krijgen zelfs geen dessert meer binnen. Loom en met een zware maag wandelen we terug naar ons verblijf….het lijkt verder dan daarstraks, alhoewel! Slaapwel vrienden, ’t zal morgen vroeg dag zijn!
Afstand: 60km
Grijs Fris en dreigend met enkele regendruppels +/- 12°C
Na enkele nies- en hoestbuien, heb ik mijn vrienden wakker gemaakt. Het is 7h00 en Hugo vindt het tijd om op te staan. Elk om beurt maken we gebruik van de badkamer en tegen 8h00 is alles ingepakt en kunnen we gaan ontbijten. De eetzaal zit behoorlijk vol. We zijn verwonderd…..er moet hier heel wat volk logeren!
We genieten van het ontbijtbuffet met alles erop en eraan. We zullen de eerste uren geen hoger hebben. Madame Heidi slaat een praatje bij iedere tafel. Wanneer wij aan de beurt zijn, vragen we naar de weersvooruitzichten. Deze zijn weinig hoopvol. Er wordt zeer veel regen voorspeld vanaf zaterdag.
Men vreest zelfs voor zeer hoge waterstanden in de Donauvallei…..
Voor vandaag en morgen geven ze grijs weer met mogelijk enkele buien. We zitten er wat beteuterd bij! Er zit niets anders op dan met veel moed te vertrekken.
Na het afrekenen en afscheid nemen is het fietsen beladen en vertrekken. We willen absoluut nog eens door de oude stad rijden. We vinden dat we te weinig tijd gehad hebben en fietsen door de smalle hellende straatjes. Door een gesteund steegje belanden aan het Rathaus en bij het restaurant, waar we gisterenavond soupeerden.
We zien op de gevel aanduidingen van de hoogste waterstanden. Er moet hier al eeuwenlang hoogwaterstand met af en toe watersnood geweest zijn in ’t verleden. (wat we toen nog niet wisten is dat ze hier 10 dagen later de hoogste stand in eeuwen te verwerken zouden krijgen en meters onderwater staan).
Vanaf de aanlegsteigers op de oever volgen we de aanduidingen om op de Radweg te komen. Het is wat kronkelen tussen geparkeerde autobussen en auto’s. Eenmaal onder de Schanzbrücke door, weten we dat we op de juiste weg zijn. We moeten enkele keren een grote baan kruisen en na wat bochten komen we aan “Kachlet-Werk”.
We moeten naar de andere oever over deze watercentrale. We kunnen op de aanduidingen lezen dat het de oudste waterenergie centrale van Europa is. Vanaf hier hebben we nog een laatste zicht op de stad Passau. We hebben spijt dat we van deze historische stad, met dit druilerig weer, niet meer hebben kunnen genieten. Het is fris en grijs, we zullen er wat meer vaart in houden. Na enkele kilometers voel ik dat ik vandaag betere benen heb dan gisteren. Toch moet ik bijna elke kilometer van mijn zakdoek gebruik maken. In sneltempo fietsen we voorbij Irring, Gaishofen en Besensandbach. In Windorf moeten we een bocht maken. We houden een korte pauze terwijl we onze drank aankopen.
Na het vliegveldje van Vilshofen komen we in Hilgartsberg en kunnen niet meer op de oever van de Donau blijven. We worden omhoog het dorp Hofkirchen in gestuurd. Verder richting Satting en Gries. In de landbouwdorpjes is er niets te beleven en we zijn blij wanneer we in Loh en Ottach opnieuw op de dijk komen. We blijven op, maar ook soms naast de dijk door een laag gelegen overstromingsgebied tot Niederalteich.
Tot onze grote verwondering hebben we nog geen enkele fietser gezien vandaag. Gelukkig is er wat variatie op de Radweg, met af en toe een dorpje en een mini overzetveer. Bij de kerk van Seebach hebben we reeds 55km op ons tellertje staan en het is nog maar 12h30. Er is een koffiehuis en we willen toch een kleinigheid eten. Een warme koffie met een belegd broodje doet wonderen.
We zijn nog slechts 8km verwijderd van onze voorziene overnachtingsplaats in Deggendorf en alles loopt uitstekend. We zijn nog niet moe en het weer blijft droog. Ik stel voor, gezien mijn toestand, verder door te rijden en ons verblijf met één dag te verkorten. Mijn maatjes zijn direct akkoord om in plaats van zondag, zaterdag naar huis te sporen en geen vrije dag in Regensburg te nemen.
We vragen de patroon waar we tussen Deggendorf en Regensburg zouden kunnen overnachten. Nadat hij zijn IPod geraadpleegd heeft, stelt hij voor een hotelletje in Straubing te reserveren voor ons. We zijn ook akkoord met de prijs. Toch wil ik mijn afspraak in Deggendorf annuleren, wat mij zonder probleem lukt. We trakteren de patroon en onszelf op een gebak met koffie. Goed opgewarmd vertrekken we met goede moed voor nog een 40-tal kilometers.
Na Deggenau zijn we vlug in Deggendorf. Het is er het veel drukker dan dat we gedacht hadden. We vermijden het centrum en blijven zo dicht mogelijk bij de stroom. We volgen de gps en na een paar kronkels komen we onder de autostrade aan een camping. We moeten door deze camping en een tunneltje en zijn terug op het jaagpad.
Onze Radweg is nu niet meer geasfalteerd, toch blijft het een uitstekend lopend schelpenpad. Het is een groene bosrijke laagvlakte met hier en daar waterplassen met veel watervogels. We zien rechts van ons in Metten een fameuze kerk. We houden een korte stop. Het is een Benedictijnenabdij met een uiterst verzorgde tuin er rond.
Na Zeiltdorf rijden we door een groene landbouwomgeving met af en toe grote boerderijen. De woonkernen zijn uiterst klein en dicht tegen de Donaudijk gelegen. Toch zijn ze allemaal voorzien van een kleine kerk of zijn het kapelletjes? Wanneer we door een toeristisch stadje vliegen voorbij een bedevaartkerkje hebben we 90km op onze teller. Raar maar waar de zon komt er door, maar het blijft fris zo’n 12 à 13°C denken we.
De Donau is hier veel smaller en maakt veel korte bochten. Na de dorpen Reibersdorf en Thurnhof zien we in Hornstorf een fietswegwijzertje naar Straubing. We moeten linksaf over een Donaubrug en komen op een eiland met onmiddellijk nog een brug. We krijgen steeds meer tegenliggende fietsers, het zijn jongeren op weg naar huis vermoeden we.
Het is opletten geblazen. Ze hebben veel plaats nodig en gebruiken de volledige fietspadbreedte. De gps begeleidt ons dwars door de stad , soms moeten we zelfs wandelend door de autoloze winkelstraten. We moeten naar de andere kant van de stad om aan het hotel te komen. Het is 16h30 wanneer we aan het Gasthof “Zur Sonne” arriveren. We rijden langs achter de parking op. De deur staat open, maar we vinden niemand. Na een poosje komt de patroon ons verwelkomen. We krijgen twee afzonderlijke kamers. Ik ben blij, zo zal ik mijn maatjes met mijn gehoest en gesnotter zo niet storen. Voor we een was- en plasbeurt nemen willen we, want we hebben reuze dorst, iets fris drinken. De patroon serveert ons Weizenbieren in de eetzaal. Gelukkig kunnen we hier straks ook souperen. We nemen alle drie een rustpauze. Na een lekker Bayerisch avondmaal, goed overgoten van zowel witte als rode wijn, zitten we vroeger dan normaal onder de dekens. Slaapwel maatjes!