De dag dringt zich opxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
roert aan mijn dons en benen
er moet gewaakt
De zon wringt zich en
priemt door het gordijn
Zonder te zien weet ik
ze schijnt nog mistig door de wolken
Wat verlost me dan van heimwee
en melige tristesse de vie
nu de kleuren van de herfst
in bruin en rood de aarde verroesten
Dan zoek ik naar het land
van onbegane wegen
doorlopende paden
oneindige bronnen van rust
ontvluchte dagen van ooit
de vreugde van beelden
de warmte van jou
de stroming van alles
de geuren van gras en groen
Daar ligt het prentenkabinet
van wat had kunnen zijn
lustige tijden spelend
jong fris bloeiend
lachend wenend
zoenend
hersenspinsels
Floreanne
|