Dit klein, onopvallend, druk vogeltje kan je overal vinden waar genoeg struiken staan. De tjiftjaf is een insecteneter, deze was op jacht boven de vijver naar waterjuffers. Ons vogeltje roept heel de tijd zijn eigen naam. In de winter trekken ze naar het zuiden. Ik had ze al dikwijls gehoord maar dit is de eerste die ik op foto heb kunnen verschalken !
In het Suske en Wiske verhaal ‘De toornige tjiftjaf’ speelt de tjiftjaf de hoofdrol. Dit verhaal gaat over de vogelvangst in België. In de strip zaait een reusachtige tjiftjaf paniek onder vogelvangers, nestrovers en jagers door hun vangnetten kapot te maken en vogelvangers af te ranselen. Deze reusachtige vogel is niemand anders dan Lambik, die als Toornige Tjiftjaf ten strijde trekt tegen de vogelvangers.
Schuimbloem (Tiarella Pink Skyrocket) is een mooie bloeiende bodembedekker van zo'n 20-30 cm hoog. Deze plant is perfect geschikt voor de schaduwtuin en heeft een rijke bloei met roze bloemetjes. Als bonus heeft het blad een mooie herfstverkleuring. Het blad zelf heeft qua vorm wat weg van de beter gekende Heuchera's.
Als wij dan niet naar de Provence kunnen laten we de Provence maar naar hier komen zeker ?
Voor het mooie weer moet je niet speciaal naar het zuiden, het zonnetje is hier de laatste dagen minstens even aangenaam. Slechts een tiental stappen van de achterdeur verwijderd heb ik mijn eigen persoonlijke lavendelveldje. De hommeltjes en bijtjes zijn er gelukkig mee en ik ook ! De lavendel loopt naadloos over in de Salvia nemorosa & Co. Als je deze laatste na de bloei insnoeit krijg je in de nazomer nog een tweede bloei als bonus.
En nu nog een wijntje uit de Rhonevallei erbij en de namiddag of avond is weeral geslaagd !
Toen ik gisterenvoormiddag door de tuin wandelde zag ik toevallig dit mooie kleine juweeltje op een bloem zitten.
De fraaie schijnboktor of fraaie schijnbok doet zijn naam alle eer aan, want fraai is hij zeker met die opvallende metaalglans. De kleur is heldergroen, maar kan variëren van blauw tot violet. De wetenschappelijke naam is Oedemera nobilis. De soort komt uit de familie schijnboktorren (Oedemeridae).
In de lente vind je deze kever op verschillende bloemsoorten, hij voedt zich met nectar en stuifmeel. De fraaie schijnbok is slechts ongeveer 8 mm lang.
Als de lente stilaan plaats maakt voor de zomer komen de eerste daglelies tevoorschijn. En geef het nu toe, met zo'n kleurtje kan je niet anders dan vrolijk worden. En alhoewel elke bloem het maar één dag uitzingt maakt de plant genoeg bloemknoppen aan om een tijdje voort te kunnen. En als deze dan toch definitief uitgebloeid is voor dit jaar zijn er nog genoeg andere cultivars die voor een bloemenfestival kunnen zorgen tot een heel eind in augustus.
Veel natuurlijke vijanden hebben de daglelies niet. In hele natte jaren durven de naaktslakken wel eens aan de bloemknoppen peuzelen maar met de droge zomers van de laatste jaren moet ik op Wikipedia gaan kijken om me te herinneren hoe zo'n naaktslak er uit ziet !
Als bonus kunnen daglelies nog eens goed om met de droogte want ze kunnen heel wat vocht bewaren in hun vlezige wortels. Ook een niet te onderschatten voordeel met klimaatverandering in het achterhoofd.
Je kan ze makkelijk vermeerderen door ze te scheuren en terug uit te planten. Je knipt dan best wel 2/3 van het blad weg om verdamping tegen te gaan en hou ze dan een aantal weken redelijk vochtig.
De enige voorwaarde die ze stellen om rijkelijk te bloeien is een dagelijks portie zon van minstens enkele uren, hoe meer hoe liever !
