De Teeltvormen Contre-Espalier en
Buisson
Contre-Espalier
(Vrije Leivorm)
De teelt van peer
als Contre-Espalier, net als in fuseau (zie vroeger) is eigen aan de
kweeonderstam en is de beste vorm voor kleine (moes)tuinen.
De contre-espalier
is de vrijstaande leiboom.
Hij wordt
ondersteund door een of andere (paal en draad)constructie met een hoogte van 2
tot 3 m.
Er zijn
verschillende vormen. Het meest voorkomend is de cordon verticale ou oblique
(enkelvoudige verticale snoer) Theoretisch kan men planten op 30cm van elkaar,
maar 40 à 50 cm is gebruikelijker.
Soms teelt men ook
dubbele verticale snoeren.
De cultuur als
liggend snoer aan een draad op 40 50 cm boven de grond, om als afboording te
dienen, is in het algemeen niet aan te raden. De heer Theykens had met bepaalde
rassen succes. De Poire de Tongre of Durondeau gaf hem jaarlijks een flinke
opbrengst magnifieke vruchten.
De
Buisson of Struik
De eerste twee jaar
jaar gaat men te werk als voor de vorming van een piramide. Daarna laat men de
natuur haar werk doen. Enkel zorgt men voor behoud van het evenwicht in de
kroon.
Bij deze teeltvorm
op kweeonderstam plant men op 2,5 m.Ook bij zaailing kan men op deze wijze te
werk gaan maar dan plant veel ruimer.
17-01-2008, 22:59 geschreven door Daantje
|