Het is zover : mijn schat is op brugpensioen vanaf de 1ste maart en daarmee ondergaat ons leven de meest radicale verandering ooit.
Herman is nu 61, ik 56 en sedert we drie jaar oud waren, is onze dag-, week-, jaarplanning bepaald geweest door school en werk.
Die onvermijdelijke agenda is nu voor eens en voor altijd weg
Wèg lastige bazen,
Wèg dagelijkse files,
Wèg winkelen op de drukste momenten,
Wèg Rap-rap-rap doen....
Welkom Rust!
Vrijwel alles wat er voortaan op onze agenda komt, zal keuze zijn.
Natuurlijk blijven er verplichtingen, we zullen beslist niet in onze zetel gaan versuffen, daarvoor hebben we al die jaren teveel drukke nevenactiviteiten gehad, maar het jachtige leven is voorbij en dat besef geeft een zalig gevoel.
Wie dacht dat mijn blog ook op pensioen was heeft gelijk!
Ik doe dit blogschrijven enorm graag, maar wil toch niet onder de druk komen staan van het moet elke dag.
Omdat dit echt een soort wittebroodsweken zijn voor Herman en mij wij zijn intens gelukkig met deze nieuwe start ben ik hier afgelopen week haast nooit komen kijken, laat staan schrijven.
We genieten zó van heel gewone, kleine dingen : later opstaan, om beurten het ontbijt gereedmaken, nadien de ander gaan wekken. We tafelen veel langer na, praten meer, maken vage én concrete plannen
Bovenal hebben we het grote geluk dat het ons en onze familie, na enkele jaren van kleine en grotere tegenslagen sedert maanden op alle gebied goed gaat.
Dit pensioen kon dus op geen beter moment komen.
We plukken dankbaar de stralende, beloftevolle dagen.
Zaterdagnamiddag en eindelijk krijgen we nog eens wat zon in deze somberste februarimaand sedert 1966!
Dat laten we niet onbenut en profiteren ervan om te voet enkele brieven te gaan bussen.
Onderweg ineens telefoon van onze Wout, die we deze ochtend nog pas gehoord hadden.
Mama, hoeveel woorden, beginnend met de letter G, komen er voor in het Weesgegroet?
Gauw weesgegroetje opgezegd, terwijl we zeven G-woorden tellen. t Is voor een zoektocht waar hij met Jade aan deelneemt.
Als we het gesprek afgesloten hebben, zeg ik het Weesgegroet nog een keer en kom slechts aan 6 G-woorden. Herman en ik doen er elk al wandelend nog eentje, dit wordt een echte bedevaart! Het blijven zes Gs. Dus dadelijk teruggebeld naar Wout met de juiste oplossing.
Ik ben streng katholiek opgevoed, maar in geen jaren heb ik nog zoveel Weesgegroeten achtereen gepreveld.
Mijn vrome dagen zijn sedert lang voorbij, maar ik kén die dingen nog wel.
Duizenden weesgegroeten heb ik gezegd en in extreem moeilijke momenten springt de formule na jaren soms weer als een pavlov-reflex naar boven.
Want één ding is wel zeker : het monotone herhalen van die oude vertrouwde woorden heeft heel dikwijls rust gebracht.
Wout kent het weesgegroet nog, maar twijfelt aan de exacte tekst.
Kleindochter Jade zal hem waarschijnlijk nooit uit het hoofd kennen.
Soms vraag ik me echt af of die kennis nu nog alleen in een quiz of een zoektocht aan bod komt.
Alles moet fris ruiken, maar proper wasgoed bijvoorbeeld, mag niet geparfumeerd zijn door te sterk geurende wasverzachters.
Van rommel in huis word ik onrustig en toch, en toch . Houd ik absoluut niet van schoonmaken en vooral : ik heb geen discipline in routine, nooit gehad trouwens.
Herman en ik hebben in al die jaren samen een vrij chaotisch leven geleid. Zo druk als we waren met werk, politiek, verenigingsleven en vanzelfsprekend met onze drie jongens, viel het schoonmaakwerk altijd tussen de plooien door. Daarmee bedoel ik dat ik pas aan het poetsen sloeg wanneer er tijd voor was én noodzakelijk, niet omdat het donderdag of vrijdag was.
Gedurende een korte periode, toen we het ons financiëel konden permitteren, heb ik poetshulp gehad. Ooit hebben Bojako en ik zelfs de ene week bij haar, de andere bij mij, samen gepoetst, omdat zij hetzelfde denkt over schoonmaken als ik: een noodzakelijk kwaad.
Die samenwerking verliep heel goed, het was gezellig, we hadden een vast programma en het kostte niets. Omdat er verandering kwam in onze professionele agenda moesten we daar spijtig genoeg mee stoppen.
Het werd dus terug behelpen zoals tevoren en mijn routine viel weer helemaal weg.
Ons huis was meestal toonbaar, maar ik had het op sommige momenten liever anders gehad :
Vaak kwamen de meest secure natuurlijk onaangekondigde- bezoekers nèt op het moment dat ik op het punt stond om weer eens een razende schoonmaakvlaag te krijgen.
Toch werd er dikwijls opgemerkt dat het bij ons steeds netjes was, dus maakte ik me er nietdruk over dat het zelden perfect was.
