De serre die begin deze zomer bezoek kreeg van een boom tijdens een onweer is vervangen. Een nieuw, identiek exemplaar staat te pronken in de tuin. De elektriciteit is terug aangesloten en de elektrische verwarming staat klaar om de exoten warm te houden moest het ooit nog eens echt winter worden. In de zomer staat deze serre grotendeels leeg want ze dient hoofdzakelijk voor overwintering. Soms krijg ik de goedbedoelde opmerking "waarom zet je geen tomaten?", maar dat zou niet veel oogst opleveren want er is veel te veel schaduw op die plek.
Ik ga ze nu ook niet in het midden van het gazon zetten om meer zon te capteren! En elk nadeel heeft ook zijn voordeel. Als de zon schijnt warmt de serre niet te fel op waardoor de planten in winterrust blijven en je niet van de slappe "waterscheuten" krijgt die toch alleen maar omvallen !
Deze week was ik een alpenwatersalamander tegengekomen in een vochtig hoekje van de tuin. De bovenkant van zo'n beestje is nogal saai grijsblauw maar de onderkant ziet er heel wat kleurrijker uit ! Ik dacht eerst even dat het diertje dood was maar 10 minuten later was ie weggewandeld, er zat dus toch nog leven in!
't Is amper een tiental weken geleden, maar het lijkt alweer een eeuwigheid sinds de Agapanthus in bloei stond. Die is ondertussen al lang uitgebloeid maar de Osteospermum en de Dahlia's hebben het nog niet opgegeven, die gaan nog even door tot de eerste nachtvorst.
Soms zie je in de tuin een insect dat je niet zo direct op naam kan brengen, ondanks alle moderne hulpmiddelen zoals fotoherkenningssoftware (is dat geen 20+ letterwoord ?). Uiteindelijk kom je dan meestal toch wel op iets uit, zoals in dit geval.
De grote langlijf is een kleine zweefvlieg met een lang, slank achterlijf dat zwart met gele banden of vlekkenparen is. In rust steekt het achterlijf een stuk onder de vleugels uit. De soort is vooral in de kruidvegetatie en op bloemen te vinden. De larven zijn voor ons best nuttig want ze jagen op bladluizen. Ze komen regelmatig in tuinen voor.
Gisteren, tijdens het opruimen van enkele lege plastiekzakken van potgrond kwam daar van onder ineens een bruine kikker tevoorschijn. Het beestje was niet echt blij dat ik de rust kwam verstoren ! In tegenstelling met groene kikkers die bijna heel hun leven in, of net naast, het water doorbrengen gaat onze bruine vriend enkel tijdens de paartijd naar de vijver. De rest van het jaar zit hij (zij) op het land, weliswaar op vochtige plekjes om niet uit te drogen. Ik zou wel eens willen weten waar deze zat toen het 40° en kurkdroog was einde juli !
Deze grote groene sabelsprinkhaan zat te overwegen of de Trachycarpus nu een lekker hapje was of niet. Het zijn alleseters, zowel bloemknoppen als andere insecten staan op het menu. Deze had ik al gehoord voor ik hem gezien had. Even later vond ik er nog eentje in de Miscantus maar die wou niet mee op de foto.
Als alle andere planten zowat op hun retour zijn begint deze Hebe eraan. De mooie purperen bloeiwijzen blijven mooi tot de vorst er een einde aan maakt. Het struikje zelf is ook niet helemaal vorstvrij. Tot voor enkele jaren moest je er niet aan denken ze in volle grond te overwinteren. De laatste jaren lukt dit steeds beter. Ik plaats er een plastieken kuip omgekeerd bovenop als de temperatuur lager dan -4 of-5° gaat. Van zodra er terug een vorstvrije periode is gaat de kuip er af want het struikje moet licht hebben (is wintergroen). Ze zijn afkomstig uit Nieuw-Zeeland.
Vlindertje van het jaar op Bernerhof was dit jaar ongetwijfeld het scheefbloemwitje. Tot 2 jaar geleden een nobele onbekende. vorig jaar. Vorig jaar dook dit beestje voor de eerste keer op in Bernerhof. Dit jaar kwamen ze zo'n 30 keren op de foto, vermoedelijk waren ze er dus nog veel frequenter. Dit is een mooi voorbeeld van hoe een vlindertje jaar na jaar naar het noorden opschuift om zijn leefgebied te vergroten! Ze doen het goed in ondertussen meerdere provincies in België (Antw/ Vl. Brab/ Lim) en ze steken nu ook al de Schelde over richting O-Vlaanderen. In Nederland zijn ze ook reeds uitgezwermd van Limburg naar Gelderland. Nog steeds niet overtuigd dat er iets aan de hand is meneer Trump ?