Podophyllum "Spotty Dotty" is een prachtige niet-alledaagse verschijning in tuinen. Ze heeft lange hangende kelkvormige wijnrode bloemen en een groot blad, dat het formaat van een ontbijtbord kan krijgen. Het blad is in het voorjaar het mooist door de onregelmatige vlekken. Later wordt het steeds meer gevlekt. ze bloeien in mei-juni. De plant doet het goed in zure humusrijke grond, die niet te droog is en houdt van beschutting tegen wind en zon. In de winter sterft de plant bovengronds af om in de lente terug uit te lopen.
De oorsprong van deze hybride is nogal onduidelijk: waarschijnlijk een hybride met de zeldzame P. veitchii uit China volgens één website, volgens andere bronnen is het een hybride van de N-Amerikaanse P. peltatum.
Hoe dan ook is het een prachtige plant voor in de schaduwtuin. Het enige nadeel is dat ze slechts zeer langzaam groeien. Ik heb er 2 staan, diegene die nu voor de eerste keer bloeit staat er al 4-5 jaar.
Deze planten zijn perfect winterhard in ons klimaat (-20°C).
Een orchidee buitenshuis ? Het kan, mits een aantal voorzorgen. Deze bletilla formosana is alleszins niet volledig winterhard maar in de koude serre moet het wel kunnen. Bletilla's zijn zgn. aardorchideeën, in tegenstelling met hun tropische neefjes die het in de bomen zoeken groeien deze gewoon in de grond. Ze vormen knolletjes van waaruit in de lente eerst het blad en dan de bloemen uitkomen. Ze mogen eventueel in de volle zon staan maar de grond mag niet uitdrogen en da's een nogal moeilijke combinatie. Hier staan ze in de koude muurserre op de noordkant. Rechtsteekse zon krijgen ze enkel heel even in de late namiddag. Ik was best tevreden toen ze enkele weken geleden bloemknoppen begonnen te ontwikkelen en nu is het dan zover !
Zoals de naam reeds laat vermoeden komen ze uit Taiwan (het vroegere Formosa) maar ook in enkele Chinese kustprovincies op het vasteland. Nachtvorst verdragen ze niet echt maar in de koude serre daalt de temperatuur nooit extreem. Eén enkel graadje vorst is geen drama, de grond zelf zal hier nooit bevriezen en de plant zelf is toch in winterrust. Overigens hebben ze die koudeperiode nodig om te bloeien. Overwinter ze dus niet binnenshuis in een verwarmde plaats !
De Gewone Doolhofspin behoort tot de trechterspinnen. Ze maakt een opvallend, tot 50 cm breed trechterweb, meestal laag in de vegetatie. Boven het vlakke web bevind zich een wirwar van "struikeldraden". De spin zit zelf meestal in de trechteropening, en stort zich vandaar uit op in het web geraakte prooien. De paring vind in de zomer plaats, waarna beide geslachten een paar weken bij elkaar in het web blijven. De woonbuis wordt later door het vrouwtje omgebouwd tot een kraamkamer, waarin ze haar grote, witte eicocon bevestigt aan stervormige opgehangen spinselbanden. De jonge spinnen verlaten het nest pas het volgende voorjaar.
In 2011 was de doolhofspin Europese spin van het jaar. De festiviteiten hierrond zijn me toen ontgaan !
Nog even en de grote vuurwerkshow gaat beginnen. Met het warme weer van de laatst dagen schieten de Kniphofia's de lucht in. Ik overdrijf niet als ik schrijf dat de bloemstengels met 10 cm per dag groeien. Dat wordt een hommelfestijn binnenkort! Alhoewel van origine uit Z-Afrika zijn ze hier toch perfect winterhard. Het feit dat ze ginder op grote hoogte voorkomen zal daar niet vreemd aan zijn.
Het valt me op dat er de laatste dagen weinig vlinders te bespeuren zijn, minder dan pakweg 2 weken geleden. Zou de late nachtvorst van vorige week daar voor iets tussenzitten ?
Terwijl de achterkant van de oude tuin en de afscheiding tussen de twee gedeelten in hoofdzaak schaduwtuin zijn is er aan de boorden van de vijver en in de prairieborder volop zon te vinden. Zo kan het water sneller opwarmen in het voorjaar, tot groot plezier van de kikkers en salamanders. Momenteel wedijveren aan de oever verschillende geraniums en salvia's voor de prijs van "plant van de week".
