1 ei, 1 snede brood, 1 kropje little gem, blaadjes losgemaakt, 4 kerstomaatjes, in stukjes gesneden, 1 snede ham (rauwe of gekookte naar keuze), 1 plakje kaas ( naar keuze), peper en zout.
Leg de snede brood op een bord. bedek met de sla en de snede ham. leg daarop de helft van de tomaatjes en dek toe met de kaas. Bak een spiegelei en leg dit bovenop de kaas. De warmte van het ei zal de kaas een beetje doen smelten. kruid met peper en zout. Leg de rest van de tomaatjes rond de uitsmijter.
Wielen met spaken zijn lichter en dus ook sneller dan massieve wielen. Ze werden het eerst gebruikt in ongeveer 2.000 voor Christus.
Rond 1800 kwamen er voor het eerst draadspaken in de wielen. Ze waren heel licht en sterk en werden gebruikt voor auto's en fietsen. In 1845 werd door de Schotse ingenieur Robert W. Thomson de lucht band uit.
De Egyptenaren bouwden ongeveer 5000 jaar geleden grote piramides. Daarvoor hadden ze enorme stenen nodig. Om de stenen op de juiste plaats te krijgen, gebruikten ze ronde boomstammen als rollers. Talloze arbeiders trokken zo de zware stenen vooruit.
boomstammen waarover een voorwerp wordt gerold.
De eerste wielen verschenen voor het eerst rond 3.200 voor Christus. Het waren masssieve houten karrenwielen die gemaakt waren van 2 of 3 houten planken die rond waren gemaakt.
Noem de dagen bij hun naam, schrijf cijfers voor de jaren. Wie zal de druppels van de tijd vergaren, wie peilt de bron van eeuwigheid ? Niet de dagen, niet de tijd, bepaalt de waarde van het lied dat mensen zingen, maar de liefde, hoog gespannen op vergulde snaren.
Misschien is de uitvinding van het wiel de belangrijkste uitvinding die ooit door mensen is gedaan. Want wielen zijn uniek; ze zijn rond en kunnen zo gelijkmatig rollen. We kennen het wiel natuurlijk van de fiets, de auto en de trein, maar ook andere uitvindingen zijn op wielen gebaseerd. Allerlei machines en motoren, van kopieermachines tot vliegtuigmotoren, danken hun bestaan aan het wiel. Wie is toch ooit op het idee van het wiel gekomen ?
Wanneer het wiel is uitgevonden is niet bekend, maar ongeveer 5.500 jaar geleden werd voor het eerst melding gemaakt van een wiel.
Voordat het wiel werd uitgevonden, moesten mensen zware vrachten over de grond rollen om ze te verplaatsen.
Breek de eieren en scheid de eierdooiers van de eiwitten.
Meng de suikers geleidelijk met de eierdooiers totdat je een homogeen en schuimig mengsel hebt. Voeg hier dan de mascarponekaas aan toe.
Klop de eiwitten stijf en spatel ze voorzichtig onder het mengsel.
Meng de koffie en de marsala in een diep bord en dompel de lange vingers hier eventjes in onder. Zorg ervoor dat de koekjes niet volledig doordrenkt zijn.
Bedek de bodem van een schotel (ovenschotel of cakevorm) met lange vingers.
Overgiet dit met een laagje mascarpone-eimengsel en bedek die dan opnieuw met een laag lange vingers.
Wissel zo de lagen af en eindig met een laag koekjes.
Laat de schotel 4uur opstijven in de koelkast.
Versier de schotel met chocoladepoeder net voor het opdienen.
De evolutie van de cichliden in het Afrikaanse Victoriameer
Nog een voorbeeld van natuurlijke selectie en de evolutie van soorten is de ontwikkeling van de verschillende cichlidensoorten in het Victoria meer in Afrika.