Toen ik zeven jaar geleden stopte met buitenshuis werken kwam er echt tijd vrij om die dingen grondiger aan te pakken, dat doe ik nu ook, maar nog steeds vind ik het niet leuk en heb ik geen vast programma. Als ik erin vlieg, ga ik echter als een wervelwind tekeer tot ik bekaf ben. Wèl geniet ik van het resultaat als alles er weer eens piekfijn bijligt
Eigenlijk hou ik meer van een ander soort klussen, zoals daar zijn : een terrastrap in gewapend beton gieten in zelfgemaakte bekisting, vloeren chappen en tegelen, zetels bekleden, boomwortels uit de grond halen Hoewel dat laatste me maandenlang nekpijn heeft bezorgd, dus doe ik dat toch liever niet meer.
Weldra is Herman op brugpensioen en dus veel meer thuis.
Ook de huishoudelijke taken zullen meer verdeeld worden, hij is in de aanloopperiode alvast volop bezig met allerlei vooral mannenklussen en ik vermoed zo dat ieder wel zijn eigen bezigheden gaat krijgen.
Koken, wassen, strijken zie ik hem nog niet zo dadelijk doen, vind ik ook niet erg.
Zelfs de natte schoonmaak hoeft hij niet over te nemen.
Maar dat àller-aller-ALLERgruwelijkste huishoudelijk jobke
Zal ik hem durven vragen of hij het afstoffen voortaan wil doen ?
Ooit zaten we samen enkele jaren in de Spaanse les : Mia en ik als leerling, Maité als lerares.
Op dinsdagvoormiddagmaken wij gewoonlijk een wandeling van een tweetal uren. We vertrekken om 10 uur bij het huis van Mia, we spreken niet af. Gewoon : wie er is, stapt mee .
Ik had al enkele weken forfait moeten geven wegens andere afspraken, maar eergisteren zou het nog eens lukken. Op mijn bellen werd echter niet opengedaan en ook Maité was in geen velden of wegen te bekennen.
Geen probleem, Mia is mijn buurvrouw en woont op slechts een paar honderd meter van ons huis. Ze had andere plannen en omdat het zon grijs en regenachtig weer was, heeft ze waarschijnlijk verondersteld dat er toch niemand voor de wandeling zou komen opdagen.
Ik stond voor de keuze : onmiddellijk terugkeren of nog een toertje maken in mijn eentje. Vermits ik nu toch al voorzien was op de slechte weersomstandigheden besloot ik tot het laatste.
Wanneer ik Mias oprit afkom, stopt er een bestelwagen met Nederlandse nummerplaat en de chauffeur noemt de straat waar hij juist komt uitgedraaid, maar waar geen nummer 209 schijnt te bestaan : het laatste huis is 102 en aan de overkant is geen bebouwing, dus géén onpare nummers. Vanaf het kruispunt gaat de verharde baan over in een bosweg en hij vraagt of de straatnaam daar verdergaat. Ik verzeker hem dat het vanaf hier enkel nog bos is, dat er geen huizen meer staan, vraag hem hoe de mensen bij wie hij moet zijn heten. De naam zegt me niets Plots schiet me te binnen dat in onze buurgemeente eenzelfde straatnaam bestaat, ongeveer in het verlengde van de onze. Het eerste gedeelte daarvan heeft echter een andere naam.
De man raadpleegt zijn stratenplan (uitgescheurde bladen van een wegenatlas) en vindt inderdaad dezelfde straatnaam, maar in ons buurdorp. Ik wens hem succes en hij bedankt hartelijk en vertrekt op hoop van zege.
Wanneer hij om de hoek verdwijnt, sla ik mijn hand voor mijn mond en kreun .Oh nééé! Er is wel degelijk nog één huis, helemaal aan het eind van de bosweg. Heb ik die chauffeur helemaal de foute kant uitgestuurd???
Ik moét ernaartoe, kijken of het nummer 209 is en hoe ze heten, eventueel verwittigen dat ik iemand verkeerd gestuurd heb, zodat ze misschien zijn firma kunnen bellen, want die man gaat dat nooit vinden
De weg is één modderpoel, langs deze kant zal hij er alvast met zijn bestelauto niet doorkunnen. Het fiets- en wandelpad dat erlangs ligt is harder en droger, dus kom ik na zon 20 minuutjes stappen bij het enige huis, dat nummer 189 draagt en de naam van de bewoners klopt gelukkig ook niet. Oef! Wat een geruststelling nu maar hopen dat de man in het naburig dorp goed terecht is gekomen.
Thuis duik ik dadelijk in het telefoonboek, op zoek naar Van B. en .Bingo! H baan nummer 209! Zo blij als een kermisvogel ben ik, dat ik die chauffeur dan tóch heb geholpen en dat het allemaal wel in orde zal gekomen zijn.
Een van de klussen die al een poos op de wachtlijst stonden, was : de zolder opruimen.
De laatste keer dat we het deden was in 2002.
Er kon gelukkig heel wat weg, hoewel ik het graag nog iets drastischer had gewild.
Maar een zolder héb je nu precies om dingen te bewaren, die je slechts zelden nodig hebt, vindt Herman.
En hij heeft gelijk; ik wil dingen bewaren die hij met een gerust hart zou wegsmijten en omgekeerd is dat ook zo.
Dus ging er ook heel wat terug naar zijn vaste plekje:
Mijn gedemodeerde lievelingskleren, zijn prentkaartenverzameling (élke ansicht wordt in een doos gestopt!). Glazen, glazen en nog eens glazen (kunnen altijd van pas komen!) Siervoorwerpen die een sentimentele waarde hebben, maar volstrekt niet meer in ons interieur passen, oude brieven, dagboeken, babyspulletjes, een toneelmaquette
En ineens kwam daar weer dat filmdoosje tevoorschijn.