De vorige dagen was ik eerder in het zonnetje terug te vinden maar nu het warmer wordt ben ik meer een schaduwmens geworden. Daarom vind ik het belangrijk om, indien mogelijk, zowel zon als schaduwplekjes te voorzien. Het gazon in het oud gedeelte (bovenste foto) heeft zon in de voormiddag en schaduw vanaf een uur of twee. De bostuin vangt maar zo af en toe een straaltje zon op 's morgens vroeg of 's avonds laat. De vijver daarentegen ligt een groot deel van de dag in het zonnetje. Zo kan je zowel schaduwplanten als zonaanbidders kwijt.
Het leliehaantje ziet er dan misschien wel mooi uit maar is een pest voor alle lelies en lelieachtigen in de tuin. Als ik ze zie ga ik heel behoedzaam te werk want ze reageren op zicht en op trillingen als je in de buurt van de plant komt. Ze laten zich dan op hun rug op de grond vallen zodat je ze niet meer terugvindt. Als jij het dan na enkele minuten opgeeft klimmen ze terug omhoog en gaat de vreetpartij vrolijk door.
Eén van hun andere favoriete bezigheden is babietjes maken. De eitjes worden nadien afgezet op de onderkant van de bladeren. De uitgekomen larven beginnen zich net als de kevers ook direct rond te vreten met bladgroen. Ze houden zich schuil tussen hun eigen mest zodat er geen enkele vogel het in zijn hoofd haalt ze voor een lekker hapje aan te zien. Als je even niet oplet kunnen ze in één of twee dagen een plant volledig kaalvreten tot enkel de stengel overblijft. Ook de bloemknoppen staan mee op hun menu !
Ik heb niet zo veel lelies zodat ik makkelijk meermaals per dag controle kan houden. Ik heb ook ondervonden dat ze favorieten hebben, sommige lelies zijn blijkbaar niet zo lekker. De Turkse lelie (Lilium Martagon) is waarschijnlijk een delicatesse want die wordt druk bezocht (en door mij gecontroleerd). Normaal gesproken ben ik nogal een dierenvriend maar als ik een leliehaantje tegenkom gebeuren er gruwelijke dingen die ze bij Gaia best niet weten !!!
Ze zijn er weer ! De scheefbloemwitjes waren enkele jaren geleden nog een grote zeldzaamheid maar nu zie je ze hier meer en meer. Met drie waren ze zaterdag de Iberis aan het verkennen. En als ik erbij vertel dat de Nederlandse naam voor Iberis scheefbloem is wordt één en ander duidelijk. Ze waren op zoek naar een plaats om hun eitjes te deponeren. De rupsjes die daaruit komen, eten namelijk bijna uitsluitend blaadjes van de Iberis. De volgende generatie is verzekerd !
Libellen en waterjuffers brengen het eerste deel van hun leven 's winters als larve onder water door. Het zijn geduchte rovers, alles wat niet te groot is wordt aangevallen en opgegeten. Dikkopjes en zelfs hele kleine visjes zijn niet veilig. Op een gegeven moment in het voorjaar klimt de larve via een rietstengel of iets dergelijks omhoog, uit het water, om te vervellen. Het oude omhulsel blijft in zijn geheel achter en na het drogen van de vleugels vliegt onze juffer of libel de wijde wereld in. In de loop van de zomer zal ons juffertje nieuwe eitjes onder water afzetten en begint de cyclus opnieuw.
Boven : larvenhuidje Onder : volwassen azuurwaterjuffer
Een prima plant voor de moeraszone van de tuinvijver is de gele lis. Het is een inheemse plant en dus volkomen winterhard. Je moet ze wel wat ruimte gunnen en in een piepklein vijvertje horen ze niet thuis. Ze durven namelijk wel eens gaan woekeren als ze het naar hun zin hebben. Dat neemt niet weg dat de heldergele bloemen een sierraad zijn. Eens uitgebloeid vormen ze zaad dat op het water blijft drijven tot het ergens terug voet aan de grond krijgt. Lissen zijn ook prima waterzuiveraars, ze nemen heel veel voedingsstoffen op uit het water waardoor de algen het lastig krijgen om zich te handhaven.