Volgend weekend wordt voor de nacht van zondag op maandag een minimumtemperatuur van 1 of 2° in de Kempen voorspeld. M.a.w. kans op nachtvorst aan de grond op open plekken. Tijd om de driehoekspalm die uit tropisch Madagascar komt naar veiliger oorden te verhuizen! Deze zal de volgende 5-6 maanden de inkomhal mogen opfleuren. De rest van de exotische collectie kan nog even blijven staan, Chamaerops en Co kunnen wel een graadje minus overleven en de rest heeft beschutting van een eikenboomdie nog in blad staat en fungeert als dekentje. Dat boomeffect is niet te onderschatten en de temperatuursverschillen tussen open plekken en beschutte plaatsen kan makkelijk oplopen tot 2° of meer!
Men kan deze vlinder vrijwel overal tegenkomen, tot meer dan 2000 meter hoogte in de Alpen. Ze overwinteren in Zuid-Europa en trekken in het voorjaar naar het noorden. De vliegtijd in Noordwest-Europa is van mei tot oktober. In het najaar trekt een deel van de aanwezige vlinders weer terug en planten zich daar voort. Soms probeert de imago (volwassen vlinder) in Nederland te overwinteren, maar in het algemeen zonder succes. Toch worden al vroeg in het jaar wel waarnemingen gedaan. De hoogste aantallen atalanta's worden gevonden in jaren waarin het in mei en juni warm weer is. De meest noordelijke plaats waar de vlinders kunnen overwinteren is het uiterste zuidwesten van Duitsland.
Hun lievelingskostje vinden ze in de bloemen van liguster en klimop maar vooral van de vlinderstruik.
Ondanks hevige wind en enkele wolkbreuken blijft deze herfstaster fier rechtop staan ondanks hun hoogte van 150 cm. Deze bloemen gaan er nog wel even mee door, soms wel tot Allerheiligen. Alleen de eerste nachtvorst zal ze klein krijgen. Nu Verbena bonariensis het stillaan welletjes vindt is onze herfstaster zowat het laatste bloemetje waar nog nectar te vinden is voor de ook schaarser wordende insecten. Tot groot plezier van deze blinde bij die nog snel even komt "bijtanken".
Misschien was dit wel de laatste van het seizoen. Gisteren waren er nog enkele bruinrode heidelibellen actief maar merkelijk minder dan een week geleden.
Deze kwam even opwarmen op het terras onder een flauw zonnetje. Het beestje had een knak in zijn rug, iets wat hem overigens niet tegenhield om even later nog achter de vrouwtjes te zitten! Snel nog wat DNA doorgeven voor volgend jaar !
't Is weer voorbij, die mooie zomer. Als ik het goed heb was het Gerard Cox die dit ooit zong. Juist daarom is het nu het moment om, als ze er nog zijn, te genieten van hun gezelschap. Dan heb ik het over de fladderaars en zoemers die de bloemen extra opvrolijken. Want dra komen de herfststormen en de nachtvorsten er aan. En dan is het ook weer voor een ganse winter gedaan. Gedaan met het gefladder en gezoem van bloem naar bloem.
Sinds er tijdens een onweer in juni een boom op het dak van de serre terechtkwam was er plots extra ventilatie beschikbaar. Met de winter op komst was het nog "haast je, rep je" om dit voor de eerste nachtvorsten hersteld te krijgen. Zoals bij zulke zaken dikwijls het geval is was het wachten tot de verzekering haar fiat gaf om de boel te herstellen. In dit geval betekende dat afbreken en terug een nieuwe constructie op dezelfde plaats zetten. Gelukkig komt deze serre na 15 jaar nog steeds voor in de catalogus van de constructeur. Dat betekende dat we dezelfde fundering konden gebruiken wat een hoop werk bespaard heeft. Afgelopen zaterdagochtend om 10u23 werd de deur geplaatst en was de nieuwe serre officieel een feit. En hopelijk valt er niet te vlug een andere boom om want er staan er nogal wat en ik ben niet van plan ze allemaal om te leggen. Ecologische voetafdruk en CO2 kringloop weet je !
De berkenbrandvlerkvlinder is een wel heel opmerkelijke vlinder. In rust worden de vleugels opgerold en met de zeer harige kop heeft het diertje dan veel weg van een afgebroken (berken)takje. Hierdoor valt nauwelijks op dat het een best wel grote soort is met een spanwijdte tot bijna 70 mm! De berkenbrandvlerkvlinder komt 's nachts vaak op licht af. De soort begint in mei te vliegen en doet dat tot in juli. De rupsen kunnen zeer massaal optreden en leven vooral de eerste tijd gezellig bij elkaar. Bomen als wilgen, linden en eiken kunnen dan geheel kaalgevreten worden. De soort weet zich goed aan te passen en we vinden hem dan ook veel in lanen, parken en tuinen. De Berkenbrandvlerkvlinder bewoont geheel Europa en Azië en is in de gehele Benelux een zeer algemene soort.