Voor Herman zijn verjaardag maakte ik 11 jaar geleden een primitief maar ludiek tekenfilmpje, het was te bekijken via een doosje waarvan een gedeelte uit het deksel was geknipt, zodat een soort scherm ontstond.
Deze komische visie op Hermans levensloop had ik getekend op een lange papierrol, die bij begin en einde was vastgeplakt aan 2 staafjes, die je aan de zijkant van het doosje kon ronddraaien.
Ik geloof dat hij er toen erg blij mee was, maar nu hij het 11 jaar later weerzag was het effect nog groter. Hij heeft er tranen mee gelachen, gegierd gewoon!
Ben ik blij dat alles hier niet onmiddellijk bij het afval belandt als het een poos niet van de zolder komt.
Dat doosje blijft voorlopig enkele dagen in de living en dan mag het weer naar de zolder, om over enkele jaren terug op te duiken zodat we er opnieuw verrast mee kunnen lachen.
Herman moet nog een aantal vakantiedagen opnemen vooraleer zijn brugpensioen ingaat.
Wanneer de exacte aanvangsdatum bepaald is weten wij nog steeds niet. Zo moeilijk kan die berekening toch niet zijn?
De zeldzame dagen dat hij nog eens gaat werken is er telkens onaangekondigd een deel van zijn taken geblokkeerd, daar wordt ook met geen woord over gerept. Ik vind het hemeltergend, na 41 jaar onberispelijke en trouwe dienst in hetzelfde bedrijf. (Een familiebedrijf waar enkele jaren geleden 2 jongemannen in de directeursstoel van hun respectieve vaders mochten plaatsnemen).
Ook van de vakbond krijgt hij steeds wisselende informatie. Ieder doorsnee mens zou stapelgek van worden van die situatie, zo niet mijn ventje!
Met eindeloos geduld en zelfbeheersing, maar toch geen doetje, probeert hij nu toch wat meer druk uit te oefenen. Pffffft ik zou het allang opgegeven hebben of ziek geworden zijn van frustratie.
Gelukkig kan het nu - na een lange vooropzegperiode waarin negeren en kleine pesterijen schering en inslag waren- hoogstens nog slechts enkele dagen duren.
En hoe erger het op de firma voor hem werd, hoe meer hij ook uitkijkt naar de definitieve einddatum.
Vandaag had hij dus weer eens een vakantiedag, die eruit ziet alsof hij al echt op brugpensioen is.
Een beetje langer slapen, uitgebreid samen ontbijten, administratie bijwerken, klussen, een boswandeling maken en dat allemaal zonder dat we op de klok moeten kijken.
Gisteren zagen we op onze wandeling een 10-tal reeën, altijd een wonderlijke ontmoeting, vinden we.
Eigenlijk voelen deze dagen zelfs een beetje als wittebroodsweken, we genieten intens van elk moment op een vredig-gelukkige manier. En dat element van zijn minder prettige fin-de-carrière is slechts een schoonheidsfoutje in ons paradijs.
Gisterenavond heb ik de bus van 19.02 u naar Antwerpen gemist.
Dat betekent dat ik behalve een uur op de volgende te wachten ook nog eens evenveel te laat op de toneelrepetitie in Wilrijk zou komen.
En ik had nog zo stevig doorgemarcheerd om het te halen drie kilometer in een half uur, daar krijg je het echt wel warm van.
Om twintig over zeven besefte ik dat de bus van zeven uur echt niet meer zou komen en besloot toen maar om autostop te doen. Er was wat teveel verkeer om over korte afstand te kunnen stoppen, dus duurde het een poosje voor de eerste bereidwillige chauffeur halt hield.
Die moest jammer genoeg naar Lier, wat niet echt een oplossing bood.
Ook de tweede goeie ziel had diezelfde bestemming.
Ik begon te vrezen dat het wachten op de bus van acht uur zou worden, toen er weer een reeks wagens aankwam, ik viseerde er één en dacht : Jij zùlt stoppen en potdorie : hij deed het toch zeker!
Het was een bestelwagen met een vijftiger aan het stuur, die eruit zag als een oudtestamentisch profeet. Bleek dat hij richting Antwerpen moest, met een tussenstop in Wommelgem om een opmeting van een garagepoort te doen.
Oei, ik moet nog verder naar Wilrijk, dan wordt het nogal ingewikkeld. Heel erg bedankt, maar dan probeer ik toch nog een andere lift te krijgen en ik wou het portier al sluiten, toen bleek dat de man na zijn opmeting voor een vergadering in Wilrijk moest zijn. Hij was zelfs bereid me vlakbij het theater af te zetten!
Wat een gelukkig toeval! Hij zou honderdenéén andere bestemmingen kunnen gehad hebben, want wij wonen zon 35 km van Wilrijk. Paz, ge zijt toch nen ongelooflijke pietzak!dacht ik bij mezelf.
De eerste seconden na het instappen begon ik even te twijfelen aan de juistheid van mijn besluit om te autostoppen. De man was duidelijk blij dat hij een klankbord had en begon onmiddellijk te babbelen terwijl hij mij constant bekeek, de wagen reed half op het rijvak voor de tegenliggers, gelukkig waren er net even geen, maar ik slaakte toch een kreet, waardoor hij dadelijk bijstuurde. En toen moesten we de autosnelweg nog op! Algauw hoorde ik dat hij die dag van Duitsland was komen rijden, wat mij erin deed berusten dat hij dan al wel meer verkeer gewoon was dan het kleine stukje dat nog moest komen en dat ik het ook wel zou overleven.
