Mijn meer dan 50 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik meedelen en zelf nog bijleren. Doch de wereld is groter dan de tuin. Daar is eveneens veel te zien en te beleven.
Lucienne Laenen had de uirtstap verkend en gaf ons een uitstekende voorbereiding. Een nieuw initiatief is een historisch snoepwinkeltje. Ik ben er niet geraakt maar zij wel. Al de 21 ste keer dat men de beeldenroute inricht, dit jaar met 120 kunstenaars.
Met het regenweer gingen we schuilen in ‘Den Ouden Toren’. Op de middag hield de regen op. Mijn eerste bezoek gold de kerk met vooral keramiek. Ik monterde er van op. Daarna lunch met konijn in Saeftinghe. Ik bestelde ‘keun’ en dat verstonden ze. Vervolgens naar de boomgaardtuin van het bezoekerscentrum ‘De oude pastorie’, omgetoverd tot beeldentuin. Toen ik geamuseerd de assemblages met oud materiaal stond te bekijken kwamen twee wielertoristen even poolshoogte nemen. Een van hen was de kunstenaar Jan De Maeyer. Ik had zowel oog voor de beelden als voor de bomen. Hier heeft men een rijke verzameling fruit aangelegd. In het centrum zelf met toeristische info geeft een video een goed beeld van de historische ontwikkeling. Er is een museum met heiligenbeelden, maar die heb ik genoeg gezien in mijn jeugd.
Om 14u30 is de 88 jarige torenwachter gearriveerd per fiets uit Brugge. Als 18 jarige, in 1953 heb ik de toren met vriend leo een eerste keer beklommen, 264 treden voor de 50m hoge toren. Op een rustig tempo was dat helemaal geen probleem. Boven heb je een machtig uitzicht. Je ziet ook de zee. Het meest opvallend is de grote waterplek van de achterhaven van Zeebrugge. In 1953 was hier nog niets van te bemerken.
Voor de 2,5 km naar Ter Doest verkoos ik het jaagpad naast het Boudewijnkanaal. Iets verder kan je zelf een slingerend binnenpad bewandelen. Ik bespeurde o.a. dauwbramen, doch die waren nog niet rijp.
De bus had er al de niet-wandelaars gebracht. Hier eveneens veel beelden. Naar de (reuzen)grote, bronzen naakten van Irénée Duriez van mijn geboortegemeente Ichtegem was niet naast te kijken.
Lissewege is een mooi dorp met zijn witte huizen. Ik heb genoten van deze dag die begon in de regen, maar op de middag veranderde in een mooie zomerdag.
Vorige zaterdagmorgen reed ik door de striemende regen en wind naar Gerard Bolle in het ‘Bollehuisje’, de oude woning van zijn ouders Arthur Bolle en Celestina Vermeersch aan de Zuster Clarastraat op De Reiger te Ichtegem.
Na het vroege overlijden van de ouders (August Vermeersch) van zijn moeder werd zij opgevangen bij haar ongehuwde nonkel Karel en tante Octavie, die woonden in het ‘Bollehuisje’. Zij kreeg zelfs de gelegenheid om op pensionaat te gaan te Lauwe, toen nog volledig Franstalig.
Mijn grootmoeder Rosalie Vermeersch was eveneens een dochter van August Vermeersch. Mijn grootmoeder woonde bij ons in. Zij was heel lang weduwe. Mijn grootvader van vaders kant, de smid van het gehucht, stierf toen mijn vader, oudste van vier, pas 9 was.
Mijn vroegste herinneringen als 2 en een half jarige betreffen haar. Ik zie ons nog wandelen aan haar hand en kort daarop de kamer en haar overlijden.
Als kind kwam ik dikwijls bij de Bolle’s. Vader Arthur, vlaskoopman en mijn vader, beide oudstrijder, klapten(spraken) dan over de oorlog. Ik keek toe hoe ze vlas zwingelden.
