In de nieuwe tropenborder zijn de éénjarigen zo stilaan over hun hoogtepunt. Nu waren die sowieso enkel aangeplant om het eerste jaar van deze border te overbruggen. Tijd voor de vaste planten om het over te nemen. We hebben nu wat bijna knalrode Echinacea (zonnehoed) en oranjegele Rudbeckia aangeplant. Een laatbloeiende Agapanthus "Amsterdam" zorgt voor wat koeler blauw weerwerk tegen al dl dat kleurengeweld.
A propos, ooit al eens een gele doorlevende struiksalvia gezien ? Ik niet, tot vorige week dan. In "de kleine oase", mijn favoriete "tuinshop" in Weert (NL) kwam ik Salvia "Lemon Light" tegen. Zachtgele lipbloemetjes waaraan je een Salvia direct herkent sieren dit heestertje. Dat kon ik natuurlijk niet daar laten staan en nu siert er eentje de tropenborder.
Dit struikje zou zo'n 50cm hoog worden en staat natuurlijk graag in de volle zon. In ruil daarvoor bloeien ze van juni tot oktober en de hommeltjes en bijtjes zijn er gek op. Het enige minpunt van doorlevende Salvia's is de winterhardheid. Bij deze valt dat nogal mee: tot -8 à -12°C mits niet te nat. Het blad valt er dan wel gedeeltelijk af maar in de lente loopt alles terug uit. Je zou ze ook als kuipplant kunnen houden en dan blijven ze groen. Gezien mijn goede ervaringen met andere Salvia's hier riskeer ik het toch deze in volle grond te zetten. Mijn zandgrond laat normaal alle water direct door. Enkel in juli dit jaar (juist na de zondvloed) heb ik op sommige plekken in de tuin eventjes plassen weten staan. Dat was dan voor het eerst in de meer dan 25 jaar dat ik hier zit!
Het gele van de Salvia komt terug in het blad van de winterharde Yucca filamentosa
Gisteren waren er meer dagpauwogen en atalanta's in de tuin te zien dan heel de afgelopen zomer bij mekaar. Daar zal het mooie septemberweer wel wat met te maken hebben zeker ? Voorts zagen we hier vooral grote en kleine koolwitjes, scheefbloemwitjes en kleine geaderde witjes. Gisterenochtend passeerden er dan ook nog twee bonte zandoogjes de lens van de camera.
Vrouwtje groot koolwitje
Vrouwtje klein koolwitje
Vrouwtje scheefbloemwitje
Bij de witjes kan je de vrouwtjes herkennen aan twee vlekken in het midden van elke vleugel, mannetjes hebben slechts één vlek.
Ons nieuw samengesteld kippengezin leeft samen in perfecte harmonie. Het had niet beter kunnen verlopen ! Ze scharrelen heel de dag rond op hun domein alsof ze dat al jaren doen. 's Avonds moet ik onze hennetjes wel nog in het nachthok zetten want dat doen ze nog niet vanzelf. En met marters in de buurt moeten ze vanaf de schemering achter slot en grendel voor hun eigen welzijn !
Op de foto van links naar rechts ons senior haantje en vervolgens de dames Tik en Tok.
Sinds gisteren is meneer de haan niet meer alleen en heeft hij terug hennetjes om hem gezelschap te houden. Afgelopen zomer was het laatste hennetje overleden. Door de Corona maatregelen was er lange tijd geen dierenmarkt meer in de Kempen. Nu het terug kan zijn we gisteren gaan kijken voor een paar nieuwe vriendinnen. Bij kippen valt het altijd af te wachten hoe ze reageren op een nieuwe groepssamenstelling. Soms gaat dat heel goed en soms vechten ze tot de dood. Gelukkig is ons haantje een vriendelijke oudere heer op leeftijd. Eén vriendschappelijk pikje om de dames duidelijk te maken wie de baas is en dat was het. Een uurtje later waren ze samen aan het eten en 's middags lagen ze lekker te zonnen!
Nu zijn zijdehoentjes, want daar gaat het om, nogal vriendelijk van natuur. Je kan ze makkelijk handtam maken. De Berners zijn niet weg te slaan van de kippenren. Met de vorige kippetjes waren ze dikke maatjes en mochten ze soms mee de ren in.
Zijdehoentjes zijn een heel oud kippenras uit China. De eerste zijdehoentjes in Europa werden meegebracht door Marco Polo en werden hier verkocht als een kruising tussen een kip en een konijn. Oplichting is van alle tijden!
Zijdehoentjes zijn een heel oud kippenras uit China. De eerste zijdehoentjes in Europa werden meegebracht door Marco Polo en werden hier verkocht als een kruising tussen een kip en een konijn. Oplichting is van alle tijden!
