Soms en vantijd krijgt POireau een bevlieging van openheid en dan moet hij deftig op zijn chic bijten om zijn intimiteit niet prijs te geven. Maar al even soms en vantijd is het een onweerstaanbare drang om een tip van zijn boerka op te heffen.
Geniet er van want je krijgt niet elke dag de kans ...
En zou er, als wederdienst, mij eens iemand kunnen zeggen hoe ik er kan voor zorgen dat wanneer ik op mijn muis klop, ik direct naar de link ga in plaats van deze te kopieren en dan in google te plakkeren ?
21-01-2010 om 17:17
geschreven door Hercule Poireau
Het volstaat dat ik enige vorm van nood of need vermoed bij een inwijkelinge om POreau op onderzoek te laten gaan naar de bronnen der kennis.
Na enkele omzwervingen op het wereldwijde web, ontmoet POireau een madam met bagage die hem volgend spannend verhaal vertelt:
Hanne Kloots:
Van toffelscène tot toefeling
In Brabants (2005, nr.1) besprak Cor Swanenberg het werk van de nagenoeg
vergeten schrijfster Marie Gijsen. Hij beschreef o.a. hoe een van haar boeken eindigt
op een zgn. toffelscène: "Met hels kabaal wordt er door de bewoners van de
buurtschap opgetreden tegen de 'verdoemde' die door zijn deliriumaanvallen alles
kapot maakt."
Wat "toffelen" precies inhoudt, werd op dezelfde pagina
toegelicht door Wim van der Heijden van Heemkundekring De Plaets. Het zou gaan
om "een feodale maatregel als straf voor laakbare handelingen en wreking van
openbare ergernis en gekrenkte gemeenschapseer". Het gebruik wordt ook beeldend
beschreven in een Brabantse woordenlijst uit 1882, verschenen in het tijdschrift Onze
Volkstaal (p.228). Volgens deze lijst werd er "getoffeld" als "een meisje, dat reeds
ondertrouwd is" uiteindelijk besluit om toch nog van het geplande huwelijk af te zien.
Op een avond verzamelde zich dan bij haar huis "een groote volksmenigte, meest
jonge lieden", waarna het toffelen een aanvang nam: "men slaat het huisraad kort en
klein, besmeert het huis met vuil enz.".
In het Woordenboek der Nederlandsche Taal
(WNT) vinden we dit volksgebruik terug als zesde betekenis van tafelen. Het wordt
daar omschreven als "Ketelmuziek maken, in 't bijzonder als een voorgenomen
huwelijk op het laatste oogenblik door de schuld van een der partijen afspringt. In N.-
Brab. en aangrenzende streken."
We weten nu wat het volksgebruik "toffelen" inhoudt, maar waar komt het
woord precies vandaan?
De taalkundige literatuur biedt twee mogelijke verklaringen.
Enerzijds vinden we in diverse lexica een werkwoord toffelen, dat "slaan" betekent.
Met het oog op onze toffelscène is dit zeker een plausibele verklaring: tijdens zo'n
scène werd er immers flink wat afgemept. Daarnaast is er ook het Woordenboek der
Nederlandsche Taal, dat het volksgebruik verbindt met het woord tafel. Hieronder
zullen we beide benaderingen bespreken.
Volgens Van Dale is toffelen een gewestelijk woord dat (o.a.) "slaan, ranselen"
betekent. Ikzelf afkomstig uit het noordwesten van de provincie Antwerpen ken
niet zo zeer het werkwoord toffelen, maar wel het zelfstandig naamwoord toefeling.
Een toefeling is een pak slaag, een afranseling. Dit woord wordt ook vandaag nog
gebruikt in Noord-België, met name in verbindingen als "iemand een toefeling geven"
en "een toefeling krijgen".
Volgens C. Hoeckx, auteur van verschillende publicaties in
het Huijbergs (Zuid-West-Brabant), komt de vorm toefeling ook in zijn dialect voor.
Toefeling is afgeleid van toefelen, een klankvariant van toffelen.
Volgens het WNT
zou de vorm toffelen typisch zijn voor Nederland, terwijl toefelen vooral in Noord-
België in gebruik (geweest) zou zijn. Het midden van West-Vlaanderen, de streek
rond Kortrijk en mogelijk ook delen van de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant
zouden nog een derde klankvariant kennen. Daar zou naast toefelinge namelijk ook
taffelinge gebruikt worden.
Hoe de vormen toffelen resp. toefelen in de betekenis "slaan" precies
ontstaan zijn, staat niet vast. In woordenboeken en dialectlexica vinden we
verschillende verklaringen. Zo zouden toffelen en toefelen afgeleid kunnen zijn van
toffel, de verkorte vorm van pantoffel. De (pan)toffel is natuurlijk vooral bekend als
huisschoen, maar desgewenst kan er ook mee geslagen worden. Een tweede
mogelijkheid is dat toffelen en toefelen verwant zijn met het Middelnederlandse
toeven, dat o.a. "onthalen, liefkozen, van het nodige voorzien" kon betekenen. Dit
Middelnederlandse toeven kon echter ook ironisch gebruikt worden ("iemand iets
inpeperen"). Iemand "een toefeling geven" zou in dat geval zo veel betekenen als "ik
zal hem/haar eens even van het nodige, zijnde een paar rake klappen, voorzien".
Ten derde zou het ook kunnen gaan om een klanknabootsend woord of onomatopee.
Toffelen/toefelen zou dan het geluid van een afranseling nabootsen.