Tot zover Wikipedia & Co. Ik moet bekennen dat ik nog nooit van dit beestje gehoord had. Tot ik deze week tijdens het opruimen in de tuin deze rups tegenkwam. Het beestje was al dood, ik pleit dus onschuldig. De vlinder zelf heb ik ook nog nooit gezien. Ik heb wel even een fotootje gegoogeld en het lijkt me nu niet direct een schoonheid te zijn. Het beestje kan gerust figureren in een SF-film met Aliens of is mijn fantasie weer op hol geslagen ?
Ceanothus (herfstsering) is een geslacht van wintergroene, niet allen 100% winterharde heesters die voornamelijk uit Noord- Amerika afkomstig zijn en in zuidelijke staten als Californië veelvuldig voorkomen.
Gezien hun herkomst zijn deze seringen goed bestand tegen hitte, droogte en wind, ze houden van een goed doorlaatbare grond, zijn niet PH gevoelig maar worden niet graag verplaatst. Vermeerderen kan door zaad of door stekken te nemen van zacht of hard hout (van voorjaar tot herfst). Tijdens een strenge winter kunnen ze invriezen, ze lopen dan meestal wel terug uit vanuit de basis. Hier staan ze beschut tegen de noorden en oostenwind in de halfschaduw van enkele grote bomen.
o af en toe komt er een beestje voor de lens dat je niet op naam kan brengen. Niet erg, een fotootje kan ook mooi zijn zonder ondertitel! Zo ook de foto van deze heidelibel die ik begin september heb genomen. Waar ik zeker van ben is dat dit een heidelibel is. Bovendien is het een jong dier, dat zie je aan de vleugels, die zijn nog intact en glanzen. Ook zijn dergelijke dieren nog niet op kleur, die komt pas na enkele uren na de verpopping van larve naar libel. Conclusie, de libel op de foto is of een bruinrode of een steenrode heidelibel, welke juist zullen we nooit weten. Trek het je niet aan, de libel doet dat ook niet !!!
En prijs je gelukkig, je leeft nog en dat is lang niet zeker van deze libel !
Vorige winter heb ik de coniferen naast het huis een kopje kleiner laten maken. Bedoeling was indertijd de achterzijde van de garage en het rommelkot van de buren uit het zicht te onttrekken. Dat is een aantal jaren goed gelukt maar nu begonnen deze coniferen onderaan kaal te worden waardoor ze eigenlijk geen reden van bestaan meer hadden. Ze waren ondertussen ook boven het huis uitgegroeid. Redenen genoeg om in te grijpen. Dat we tot nu gewacht hadden om heraan te planten had een reden. Omdat ik een aantal taxusplanten van elders in de tuin als haag wou hergebruiken en het deze zomer veel te droog was om deze met enige kans op succes te verplanten moesten we wachten. Dus was het moment nu eindelijk aangebroken. Daar waar de stronken van de coniferen in de weg zitten worden steenkorven geplaatst. De stronken verwijderen is geen optie want ergens daaronder ligt nog een elektriciteitsleidng naar het tuinhuis. En ons tuinpad is nu ook terug bruikbaar over de volle breedte. We hebben een (zeer traag groeiende) mini Gingko biloba geplaatst en de border zelf werd beplant met een combinatie van Geranium renardii en Heuchera "Fire Chief" die onderling mooi contrasteren met hun verschillende bladkleur. De Geranium bloeit in juni en de Heuchera in het najaar zo dat er steeds iets te beleven valt. In oktober worden er ook nog bloembollen gepoot (laagblijvende narcissen en tulpjes). Om zeker te zijn dat alles voorspoedig zou groeien houdt Boedha met z'n derde oog alles in de gaten (Boedha moet nog een definitief plekje krijgen).
Als binnenkort alles afgewerkt is volgen meer fotootjes !
Wie zei ooit dat geel of oranje niet samengaan met lila of roze? Nu vind ik dat de onderstaande combinatie er toch best mag zijn. En de distelvlinder is het allemaal om het even, als er maar nectar te vinden is. Wie vindt dat dit echt niet kan heeft pech want ik verander er niets aan. Volgend jaar terug van hetzelfde en wie niet akkoord is kijkt maar naar de andere kant! En diegene die van de Helianthus niet vrolijk wordt heeft dringend hulp nodig!
Als deze rosse schoonheid is wie ik denk dat ze is hebben we een uitermate zeldzame verschijning op de gevoelige (digitale) plaat vastgelegd. Deze hommel, want daar is geen twijfel over, zou zo maar eens een moshommel kunnen zijn met de nadruk op zou. De moshommel is een heel zeldzame hommelsoort waarvan er elk jaar maar enkele gezien worden. Dat deze dan weer net hier opduikt is niet zo verwonderlijk daar ze vroeger wel meer gezien werd in de Kempen. Nu is het even het advies afwachten van de kenners!
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....