Ik keek onveranderd strak door de voorruit, in de hoop dat hij dat ook zou doen, door al dat gebabbel heen.
Radio 2 stond te loeien en de madame van zijn GPS liet zich ook niet onbetuigd, daartussendoor kreeg hij ook nog enkele telefoontjes nee, géén handsfree!!!-
Met mijn rugzakje aan mijn voeten en mijn paraplu tussen mijn benen geklemd, probeerde ik me te concentreren op wat hij zei en af en toe te reageren.
Ik telefoneerde onze regie-assistent met de melding dat ik een halfuur later zou aankomen en waarom.
Ondanks die GPS is er toch fout gereden (toen werd ik wel nog even ongerust), hij had namelijk Wijnegem in plaats van Wommelgem ingesteld.
Bleek dat in beide gemeenten een Eikenlaan bestaat en op dat eerste adres wisten ze natuurlijk van niks!
Enfin, het hele opmeten duurde slechts enkele minuten, voorts was het eigenlijk een heel vriendelijke man en ik ben hem zeer dankbaar.
Ik kwam inderdaad een half uur later op de repetitie, maar was nog niet aan de beurt, heb zelfs nog enkele minuten vanop de bank naar mijn medespelers kunnen kijken.
Het moment van de verscheurende keuze kleuren of niet kleuren is eens te meer aangebroken.
Vorig jaar dacht ik nog voor altijd van dat dilemma verlost te zijn, helaas is de realiteit anders.
Op mijn 19de ontdekte ik het eerste witte haartje in mijn zeer donker kastanjebruine haar. Het bleef ook niet bij dat éne spijltje, dus kleurde ik vanaf mijn 35ste regelmatig mijn haardos in de natuurlijke kleur bij om er niet als een toverheks bij te lopen. Ik heb namelijk tot voor enkele jaren altijd lang tot zeer lang haar gehad.
De laatste paar jaar werd de witte uitgroei zo erg, dat ik eraan dacht om het enkele keren ultra kort te laten knippen en voortaan dan met mijn natuurlijk grijs verder te leven : heel gemakkelijk en gezond!
Een nieuwe toneelrol leek de uitgelezen kans om het allemaal wat te bespoedigen. Veronicas Kamer bood me de kans om ineens naar WIT over te schakelen. Ik moest op het podium namelijk een hele poos een donkere pruik dragen, die aan het einde van het stuk werd afgezet, waardoor mijn zilveren haardos zichtbaar werd.
De regisseur was in de wolken toen ik zelf voorstelde om mijn haar te laten verven en ik was blij dat de kogel door kerk was zonder overgangsperiode van donker naar licht op mijn bolletje.
Ik dus naar de kapper Vier volle uren heeft de behandeling geduurd!
1)decaperen : hevig oranje resultaat
2)ontkleuren : branderig gevoel over heel mijn hoofd, resultaat : lichter oranje haar
3)neutraliseren: het prikt al wat minder
4)knippen
5)verven met zilvergrijs : mijn haar blijft gelig-blond ipv het gewenste zilverwit.
O wee! Ik zie eruit als een del, weliswaar met een zeer goedgeknipt coiffure
De kapper stelt voor om er nog een zilver kleurende shampoo op te zetten, maar er zijn enkele plekjes op mijn achterhoofd die verdacht prikken, dus laat ik het hier bij.
De reacties op mijn metamorfose waren zo verschillend als kastanjebruin en zilver.
Sommigen vonden het geweldig (en ik weet dat ze eerlijk waren) anderen afschuwelijk. Mijn vader heeft het in alle toonaarden vervloekt. Hij kon er niet over ophouden, tot ik hem nogal kortaf heb laten horen dat ik het nu wel wist. Ik werd er helemaal depri van en moest nog wél een hele tijd met die kop voort.
Tot overmaat van ramp had ik 2 vochtige brandwonden op mijn achterhoofd van het ontkleuren die eerlijk is eerlijk- na enkele dagen volledig genezen waren. Ook mijn Herman heeft maanden nodig gehad om aan mijn nieuwe look te wennen.
Ik was nu vastbesloten om enkel de natuur verder met mijn kapsel te laten werken, maar omwille van mijn lieve schat, heb ik op dat lichtgeel toch maar een meer neutraal middenblond gezet, in afwachting van het begeerde eigen wit.
Ondertussen zijn we een jaar verder dan de foto die jullie hier in de linkse kolom zien staan en jammer genoeg is mijn natuurlijke kleur een mengeling van alle mogelijke tinten :
De blonde verf, enkele natuurlijke zilveren strengen en op mijn achterhoofd nog een potske kastanje
Ik zal het nog een poosje moeten bijwerken, vrees ik. Bijgaande foto is zondag genomen, het is eraan te zien : het alarmpeil is weer bereikt.
Ik had er tot voor enkele weken nog nooit van gehoord.
Volgens Adrian is het een duikparadijs in de Caraïben en als je het kaartje bekijkt dat hij ons zopas toestuurde, ziet het er inderdaad betoverend mooi uit : wit strand, turkooizen oceaan en weelderige plantengroei.
Hij is er een week vakantie gaan vieren en zou er leren duiken, ik ben benieuwd naar een compleet verslag.
Een van de volgende dagen belt hij ongetwijfeld vanuit Toronto, waar hij nu al 15 jaar woont.
Adrian is de vriend/pleegzoon die sedert het voorjaar van 1989 in ons leven kwam.
Hij was toen 23, pas afgestudeerdstuurman van de zeevaartschool van Constanta in Roemenië en heeft op zijn eerste zeereis in Antwerpen de vrijheid gekozen met 5000 frank op zak, zonder papieren (die moesten aan boord blijven als ze gingen passagieren, het was nog onder het Ceaucescu-regime).
