de overwegingen van een kleine grijze cel welkom mon ami !
laat me je een kopje tisanne inschenken en wat vertellen over de belevenissen van Poireau
16-01-2010
de brabantse mep.
Het volstaat dat ik enige vorm van nood of need vermoed bij een inwijkelinge om POreau op onderzoek te laten gaan naar de bronnen der kennis.
Na enkele omzwervingen op het wereldwijde web, ontmoet POireau een madam met bagage die hem volgend spannend verhaal vertelt:
Hanne Kloots:
Van toffelscène tot toefeling
In Brabants (2005, nr.1) besprak Cor Swanenberg het werk van de nagenoeg
vergeten schrijfster Marie Gijsen. Hij beschreef o.a. hoe een van haar boeken eindigt
op een zgn. toffelscène: "Met hels kabaal wordt er door de bewoners van de
buurtschap opgetreden tegen de 'verdoemde' die door zijn deliriumaanvallen alles
kapot maakt."
Wat "toffelen" precies inhoudt, werd op dezelfde pagina
toegelicht door Wim van der Heijden van Heemkundekring De Plaets. Het zou gaan
om "een feodale maatregel als straf voor laakbare handelingen en wreking van
openbare ergernis en gekrenkte gemeenschapseer". Het gebruik wordt ook beeldend
beschreven in een Brabantse woordenlijst uit 1882, verschenen in het tijdschrift Onze
Volkstaal (p.228). Volgens deze lijst werd er "getoffeld" als "een meisje, dat reeds
ondertrouwd is" uiteindelijk besluit om toch nog van het geplande huwelijk af te zien.
Op een avond verzamelde zich dan bij haar huis "een groote volksmenigte, meest
jonge lieden", waarna het toffelen een aanvang nam: "men slaat het huisraad kort en
klein, besmeert het huis met vuil enz.".
In het Woordenboek der Nederlandsche Taal
(WNT) vinden we dit volksgebruik terug als zesde betekenis van tafelen. Het wordt
daar omschreven als "Ketelmuziek maken, in 't bijzonder als een voorgenomen
huwelijk op het laatste oogenblik door de schuld van een der partijen afspringt. In N.-
Brab. en aangrenzende streken."
We weten nu wat het volksgebruik "toffelen" inhoudt, maar waar komt het
woord precies vandaan?
De taalkundige literatuur biedt twee mogelijke verklaringen.
Enerzijds vinden we in diverse lexica een werkwoord toffelen, dat "slaan" betekent.
Met het oog op onze toffelscène is dit zeker een plausibele verklaring: tijdens zo'n
scène werd er immers flink wat afgemept. Daarnaast is er ook het Woordenboek der
Nederlandsche Taal, dat het volksgebruik verbindt met het woord tafel. Hieronder
zullen we beide benaderingen bespreken.
Volgens Van Dale is toffelen een gewestelijk woord dat (o.a.) "slaan, ranselen"
betekent. Ikzelf afkomstig uit het noordwesten van de provincie Antwerpen ken
niet zo zeer het werkwoord toffelen, maar wel het zelfstandig naamwoord toefeling.
Een toefeling is een pak slaag, een afranseling. Dit woord wordt ook vandaag nog
gebruikt in Noord-België, met name in verbindingen als "iemand een toefeling geven"
en "een toefeling krijgen".
Volgens C. Hoeckx, auteur van verschillende publicaties in
het Huijbergs (Zuid-West-Brabant), komt de vorm toefeling ook in zijn dialect voor.
Toefeling is afgeleid van toefelen, een klankvariant van toffelen.
Volgens het WNT
zou de vorm toffelen typisch zijn voor Nederland, terwijl toefelen vooral in Noord-
België in gebruik (geweest) zou zijn. Het midden van West-Vlaanderen, de streek
rond Kortrijk en mogelijk ook delen van de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant
zouden nog een derde klankvariant kennen. Daar zou naast toefelinge namelijk ook
taffelinge gebruikt worden.
Hoe de vormen toffelen resp. toefelen in de betekenis "slaan" precies
ontstaan zijn, staat niet vast. In woordenboeken en dialectlexica vinden we
verschillende verklaringen. Zo zouden toffelen en toefelen afgeleid kunnen zijn van
toffel, de verkorte vorm van pantoffel. De (pan)toffel is natuurlijk vooral bekend als
huisschoen, maar desgewenst kan er ook mee geslagen worden. Een tweede
mogelijkheid is dat toffelen en toefelen verwant zijn met het Middelnederlandse
toeven, dat o.a. "onthalen, liefkozen, van het nodige voorzien" kon betekenen. Dit
Middelnederlandse toeven kon echter ook ironisch gebruikt worden ("iemand iets
inpeperen"). Iemand "een toefeling geven" zou in dat geval zo veel betekenen als "ik
zal hem/haar eens even van het nodige, zijnde een paar rake klappen, voorzien".
