Moeder tomaat en haar zoontje willen de straat oversteken, en moeder tomaat zegt tegen haar zoontje: Vlug tomatteke, want daar komt een vrachtwagen aan. Ze steken de straat over, maar worden toch overreden, en moeder tomaat die niks mankeert zegt: Kom ketchupke, we gaan naar huis.
Een vrome vrouw is heel trots op haar papegaai en kan het niet laten om er in de kerk mee te pronken, en ze zegt tegen de pastoor: Als je aan zijn rechterpoot trekt dan zegt hij het Lievenvrouwengebed op, en als je aan zijn linkerpoot trekt dan zingt hij het Heer Ontferm U. De pastoor is razend enthousiast en vraagt: En wat gebeurt er als ik aan allebei zijn poten trekt?. Waarop de papegaai antwoord: Dan val ik op mijn bek.
Een dame gaat naar de dierenwinkel om een drinkbakje voor de hond te kopen. De winkelier laat haar een mooi beschilderd drinkbakje zien met het opschrift: Voor de hond. Waarop de dame zegt: Dat opschrift is nergens voor nodig, want mijn man drinkt geen water en mijn hond kan niet lezen.
Elk jaar wordt er in september in Artis feest gevierd, en dan wordt er een voetbalwetstrijd gehouden. Elf olifanten tegen elf insecten, en in de loop van de tweede helft staan de insecten met 8-0 achter. Dan zegt de coach tegen de duizendpoot: Alé, gij gaat erin, en vanaf dat moment verloopt de wetstrijd fantastich voor de insecten. Ze winnen met 9-12, en de trainer van de olifanten is met stomheid geslagen. Hij gaat naar de coach van de insecten en vraagt: Waarom heb je die duizendpoot niet veel eerder ingezet?. Dat gaat niet, want weet je wel hoelang het duurt voordat de duizendpoot zijn schoenen aan heeft.
Een dame zegt tegen haar buurvrouw: Ik ben met een wonderbaarlijke man getrouwd. Waarop de buurvrouw vraagt: Hoezo?. Waarop de vrouw zegt: Hij gaat 's avonds met de hond uit, en hij komt 's morgens met een kater terug.
Het is allemaal nog niet zo erg hoor dokter, zegt de man. Ik ben zo sterk als een beer, ik werk als een paard en als ik zo moe ben als een hond dan slaap en snurk ik als een os. En mijn vrouw vind me nog steeds net zo lief als een poes. Alleen als ik 's morgens naar het toilet moet, dan weet ik al genoeg, zegt de dokter, maar u kunt beter eens naar de veearts gaan?.
Een dame komt in een dierenwinkel binnen en zegt: Ik wil graag drie dieren kopen die me aan mijn overleden man doen denken. Dat is erg sympathiek van u, en welke zou je willen?, vraagt de verkoper. Een hond die de hele dag tegen mij gromt, een papegaai die vloekt en een kater die de hele nacht niet thuiskomt.
Drie muizen zijn in een café aan het opscheppen, en de eerste muis zegt: Ik drink liters rattenvergift per dag. Muis twee zegt: Ik maak de klem van de muizenval los, haal de kaas eruit en doe hem weer dicht. En muis drie zegt: Sorry, maar ik moet nu snel naar huis, om de kat te voeren.
Ik heb vijf vliegen doodgeslagen, zegt vader. Drie mannekes en twee vrouwkes. Hoe wist je welke vliegen mannetjes of vrouwtjes waren, vraagt Jantje?. Twee vliegen zaten op de poederdoos voor de spiegel, en de andere drie zaten op een fles cognac.
Twee vrienden staan te praten en de éne zegt: Ik ga een geit kopen. Een geit kopen?. Waar moet je dat beest dan laten, je woont op een flat. Nou, in de zomer zet ik dat beest op het balkon. En in de winter dan?. Dan laat ik hem gewoon binnen. En die stank dan?. Oh, daar moet die geit maar aan wennen.
Er komt een olifant de apotheek binnen, en vraagt om tien meter pleister. Wat moet je met tien meter pleister doen?, vraagt de apothekersvrouw. Ik ben door een porseleinen afdeling gelopen, en nu moet ik de brokken aan elkaar plakken.
Een hond en een giraf gaan samen zwemmen, en de giraf gaat als eerste het water in, en zegt tegen de hond: Kom, we zijn hier weg, want het is hier niet diep genoeg, ik voel de grond al.
Een kok is bezig met een kip te pluimen en stopt deze daarna in de pan, maar hij vergeet het vuur onder de pan aan te steken. Na een kwartier komt de kip naar de kok gewandeld en zegt heel boos: Zeg, ofwel geef je al mij pluimen terug ofwel steek je het vuur aan, want ik bevries van de kou.
Wat mankeert je hond eigenlijk?, vraagt Jan aan Karel. Niets, hij is alleen maar wat lui. Zit hij daarom altijd zo te janken?. Nee, maar hij zit op een cactus en is te lui om eraf te komen en weg te lopen.
Er zit een paard in een café, en die drinkt een glas melk. Opeens komt er een koe binnen, en het paard vraagt: Sinds wanneer komt de leverancier langs de voordeur naar binnen
Een mier, een worm en een duizendpoot hadden samen afgesproken in het huis van de mier. De worm was op tijd, maar de duizendpoot niet. Na drie uur komt eindelijk de duizendpoot binnen, waarop de mier vraagt: Waarom duurde het zo lang?, zegt de duizendpoot: Voor de deur stond er een bord waarop staat: Voeten vegen aub, en dat heb ik dan ook maar gedaan.
Een muis en een olifant lopen door de woestijn, en plots zegt de muis tegen de olifant: Als je te warm krijgt, dan mag je in mijn schaduw lopen.
|