De aardhommel (Bombus terrestris) behoort samen met drie andere nauw verwante en sterk op elkaar lijkende soorten tot de aardhommelgroep. Het is een hommel die van nature voorkomt in Europa, Noord-Afrika en in West- en Centraal-Azië.
De aardhommel heeft, vergeleken met andere hommels, een korte tong. Als de aardhommel niet bij de nectar kan komen breekt deze in de bloem in, door aan de onderkant van de bloemkroon een gaatje te bijten. Het nest van de aardhommel zit in de grond en kan tot anderhalve meter diep liggen.
De aardhommel verschilt van de veldhommel vooral in de strepen, van deze laatste zijn de strepen helder- of citroengeel. De strepen van de aardhommel zijn donkerder en meer okergeel.
De aardhommel wekt door het klappen van de vleugels een positieve elektrische lading op. Als een hommel een bloem bezoekt om er de nectar van te plukken, laat ze zo een elektrische lading op de bloem achter. In 2013 bleek uit onderzoek in het labo dat hommels elektrische signalen kunnen oppikken. Mogelijk gebruiken ze deze techniek om al bezochte bloemen te onderscheiden van andere.
In 1998 werd onze aardhommel ingevoerd in Chili om in broeikassen voor bestuiving te zorgen. Zoals gewoonlijk als de mens zo'n ingrepen doet, liep het ook hier grondig mis. Een aantal hommels ontsnapten en ze gedragen zich zo invasief dat de lokale hommels nu uitsterven !
Hier in de tuin zijn ze de meest voorkomende hommelsoort.
|