In de jungle stapt een olifant op een mierenhoop.
Die mieren zijn helemaal kwaad en schreeuwen tegen elkaar:
Nu is onze hele stad kapot.
We gaan dat beest vermoorden.
Alle mieren klimmen via de poten op de olifant, maar de olifant schud een keer en alle mieren vallen eraf, behalve één.
En alle mieren roepen:
Kom op Jan. Wurg hem.
Wanneer ik brul, zei de beer, dan davert het halve woud.
Wanneer ik brul, zei de leeuw, dan beeft de hele jungle.
En wanneer ik hoest, zei de kip, dan doet de hele wereld het in zijn broek.
Een politiehond reageert op een advertentie van de FBI en hij gaat ernaar toe.
Je moet eerst aan al onze voorwaarden voldoen, zegt het hoofd personeelszaken.
Ten eerste moet je 60 woorden per minuut kunnen typen.
De hond gaat achter de typemachine zitten en typt 80 woorden per minuut.
Heel goed, zegt het hoofd personeelszaken.
Maar je moet ook een fysieke test doen en daarna een hindernissenparcours foutloos afleggen.
De hond legt beide tests zonder fouten af in een record tijd.
De laatste eis is dat je volledig tweetalig moet zijn, zegt de man van personeelszaken.
Vol zelfvertrouwen kijkt de hond hem aan en zegt: Miauw.
Drie muizen zijn aan het opscheppen en de eerste muis zegt:
Ik heb gisteren in een muizenval gezeten, ik heb 5 ribben gebroken en ik ben niet naar de dokter geweest.
De tweede muis zegt:
Ik heb gisteren een hele kom rattenvergif opgegeten en ik ben nog in leven.
En de derde muis staat stoer op en zegt:
Ik moet naar huis, want ik moet de kat vandaag nog verkrachten.
Een ooievaar staat in een park de gebeurtenissen van de dag te overpeinzen.
Dat zie je aan het feit dat hij doodstil op één poot staat en zijn andere poot ingetrokken. Plotseling ziet hij op een bank in het park een vrijend paartje zitten.
En nou mag je drie maal raden, wat dacht de ooievaar toen?.
Hij dacht:
Als ik mijn andere poot nou ook intrek, dan leg ik op mijn platte bek.
Wat krijg je als je een schaap met een stekelvarken kruist?.
Een dier dat zijn eigen trui kan breien
Twee vlooien komen elkaar tegen.
O, zegt de éne vlo: Ik heb het zo koud, ik heb het zo koud.
Hoe komt dat dan?, vraagt de andere vlo.
Ik zat laatst in een café, zegt de éne vlo.
Toen zag ik een man met een grote baard.
Ik kruip in die baard, blijkt die vent een motorrijder te zijn.
Zit ik met tachtig kilometer per uur in de wind.
Dat is ook niet zo slim, zegt de andere vlo.
Je moet het doen zoals ik, je moet in een damesslipje kruipen, dan zit je altijd warm.
Een week later komen de twee vlooien elkaar weer tegen.
O, zegt de éne vlo: Ik heb het zo koud, ik heb het zo koud.
Hoe kan dat nou?, vraagt de andere vlo.
Heb je mijn raad niet opgevolgd dan?.
Jawel, zegt de éne vlo: Ik was laatst weer in datzelfde café.
Ik zie een vrouw en ik kruip in haar slipje, het is er lekker warm en ik val in slaap, even later word ik weer wakker en wat denk je.
Zit ik weer in die baard van die motorrijder.
Een handelsreiziger rijdt met een gangetje van 80 km/u over een landweg.
Plotseling ziet hij dat hij ingehaald wordt door een kip.
Verbaasd geeft hij wat extra gas en haalt de kip met 100 km/u langzaam weer in.
Even later komt de kip hem echter weer voorbij.
Nu blijft hij met een snelheid van 120 km/u achter de kip aanrijden, want daar wilde hij het fijne wel eens van weten.
Ineens slaat de kip handig rechtsaf en komt op een boerenerf tot stilstand.
De handelsreiziger brengt met gierende banden zijn auto tot stilstand, rijdt even achteruit en gaat ook het boerenerf op.
Daar treft hij de boer en hij vertelt hem wat hij zojuist heeft gezien.
Ja dat kan kloppen, zegt de boer.
Kijkt u maar eens goed naar die kip.
Krijg nou tieten, roept de handelsreiziger verbaasd, dat beest heeft maar liefst drie poten.
Ja ,dat zit zo, legt de boer uit:
Ik woon hier met mijn vrouw en wij hebben één zoon.
En altijd als we vroeger een kip hadden geslacht, kregen we ruzie, omdat er maar twee poten waren.
Ik werd dat spuugzat, toen heb ik na lang kruisen en selecteren, een kipperas gefokt met drie poten en die blijken heel snel te kunnen lopen.
De handelsreiziger ziet wel handel in deze curiositeit en vraagt aan de boer:
En smaken ze ook een beetje?.
Dat weet ik niet, zegt de boer, want ik heb er nog nooit één te pakken kunnen krijgen.
Een jonge egel raakt verdwaald in de tropische tuin van Artis.
Als het donker wordt slaat de angst toe.
Elke keer als hij zich aan een cactus stoot fluistert hij in paniek:
Ben jij dat mammie?.
Erik komt de dierenwinkel binnen en hij zegt tegen de verkoper:
Ik wil graag 234 kakkerlakken, 3 ratten, 4 muizen en 20 spinnen.
Ik heb helaas alleen muizen, zegt de verkoper.
Waarvoor heb je die andere dieren nodig?.
Nou, ik ga morgen verhuizen en de verhuurder staat erop dat ik mijn huis achterlaat zoals het was toen ik erin kwam, zegt Erik.
Een kraai zit op een tak boven in een boom en koestert zich in de zon.
Een konijn op de grond kijkt naar hem en zegt: Ha kraai, wat zit je lekker te niksen.
Denk je dat ik ook zo kan luieren?.
Natuurlijk kun je dat, zegt de kraai, ga je gang.
En het konijn strekt zich uit in het zand en dut in.
Even later komt er een vos langs, ziet het konijn en vreet het op.
Om ongestraft niets te kunnen doen, moet je heel hoog in de boom zitten.
Een grote, stoere, sterke cowboy stapte de saloon binnen.
Hij pakte een glas cola en dronk die helemaal leeg.
Daarna ging hij terug naar zijn paard, maar hij ontdekte dat zijn paard gestolen was.
Woedend stampte hij terug de saloon binnen en roept:
Wie nu niet zegt wie mijn paard gestolen heeft, dan zal er hetzelfde gebeuren als in 1999.
Het werd ijzig stil in de saloon.
Uiteindelijk durfde iemand te vragen: Wat is er toen gebeurd?.
Nou, zei de cowboy.
Toen ben ik te voet naar huis gegaan.
|