Zijdehoentjes (Wugu ji) hebben een erg zachte vacht die meer weg heeft van zijde dan van veren. Dit ras heeft als kenmerk een hyperpigmentatie. Hun huid is zwart tot blauwachtig. Ook het vlees, de botten en bloed zijn zwart. Deze hyperpigmentatie is het gevolg van een genetische afwijking die fibromelanose wordt genoemd.
Echt veel eitjes moet je er niet van verwachten. In hun gloriedagen mag je rekenen op één of twee stuks per week. Maar mij is het niet om de eitjes te doen maar wel om leuke, tamme, sociale kippetjes die goed met de honden overweg kunnen. Gelukkig hebben Berners ook weinig of geen jachtinstinct.
Een heerlijke zondagmorgen is het ! Het zonnetje schijnt uitbundig. Aan de kleur van het licht zie je dat het geen hoogzomer meer is. Het is veel zachter en warmer van kleur geworden dan een paar weken geleden. De tropenborder naast de vijver is stilaan over zijn hoogtepunt maar de oude bosborder zijn gloriedagen komen nu pas. De Persicaria staat al weken mooi te wezen en gaat nog wel een maandje of zo mee door. De Japanse herfstanemonen en enkele phloxen weten ook nog niet van ophouden en de siergrassen staan nu op hun mooist. En zo kan je de tuin het hele jaar door interessant houden. De roosjes beginnen ook aan hun tweede ronde, met wat geluk tot met Kerstmis. Aan de Kerstdagen wil ik nu nog niet denken. De tuincentra wel maar ik nog niet. Alles op zijn tijd ! Eerst nog even van de tuin genieten. Straks het terras op met de viervoeters en een glaasje met iets fris !
Deze had je nog te goed. De kleine parelmoervlinder en als je de onderkant van de vleugels bekijkt zie je direct hoe het beestje aan z'n naam is gekomen. Een klein vliegend juweeltje en net als juweeltjes kom je ze niet alle dagen tegen !
In het Antwerps dialect is een knuppeltje zoiets als een "onnozel manneke". Hier hebben we het echter over een insectje dat er op z'n zachtst uitgedrukt nogal merkwaardig uitziet.
Het gewoon knuppeltje is een vliegensoortuit de familie van de blaaskopvliegen.
Alhoewel een redelijk algemene soort zie ik er hier hooguit één of twee per jaar. Je kan ze tegenkomen tussen eind mei en begin september met een piek in juli en augustus.
Het volwassen insect wordt 10 tot 18 millimeter groot. De basiskleur van het achterlijf is rood tot zwart met enkele gele bandjes, de kop is geel met een zwarte band, de poten zijn rood. Opvallend is de op een knuppel lijkende verdikking van het achterlijf. De soort parasiteert op verschillende hommelsoorten.
Tetrapanax papyrifer of rijstpapierplant oogt exotisch met zijn enorme bladeren. De plant is dan ook een echte exoot uit tropisch Azië maar is verrassend genoeg toch volledig winterhard in volle grond in onze tuinen. De bladeren vallen af na de eerste nachtvorst maar de stam loopt in het voorjaar terug uit vanuit de groeipunt bovenaan. Het enige wat je moet doen is die groeipunt wat bescherming geven. Ik doe dat met een stuk isolatiekoker die je in de doe-het-zelf zaken kan kopen en die eigenlijk bedoeld is om chauffagebuizen of waterleidingen te isoleren/beschermen tegen de vorst. En moest de groeipunt dan toch bevriezen heb je veel kans dat de plant vanuit de wortels toch terug uitloopt. Zover is het hier echter nog nooit gekomen en in de Kempen kan de temperatuur in de winter soms toch flink onderuit gaan. Eind mei komt er terug een groene punt tevoorschijn en dan gaat het snel. De plant op de foto is pas 3 jaar oud. Zet ze wel graag wat beschermd tegen te felle middagzon want die kan de bladeren verbranden. Eén of twee uurtjes zon kunnen ze wel hebben. Hier staat de plant ook enigzins beschermd tegen de wind alhoewel de bladeren vrij stevig zijn. Van slakken of andere plaagdieren hebben ze geen last. Van de stengels van deze plant werd of wordt een soort van rijstpapier gemaakt, vandaar de Nederlandse benaming. Niet te geloven dat deze plant verre familie is van onze inheemse klimop!
