Winterweer schrikt mij niet af. De barometer geeft winterse buien aan, bij koude temperaturen. Althans dat lees ik, zo vroeg op de dag, met de slaap nog in m'n ogen. Toch maar even buiten kijken. Witte wolken met veel blauwe gaten. Koud is het inderdaad, maar het ziet er niet naar uit dat het gauw regenen of sneeuwen gaat. "Misschien toch maar betere met de bus naar 't werk" vraag ik me nog even af. Niks van natuurlijk! Gewoon met de fiets! Een echte vent laat zich toch niet afschrikken door een barometer zeker!? Dapper en onverschrokken zal ik met de fiets vertrekken. We zien wel onderweg! Trouwens met zulk weer komt de bus er zelden door. Tijd om te vertrekken. Extra regenkledij aandoen is niet nodig dus. Lekker warm aangekleed, als een echt "velo-fietser". Klaar voor een fietstochtje naar kantoor. Toch maar droge kleren in de fietstas, want je weet maar nooit. Voor- en achterlichten branden. Pet op, fluohesje en warme handschoenen aan. De baan is nat en blinkt een beetje hier en daar. Misschien toch geen goed idee geweest? Valt er nu dan toch wat nat? ... Ja, ja en sneeuwen doet het ook. Terugdraaien en toch maar met de bus? Niks, géén denken aan! Een echte vent laat zich toch niet afschrikken door wat winterweer. Halfweg ... het sneeuwt en 't regent en de paden worden glad. De bus passeert - dan toch! - met minder volk dan lege plaatsen. Je zal altijd zien, maar 't deert mij niet ondanks de kou en nattigheid. Ik pedaleer weer moedig verder - voorzichtig - het stuur stevig in de hand. M'n kleren zijn kletsnat. 'k Heb het koud tot op het bot. Verkouden was ik al, dus 't kan nog maar bij. Aandacht op de weg. Een gevaarlijke oversteek, daarna vals plat, want lichtjes bergop.
Het pad wordt witter en gladder ook. En seffens nog vervaarlijk bergaf.
Boven op de brug zie Ik fietsers te voet naar beneden schuifelen.
Maar ik niet! Een kerstlied neuriënd, waan ik me Sven Nys of van der Poel.
Een echte vent laat zich toch niet afschrikken! ... Gelukkig toch maar droge kleren bij.
|