Een dienster in een café waar hij een koffie ging drinken, heeft hem in contact gebracht met het Leger des Heils, dat hem doorheen de administratieve papierwinkel en aan een werkvergunning hielp. Zo kwam hij twee weken later via een interimkantoor als arbeiderbij ons op de firma terecht.
Het was niet alleen een bijzonder knappe jongen, maar hij viel op door zijn opgewekt humeur,hoffelijkheid, zin voor humor en eerlijkheid.
Herman en ik hadden al gehoord van zijn situatie : die eerste nacht was het grootste deel van zijn 5000 frank al verteerd, omdat hij de eerste de beste dure hotelkamer had genomen en de luxe van een ganse nacht filmkijken had genoten.
Totdat hij zijn eerste loon zou verdiend hebben, mocht hij bij een heilssoldaat thuis op de sofa slapen. Hij had hier geen vrienden of familie, geen geld en sprak enkel Roemeens, Russisch en matig Engels, maar met dat laatste trok hij zich toch bijzonder goed uit de slag.
Enige tijd later zagen we op zijn werkblad dat hij die dag jarig was en hebben hem toen uitgenodigd om na zijn shift bij ons te komen eten. Daar ging hij op in en het werd een tof verjaardagsfeestje, voor ons zowel als voor hem. Met onze 3 zonen klikte het van meet af aan en toen we na nog enkele ontmoetingen aan onze jongens vroegen wat ze ervan zouden denken om Adrian bij ons te laten wonen, waren ze daar onmiddellijk voor te vinden.
Inmiddels had hij voor veelteveel geld een schabouwelijk kamertje gehuurd in Antwerpen,hij werkte zeer hard, draaide alle shiften die hij kon krijgen om te kunnen sparen en geld naar zijn moeder te kunnen sturen en hij at bijzonder ongezond, ook dat laatste was een grondige reden om hem aan ons gezinsleven te laten deelnemen. Bovendien was het van bij ons thuis per fiets slechts 10 minuten rijden tot op zijn werk.
Ons voorstel werd in grote dank aanvaard en hij stond erop om een vergoeding voor kost en inwoon te betalen die hoger lag dan wat wij hem als redelijk hadden voorgesteld.
Het daaropvolgende halfjaar bleek hij een zeer aangename huisgenoot, vol grapjes en verhalen, maar die ons en de kinderen onbewust ook de ogen heeft geopend voor het comfortabele leven dat wij leiden. Zoveel dingen die wij vanzelfsprekend vonden, werden ineens nieuw en reden tot dankbaarheid.
Ik weet niet of onze zonen er op dat moment bij stilstonden, maar dat Adrians aanwezigheid eenverrijkende ervaring voor hen is geweest, is wel zeker. Onze Dries, die toen 10 jaar was en nooit eerder een woord Engels had gesproken, babbelde honderduit met Adrian.
Er zijn veel anekdotes te vertellen over die periode, ze zullen wellicht nog stukje bij brokje op mijn blog verschijnen.
Nederlands hebben we hem niet kunnen leren, een beetje begrijpt hij het nog wel, maar hij vond het onnodig omdat hij nooit van plan was om in België te blijven: Canada zou het worden!
Daar is hij in februari 1990 naartoe getrokken, heeft het Canadees staatsburgerschap verworven, hard gewerkt en gestudeerd en een mooie carrière bij Nortel in Toronto opgebouwd.
De afgelopen jaren hebben we elkaar verscheidene keren gezien, in Belgie of in Canada waar hij ons als koningen heeft ontvangen; hij noemt ons bij elk telefoongesprek my angels, belt steevast bij elke verjaardag van een gezinslid en iedere feestdag. Het is om verlegen bij te worden, zo dankbaar de man is en blijft. En dat terwijl het voor ons alleen maar vreugde betekende om hem in ons gezin op te nemen.
Oef! Eerst en vooral een welgemeend bedankt aan Bojako, die hier op haar eigen onnavolgbare wijze een unieke storingsmelding heeft geplaatst! Meer uitleg zet ik dadelijk in haar eigen blog.
Gisterenmiddag belde ik zoon Wout, die pas thuis was na een week in Kongo. Hij was al op de hoogte van de computerproblemen en vroeg me nog eens wat er precies aan de hand was.
Tja dat is nu juist zo moeilijk om uit te leggen, wanneer je er niks van kent!
Ik trachtte dus zo goed en zo kwaad als ik kan één en ander te verduidelijken, imiteer de vreemde geluiden die te horen zijn, terwijl Wout mmmt en uhuht. Het lijkt wel een doktersraadpleging per telefoon.
Hij vraagt nog eens welke geluiden ik hoor en of ik die nogmaals wil imiteren, ik herbegin enthousiast te biep-biepen en prrr-prrrten. Ik denk wel dat ik het in orde krijg, hoor, mama. Ik kom straks langs met een reservecomputer, zodat jullie in ieder geval voortkunnen.Helemaal opgelucht en vol vertrouwen in zijn kunnen, leg ik de hoorn in. Krijg het dan ineens ontzettend warm en schiet in de lach, Herman vraagt wat er aan de hand is
k Denk dat onze Wout me voor de gek aan t houden was, door me die geluiden te laten herhalen. Zo idioot, dat ik erin ben getrapt!
Na schooltijd komen Wout, Frauke en Jade hier aan, de meisjes blijven in de keuken koken en kletsen, de jongens trekken naar het bureau. Vijf minuten later is de klus geklaard!