Voor het aperitief van eigen fruit – De hobby van Gerard is fruitwijn maken-, had hij zijn jongste broer jullien (Op mijn plechtige communie in 1947 was hij de chauffeur van dienst met hun jeep) en de oudste zoon van Georges, de overleden oudste broer, met zijn vrouw, Celesta Muylle, huidig schepen van cultuur van Ichtegem uitgenodigd. Dank zij haar, die de oorlogsbelevenissen van mijn vader op het spooor kwam, ben ik terug in contact gekomen met de Bolle’s.
Gerard zorgde voor een fijne barbecue. In de namiddag klaarde het op en nam hij mij mee op verkenning. Overal is veel bebouwing bijgekomen en dat eerder de laatste tijd. Sommige oude huizen herkende ik nog.
’s Anderendaags zullen we de wijdere omgeving verkennen tot Koekelare. Terwijl Ichtegen enkel een Carefour heeft, zag ik in Koekelare een Delhaize, een Aldi en een Lidl, pal bij elkaar.
“We gaan de ‘Ichtegemse Ardennen’ bekijken” zei Gerard. Er ligt een heuvelkam van aan de Belhutte te Koekelare, over de Veldemolen (hoogste punt 51m) over De Reiger met de verdwenen wijkschool, waar ik coëducatie genoot tot het 5de leerjaar en daarna intern werd in het Sint Jozefsinstituut te Torhout. Ook hier in de omgeving 51m. Men is de Fonteinstraat, waarlangs ik destijds woonde, aan het heraanleggen. Je ziet de spits van de fontein tegen het Wijnendale bos. “Je kan niet meer bij het water”, zei Gerard. In mijn kindertijd waren er twee uitlopen, waar je volop kon drinken. Daarna heeft men een tijd het water opgepompt naar een aftappunt aan de Zuster Clarastraat. Dikwijls stonden er ganse rijen aan te schuiven. Tijdens de hete junimaand van 1976 stond zelfs een foto op de voorpagina van De Standaard. Kort daarop werd de fontein gesloten wegens het te hoge nitraatgehalte van het water, een gevolg van de overbemesting met varkensmest van de vele varkens van de streek. Op de rondrit heb ik grote, hypermoderne, nieuwe varkensstallen gezien. Het aftappunt aan de Zuster Clarastraat is verdwenen.
De heuvelkam loopt verder over Wijnendale(Torhout) tot Aartrijke. Op sommige plaatsen heb je een uitzicht tot de kustlijn, 20km verder.
In de namiddag heb ik nog het museum en het pas aangelegde beeldenpark en het nieuwe verkoop-expositiepaviljoen van Irénée Duriez bezocht. De beeldentuin paalt aan de tuin van Gerard. De kunstenaar vertelde dat hij vooral een selfmade man is en slechts 2-3 jaar de kunstacademie bezocht.
Zou het insmeren van boomstammen met zeewierkalk (bevat meer spoorelementen)ook een invloed of preventie hebben op stambasisrot?
Mogelijk zou dit kunnen omdat er een laag op zit(preventie).
Mogelijk door de pH verandering die een invloed heeft.Je ziet de verkleuring van de wonde.
Persoonlijk doe ik er wat maïzena bij als klever.Behangerslijm kan je ook gebruiken.
Vroeger deed men soms ook wat houtasse erbij.Dit is wel gevaarlijk voor de ogen.
Ik raad steeds aan om een veiligheidbril te dragen bij het stamkalken .
In oude boeken vind ik soms het advies om kankerwonden uit te snijden en in te smeren met een kalkpapje.Dit is milieuvriendelijker als het dure Lacbalsem.Bij eigen proeven lijkt dit wel traag te helpen.Tevens heb ik de indruk dat het beter werkt bij een vroege aantasting nl.als de schors reeds verkleurt voor het openbarsten van de schors.
Bijkomend voordeel is dat de appelglasvlinder vermoedelijk geen eitje in de kankerwonde
legt.De wollige bloedluis komt eveneens ook niet meer voor.
Als je aan stamkalken doet dan moet je de kalkgift in de boomgaard verlagen.