Ten derde zou het ook kunnen gaan om een klanknabootsend woord of onomatopee.
Toffelen/toefelen zou dan het geluid van een afranseling nabootsen.
Een totaal andere verklaring vinden we in het Woordenboek der
Nederlandsche Taal. Daar wordt het Brabantse volksgebruik in verband gebracht met
tafelen. Doorgaans spreken we van tafelen als een gezelschap geruime tijd samen
aan tafel zit om te eten, met name op een feest. Volgens het WNT zou de benaming
van het volksgebruik toffelen een "bijzondere toepassing" kunnen zijn van het
klassieke tafelen. Over het hoe en waarom van die "bijzondere toepassing" blijft het
WNT helaas nogal vaag. Bij een afgelaste bruiloft zouden we eventueel nog kunnen
denken aan een ironische interpretatie van tafelen: in plaats van een feestmaal naar
binnen te werken aan de bruiloftstafel, wordt bij de "schuldige" partij de boel kort en
klein geslagen. Het is echter zeer de vraag of we elke toffelscène in verband kunnen
brengen met een (eet)tafel. Toffelen kan immers ook gebruikt worden voor een
afranseling die niets te maken heeft met een bruiloft (of een andere gelegenheid
waarbij flink gegeten wordt), zie bijvoorbeeld de toffelscène beschreven door Marie
Gijsen. Bovendien is de WNT-verklaring eigenlijk alleen bruikbaar voor Oost-Brabant,
waar tafel wordt uitgesproken als toffel (met korte klinker). In West-Brabant klinkt
tafel als taofel (met lange klinker). Daar ligt een rechtstreeks verband tussen het
volksgebruik toffelen en tafelen vanuit klankhistorisch perspectief dus veel minder
voor de hand.
Hoe de WNT-redactie bij haar ietwat vage tafel-interpretatie is gekomen, valt
moeilijk te achterhalen. De manier waarop de naam van het volksgebruik in het WNT
gespeld wordt, nl. als tafelen, leidt tot de volgende hypothese. Omdat het blijkbaar
om een typisch Brabants volksgebruik gaat, is de kans groot dat de benaming via
een (Oost-)Brabantse redacteur of informant in het WNT terechtgekomen is. Die
heeft bij toffelen waarschijnlijk spontaan aan een tafel gedacht, en spelde het woord
daarom als tafelen. Vervolgens dook diezelfde tafel ook op in de verklaring van het
volksgebruik toffelen. Of hoe de dialectachtergrond van een woordenboekredacteur
soms voor onverwachte etymologische wendingen kan zorgen.
Geraadpleegde literatuur Bakema, P. e.a. [red.] (2003): Vlaams-Nederlands woordenboek. Van
ambetanterik tot zwanzer. Antwerpen/Utrecht, Standaard Uitgeverij/Het Spectrum
Claeys, H. (2001): Vlaams Dialectenwoordenboek. Antwerpen, Artus Uitgevers
Debrabandere, F. (1999): Kortrijks woordenboek. Kortrijk, De Leiegouw. Brugge,
Van de Wiele
Debrabandere, F. (2002): West-Vlaams etymologisch woordenboek. De herkomst
van de West-Vlaamse woorden. Amsterdam/Antwerpen, L.J. Veen
De Clerck, W. (1981): Nijhoffs Zuidnederlands woordenboek. 's-
Gravenhage/Antwerpen, Martinus Nijhoff
Schuermans, L. (1865-1870): Algemeen Vlaamsch Idioticon. Leuven, Gebroeders
Vanlinthout, deel 2. Facsimile, 1985.
Swanenberg, C. (2005): "Marie Gijsen, vergeten schrijfster (1856-1936)". In:
Brabants, 2, nr.1, 17-19
Teirlinck, I. (1921): Zuid-Oostvlaandersch Idioticon. Gent, W. Siffer, deel 3
Van Dale (2005): Van Dale Groot woordenboek der Nederlandse taal.
Utrecht/Antwerpen, Van Dale Lexicografie, 14de, herz. uitg., 3 delen
van den Brand, H. (1882): "Woordenlijst der Noord-Brabantsche Volkstaal". In:
Onze Volkstaal, 1, 193-237
Weijnen, A. (2003): Etymologisch dialectwoordenboek. Den Haag, Sdu Uitgevers
WNT (1934, 1960): Woordenboek der Nederlandsche Taal. 's-Gravenhage/Leiden.
