Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
15-08-2009
Bij Georges Cooman te Lochristi 14/08
Bij Georges Cooman te Lochristi 14/08
Vorig jaar heb ik Georges
leren kenen op de NBS (Nationale Boomgaardenstichting) stand op de
Fruithappening van het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen te Zwalm. Ieder
jaar heeft deze fruithappening plaats in een van de aangesloten gemeenten. Dit
jaar is dit te Sint-Lievens-Houtem op zo. 18 oktober.
Te Zwalm toonde Georges 3
door hem gecreëerde rassen: Mephisto:
een mooi gekleurde en smakelijke vrucht. Ten tweede: Eskelinck:
eveneens een lekkere appel: geel met een oranje blos. De derde appel vertoont
glazigheid en schrijft hij af. Tussen haakjes over deze vruchten werd bericht
in Pomologia2004/4 en 2005/1.
Vorige zondag was het
pruimen proeven bij Eddy Vets te Itegem. We ontmoetten Georges terug. Hij liet
een eigen pruim proeven: rond, gemiddelde grootte, donkerrood met roodkleurig
vlees en een goede smaak. Hij noemt ze Colobel.
Het is de kruising tussen een myrobolaan (kerspruim) en Anna Späth, een goede,
late pruim van begin september.
Georges vertelde dat hij
nog een zeer mooie pruim had. Onze(van
Louis en mij) belangstelling was gewekt en we maakten een afspraak.
Deze pruim hij gaf haar
de naam MO-Nectar- is werkelijk een
uitstekende pruim, prachtig gekleurd (zie fotos), groot, zeer lekker, zeer
zoet en uitermate sappig en groeit op een gezonde boom.
De ontstaansgeschiedenis
is werkelijk spectaculair: Hij gaf 20 stenen van een mirabel de Nancy een temperatuurschrikking.
Hij dompelde telkens twee
stenen een bepaalde tijd in heet water: 2, 4, 5 minuten enz. Hij was van plan
de behandelde stenen telkens per twee te planten, doch zijn vrouw ruimde de
stenen samen op. Hij zaaide deze stenen en slechts één ontkiemde en gaf na een
aantal jaren deze schitterende vrucht.
Zou dit een uitzonderlijke
mutatie zijn?
Vorig jaar had hij opnieuw
prijs met de appel Bikkel, een
zaailing van Pink Lady, bij ons ingevoerd uit warmere streken. Zijn vrucht is meer grijs-bruin met lichte
blos. Het is een stevige, zeer late appel (pluk 1 nov.). De vrucht hangt zeer
vast aan de boom. Goede smaak.
Vriend Louis Eelen had
zijn alaam bij en gaf een demonstratie van zijn manier van enten. Met behulp
van zijn vlijmscherpe beitel snijdt hij 2 gelijke vlakken, maakt nog een kleine
inkeping in beide snijvlakken en schuift ent en onderstam perfect in elkaar.
Dit is wat men de verbeterde of Engelse plakenting noemt. Vakmanswerk.
Georges had enkele pruimen
onderstammetjes en vandaag sneed Louis een oog van de nieuwe pruimen en plakte
dit op een even grote inkeping op de onderstam. Vervolgens bindt hij oog en
onderstam op die plaats stevig samen met een plakkende en licht rekbare strip.
Als het steeltje afvalt in plaats van te verdorren is er veel kans op succes .
De hergroei blijft gewoonlijk uit tot volgend jaar. Hij vindt deze vorm van chipbudden
eenvoudiger en gemakkelijker dan oculeren waarbij men een T-vormige insnijding
maakt en het oog onder de losgemaakte bast schuift. Bij de werkwijze van Louis zit de finesse
wellicht in het plakkende en rekbare afdichtingbandje.
Georges heeft naast de
tuin thuis een boomgaard op een andere plaats. Thuis zagen we o.a. zijn Mephisto
en de overvol geladen Eskelinck. Ik proefde een afgevallen vrucht en hoewel nog
veel te vroeg, was er al een spoor van de goede smaak. Georges wees ook nog op een eigen kruising van een
zoetsmakende komkommer en augurk.
Enkele zaken die mij
troffen in de grote boomgaard.