Toch handig, zon expert in de familie, die vrijwel onmiddellijk ontdekt dat ook het stekkertje van het klavier moet vastzitten!
Hoe opgelucht ook, nu schaam ik me pas écht. En Bojako had me nog gezegd om de stekker eens uit te trekken en terug te starten (heb ik ook gedaan hoor). Maar er zitten ook zo véél van die dingetjes aan vast!
In het vervolg is dat het eerste wat ik controleer én vanaf nu maak ik geregeld een backup. De gedachte dat alle recente gegevens en fotos verdwenen konden zijn, was verschrikkelijk.
Enfin, het probleem is van de baan en we konden opgelucht met zijn allen aan tafel gaan.
O ja : Wouts vraag om de rare computergeluidjes nog eens te imiteren?
Die was ernstig bedoeld, bleek achteraf. Toch één ding waar ik niet om moest blozen.
Net nu Pazke zo goed op dreef was met haar blogje is haar computer gecrashed.
Waarschijnlijk omwille van al dat gestoef over mij gisteren, ikke dus, de schrijfster van dit stukje: haar goede vriendin Bojako. Haar computer was er waarschijnlijk niet tegen bestand en is nu aant overgeven, ik kan het geen ongelijk geven hoor.
Omdat Pazke van computers evenveel kent als ik moet ze wachten tot haar expert (zoon 1) terugkeert op t einde van de week.
Zij heeft tenminste nog een expert ... ik moet altijd een nieuwe computer kopen.
Enfin, t is erg, heel erg, want ik wou absoluut weten wat ze over mijn stem wou zeggen en nu ga ik ook een week moeten wachten, doemme toch.
Maar geen paniek familie, vrienden en bloglezers ...ze komt terug zodra alles terug werkt (misschien de stekker eens insteken Pazke?) ...
Indien het nog langer duurt dan een week dan kom ik het hier onmiddellijk vertellen hoor.
Pazke, moest je ergens op een ander computer dit lezen; sterkte hoor kind, de ontwenningsverschijnselen van een verstokte blogster zijn erg, we kunnen er allemaal van meespreken, vraag het maar aan Myette!
Wie Bojakos reactie op mijn blog van gisteren gelezen heeft, weet dat wij al jaren dikke vriendinnen zijn. Onze oudste zonen raakten in de lagere school met elkaar bevriend en even later werden de mamas dat ook.
Blijkbaar zijn we elkaar voor het eerst opgevallen bij een oudercontact toen onze zonen in het 3de leerjaar zaten.
Ik zat in de volle klas al midden tussen de andere ouders, toen Bojako met haar ventje binnenstapte en meteen was er leven in de brouwerij!
Niet alleen zagen ze er allebei bijzonder sjiek en mondain uit, er ging zoiets bruisend en energiek van hen uit, alleen maar door hun entree.
Nadien verraste zij ook door haar tussenkomsten en opmerkingen, die humoristisch én to the point waren. (En dan kennen jullie haar wel zeer aparte stèm nog niet!)
Toen ik vernam dat hun engelstalig neefje tijdelijk bij hen verbleef en in dezelfde klas zat, vond ik ze nog exotischer en interessanter.
Wanneer we elkaar later beter leerden kennen, bleek dat zij mij ook had onthouden van dat eerste contact.
Op een of andere manier moet dat exotisch toch zijn overgesprongen, want zij vond mij er Amerikaans-indiaans uitzien.
Wanneer onze vriendschap precies ontstaan is, weet ik echt niet. Het klikte gewoon en daar ben ik nog alle dagen blij om.
Ik moet me danig inhouden om haar palmares van goede eigenschappen niet in hoofdletters af te drukken, wie haar blog regelmatig leest, weet wel wat een prachtmens ze is.
Oei-oei en ik wou het eigenlijk over ons gezamenlijk toneelverleden hebben, een zalfke over haar weemoed strijken, door deze foto bij te voegen.
De eerste keer dat we samen op de planken stonden was in 1985 voor het 50-jarig bestaan van de parochieschool. Ik wil er snel bijvoegen dat Bojako (links op de foto) met pruik en zwaar verouderende grime een bemoeizieke tante speelde en dat dit dus niet haar gebruikelijke looks waren.
We hebben nog meermaals samen gespeeld, zij hield er inmiddels al geruime tijd mee op. Voor Bojako was het hoewel steeds met grote inzet puur amusement. Ik ben ermee blijven doorgaan, voor mij is het een passie.
Soms mis ik haar relativeringsvermogen, wanneer ik weer eens met een rol vecht, hoewel ik met de jaren mijn beperkingen op toneelgebied begin te aanvaarden.
Ik wroet en zoek en streef nog even sterk naar de perfectie. Vroeger wist ik dat ze niet bestond, nu aanvaard ik dat . Dat geeft rust en grotere spelvrijheid, ik durf zelfs te denken dat het me met de jaren beter doet spelen.
Mijn goede toneelvriend Gust, die nu alweer een jaar met de engelen speelt, beweerde altijd :Als ge iets goed wilt doen, dan moet ge ernaar stinken.
Ik heb vaak gewenst dat sommige medespelers dit niet zo letterlijk zouden nemen k heb een zeer scherpe reukzin en geuren kunnen mij van de grootste verrukking tot de grondigste afkeer brengen. Mensenlief, wat kunnen we stinken als we samen op de planken staan en soms binnen elkaar intiemste nabijheid!
