Kort verblijfxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Op 18 februari ll. overleed mijn schoonvader Gabriel Versavel, 105 jaar oud amper enkele weken en enkele maanden nadat de echtgenoten van twee kleindochters,45 jaar, zijn overleden. Meer dan dubbel zo oud,wat een verschil ! Toen hij , reeds terminaal ziek, het nieuws vernam merkte hij op "De mens mikt maar God beschikt". 45 jaar en zelfs 105 jaar in een eeuwigheid waartoe de mens geroepen is , is voor iedereen een kort verblijf.
Het leven is een geschenk van God en dient te worden gekoesterd, geen buitensporigheden dus. Lang leven en gezond blijven is een bijzonder geschenk van God. Wij moeten Hem daarvoor dankbaar zijn.
In augustus zou hij 106 jaar worden, de oudste man van West-Vlaanderen. Nochtans had hij Dr. Lecompte niet geraadpleegd. Wel had hij zijn eigen methode; soberheid.
Toen een reporter, bij zijn eeuwfeest hem vroeg wat hij gedaan had om zo oud te worden en zo fris van geest te blijven gaf hij zijn inmiddels legendarische remedie:
De kerk bekijken van binnen, de cafés van buiten en de vrouwen van ver.
Het leven moet beleefd worden, met volle teugen, intens, alles er uit halend wat men met zijn gaven en talenten vermag. Mijn schoonvader had een goed gevuld leven. Van werken ga je niet dood. Toch moet men eens gaan als men u daarboven roept.
Nog tot op zijn sterfbed werd hij aangesproken als Meester Versavel. Gans het dorp kende hem zo en men sprak hem zo aan. Slechts op 71 jaar is hij op pensioen gegaan en tot lang nadien kwamen oud leerlingen hij had er meer dan tweeduizend hun goed of minder goed rapport tonen of zijn raad vragen.
Zijn stokpaardje was het hoofdrekenen en de geheugentraining. Tot kort voor zijn overlijden kon hij met een verbazend gemak grote getallen vermenigvuldigen en kon hij nog hele verzen uit zijn schooltijd opzeggen. Hij had een hekel aan die rekenmachientjes, de afschaffing van het leren van de catechismus of het memoriseren van gedichten.
Hij was ook een man van het buitenschools onderricht, gaf voor honderden landbouwers uit het omliggende landbouwcursus en voor verenigingen talrijke voordrachten over het telen en het gebruik van kruiden. Zijn spreuk was: Er bestaat een kruid voor ieder kwaal in nood, alleen niet voor de dood en Maak van uw maag geen apothekerswinkel.
Naast zijn kennis voor de kruiden had hij een speciale intuïtie, zelfs een soort helderziendheid als een zesde zintuig. Hij hanteerde als hobby de pendelroede, zelfs werd het bijna een bijberoep want bij honderden of wellicht meer dan duizend mensen was hij geroepen: landbouwers voor het zoeken van water bij het steken van een boorput, mensen met klachten over schadelijke stralingen, gevallen van verloren voorwerpen.
Als een boerin wat argwanend was zegde hij waar in huis er geld of juwelen waren of waar ze een of andere kwaal had..
Geboren in 1902 heeft hij als jongen de eerste oorlog gekend en de vlucht voor de Duitsers meegemaakt. Hij is als een van de eerste na de oorlog en de wrede slag van Passendale teruggekeerd naar zijn totaal verwoeste dorp. Over de oorlog heeft hij heel wat opgezocht, schreef er twee boeken over naast een boek over het sociaal-culturele leven op zijn dorp; Passendaalse Herinneringen. Op TV was hij meermaals een getuige van de gruwelijke oorlog in zijn streek en mensen op de vlucht. De indrukken van deze oorlog en ook de tweede hebben hem blijven vervolgen.Toen hij in het rusthuis begon verward geraken spookten de beelden in zijn hoofd en vertoefde hij als in die oorlogstijd.
Op taalgebied leverde hij bijdragen over spreuken, Vlaamse gezegden en het dialect. Hij schreef heel wat heemkundige bijdragen in tijdschriften en stond aan de wieg van de kaasstoet in Passendale. Gans zijn leven was hij in allerlei plaatselijke verenigingen en initiatieven betrokken waaronder secretaris van het Davidsfonds. Zo was hij ook 75 jaar lid van de fanfare waarvan 40 jaar alss spelend lid en later als bestuurslid. Op zijn 70 jaar glijdde hij op de speelplaats van school nog met zijn leerlingen op de glijbaan en op zijn 100 jaar stapte hij nog mee achteraan de fanfare en op maat van zijn huis naar de kerk en van de kerk naar de feestzaal waar hij voor de vuist een lange levendige redevoering gaf . Hij was niet alleen een dorpsfiguur maar zelfs een wat fanatieke Passendalenaar die het moeilijk kon slikken dat Passendale nu Zonnebeke was geworden.
Het was zijn wens zolang mogelijk in zijn eigen vertrouwd huis te blijven wonen.
Toen hij met Kerstmis ziek gevallen is en in het ziekenhuis belandde werd hij na enkele weken weggestuurd omdat hij geen verpleging meer nodig had. Met de meeste moeite werd een Rust en verzorgingstehuis gevonden. " Er was nergens geen plaats in de herberg" voor een 105jarige. Toch nog verkreeg hij een kort verblijf van maximum 8 weken in het RVT te Moorslede. Op de laatste dag van zijn kort verblijf is hij rustig in zijn slaap overleden.
Wellicht zou zijn lang verblijf op aarde te lang geworden zijn voor de opvang en verzorging als hoogbejaarde.
Ik kreeg de raad nu reeds een kamer te bespreken in een of ander rusthuis. Want te Roeselare zou er een wachtlijst zijn van 800 ingeschrevenen terwijl jaarlijks maar 100 plaatsen vrij komen. Dus moet ik nog acht jaar in rij staan tegen dat zo ver komt.
Wie niet op een wachtlijst staat en dringend in een instelling bejaardenhulp nodig heeft zou best maar rekenen op een kort verblijf op deze aarde.
Klik op de foto voor artikel in Het Nieuwsblad
|