Voilà zie, we hebben weer eens iets bijgeleerd. Waar dat web van die mondiale spinnekop toh zoal kan voor dienen ...
Reacties op bericht (6)
20-01-2010
Dat hadden we mis!
We dachten dat de familie al die koddige woorden meebracht van de abattoir/Bruxelles, waar ze Vlaams vee heen voerden en met verbasterdeerde carrés terug keerden. Ze spraken een kleurrijk mondje vlaamsbrusselsfransdialect waartussen rare woorden slopen, zoals toefeling en toeken.... Ze klinken en ruiken als weleer. Weinig tot geen ervan zijn blijven hangen maar als er één mijn oor bereikt zit ik met een sprong in 't verleden.... Toen, eens in 't jaar de camion "vervoer van vee en vlees" omgebouwd werd om de ganse familie op te halen om ten huize grootouders te nieuwjaren. De kleinste op de banken de grote in de carréhaken hangend. Slechts eens in 't jaar want het was steeds vervoer van hééééél levendig vlees.
Later werd het verboden om vee en vlees nog samen te vervoeren en werd ook het verrijkend familietransport afgevoerd.
Kwamen die koddige woorden niet uit de abattoir, of deels toch? Ze hebben ze waarschijnlijk zoals mevr. Hanne Cloots van de straat opgeraapt. In die tijd viel er nog wat te rapen op straat...
20-01-2010 om 23:52
geschreven door Chielka
Bij deze
weten we ook vanwaar de traditie komt om met buskruit te schieten voor een huwelijk. Op het platte land -daar wordt nog getrouwd- is dat potschieten een gezellig onderonsje tot stuk in de nacht. Minder leuk voor de buren. Hoe meer bier er vloeit hoe korter de schoten op mekaar volgen. Dat strookt niet meer met de traditie, wel met de traditie van alcool drinken. Maar allez wij zijn ook allemaal moeten trouwen. In Spanje waar ze nog massaal trouwen (en al even massaal scheiden), doen ze nog zotter. Daar schieten ze buskruit én vuurwerk af! Toch krijgen ze hun buik niet vol van buskruit ... en trouwen
20-01-2010 om 14:12
geschreven door Lore
19-01-2010
Toek en toefeling
In Oilst kee oeik een toefeling kroaigen beveirbeldj een toek rond a oeiren maar naar mijn inlichtingen werd er in Noord-Brabant ( rond Eindhoven) ook getoffeld wanneer bij het losschieten van de bruid geen vat bier geschonken werd door deze bruid . Het losschieten gaat als volgt: de vrijgezelle mannen van het dorp
verzamelen zich bij het huis van de bruid, gewapend met een melkbus,
papieren voederzakken, touw, en een fietsband, in de achterkant van de
melkbus zit een gaatje, wat water en een brokje carbid in de bus, voor
het grote gat gaat de voederzak dichtgebonden met het touw, men gaat op
de melkbus zitten, vinger voor het gaatje, carbid begint te gassen, en
het gas wordt aangestoken door een brandende fietsband, met een enorme
knal tot gevolg. Men blijft net zolang schieten totdat de bruid naar buiten komt en zegt dat er in het café een vat bier voor hen is aangesloten.Deed ze dat niet, dan volgde er een ferme toffeling.
19-01-2010 om 23:02
geschreven door ERnst
*
Volgens mijn persoonlijke ervaring, in de streek van Kortrijk, was een toefelinge een oorvijg. De echte betekenis zal eerder een afranseling zijn. Maar het is een interessant artikel Poireau'ken, we hebben weer bijgeleerd vandaag.
19-01-2010 om 13:39
geschreven door camille
18-01-2010
..
Toch leuk om altijd iets bij te leren hoor Pwoirooke. Mijn vader zaliger zei altijd : " Ah'll give ya a dad around yer lughole" (Geordie accent) - maar "een toefeling" is direct to the point, net zoals een rammeling. (dat laatste woord kende ik al) avondgroetjes,
18-01-2010 om 21:24
geschreven door Mrs.Bo-Marple
16-01-2010
Toemetoch!
Mijn Brabantse grootouders deelden nogal eens toefelingen uit, een toemetoch hing er steevast aan. Ik weet hoe een toefeling voelt, maar heb nooit bij het woord stilgestaan, tot vandaag. Een vergeten schoon woord, dat POireau in zijn diepste kelder is gaan zoeken. Goe gewerkt!