Ik denk dan ook dat Gust het overdrachtelijk bedoelde (hij rook zelf trouwens altijd fris), dat we ons erin moeten smijten, werken, proberen, op ons gezicht gaan en opnieuw beginnen.
Wanneer je dan ineens die klik voelt, als is het nog maar voor één korte passage dat is zo overweldigend! Weten dat het klopt, dat je puzzelstukje ineens goedvalt Dat geeft onbeschrijflijk veel energie! Tegen die voldoening kan weinig tegenop.
Gisteren nog eens gaan figureren in de Eén-soap Thuis.
Feitelijk ging het om de zgn. edelfiguratie : zeg nooit zomaar figuratie tegen edelfiguratie!
Het betekent dat je naast je spel ook nog tekst te debiteren hebt en bovendien dubbel zoveel betaald wordt, ook al gaat het slechts om één woordje, zoals me vroeger al wel eens overkwam.
Nu had ik er twee.
Maar het was een leuke scène en er werd toch wel enig acteerwerk verwacht. Film- of TV-opnames houden in dat je veel moet wachten en uiteraard dikwijls herhalen, maar deze keer verveelde het geen moment.
De opnames gebeurden met 3 verschillende cameras vanuit verschillende standpunten, dezelfde scène moest dus voor elke camera ook opnieuw gespeeld worden, wat in de montage dan verder wordt afgewerkt.
Voor Thuis werken ze met een vijftal verschillende regisseurs en bij de ene is het al prettiger spelen en voel je je als figurant meer betrokken dan bij een andere.
Dit is mijn favoriete soap en wat bijzonder leuk was aan de opname van gisteren:
Er waren voor deze scène zeer veel van de vaste personages aanwezig, je ziet ze zo ook eens live bezig en uiteraard krijg je ook voorkennis van wat er te gebeuren staat.
De uitzending volgt op 7 april en voor wie het mocht interesseren : ik ben die blonde op de eerste rij, met de 2 woordjes.
Mogelijk moeten we allemaal nog eens terugkomen, omdat er nog een scène met dezelfde bezetting moet opgenomen worden en daar was gisteren geen tijd meer voor. Een draaidag eindigt om zes uur s avonds en het was ruim over zessen toen wij tenslotte de studios in Leuven verlieten.
Toen was het nog niet gedaan met spelen, want dezelfde avond had ik de eerste repetitie van het volgend toneelstuk in Dionteater.
Staf Damen (vader van geniale actrice Katelijne en broer van Hubert WitseDamen) viert zijn 30-jarig jubileum als regisseur en acteur bij Diontheater. Hij koos ervoor om Fientje Beulemans na 25 jaar opnieuw te regisseren. Destijds speelden hij en zijn vrouw Mia vader en moeder Beulemans.
Omwille van de goede herinneringen aan dit stuk, wilden ze dit voor hun jubileum ook hernemen in dezelfde rollen.
Zelf een kwarteeuw ouder, hebben ze nu gekozen voor een cast waarin alle overige acteurs eveneens een generatie te oud zijn.
Kritiek op die keuze zal er vast en zeker komen, maar ik ben ervan overtuigd dat het een amusante en heerlijk ouderwetse reeks voorstellingen gaat worden.
Het stuk speelt zich af omstreeks de 20er jaren van vorige eeuw en krijgt realistische, prachtige decors en kostumering.
Voor mijzelf worden dit vast zeer ontspannen voorstellingen, want ik heb ditmaal slechts een klein meidenrolletje, dat evenwel zeer leuk om spelen is (ben trouwens heel fier dat ik hierin Katelijne Damen mag opvolgen, die deze rol 25 jaar geleden als piepjong meisje bij ons speelde).
Gisteren hebben we alle scènes waarin mijn personage voorkomt ineen gezet en reeds verscheidene malen gerepeteerd. Er wordt stevig gewerkt bij Staf.
Elk jaar krijgt iedere inwoner van onze gemeente 4 gratis huisvuilzakken. Die moet je gaan afhalen in het gemeentehuis of bij een van de 2 andere verdeelpunten.
Ik besloot er vandaag een wandelingetje van te maken : stukje bos, stukje dorp, door de poedersneeuw, plezant!
Het is opvallend hoeveel vogels je al uitgelaten hoort kwetteren, die schijnen warempel al een beetje lente te voelen.
Ik voel ze vandaag nog niet : er staat een gure wind en het is echt even doorbijten bij het begin van mijn tocht, maar ik weet dat ik met een gloeiend lijf ga beloond worden van zodra ik ergens binnenstap.
Enfin, het is maar wat je beloond wil noemen. Zodra ik het gemeentepaviljoen binnenkom en probeer mijn lederen rugzakje van mijn daimleren jas af te trekken, breekt het zweet me al uit. Mijn wollen muts kriebelt ineens om gek van te worden, ik zou ze in de verste hoek willen zwieren!
Ik sta te wroeten en te wriemelen als een reusachtig insect om de rugzakriemen van mijn schouders te schuiven en verwens mezelf in stilte omdat ik de vuilniszakkenbon niet gewoon in mijn jaszak heb gestoken. Ten einde raad heb ik me maar met de rug naar de balie gedraaid en de bediende om hulp gevraagd.
t Is nochtans iets fantastisch, hoor, zon rugzakje! Je hebt altijd je handen vrij, voelt nauwelijks het gewicht ervan, géén handtasriem die voortdurend van je schouder schuift, maar over een daimjas draag je hem beter niet als je er onderweg iets uit nodig hebt.
Hoe ik het dan doe als ik thuiskom?
Ik rits mijn jas open en trek simpelweg jas én rugzak samen uit. Opgewarmd voor een groot stuk van de dag.
