Een aantrekkelijke vrouw heeft een mooie kleerkast gekocht bij Ikea, en na een paar dagen belt ze de meubelzaak op en klaagt dat de kast een paar keer per dag spontaan in elkaar stort. Een mannetje van Ikea komt even kijken naar het probleem, en constateerd dat iedere keer als er een trein passeert de kast inderdaad instort. Omdat hij niet kan zien wat er precies begeeft, gaat hij in de kast staan, om daar met een zaklamp alle boutjes, moeren en schroefjes in de gaten te houden. Hij staat in de kast en hoort getrommel, dan wordt de kast opengetrokken en de Ikeaman staat oog in oog met een gespierde kerel, waarop de Ikeaman zegt: Je zal het niet geloven, maar ik sta hier op de trein te wachten.
Drie kabouters zijn aan het opscheppen wie van hun de kleinste vader heeft, en de eerste kabouter staat recht en zegt: Mijn vader is zo klein, die kan rechtop onder tafel doorlopen. Dat is nog niks, en de tweede kabouter zegt: Mijn vader is zo klein, die kan rechtop onder een stoel doorlopen. En de derde kabouter begint keihard te huilen en zegt: Mijn vader heeft gisteren zijn been gebroken, toen hij van de ladder af is gevallen bij het aardbeien plukken.
Al gehoord van de Schot die een meisje huwde dat op de 29 februari was geboren?. Hij moest haar dus maar om de vier jaar een verjaardagscadeau kopen.
Mijn man is erg vaderlandslievend, verklaarde de vrouw voor de rechtbank. Hoe bedoelt u?, vroeg de advocaat. Hij brengt altijd een paar vrienden mee, als hij 's avonds laat thuiskomt.
Heb je die mop al gehoord van die vrouw die te veel praatte?. Nee. Telkens als ze naar het strand ging, moest ze haar tong insmeren met zonnebrandcréme.
Een klant loopt de slagerswinkel binnen en de slager is juist zijn zoon een pak slaag aan het geven. Duurt dat nog lang?, vraagt de klant. Nee hoor, zei de slager, u bent zo aan de beurt.
Een man die zit te eten in een restaurant vraagt aan de ober: Ober, is zwart een kleur?. Waarop de ober zegt: Ja, zwart is een kleur. En wit, is dat ook een kleur?. Ik denk het wel, zegt de ober. De man gaat naar huis, en zegt tegen zijn lief vrouwtje: Schat, we hebben toch een kleurentelevisie.
Er komt een man bij de dokter, en na het onderzoek zegt de dokter: Meneer, u hebt nierstenen, kalk in uw bloed en water in uw knieën. Waarop de man zegt: Dokter, als je nu ook nog zegt dat ik cement in mijn zakken heb, dan kan ik een bouwbedrijf beginnen.
Waarom staan er zo'n hoge poten onder het bed van jullie baby?, vraagt de buurvrouw. Die hebben we er speciaal onder laten zetten, dan kunnen we zelfs beneden horen als ze uit haar bedje valt.
Er komen twee mannen in de woestijn elkaar tegen, en de boer draagt een telefooncel op zijn rug, de ander een telefoonpaal. Vraagt de éne boer: Waarom draagt jij een telefooncel op je rug?. Als er dan leeuwen komen, dan ga ik in de telefooncel staan, en dan ben ik veilig. Maar waarom draagt jij een telefoonpaal op je rug?. Als er dan leeuwen komen, dan gooi ik die weg, en dan kan ik harder lopen.
Een kleuter gaat voor het eerst naar school, en als hij thuiskomt vraagt papa: En, heb je goed je best gedaan?. Nee, want ik moet morgen terugkomen.
Op een zekere dag was de koffie weer niet te drinken in de kazerne, en de anciëns besloten om die te laten onderzoeken in een laboratorium. Na enkele dagen ontvingen zij het verslag met daarop: Het paard zou meer moeten rusten.
Een oude dame wordt door een brandweerman uit haar brandende huis gehaald, en boven op de ladder zegt de brandweerman: Zo oma, nu nog even op uw tanden bijten. Nee toch, dan moeten we weer terug, want die liggen nog op mijn nachtkastje.
Frans en zijn lief vrouwke gaan op een restaurant gaan eten, en de ober zegt: Eet u graag wild: Waarop de vrouw zegt: Nou, we hebben liever een rustig plekje, als u het niet erg vindt.
Twee zandkorrels lopen in de woestijn, en de éne zandkorrel zegt: Ik weet het niet zeker, maar ik heb steeds het gevoel dat we worden achtervolgd.
Een dronken man gaat naar een schiettent, en wint een waterschildpadje. Even later gaat hij er weer heen en wint weer een waterschildpadje. De derde keer wint hij een teddybeer en zegt: Jammer dat de gevulde koekjes op zijn.
Jan heeft bezoek en één van zijn gasten vraagt hoe laat het is, waarop Jan zegt: Weet ik niet, maar als je even wacht, dan zullen we het weten. Jan gaat voor zijn piano staan en hamert op de toetsen. Een paar seconden later bonkt de buurman op de deur en zegt: Kan het misschien wat stiller, want het is al vier uur 's nachts.
Twee zwervers zitten op een bankje in het park en de éne zwerver zegt: In mijn kartonnen doos heb ik allemaal schilderijen hangen. De andere zwerver die vroeger kunstenaar was, vraagt hem: Dat is interessant en uit welke periode komen ze?. Uit de periode dat ik nog geld had.
|