Er leven nu meer dan 300 verschillende inheemse cichlidensoorten in het Victoria Meer. Elke cichlidesoort heeft zijn eigen kleurpatroon en is gespecialiseerd in bepaalde voedseltypen. Er zijn bijvoorbeeld algenschrapers, insecteneters, schubbenetersAlle cichliden stammen af van een oercichlidensoort. Aan de hand van DNA studies kunnen microbiologen zien dat de cichliden zo'n 100.000 jaar geleden zijn ontstaan. De geologen die het Victoria Meer hebben onderzocht geloven echter dat de cichliden maar ongeveer 12.000 jaar oud zijn. De reden: ruim 12.400 jaar geleden was het Victoria Meer een droog moeras en het duurde nog 400 jaar voordat de waterspiegel steeg en het waterleven zich weer kon ontwikkelen. Als dit klopt is de evolutie van de cichliden de snelste evolutie van de gewervelde dieren. Dit betekent ook dat de voorouders (oercichliden) een grote genetische variatie (aan kleur, vorm, groottes enz.) hadden om zoveel verschillende cichlidensoorten te produceren. , viseters, plankton-eters, slakkenkrakers, garnaleneters, krabbeneters enz.
Het krabbenzakje is een parasiet, die verwant is aan eendenmosselen en zeepokken. Het dier ziet er uit als een onregelmatig gevormde knobbel onder het buikschild van krabben, in Nederland komt het krabbenzakje voornamelijk voor bij de strandkrab en de zwemkrab. Met een stelsel van vertakte draden dringt de parasiet overal in het krabbenlichaam door. Geïnfecteerde krabben blijven eerst nog wel leven, maar kunnen niet meer paren. Ook vervellen gaat niet meer. Uiteindelijk verzwakt en sterft de krab, doordat het krabbenzakje voedsel uit de krab opneemt.
De liturgische kleur van Witte Donderdag is wit. Alle kruis- en andere beelden worden die dag met een wit kleed bedekt. In de mis wordt de voet- wassing herdacht. Tijdens het gloria luiden de klokken om daarna drie dagen lang niet meer te worden gebruikt. Aan de kinderen wordt verteld dat ze naar Rome vliegen.......
Aprilgrappen waren reeds voor de middelleeuwen bekend. De gewoonte om iemand op die dag te foppen is nog steeds de wereld niet uit, want kranten en weekbladen, radio en tv pakken op 1 april altijd uit met een bericht dat er meestal erg geloofwaardig uitziet, maar uiteindelijk een grap blijkt te zijn.
De middelste vinken eten iets kleinere harde zaden die ze met hun kleinere maar toch sterke snavels kraken. De vinken die op insecten jagen, de zogenaamde insectenvinken, hebben spitse snavels om de kleine insecten uit de kuilen en gaten uit te graven.
De kleine vinken eten kleine harde zaden die ze met hun (piep) kleine maar toch sterke snavels open maken.
De oervink vestigde zich op verschillende Galapagos eilanden. Iedere vinkenpopulatie zag er iets anders uit want de oervinken waren niet precies gelijk. Ze hadden kleine verschillen in hun groottes en de vormen van hun snavels. Sommige hadden bijvoorbeeld iets grotere en sterkere snavels dan de anderen. Omdat de omgeving en de leefomstandigheden op elk Galapagoseiland een beetje anders , waren sommige vinken in het voordeel. Er waren op sommige eilanden bijvoorbeeld meer harde dan zachte zaden, waardoor vinken met grote snavels beter op deze eilanden konden overleven en hun voordelige eigenschappen aan hun nakomelingen konden overdragen. Na een heel lange tijd waren de vinken met grote snavels vaker te zien op deze eilanden. Ze hadden zich zo ontwikkeld dat ze niet meer met vinken met kleine snavels konden paren. De vinken met grote en kleine snavels zijn dan twee aparte vinkensoorten geworden. Er zijn 13 verschillende vinkensoorten die we vandaag kunnen zien. Deze verschillende vinkentypen leven in vier verschillende omgevingen (eilanden) en zijn streng aan hun aparte leefomstandigheden (zoals specifiek eten) aangepast.Van de totale 13 vinkensoorten zijn hier 4 vinkentypen afgebeeld. deze verschillende vinkentypen leven in 4 verschillende omgevingen ( eilanden) en zijn streng aan hun aparte leefomstandigheden zoals specefiek eten aan- gepast.
De grote vinken die harde zaden eten bezitten grote sterke snavels.