Er lopen nogal wat bruine kippen
van eigen kruising. Die zorgen voor opruiming van een boel insecten. Verder is
er enkel natuurlijke teelt, geen spuiten.
De pruimen hebben een
duidelijk beter formaat dan wij gewoon zijn in de Kempen en die we bv vorige
zondag zagen te Itegem.
Zijn Signe Tillisch hangt vol met grootformaat appelen die ik nooit kan
telen, met daarbij weinig beurtjaargevoeligheid. Vergelijk: dit jaar heb ik weer
geen vruchten wegens die ene nachtvorst. Het zou normaal een draagjaar moeten
geweest zijn, na het beurtjaar van vorig jaar.
We stonden stil bij een opvallende,
helderrode Hongaarse appel, Sîgled Piros,
nu rijp, met zacht en zoet vlees, uitstekend voor appelmoes.
Hij heeft een voorkeur
voor MM 106 onderstam. Na 15 jaar zijn het flinke bomen geworden.
Pruimen, met ongeveer de
helft van de bomen, zijn zeer goed vertegenwoordigd.
Een grote, mooie, blauwe, maar
nog niet gans rijpe vrucht viel op. We vroegen de naam, die Georges achteraf
ging opzoeken. Hij had die aangeschaft bij de NBS (waarvan hij bestuurslid is) als
Jefferson. Dit is echter een grote, waardevolle, gele pruim. Zou deze pruim een dubbele Conducta kunnen zijn?
Als we het over het
overvloedige sap van zijn MO-Nectarpruim
hebben, verwijst hij naar Strival,
mij onbekend, een reeds geplukte pruim, eveneens een sap-bom.
Nog een grote pruim die
opviel en overvloedig draagt is Jasima
een late pruim, mooi geel-oranje bij rijpheid. Die zou ik ook nog moeten leren
kennen.
Dit zijn maar enkele elementen
uit een lang bezoek en gesprek met een zeer creatieve fruitliefhebber, een zeer
zeldzaam ras.
Zeer tevreden en vol
bewondering, met heel veel nieuwe indrukken, namen we afscheid van Georges
Cooman, een bescheiden, maar zeer creatieve man.
Dank u Georges.
FOTOMATERIAAL
Louis en Georges
Georges
De Colobelpruim
(kerspruimXAnna Späth)
Colobel heeft rood
vruchtvlees
De sterk dragende
Eskelinck
Mephisto
Zijn zoete komkommer
Het uiterst glad snijden
met de beitel
Het maken van de lichte
inkeping bij de verbeterde of Engelse plakenting.
Vorige zondag voormiddag (9/8) ontvingen Aleide en ik de
afdeling Midden-Kempen van de Vereniging Ecologisch Leven en Tuinieren. Een
wederzijdse, zeer boeiende ontmoeting met een goede opkomst.
Asiatischer Marienkäfer bringt Obsternte in Gefahr
Asiatischer Marienkäfer bringt
Obsternte in Gefahr
In de Ruhr Nachrichten verscheen een
waarneming in de streek van Dortmund.
Op alle
fruitbomen werden Asiatischer Marienkäfer aangetroffen. (De Duitsers spreken van Mariakevers; wij van Lieve Heerbeestjes.)
«Das Problem
ist, dass diese Marienkäferart auch Früchte anknabbert.(vruchten aanvreet) Die faulen (rotten)
natürlich und fallen vom Baum». erklärt Klinkhammer das Dilemma. Jetzt ist guter Rat teuer: «Auf keinen Fall sollte man zur chemischen Keule greifen.»( verduidelijkt Klinkhammer (milieubeambte) het dilemma. Nu is goede raad duur: "In geen geval zal men naar scheikundige middelen grijpen."
diese
Käferart ist nicht nur extrem anpassungs-, sondern auch enorm
durchsetzungsfähig.» (deze
keversoort bezit niet alleen een extreem aanpassingsvermogen maar tevens een
enorme doorzettingskracht.)
dass
aufgrund Nahrungskonkurrenz (wegens voedselconcurentie
) die heimischen (inheemse)
Marienkäferarten verdrängt werden (verdrongen
worden).