Ondanks het iets minder goede weer van de laatste dagen (maanden) staat de tuin er nog nog redelijk goed bij. De phloxen die dit jaar geen meeldauw hebben gaan er waarschijnlijk nooit last van hebben. En het subtropisch spul zoals Canna, Crocosmia en Kniphofia proberen er toch nog het beste van te maken.
Grote winnaar dit jaar is de grasmat. Lang geleden dat die er eind augustus nog zo groen bij lag. En dan nog zonder besproeien! Je ziet, helemaal slecht is het nooit. Alhoewel, gisteren heeft de maairobot een black-out gekregen. Het ding was stilgevallen en doet niets meer. Het display licht nog wel op maar dan zonder één letter tekst. Dat ziet er niet goed uit. Zes jaar lang van maart tot november werd het gras dagelijks netjes afgereden en nu is het wachten op het verdict van de grasrobottendokter. Hopelijk valt de diagnose nog mee. Helemaal slecht wordt het nooit, toch?
Deze dwergkruisdistel wordt maar maximum zo"n 30 cm hoog. Een ukkepukkie in vergelijking met zijn meeste familieleden. Eryngium planum 'Blue Hobbit' is rijkbloeiend met distelachtige intens metaalblauwe eivormige bloemhoofdjes en grijsgroene tot blauwe schutbladeren op hoge zilvergroene tot blauw vertakte stengels. Ook het blad heeft een blauw schijntje. Ze bloeien van juni tot september mits ze in de volle zon staan. Ze gedijen best in een goed doorlatende, droge, arme en steenachtige grond. Verdraagt absoluut geen natte voeten in de winter.
Blue Hobbit is mijn zoveelste poging om sierdistels in de tuin te houden. Tot nu toe zonder veel succes. Deze staat op een zeer zonnig plekje op een lichte verhoging net op de rand van het kiezelstrandje aan de vijver. Die kiezeltjes geven extra drainage en bovendien houden ze de zonnewarmte een tijdje vast wat een zeer lokaal microklimaat zou moeten opleveren. Da's de theorie, of de praktijk ook zo is zal pas na de winter duidelijk worden. Als naaste buren staan er zeer lage siergrasjes. 'Elijah Blue' zit in het zelfde kleurenpalet ams onze hobbit e, gaan volgens mij goed samen.
Vandaag is het blijkbaar "dag van de hond". Ik zou het niet geweten hebben als het niet net op het nieuws was geweest. Naar aanleiding hiervan vragen de politievakbonden om politiehonden het statuut van ambtenaar toe te kennen.
Ambtenaar zullen mijn twee rakkers wel nooit worden maar daar liggen ze ook niet echt wakker van (denk ik). In de tuin spelen vinden ze veel leuker! En af en toe eens poseren om op de foto te komen!
Scheefbloemwitjes zijn al lang niet echt meer een zeldzaamheid op Bernerhof. Sinds ze hier zo'n jaar of 3 geleden voor het eerst verschenen zie ik ze vrij regelmatig. Ik heb tot nu toe zo'n 100 bevestigde waarnemingen gedaan. Ik heb dan ook speciaal voor hen Iberis (scheefbloem) aangeplant zodat ze daar hun eitjes kwijtkunnen. Als je zo'n zeldzame diva wil behagen moet je er wat voor doen!
Een vrouwtje scheefbloemwitje op, je raadt het nooit, ... scheefbloem!
Gisterenavond kwam ik deze lieverd tegen op het tuinpad naar de voordeur. De meeste naaktslakken die ik tegenkom overleven het niet maar voor deze maak ik een uitzondering. De reden is dat één zulk exemplaar honderden eitjes van gewone naaktslakken verorbert en voorts alle slakken opeet die niet groter zijn dan zijzelf. En laat de tijgerslak nu net de grootste inheemse naaktslak zijn. Tot 20cm kunnen ze worden! Dit was een bescheiden exemplaartje van ik schat zo'n 10-12 cm. Ze eten ook wel eens een blaadje maar als daar een paar honderd andere naaktslakken tegenover staan is dat blaadje hen gegund.
Net als andere naaktslakken is ook deze hermafrodiet, ze moeten dus niet met twee zijn om kindjes te maken! Elke slak kan zichzelf bevruchten en een paar honderd bevruchte eitjes produceren. En dan kan het snel uit de hand lopen zoals dit jaar!
De akkerhommel is één van de meest voorkomende hommeltjes op Bernerhof. Je hebt ze in verschillende kleurschakeringen en formaten. Deze "rosse" viel op door zijn kleuren en was ook wat groter dan de gemiddelde akkerhommel. Hoe dat komt weet ik ook niet, ik ben geen hommelspecialist. Ik weet wel dat het vreedzame beestjes zijn. Ik heb al meermaals eentje bijna letterlijk opzijgeduwd zonder ooit gestoken te worden. Bedenk ook dat er zonder hommels, bijen en zweefvliegen geen bestuiving mogelijk is bij bepaalde planten. De wereld zou er gans anders uitzien zonder deze kleine zoemers!