Imker kweekt bijen die resistent zijn tegen varroamijt
15.07.2015 Imker kweekt bijen die resistent zijn tegen varroamijt
Een imker uit de Vlaams-Brabantse gemeente Schepdaal is er in geslaagd om bijen te kweken die resistent (tolerant is correcter, nvdr.) zijn tegen de varroamijt. Die parasiet is één van de belangrijkste oorzaken van de achteruitgang van de bijenpopulatie. Tot nu werd de mijt met wisselend succes bestreden met medicatie of organische zuren. Noël De Schrijver, als hobby-imker zelf geconfronteerd met varroamijt, legt uit dat hij bijen begon te kruisen die een betere hygiëne hebben tegenover de parasiet die zich voortplant op het broed. Professor Dirk de Graaf van het bijenexpertiseplatform Honeybee Valley van de UGent reageert opgetogen op Radio 2 en geeft de VILT-lezers extra duiding bij de selectie op varroatolerante bijen.
Al meer dan 30 jaar veroorzaakt de varroamijt massale sterfte in bijenkorven. Imker Noël De Schrijver uit Schepdaal slaagde er door selectie en kunstmatige inseminatie in om bijenvolken te kweken die tolerant zijn omdat ze de parasiet geen kans geven om larven aan te tasten. De techniek komt overwaaien uit de Verenigde Staten. "Een kolonie die in onze vaktermen hygiënisch is, kan zelf de ziekte weghouden uit de kast", legt Noël uit in Het Laatste Nieuws. "Dat betekent dat ze aangetaste larven zelf weghalen en dat er dus geen nieuwe bijen komen die de ziekte hebben en zo het hele bijenvolk bedreigen."
Op Radio 2 hoor je Noël De Schrijver bescheiden zeggen dat hij niet de redder van de honingbij is. “Ik denk wel dat ik een belangrijke stap in de goede richting heb gezet. Maar er is nog veel werk aan de winkel.” Hij wil de resistente volken vermeerderen om andere imkers met koninginnen te kunnen bevoorraden.Op de website van deredactie.be kan je het fragment uit het VRT-journaal herbekijken.
Professor Dirk de Graaf (UGent / Honeybee Valley) verduidelijkt het belang van deze bevinding: "De imker uit Schepdaal heeft via zijn selectiewerk bijen met varroagevoelige hygiëne bekomen. Dit is een vorm van varroatolerantie die gebaseerd is op het poetsgedrag van de bijen. Gesloten broedcellen waarin de mijt parasiteert op de poppen van de honingbij worden door de werksters herkend, geopend en geledigd. Hierdoor kan de mijt zich niet meer vermenigvuldigen. Dat honingbijen in staat zijn om in harmonie te leven met de varroamijt weten we al van eind de jaren '90, veelal ging het hier over natuurlijke selectie bekomen door de bijen terug aan de natuur te geven. Rond 2007 zien we wetenschappelijke artikels over het gericht selecteren op hygiënisch gedrag door de imker zelf."
In Vlaanderen zijn een tiental BLUP-bijentelers (Best Linear Unbiased Prediction) actief die eveneens de teeltwaarde bepalen van hun kweekmateriaal, met inbegrip van de mate van varroatolerantie, om zo de bijenstapel te verbeteren. "Sommigen met uitstekende resultaten", weet professor de Graaf. Het belang van het selectiewerk van imkers zoals Noël De Schrijver is volgens de bijenexpert van de UGent dat imkers nu eindelijk bijen kunnen houden zonder deze te moeten behandelen tegen de varroamijt met medicamenten of organische zuren.
Aan de Universiteit Gent loopt een onderzoeksproject dat gefinancierd wordt door de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu waarin getracht wordt om het genoomgebied verantwoordelijk voor varroatolerantie te identificeren om zo met moleculaire merkers het selectiewerk te kunnen ondersteunen. Nu bestaat immers het risico dat massaal gekweekt zal worden met de bijen van Schepdaal, waardoor de genenpoel veel te eng wordt. "Het gebruik van genetische merkers kan de selectie versnellen en het probleem van inteelt voorkomen", aldus de Graaf. De professor voegt er nog aan toe dat de bijen van de imker uit Schepdaal een hulp kunnen zijn bij het moleculair werk. "We zullen eerstdaags contact opnemen met Noël De Schrijver voor verdere samenwerking."