Ik heb onlangs mijn uien gerooid ( het lof was volledig afgestorven) en
ze daarna nog een week bij goed weer op het veld laten drogen. Vandaag heb ik
ze binnengehaald en de droge schillen verwijderd. Nu stel
ik vast dat bij verschillende uien ofwel onder de plaats waar de
stengel gezeten heeft, ofwel binnenin, rotte plekken ontstaan zijn. Weet iemand
wat de oorzaak daarvan kan zijn en wat ik op een ander jaar eventueel kan doen
om dat te vermijden ?
Vandaag in de mailgroep
tuinieren.
Ik stuurde volgend
antwoord:
Dit
probleem heb ik ook al meerdere keren gehad. Dit jaar is deze schimmelinfectie
(meeldauw?) gelukkig vrij laat opgetreden, zodat de uien praktisch volgroeid
waren. Ik laat ze nu intensief drogen op een doek in de zon. Daarna worden ze
in trossen gevlochten en binnen opgehangen in de hoop dat de zwakke plek tussen
steel en ui opdroogt en zich niet verder zet. Mits goed drogen lukt dit min of
meer.
Er is een Nederlandse zadenfirma (welke weet ik niet meer) die een
resistent ras ontwikkeld heeft. Ik zou graag weten waar dit resistente ras kan
aangeschaft worden.
Een alternatief is in oktober winterui te planten. Die is een stuk vroeger rijp
en problemen met meeldauw heb ik nog niet gehad.
Er zijn ook tuinders die ui zaaien, maar daar heb ik geen ervaring mee.
Mogelijk ontsnappen ook zij aan de schimmelinfectie?
Het begon al eind mei met
een invasie van de distelvlinder,
een trekvlinder die van het zuiden in de Sahara komt en 5. 000 km aflegt in
veertien dagen. Die generatie heeft eitjes gelegd en de nakomelingen komen nu
uit. Er zijn vlinders die de weg terug afleggen. Er zijn er geen die onze
winters overleven. Ik had mijn plukladder in de grote vlinderstruik gezet en op
een bepaald moment telde ik 10 distelvlinders.
Een vlinder die nu
talrijker wordt is de atalanta of
nummervlinder. Wie goed kijkt kan van nabij op de achtervleugel een paar zwarte
cijfers onderscheiden. Deze vlinder zie je t meest op rottend fruit.
De waarneming die mij t
meest plezier deed was deze van de kleine
vos, die had ik al jaren niet meer gezien.
Een andere mooie vlinder
is de dagpauwoog. Vele jaren terug
zag ik meermaals de grote zwarte rupsen op de grote brandnetels. De brandnetels
heb ik nog steeds, maar geen rupsen meer opgemerkt.
Van de zandoogjes zijn het
bont zandoogje en het bruin zandoogje (één wit puntjein het zwarte oog, bij het oranje
zandoogje zijn dat er twee, het vlindertje is ook duidelijk meer oranje
gekleurd.) het talrijkst, het oranje
zandoogje iets minder (geen foto).
Meerdere keren zag ik ook
het gamma-uiltje, een nachtvlinder
die overdag vliegt.
De gehakkelde aurelia liet zich dagelijks opmerken. Op een bepaald
moment zag ik er vier.
Een mooi vlindertje is het
landkaartje. De lentegeneratie is
bruin, de zomergeneratie zwart met een wit vlekkenpatroon. De achterkant van de
samengevouwen vleugels lijkt wel een landkaart.
Vandaag, terwijl ik aan t werken was aan de verhoogde
bedden voor de nieuwe aardbeienbedden, kwam er klein blauw vlindertje overvlinderen.
Na veel fladderen ging het toch even zitten en zag ik de zilverkleurige achterzijde
van de vleugels met de stippen: een boomblauwtje.
In de buurt van de kolen
waren haast steeds koolwitjes te
zien. Er is enkel een foto van het groot
koolwitje.
Gisteren meende ik in t
voorbijrijden een koninginnenpage te
hebben gezien. Vorig jaar zaten er drie of vier rupsen op de knolvenkel.
Als
conclusie: dit jaar heb ik zeker meer vlinders gezien dan vorig jaar.