De late schrijfster
drukt haar inkt
op wit papier
De geur van
zerpe zoetigheid
stijgt begeerlijk
naar haar neus
Aan vroeger denkt zij
en aan de natte lucht
van muffe klaslokalen
De pen krast
nog kronkelend
woorden van liefde
op de grove rimpels
van het handgeschepte blad
Ik hou van jou
het getaande cliché
Zij glimlacht gegeneerd
Maar kan het dan niet
mijmert ze, toch warm gevoeld
en rond vermengd zijn
met verre herinneringen
gekoesterd als juwelen
en droge aangeraakte bloemen
Beelden van winters met blauwe nachten
en gele zomers aan het water
Niets bijzonders
misschien en toch
Het waren gedachten
aan zalige ogenblikken
samen met hem en haar
toevallig maar voor altijd
in haar handen bewaard
Floreanne
|