Bron: Het Laatste Nieuws / Radio 2 / eigen verslaggeving
Ik had het genoegen op bezoek te kunnen gaan bij boomkweker Ger Van Santvoort te Someren Noord- Brabant (NL)
Ger is een veelzijdig man. Hij is ook imker en houdt zich tevens al 6 jaar bezig met solitaire bijen. De beste nestgelegenheid blijken geschaafde plankjes, die opeen gelegd een holte van 8mm vormen. Zie de foto van de volledig gevulde nestgelegenheid. Hij had verschillende, speciale bijenplanten staan.
In zijn serre heeft hij een collectie perziken, nectarines en abrikozen. Enkele waren al te proeven. In de serre zijn nestkastjes opgehangen voor witte kwikstaarten. Bij ons zijn die zeldzaam geworden. Vele jaren terug had ik die ook als broedvogel.
Wat vogels betreft was het meest merkwaardige dat wij zagen een til voor huiszwaluwen. Bij hem was die nog niet bewoond, doch bij een huis waar een kolonie huisde werd van deze nieuwe nestgelegenheden wel gebruik gemaakt. Men had er een nog grotere geplaatst. Hij toonde ook een goed gemaakte nestkast voor steenuilen.
Ger is tevens sterk betrokken bij het netwerk van de collectieboomgaarden in Nederland. Zelf heeft hij een van de grootste met 500 rassen. Men is nu in Nederland op zoek naar samenwerking en een vorm van financiële ondersteuning voor dit levend erfgoed.
Ik leerde Ger vorig jaar kennen op de tweejaarlijkse fruittentoonstelling ‘Souvenirs van Eeuwen’ in de Fruithof te Frederiksoord. Zie de aflevering van 9 oktober 2014 in mijn eerste blog
De klassieke nestgelegenheid voor solitaire bijen met bamboestengels
Nieuwe, professionele vinding met plankjes. Leo Aerts van Mortsel lanceerde jaren geleden een dergelijke vorm in baksteen, doch deze voldeed minder. De vorm in rubber was al beter. Plankjes zijn naar de ondervinding van Ger het beste. De volledig gevulde nestgelegenheid stond in een boomgaard. Er is wel een aanloopperiode nodig om tot dergelijk resultaat te komen
Vorige week hield DVL zijn voorlichtingsdag op dit bedrijf. Daar het wat regende stapte men op de bus van het bedrijf om 400-500 m verder de plantages te bezoeken. 25 Ha productieveld Frambozen; 27 Ha opkweek frambozenplanten. Daarnaast zijn er nog bramen, aardbeien en asperges.
Alles is tot in de puntjes verzorgd.
Op de laatste foto: de bedrijfsleider Twan Van Gennip
Zat. en Zo 12 -13 sept ‘15 : Wisley Gardens, Canterbury, Brogdale (org. VELT Voorkempen / CoZoeGo)
Met de bus op de Shuttle. We rijden Kent door tot in Surrey, onder Groot-Londen. Tussendoor genieten we van het typische Engelse landschap. Wisley Gardens , de100 Ha grote, fenomenaal rijke tuin is tevens het hoofdkwartier van de Royal Horticultural Society met zijn 300.000 leden. Meer dan stof genoeg om een ganse dag te verkennen en te genieten. Mooie borders, heel veel fruit. Voor de bloemenliefhebbers: Dit weekend beleeft Wisley een van zijn topdagen met de jaarlijkse Flower show.
In de late namiddag rijden we naar Canterbury en de University of Kent. We voelen ons weer jong, elk op een studentenkamer (niet verboden om op de kamer te komen!). Het fijne diner staat voor ons klaar. Wie niet te moe is kan nog mee voor een avondlijke wandeling naar de stad en een goede pint (0568l), halve pint kan ook...