Big is hij wel, de bladeren van deze hosta zijn zo groot als een bord en zo taai dat zelfs de meest gemotiveerde slak zich moet gewonnen geven ! Er is geen doorkomen aan. Alleen het jonge blad is gevoelig voor slakkenvraat maar dit jaar was het voorjaar zo droog dat we nauwelijks slakken gezien hebben. De kans is dan ook groot dat hosta "Big Daddy" het seizoen doorkomt met bladeren zonder gaten ! We zullen alleen af en toe een emmertje water moeten bijgeven want zo'n joekel van een hosta verdampt wel wat vocht. Maar da's graag gedaan. Een emmertje voor de plant en een glaasje voor het baasje !
Ze zijn niet met zo heel veel : blauwe bloemen ! En met blauw bedoel ik dan echt blauw zonder enig zweem van rood of paars. Ze zijn er wel hoor, het mooiste voorbeeld is de Meconopsis betonicifolia of blauwe schijnpapaver. Probleem is dat deze plant heel specifieke groeicondities heeft waarbij alles moet juist zijn: licht, vochtigheid, pH, temperatuur, ... . Komt daar nog bij als deze éénmaal gebloeid heeft, de plant afsterft en je terug een paar jaar kan wachten tot de zaailingen groot genoeg zijn. Ik heb één keer een poging gedaan, het werd een dikke flop!
De kogeldistel komt aardig in de buurt, lavendel valt af wegens een zweempje purper. U ziet, mijn eisen liggen vrij hoog.
Dan zijn er nog de Boshyacintjes, Vergeet me nietjes of deze blauwe Salvia : wel mooi blauw en een stuk makkelijker te houden.
Ik heb nog een echt blauwe phlox op mijn verlanglijstje staan maar die is er voor zover ik weet nog niet. Een blauwe roos moet dan voor mij weer net niet. Het moet nog een beetje natuurlijk blijven ! Blijven verder dromen en ondertussen ook van andere kleurtjes genieten !
Laburnum anagyroides (Gouden Regen) is een populaire heester/kleine loofboom. Het grootste deel van het jaar is het een eerder saaie heester behalve dan in de maand mei. Eind mei komen de hangende gele trossen bloemen tevoorschijn die tot 20 cm lang zijn. De bloei van de gouden regen is ongelooflijk mooi en da's dan ook de hoofdreden om er eentje (of meerdere) aan te planten.
Na de bloei verschijnen de giftige peulen. Het is daarom niet aan te raden deze boom te planten in een tuin waar kinderen of honden spelen. Hier op Bernerhof staat hij helemaal achteraan de border waar de honden niet mogen komen.
Alliums zijn er in allerlei formaten. Het blad stelt meestal niet veel voor en verwelkt soms al, nog voor de plant goed en wel bloeit. Je kan ze dan ook best tussen lage beplanting zetten, dan valt dit niet zo op. De bloemsteel komt sowieso tussen het groen omhoog kijken wat er rondom gebeurt. De juiste naam van deze ben ik kwijt want één van de honden heeft mijn botanische kennis willen testen door naambordjes op te eten ! Dat belet niet dat de hommeltjes er gek van zijn !
Dit leuke kleine bolgewasje uit Z-Afrika zie je niet zo gauw in onze tuinen. De smalle gestreepte bladeren zijn op zichzelf al attractief maar als in het voorjaar de zacht-lilakleurige bloemetjes tevoorschijn komen is het een echte schoonheid. Hier staan ze in een kuip in de nieuwe koude serre. Zo raken ze niet vlug overwoekerd door grotere en snellere groeiers en zijn in de winter beschermd tegen de ergste vorst. Enkele graden onder nul kunnen ze wel hebben mits ze niet te nat staan : hier hebben we dat in de hand. Enkele uurtjes zon per dag zijn voldoende. Het is niet omdat ze uit Z-Afrika komen dat ze de ganse dag moeten staan bakken en braden in de zon !
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....