Een totaal andere verklaring vinden we in het Woordenboek der
Nederlandsche Taal. Daar wordt het Brabantse volksgebruik in verband gebracht met
tafelen. Doorgaans spreken we van tafelen als een gezelschap geruime tijd samen
aan tafel zit om te eten, met name op een feest. Volgens het WNT zou de benaming
van het volksgebruik toffelen een "bijzondere toepassing" kunnen zijn van het
klassieke tafelen. Over het hoe en waarom van die "bijzondere toepassing" blijft het
WNT helaas nogal vaag. Bij een afgelaste bruiloft zouden we eventueel nog kunnen
denken aan een ironische interpretatie van tafelen: in plaats van een feestmaal naar
binnen te werken aan de bruiloftstafel, wordt bij de "schuldige" partij de boel kort en
klein geslagen. Het is echter zeer de vraag of we elke toffelscène in verband kunnen
brengen met een (eet)tafel. Toffelen kan immers ook gebruikt worden voor een
afranseling die niets te maken heeft met een bruiloft (of een andere gelegenheid
waarbij flink gegeten wordt), zie bijvoorbeeld de toffelscène beschreven door Marie
Gijsen. Bovendien is de WNT-verklaring eigenlijk alleen bruikbaar voor Oost-Brabant,
waar tafel wordt uitgesproken als toffel (met korte klinker). In West-Brabant klinkt
tafel als taofel (met lange klinker). Daar ligt een rechtstreeks verband tussen het
volksgebruik toffelen en tafelen vanuit klankhistorisch perspectief dus veel minder
voor de hand.
Hoe de WNT-redactie bij haar ietwat vage tafel-interpretatie is gekomen, valt
moeilijk te achterhalen. De manier waarop de naam van het volksgebruik in het WNT
gespeld wordt, nl. als tafelen, leidt tot de volgende hypothese. Omdat het blijkbaar
om een typisch Brabants volksgebruik gaat, is de kans groot dat de benaming via
een (Oost-)Brabantse redacteur of informant in het WNT terechtgekomen is. Die
heeft bij toffelen waarschijnlijk spontaan aan een tafel gedacht, en spelde het woord
daarom als tafelen. Vervolgens dook diezelfde tafel ook op in de verklaring van het
volksgebruik toffelen. Of hoe de dialectachtergrond van een woordenboekredacteur
soms voor onverwachte etymologische wendingen kan zorgen.
Geraadpleegde literatuur Bakema, P. e.a. [red.] (2003): Vlaams-Nederlands woordenboek. Van
ambetanterik tot zwanzer. Antwerpen/Utrecht, Standaard Uitgeverij/Het Spectrum
Claeys, H. (2001): Vlaams Dialectenwoordenboek. Antwerpen, Artus Uitgevers
Debrabandere, F. (1999): Kortrijks woordenboek. Kortrijk, De Leiegouw. Brugge,
Van de Wiele
Debrabandere, F. (2002): West-Vlaams etymologisch woordenboek. De herkomst
van de West-Vlaamse woorden. Amsterdam/Antwerpen, L.J. Veen
De Clerck, W. (1981): Nijhoffs Zuidnederlands woordenboek. 's-
Gravenhage/Antwerpen, Martinus Nijhoff
Schuermans, L. (1865-1870): Algemeen Vlaamsch Idioticon. Leuven, Gebroeders
Vanlinthout, deel 2. Facsimile, 1985.
Swanenberg, C. (2005): "Marie Gijsen, vergeten schrijfster (1856-1936)". In:
Brabants, 2, nr.1, 17-19
Teirlinck, I. (1921): Zuid-Oostvlaandersch Idioticon. Gent, W. Siffer, deel 3
Van Dale (2005): Van Dale Groot woordenboek der Nederlandse taal.
Utrecht/Antwerpen, Van Dale Lexicografie, 14de, herz. uitg., 3 delen
van den Brand, H. (1882): "Woordenlijst der Noord-Brabantsche Volkstaal". In:
Onze Volkstaal, 1, 193-237
Weijnen, A. (2003): Etymologisch dialectwoordenboek. Den Haag, Sdu Uitgevers
WNT (1934, 1960): Woordenboek der Nederlandsche Taal. 's-Gravenhage/Leiden.
Voilà zie, we hebben weer eens iets bijgeleerd. Waar dat web van die mondiale spinnekop toh zoal kan voor dienen ...
16-01-2010 om 19:45
geschreven door Hercule Poireau
We hebben ze weer overleefd, de nieuwjaarsrecepties.
Mon dieu, mon dieu, wat een calvaire ... (zucht)
Nochtans, POireau probeert ze te ontwijken maar soms is er geen ontkomen aan. Noblesse oblige nu eenmaal.
Handjes geven aan wie je onder het jaar met veel plezier een toeffeling zou geven, en heel goed wetend dat dat plezier ook wederkerig is. Speechen moeten aanhoren waarvan je heel goed weet dat het allemaal quatch is, omdat je ze ooit ook hebt moeten geven, die speechen.
Het jaar was moeilijk, met de nadruk op lijk, maar dit jaar zal het zeker beter gaan, maar alleen als jullie allemaal nog wat deftiger uw botten afdraaien. En als jullie het onverhoopt toch zouden uithouden tot wanneer jullie helemaal geel en uitgeperst zijn, dan krijgen jullie allemaal een standbeeld in chocolat van de chinezen die tegen dan het bedrijf zullen overgenomen hebben.
Je prosose donc om vanaf nu geen nieuwjaarsrecepties meer te geven en ter compensatie met pasen aan iedereen een chocolatten ei cadeau te doen, een belgisch ei van bij Godiva, en zonder speech.
14-01-2010 om 17:53
geschreven door Hercule Poireau