Voor de Berners is het een geslaagde zomer dit jaar. Geen temperaturen van 40° en meer. Met zo'n bontjas was het toen buiten niet te keren voor onze vrienden. Met de huidige temperaturen is het veel leuker, ze zijn dan ook veel actiever en spelen elke dag met mekaar in de tuin. En als ze het dan toch wat warm krijgen zijn ze slim genoeg om een schaduwplekje te zoeken en een zalige siesta te houden!
Vandaag is het in en rond Antwerpen "Moederdag", de rest van Vlaanderen doet dat in mei maar daar doen we hier niet aan mee. Daarom wat fotootjes met bloemetjes voor de mama's! Kwestie van iedereen tevreden te houden.
Pluk je zelf maar een mooi virtueel boeketje en geniet ervan!
Dit is één van de kleinste gevederde vriendjes die de tuin bevolken. Dit winterkoninkje was voor éénmaal eens iets minder schuw dan gewoonlijk. Je hoort ze dan wel dikwijls maar ze verschuilen zich liefst in het allerdikste struikgewas zodat je ze zelden goed te zien krijgt. Tijdens de winter heb je meer kans want dan laten veel struiken hun blad vallen en zijn ze makkelijker te spotten. Ondanks hun naam houden winterkoninkjes niet van strenge winters. Ze zijn zo klein dat ze dan moeite hebben om hun lichaamstemperatuur op peil te houden en lopen risico op doodvriezen. Ze leven vooral van spinnen en insectjes. Voorlopig moet ons winterkoninkje zich nog niet teveel zorgen maken want het is nog wel even zomerlekkertijd! Hm, zou dat een nieuw woord kunnen zijn?
De bijenwolf dankt zijn naam aan het feit dat hij, je raadt het nooit, bijen vangt. De mannetjes zijn onschuldige bloembezoekers. Het grotere vrouwtje echter is in staat met haar gevoelige reukzintuigen een bij te onderscheiden van andere insecten. Als ze een bij heeft gevonden, blijft ze boven de bij hangen tot het juiste moment daar is om aan te vallen. Dan stort de wesp zich op de bij, en met haar poten grijpt ze de bij vast. Gelijk geeft de wesp de bij een verlammende steek, en perst het gif door het lichaam van de bij, waarbij de eventuele nectar uit de monddelen van de bij komt, die de wesp dan opdrinkt. Dan legt de wesp een aantal van deze verlamde bijen in haar nest, en legt op enkele ervan een eitje. Het nest bestaat uit een gang waaraan een aantal kamers liggen, voor iedere larve één. Wanneer het eitje uitkomt, eet de larve de bijen één voor één op. Omdat deze niet zijn gedood maar enkel verlamd, zijn deze nog vers en worden dus levend gegeten. Het aantal honingbijen bepaalt tevens het geslacht van de wesp; één of twee bijen geeft een mannetje, bij meer bijen wordt de larve een vrouwtje, deze zijn ook groter.
Gezien de grootte is dit waarschijnlijk een mannetje bijenwolf.
Met temperaturen die met moeite aan 20° geraken en alle dagen onweer of plensbuien kan je de zomer tot nu toe niet echt geslaagd noemen. OK, we moeten de tuin niet elke dag sproeien zoals de vorige jaren maar op het terras zitten genieten tot de vroege uurtjes was er tot nu toe ook nog niet veel bij. Nu zou er (voor een paar dagen dan toch) beterschap op komst zijn. Hoop doet leven.
Gelukkig zijn de Canna's en Oleander & Co niet zo snel uit hun lood geslagen. Alleen de petunia's aan de voet van de Canna zijn zo goed als opgevreten door een glibberige horde naaktslakken. Elke avond tegen de schemering ga ik op pad om er zo veel mogelijk weg te vangen. De "oogst " varieert van enkele tientallen tot 200-300 stuks per expeditie! Niet te verwonderen dat ik enkele dagen geleden, toen ik 's nachts de honden even uitliet, een egel tegenkwam die zo rond als een voetbal was. Ik weet niet wat de BMI van een egel moet zijn maar deze zat er zeker boven! Het beestje kan maar van zijn feestmaaltje genoten hebben.
Mijn Bermuda ligt klaar en ik heb de drankjes alvast koud gezet voor de volgende paar dagen, jullie ook?
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....