Zus Jes en ik hadden vorige weekafgesproken om nog eens een dagje samen door te brengen, dat was maanden geleden. We hebben elkaar op kerstavond nog wel gezien, maar toen was de hele familie erbij.
Jes is 370 dagen jonger dan ik en ze is heel lang mijn grootste zielsverwant en meest vertrouwde mens geweest. Ik denk dat het een beetje voelde zoals tweelingen zijn, hoewel we in alle opzichten zeer weinig op elkaar lijken.
Tot ik 16 was en een eigen kamertje kreeg, deelden we hetzelfde bed, waarin we elkaar een hoop blauwe plekken hebben bezorgd om de grootste helft van dat bed te veroveren.
Ik was altijd al groter en forser dan ons frêle Jeske, maar zij kon zich uitstekend weren.Toen ik haar als tiener eens een ferme draai om haar oren dacht te geven, lachte ze me uit : Paz, gij kùnt niet kletsen! Allee, sla nu eens door?, waarmee mijn woede direct bekoeld was en de kracht die ik dacht te hebben, helemaal wegvloeide.
Het bed geleidelijk in beslag nemen was wèl een kolfje naar mijn hand en meestal ging het er met bedtijd zo aan toe : we stonden met twee voor ons avondtoilet aan het lavabootje op onze kamer te frullen, waarna Jes als eerste het bed indook. Wanneer ik er even later instapte, trok ze steevast met haar wijsvinger een lange voor in het onderlaken en zei gedecideerd : Paz, hièr is de streep!
Die mocht ik dus niet overschrijden, en geloof me : ze verdedigde haar helft met vuur : stompen, pitsen en haar favoriete techniek : met haar vlakke hand keihard en aanhoudend tegen mijn voorhoofd drukken.
Ze beweert nu nóg altijd dat het daardoor is dat ik geen voorhoofdrimpels heb!
Zo lijkt het wel alsof we de hele tijd kibbelden, maar er werden ook griezelverhalen verteld en heel wat geheimen uitgewisseld.
Eigenlijk was het meestal heel gezellig in ons smalle ijzeren spijlenbed.
En als bovenstaande rituelen een bazige Jes zouden portretteren, dan is dat toch maar een heel klein stukje van haar overwegend gulle en meelevende aard. Lieve Jes was, hoewel niet de oudste, toch het moedertje van ons alle zes.
Ik keek dus bijzonder uit naar dit dagje samen We zouden naar de markt in Edegem gaan, samen met Moeke en Voke een koffie gaan drinken Onder den Toren en nadien wat gaan aquarelleren bij haar thuis. Zij heeft vorig jaar een cursus gevolgd en ik ben er ook al jaren mee bezig, met grote onderbrekingen weliswaar.
Dus stond ik vanmorgen vroeg al helemaal opgetut gereed om met Herman mee richting stad te rijden, toen de telefoon ging
Jes dus de pret gaat niet door : haar man is ziek gevallen.
Zonde voor de zieke, ik hoop dat hij er gauw bovenop is.
Zonde voor mij en Jes, maar uitstel is geen afstel.
Twee kleinkinderen hebben wij : eentje van 134 en eentje van 3 cm groot.
Ik heb zijn foto gezien !
Kan ook haar foto geweest zijn, dat is nog niet duidelijk.
Wat wel duidelijk was : een volmaakt rond hoofdje van een vingertop groot, een krulletje van een lijfje, minuscule armpjes en beentjes als de voelsprieten van een meikever : met zon klein vlaggetje eraan.
Oh, het is zon schoneke
Jade (134 cm) mocht mee naar de gynaecoloog en zag op de echografie het kindje naar haar zwaaien. Dolenthousiast was ze!
Frauke bewaart deze fotos in een speciaal boekje met een linnen kaft. Lichtgroen, kleur van leven, van lente, van hoop.
Wat een wonder toch, hoe snel zon mensje groeit en dat we dat nu allemaal kunnen zien en opvolgen.
Op die manier bevestiging krijgen dat het goed gaat met de baby, of dat er kan worden ingegrepen als dat nodig mocht blijken: dat zelfs operaties kunnen uitgevoerd worden bij ongeboren kindjes, het was 35 jaar geleden totaal ondenkbaar.
Als ik dan vergelijk met hoe het eraan toeging, toen ik voor het eerst zwanger was Het meest extravagante onderzoek dat bij mij werd uitgevoerd, was een bekkenmeting, om te zien of de doorgang niet te nauw was en eventueel een keizersnede moest voorzien worden.
Toen in 1978 onze derde zoon in aantocht was, werd hier en daar al een echografie gemaakt, maar als je al 2 normale bevallingen achter de rug had en met de hulp van je huisdokter beviel, was daar geen sprake van.
Maar zelfs met alle vooruitgang in medische wetenschap en beeldvorming, blijft in deze tijd van hoogtechnologie en nuchtere kennis het ontstaan en de evolutie van ieder nieuw mensje altijd opnieuw een bijna-niet-te-geloven, betoverend verhaal.
Ik ben een vrouw. Paz, de naam die ik kreeg bij mijn geboorte, betekent "vrede". Beter kon ik het mij niet wensen. Herman is de schat waar ik al 43 jaar lief en leed mee deel. Samen kregen wij in die tijdspanne 3 zonen, 2 schoondochters, 2 kleindochters en 1 kleinzoon . Die zijn altijd welkom in ons nest in de rand van Antwerpen. Mensen, theater, natuur en taal staan bovenaan mijn lange lijst van interesses.