Op Bezoek bij Peter Vandendaele
van Bio-Pajottenlandersappen
Peter heb ik in het begin der tachtigerjaren leren
kennen als lid van Veltjeugd. De
kernleden, waaronder onze dochters maakten eerst deel uit van Natuur 2000, een
jeugd-natuurbeweging in het Antwerpse. Uit onmin met de voeding op de kampen begon
een kern met een eigen groep. De haast wekelijkse activiteiten waren vooral
natuurstudie en uitstappen en kampen. Meerdere malen naar de Kalmthoutse heide.
Maar ook naar het Centraal Massief in Frankrijk in 1982. We gingen er onze
dochters ophalen en er werd nog een week wandelen op de GR-paden aan
toegevoegd. Op het einde van die week vernam ik het overlijden van mijn vader,
92 jaar oud. We hadden hem nog bezocht op de heenreis.
Veltjeugd telde een goede 50 leden. Hun blad Paloke
typten ze met onze schrijfmachines op stencils die dan hier uitgedraaid en
samengeraapt werden, gebundeld en geniet; alles op één dag. Het waren gezellige
dagen. Meerdere keren gingen ze ook helpen bij de toenmalige bioboeren.
Peter Vandendaele is al 25 jaar gevestigd te Pepingen
in het Pajottenland. Aan het huis grenst een majestatische hoogstam boomgaard.
Er staan nog enkele honderd jaar oude bomen. Ik verwonderde mij vooral over de
gezonde kriekenbomen, diverse cultivars Schaarbeekse krieken, waaronder de
selecties van Gemboux. Maar ook zeer grote en vrij gezonde noordkrieken. Bij
mij in het Kempische zand heb ik die al 30 jaar geleden moeten rooien. Het
begon met afstervende takeinden door de monilia. Als er vruchten waren werden
die pas het laatst aangetast. Na een paar jaar is de boom zo verzwakt dat hij
zelfs niet meer bloeit. Ik heb mijn 5 rassen gerooid. Er was wel geen
Schaarbeekse kriek bij.
Mijn Kempische pruimen lijken eenzelfde weg op te
gaan.
Een spreuk die ik bij de beginjaren van de bioteelt vaak hoorde: "De grond van de zaak is de zaak van de grond!" kwam uit mijn onderbewuste naar boven. Goede leemgronden zijn veel beter geschikt voor grootfruit. In zandgronden doet ook kleinfruit het redelijk goed. Maar de lekkere braambozen lijden dan weer onder strenge wintervorsten.
Van een vorig bezoek bij hem bracht ik een chip mee.
Ik dacht een Winterramboer. Het zou eerder een Grijze Winterreinette kunnen
zijn. Deze herfst moet uitsluitsel kunnen geven.
Bij een glas appel-framboos en appel-bosbes (echte,
geen blauwe bes) vertelde Peter over zijn bedrijf: meer dan 20 verschillende
bio-sappen. Het bedrijf telt 8 Ha eigen bio-boomgaarden.
Marc Lateur van de Universiteit Gembloux heeft
onderzoek gedaan naar de beste appelrassen in bio-teelt voor appelsap: Reinette
Hernaut, Reinette de Waleffe, Reinette Baumann, Reinette de Blenheim, Reinette
des Capucines, Eisdener Klumpke, Joseph Musch, Keuleman, Suntan, Trezeke
Meyers. Belangrijk is betrouwbaarheid, volume en aroma.
Interessant was ook te vernemen dat Gembloux nog een 3
tal nieuwe rassen voor hoogstam (enkel nog op nummer) en zelfs een zevental
voor laagstam aan het uitproberen is.
Gembloux werkt volledig biologisch.
www.pajottenlander.be