Tijdens een feestje wordt er hevig gediscussieerd over een pas verschenen boek. In het gezelschap bevindt zich ook een schrijver, die zich in het gesprek mengt en zegt: Jullie kunnen daar niet over oordelen, want geen van jullie heeft ooit een boek geschreven. Dat klopt, zei de gastvrouw, maar ik heb ook nog nooit een ei gelegd en toch heb ik meer verstand van pannekoeken bakken, dan alle kippen in de wereld.
Tijdens het kerstfeestje op het werk speelden alle gasten een leuk spelletje, en het heette: Schrijf je eigen grafschrift. Een vrij jonge secretaresse die naast de pr-man zat, fluisterde in zijn oor: Ik weet echt niet wat ik moet schrijven. Maar het is gemakkelijk, hoor, zei haar colega, ik zal het wel doen. Ze nam een vel papier, krabbelde er enkele woorden op en las voor voor wat ze geschreven had en dat was: Ze slaapt eindelijk alleen.
En, waar ben je op vakantie geweest?, vraagt Pol aan Luk. Ik ben naar het buitenland geweest, zegt Luk. Negen uur in een wintersportgebied en drie weken in het ziekenhuis.
Twee gekken lopen langs de spoorweg, naar het eerstvolgende station. Ik zou van razernij in de rails kunnen bijten, zegt de éne. Rustig maar, verderop weet ik een zacht stukje, waar je kunt in bijten.
Almachtig, roept de architect uit, als hij de nieuwbouwwoning komt bekijken. U hebt mijn bouwplannen andersom gebouwen. De ondernemer slaat zich voor het hoofd en zegt: Nu weet ik ook waarom ik steeds in de voortuin viel, als ik het balkon opstapte.
Ik ben gerenueerd, zegt de boer. Voor ik wegging heb ik tegen de nieuwe knecht gezegd dat hij de helft van de aardappels naar de markt moest brengen en de overige opstapelen. Nu heeft hij ze toch wel allemaal doormidden gesneden zeker.
Woedend laat de klant de chef van het kleine restaurant bij zich roepen en zegt: Er zit een stuk rubber midden in de worst. Zo ziet u maar, zegt de chef. Tegenwoordig wordt de funtie van het paard steeds meer overgenomen door de auto.
Het paard van boer Charel is ziek. Hij roept zijn knecht en zegt hem: Kijk eens in zijn muil?. Boer Charel gaat achter het paard staan en zegt: Kan je me zien?. Nee, zei de knecht. Dan moet het een darmverstopping zijn, zegt boer Charel.
Zou ik jouw zwarte pak mogen lenen?. Natuurlijk, waar heb je het voor nodig?. Mijn vader is overleden en ik heb geen zwart pak om aan te doen. Na drie maanden wil hij zijn zwarte pak terug. Dat zal niet gaan, want mijn vader heeft het aan.
Het echtpaar Jansens komt in de hemel en ze krijgen te horen dat ze voor elke keer dat ze vreemd zijn gegaan, een prik met een naald krijgen. Als mevrouw Jansens na een paar prikjes rondkijkt, kan ze nergens haar man vinden. Waar is mijn man toch?, vraagt ze. O, die hebben we onder de naaimachine gelegd, zei één van de rondvliegende engelen.
Een Belg informeert bij een reisbureau, wat een reis per boot naar Amerika kost. Hij krijgt te horen dat zo'n reis eerste klas, tweehonderd pond kost. Dit vindt de Belg wel wat duur, waarop de bediende hem zegt dat hij ook tweede klas voor honderd pond kan reizen. Nee, zegt de Belg. Dat is me nog veel te duur. Ik weet nog wel een goedkopere manier, zegt de man van het reisbureau. Voor 10 pond kunt u naast het schip meezwemmen. Prima, zei de Belg, maar dan moet u me wel zeggen hoe laat de maaltijden worden gereserveerd?.
Hoe oud bent u?, juffrouw, vraagt de rechter. Ongeveer 28 jaar, edlachtbare, zegt de getuige. Ik moet uw excacte leeftijd weten. 28 jaar en hoeveel maand, vraagt de rechter. 28 jaar en 27 maanden, edelachtbare, zei de getuige.
Een Hollander is te gierig om naar de kapper te gaan, om geld uit te geven voor een schaar. In plaats daarvan steekt hij zijn hoofd in een emmer water, en gaat daarna met zijn natte kop in de vrieskou staan. Als al zijn haren bevroren zijn, kan hij ze gemakkelijk uittrekken.
Het gouden horloge dat ik bij mijn jubilium van mijn baas gekregen heb, is niet van goud, maar goedkoop verzilverd. Hoe weet je dat?. Ken jij het verschil?. Nee, maar ik ken wel mijn baas.
|