De grote kale inktzwam (Coprinus atramentarius) is eetbaar. Maar bij inname van alcohol treden onaangename ziekteverschijnselen op.
De ziekteverschijnselen treden vrijwel onmiddellijk op na het nuttigen van alcohol.
Toxine:
De stofwisseling (afbraak) in het lichaam wordt gestoord. Het toxine hiervoor verantwoordelijk is het coprine. Coprine wordt omgevormd tot aminocyclopropanol. Dit laatste geeft een inhibitie (blokkering) van het enzyme acetaldehyde)dehydrogenase. Dit leidt tot een opstapeling van acetaldehyde in de bloedsomloop. Acetaldehyde is verantwoordelijk voor de klachten.
Vriendschap is geen begrip, vriendschap is een gevoel. Als je ooit in de put zit, zal je weten wat ik bedoel. Vriendschap krijg je niet zomaar, je moet ervoor vechten. Je zegt alles tegen elkaar, geschillen beslechten. Daarom is vriendschap goed. Je houdt van je vrienden, ze geven je moed. Vrienden maken 't waard om te leven, dus stop met alleen te nemen en begin nu eens te geven.
500 gr gepelde tijgergarnalen 500 gr sojascheuten 5 lenteuitjes 10 halfgedroogde kerstomaatjes + 3 eetlepels olie uit verpakking 1 limoen 3 teentjes knoflook 600 gr voorgekookte chinese roerbaknoedels (vb van Amoy) 4 el pindanootjes 3 eetlepels sojasaus 1 plantje koriander 1 mespunt cayennepeper peper en zout Snipper de lenteuitjes fijn en pers de knoflookteentjes. Snij de halfgedroogde kerstomaten in reepjes en hak de koriander en pindanootjes grof. [ ]
Een nietmachine heeft drie specifieke onderdelen. Een daarvan is de hamer, die met de hand naar beneden wordt gedrukt. De hamer is niets anders dan een ijzeren randje ter grootte van èèn nietje dat de lijmverbinding verbreekt en het nietje omlaag drukt. De veer is het tweede belangrijke onder- deel en zorgt ervoor dat de nietjesrij opschuift, zodat een nieuw exemplaar onder de hamer belandt.
De voet van de nietmachine is van groot belang. Daarin zit een uitsparing die beide poten van het nietje dwingt naar binnen te buigen. De betere machines hebben ook de mogelijkheid het voetje om te keren en uitsparingen voor te draaien die de pootjes naar buiten vouwen. Dat die opties nauwelijks wordt gebruikt, heeft alles te maken met de scherpe punten waaraan de nieter zijn vingers lelijk kan openhalen.
De zoektocht naar apparaten die niet na iedere beurt moeten worden bijgevuld, gaat voort. Omstreeks 1905 verschijnen de eerste exemplaren die om kunnen gaan met een rij van voorgebogen nietjes. De eerste reeks wordt gelijmd op karton - tegenwoordig zijn ze aan elkaar gelijmd-, maar dat blijkt niet handig omdat het karton snel beschadigd raakt en de nietjes dubbelslaan. Een metalen kern die nietjes op zijn plaats houdt, kent dat probleem niet , maar de kracht die de hamer nodig heeft om er een af te breken wordt door weinig mensen gehaald.
Vanaf 1914 dringen nietapparaten langzaam maar zeker door in het dagelijks kantoorleven. In de beginperiode kijkt niemand ervan op als er per 500 werknemers maar èèn apparaat beschikbaar is, maar dat verandert snel, zeker als in 1923 de gelijmde nietjesreeksen hun intrede doen. Ook mechanische verbeteringen verhogen de populariteit. Sinds 1930 hebben geen ingrijpende wijzigingen meer plaatsgehad. In dat jaar komt een niet- machine op de markt die aan de bovenkant open kan, zodat het gemakkkelijk is de nietjesreeks erin te laten glijden. Tot die tijd slingert de ongebruikte rij achter het apparaat aan.
In de tijd die daarop volgt, neemt de hoeveelheid papier en dus de vraag naar een goede manier om al die stapels uit elkaar te houden alleen maar toe. In 1866 verkrijgt George W.McGill uit Washington patent op zijn Single Stroke Staple Press, die gebruikmaakt van nietjes met maar èèn pootje, een T-vorm. eeen perfo rator maakt een gat in de linkerbovenhoek van het papier. vervolgens drijft een hamer het nietje door het gat. De lange poot van de T klapt om , zodat het papier klem komt te zitten.
De nietmachine van McGill is te bedienen met een drukknop die een hamer naar beneden duwt. Het apparaat werkt niet snel, na iedere actie moet hij opnieuw worden geladen. Hoge stapels kan de Single Stroke Staple Press niet aan. Dat lukt wel met de machine die de firma Novelty ontwerpt. Boeken en vloerbedekking doorboort het apparaat met gemak.