Op zondag, na de full English breakfast, verkennen we eerst het oude Rochester, de stad van Dickens.
Daarna rijden we naar Faversham met Brogdale. Na de lunchworden we gegidst in de fenomenale fruitcollectie:meer dan 2000 appels, 500 peren 350 pruimen enz.; een levend fruitmuseum in zijn herfstweelde!
Hier en daar kunnen we de proef op de som nemen.
Daarna Cream coffee / Tea met 2 scones, jam en boter om in de Engelse sfeer te blijven en dan kunnen we zeker verder voor de rest van de dag.
Opstapplaatsen: Parkeerplaats Rond punt van WommelgemVertrek om 6u 00 stipt; Wees enkele minuten vooraf aanwezig.
Opstapmogelijkheid in Gent, links van het U.Z. over de ring, aan hotel Campanile, naast Holliday Inn om 6u50, parkeren in de belendende straten en Loppem (rond punt afrit) om 7 u 25. Reis met Shuttle. Terug rond 23 u 30.
Prijs: € 194 ( Velt en NBS) (€ 199 niet-lid): alles inbegrepen: bus, drinkgeld chauffeur, overzet, alle inkomgelden, gidsen (vertaling voorzien) , avondmaal , overnachting en full English breakfast, lunch, Afternoon Tea met scones.
Inschrijven via E-mail en betaling: Iban BE02 0017 3559 5940 BIC GEBABEBB D. Willaeys 2980 Zoersel.
Identiteitskaart bijhebben noodzakelijk! Zoniet kan je onmogelijk mee.
We zijn hier vandaag samengekomen, om een laatste maal hulde te brengen aan moeke
We nemen afscheid op een bijzondere plaats van een bijzondere vrouw.
En op een bijzonder moment na het afrikafeest van gisteren.
Voor Aleide was dit haar omgeving, waar zij 52 jaar heeft gewoond en waar ze bijzonder gelukkig was haar laatste dagen te kunnen doorbrengen.
En vanop deze plaats in haar eigen levenssfeer,
gaan we nu zoals zij wenste afscheid nemen.
Lieve mensen, het is zinvol om nu samen te zijn en terug te blikken op Aleide haar leven en herinneringen op te halen.
In ons gemis, vinden we steun bij elkaar en denken aan de plaats die zij innam in ons leven en in dat van zo vele anderen.
Het leven, het bruisende, intense leven, dat Aleide zo zinvol heeft vervuld geeft een warm, voldaan gevoel maar ook een leegte, een stilte
En uit die stilte dringen de herinneringen tot ons door,
zovele herinneringen aan het lief ,
maar ook aan het leed dat wij samen met haar hebben gedeeld.
En deze herinneringen,… zijn nu ons kostbaar bezit geworden.
Moeke wilde de natuur en ons niet belasten met veel gedoe na haar overlijden.
Uitgestrooid worden onder onze familieboom vond ze een goed idee.
Leen, die nu de CoZoeGo-werking op vraag van haar moeder verder zet. Op 7 juli is zij met gans het gezin naar Kameroen vertrokken.
Een deeltje van de asse zal ook uitgestrooid worden in het Noorden van Kameroen waar ze haar hart had verpand. Moeke heeft het beste van zichzelf gegeven om het leven van velen wat te verbeteren. Ze is en blijft ‘Mukè’ voor heel wat Kameroense dorpelingen die met veel warmte en respect aan haar terugdenken.
Op 12 juli is er een afscheidsfeest in Going, het dorp waar moeke ook haar lapje grond en eigen hut heeft. Het was haar tweede thuis geworden. De Lawan, de plaatselijke chef heeft al een rund beloofd, zijn manier om eer te betuigen aan Mukè. We zullen daar ook afscheid nemen met het uitstrooien van een beetje van haar asse en haar laatse wens vervullen nl. het bouwen van hutten voor de AIDS-wezen en de weduwen in het extreme Noorden van Kameroen. Zo is de cirkel rond. Moeke, rust in vrede.
Via volgende link kunt u de afscheidsviering volgen dank zij kleinkind Michiel
In de namiddag stond ofwel Groombridge Place of Tunbridge Wells op het programma. Doch er kwam een programmawisseling. Het werd en en.
Groombridge Place heeft een formele tuin. De Manor, herenhuis is privaat en niet te bezoeken. Op een uurtje tijd heb je het meeste gezien. Er is een doolhof (maze).Op de gracht (moat) op de scheiding van het domein kan je zelfs een boottochtje maken en dan terugwandelen. Je passeert een vrij grote wijngaard, doch die wordt zo goed als niet meer onderhouden. We hadden geen tijd om te wachten op de roofvogelshow. Men heeft er een roofvogelcentrum dat vooral fungeert voor de kweek en blijkbaar een succes is.
Het was maar een klein eind rijden naar Royal Tunbridge Wells, een Spaoord. De Pantiles, een veel bezochte, historische winkelwandelstraat was een bezoek meer dan waard. In de nabijheid is er een coachpark, een busparkeerplaats. We hadden maar een klein eind te stappen.
FOTO’S
Groombridge Place
Mammoetbomen (Sequoiadendron giganteum)
Idem
Witte tuin
Idem
Oude taxus
We gaan bootje varen
Royal Tunbridge Wells, Pantiles, pub The Duke of York. In Engeland drinkt men normaal uit grote halveliterglazen : pint = 568 ml, iets meer dan een halve liter. Ik dronk er een pint fijne, droge cider van de kraan, kwestie de vochtvoorziening op peil te houden.
Toen ik hier in 1962 kwam trof ik er 2 bomen regionale pruimen (landrassen) aan, blauwe, goed smakende pruimen op eigen wortel. Dat jaar had ik al een formidabele oogst. Ze stonden ook naast de zeer goed bemeste moestuin. Maar zoals het bij pruimen gebeurt: als vroegbloeiers zijn ze het slachtoffer van lentevorst. Mijn strafste herinnering: op 15 april 1966 vroor het -7°, met een hard bevroren bodem. Doch ook dit jaar was wat vorst voldoende voor zo goed als geen pruimen.
Deze pruimen halen minstens de maat van Opal en smaken vrij goed. Destijds heb ik tientallen, wellicht honderdtallen worteluitlopers uitgedeeld.
Zelf heb ik ondervonden dat een uitgeplant pruimenbosje het niet deed.
Dertig jaar geleden begon het verval van ook solitaire bomen: afstervende takken en sterk gereduceerde oogst, tot niets meer.
Nog iets vroeger waren hier de krieken ten dode opgeschreven wegens takmonilia. Van armoede heb ik toen de 5 rassen die ik had staan gerooid. Wellicht ligt de oorzaak aan de hoge grondwaterstand. In de winter is hier alles verzopen. Geen zuurstof meer in de Kempense bodem.
Het was voor mij een cultuurschok toen ik die rassen in het Pajottenland nog relatief gezond zag!
Ik heb hier ook sleepruim, Prunus spinosa staan uit het Zoerselbos. Het worden relatief behoorlijk hoge bomen. In de Ardennen ken ik de sleepruim enkel als struikgewas. Soms geven mijn bomen vruchten voor de vogels, maar ook uitlopers. Ik heb ze nog niet gebruikt als onderstam, alhoewel ik al vele jaren weet heb van de proeven in Wageningen.
Nu verneem ik dat ze daar succesrijk zijn. Ze testten er immers een 50 tal uit diverse oorden, met wellicht verschillende, erfelijke eigenschappen.
De S766 is een selectie uit sleedoorns die werden geselecteerd door PPO-fruit in Wageningen. Sinds dit voorjaar wordt door een consortium van boomkwekers en PPO-fruit de S766 op de markt gebracht. Pruimenbomen op S766 groeien iets sterker dan op VVA-1 (waarover ik toch veel klachten hoorde), maar aanzienlijk zwakker dan op Sint-Julien A. Op 10 demopercelen verspreid over Nederland werden zowel Opal als Queen Victoria op S766 geplant. Resultaten volgen.