Een paar jaar later brengt Charles H.Gould een apparaat op de markt dat nietjes gebruikt die dezelfde vorm hebben als de hedendaagse. Hij gebruikt ze om tijdschriften in te binden. Zijn nietmachine bevat geen kant-en-klare nietjes, maar een klos ijzerdraad. Het apparaat snijdt een stukje af, vouwt het in een U-vorm en drijft het in het papier.
Nietjes brengen orde en regelmaat aan in de papierwinkel die kantoorpersoneel en scholieren dagelijks omringt. Een nadeel is er ook. Als de klemmetjes zich eenmaal ergens in hebben vastgebeten, laten ze bij verwijderen altijd blijvende schade achter. Een vierklauwige ontnieter - minstens zo ingenieus als de nietmachine zelf houdt de schade zoveel mogelijk beperkt.
Het ontwerpen van een apparaat dat papier bundelt, is een lange weg geweest. De eerste exemplaren zijn traag, vergen nogal wat mankracht en boren om de haverklap nietjes scheef in het papier.
In de Middelleeuwen bestaan er nog geen apparaten om papier te bundelen, maar de behoefte is er wel. In die tijd maakt men met behulp van een mes een sneetje in de linkerbovenhoek van een stapel papier en haalt er vervolgens een lintje door.
Die methode is eeuwenlang gemeengoed. In de achttiende eeuw is er voor het eerst sprake van een machine. De Franse koning Lodewijk de Vijftiende heeft beschikking over een apparaat waarmee het mogelijk is nagels in papier te drijven. De nietjes zijn handgemaakt en bevatten een insigne van het koninklijk hof.
Het eerste patent op een nietmachine is gevestigd op 30 september 1841. De Amerikaanse uitvinder Samuel Slocum presenteert een exemplaar dat met behulp van een soort spijkertje papieren bijeenhoudt.
De kaalkopjes (Psilocybes) zoals het puntig kaalkopje (Psilocybe semilanceata) en het blauwwordend kaalkopje ( Psilocybe cyanescens) worden geplukt omwille van hun hallucinogene eigenschappen.
Incubatietijd
de eerste symptonen treden reeds een 10 - tal minuten na de inname op.
Toxine
Het verantwoordelijk toxine is het Psilocybine.
Ziekteverschijnselen:
Dit ziektebeeld wordt gekenmerkt door neuro-psychische tekens. De verbruiker wordt ijl, lacherig, voelt een drang tot praten (logorrhee), is verward en heeft visuele hallucinaties. Soms ontstaat een paniekreactie, agitatie of intense angst. Medische tussenkomst is dan vereist. De intoxicatie gaat gepaard met verwijden van pupillen, droge mond, en een sneller hartritme.
Behandeling:
De behandeling is symptomatisch.
Evolutie:
De intoxicatie is beperkt in duur. De symptonen verdwijnen binnen de paar uur. Hoofdpijn en vermoeidheid kunnen optreden.
De kerstkaart is een Britse uitvinding. Ze werd uitgevonden in 1843 door een zekere Henry Cole, een drukbezette Britse zakenman. Omdat hij er tegenop zag om handgeschreven brieven met kerstwensen naar al zen familieleden vrienden en kennissen te sturen, liet hij een kaart ontwerpen in een oplage van 1000 stuks. Die kaarten werden met de hand ingekleurd en verkocht in een winkeltje in Londen, waar hij ook de eerste geïllustreerde kinderboeken aan de man bracht. Jammer genoeg werd zijn project een flop. Pas jaren later zou de kerstkaart in de hele wereld populair worden.
- maïskiemolie ( gebruik geen bakboter of margarine om maïs te poffen,
want die verbrandt bij hoge temperatuur).
Hoe de maïs laten 'poppen' ?
- Giet een bedempje olie in de kookpot.
- Leg het deksel klaar en verhit de kookpot op een hoge hittebron. Mais poft bij 200°C. Goed heet dus. Hoe test je dat ? Gooi af en toe een paar korrels in de kookpot. Als hij heet genoeg is, draaien de korrels hard rond of poffen ze meteen. Let wel, als de olie begint te roken is de kookpot te heet!
- Strooi het pofmaïs in de kookpot, maar niet meer dan er makkelijk op de bodem van de kookpot past die je gebruikt. Popcorn neemt na het poffen 8 maal zoveel ruimte in als de gebruikte pofmaïs. Pof het maïs dus in kleine porties.
- Zet het deksel op de pot met het vuur nog steeds op de hoogste stand. leg het deksel zo dat de stoom die ontstaat kan ontsnappen, maar het popcorn niet.
- Het maïs zal beginnen poffen. Kijk niet in de pan tijdens het poffen. Als er een stilte is van 2 à 3 seconden tussen elke plof is het popcorn klaar. Zet het vuur af. Wacht niet op de allerlaatste 'pop'; de laatste korreltjes poffen op de 'restwarmte'.
- Je kunt het popcorn puur natuur opdienen of er zout of bloemsuiker over strooien. Voor gekara- meliseerd popcorn, smelt je suiker in een steelpannetje onder voortdurend roeren. Wanneer de suiker gesmolten is, over het popcorn laten lopen, goed schudden en laten afkoelen !