Om bij tijd, eens terug te genieten van de plaatsen waar je ooit geweest bent! De wereld in een muisklik http://www.alovelyworld.com/index2.html
OP REIS MET DE BLAUWE VOGEL - Cruise op deNijl -
1.Lezers die het hele REISVERSLAG WENSEN TE LEZEN.... weet dat dit in omgekeerde orde staat.
Het begint met de terugreis 15.09.06 (zie blog vanaf 3december 06) en eindigt met het vertrek op 01.09.06 ( zie blog vanaf 3 oktober 06)
2.Verder wordt deze blog aangevuld met EGYPTE NU:actuele feiten en vondsten...
Hoewel de hoop op de vondst van alle verloren literaire werken van de oudheid niet gerealiseerd werd in Oxyrhynchus, zijn vele belangrijke Griekse teksten op die plek gevonden. Ze bestaan onder andere uit gedichten van Pindarus, fragmenten van Sappho en Alcaeus, maar ook langere stukken van Alcman, Ibycus en Corinna. Er was ook een groot deel van de Ichneutae van Sophocles, uitgebreide overblijfselen van de Hypsipyle van Euripides en een groot deel van de toneelstukken van Menander. Ook werden de oudste en meest complete diagrammen van Euclides Elementen van Geometrie gevonden. Een andere belangrijke vondst was het historisch werk, bekend als de Hellenica Oxyrhynchia, wiens auteur onbekend is, maar zeer waarschijnlijk is Cratippus (zie ook Hellenica Oxyrhynchia). Een biografie van Euripides door Satyrus werd ook opgegraven. De belangrijkste Latijnse vondst was een voorbeeld van sommige van de verloren boeken van Livius.
De klassieke auteur die het meeste voordeel haalde van de vondsten in Oxyrhynchus was de toneelschrijver Menander (342 291 voor Christus). Zijn komedies waren erg populair in de Hellenistische tijd, waardoor ze vaak werden gevonden in papyrusfragmenten. Toneelstukken van Menander die geheel of gedeeltelijk in Oxyrhynchus gevonden zijn, zijn Misoumenos, Dis Exapaton, Georgos, Encheiridion, Karchedonios, Kolax, Leucaia en Perinthia. Het werk in Oxyrhynchus was erg goed voor de status van Menander onder classici, omdat hij in een meer populaire stijl schreef dan de auteurs van de vorige eeuw. Zoals bij vele grote artiesten worden ze pas na hun dood echt gewaardeerd.
De christelijke teksten die gevonden zijn in Oxyrhynchus, zijn later overschaduwd door vondsten in Nag Hammadi, waar men een complete tekst vond. In Oxyrhynchus vond men het evangelie van Thomas, waarschijnlijk uit de 2e of 3e eeuw voor Christus. Sommige Christenen geloven dat het evangelie een authentieke traditie is van het leven van Jezus, ouder dan het Nieuwe Testament, hoewel dit niet door de mainstream christenen wordt geaccepteerd. Vele vroege christelijke lofzangen, gebeden en brieven zijn ook in Oxyrhynchus gevonden.
Het middenrijk begint in 2133 v. Chr. en eindigt in 1786 v. Chr. Het betreft de 11e t/m de 13e dynastie.
De belangrijkste gebeurtenissen in deze periode zijn:
Hereniging van het rijk onder de vorsten van Thebe.
Amenemhat 1 herstelt de beambtenstaat.
Centralisatie
Opvolgers vernietigen de macht der lokale potentaten
Handelsverkeer met Kreta, Cyprus en Fenicie
Toen het middenrijk begon moest er veel rechtgezet worden. Er kwam weer een sterke koninklijke macht en een goede centralisatie.
Hierdoor kon de handel weer opbloeien onder de farao Menthoe-hotep 2. Hij zond handelsmissies naar Poent en liet aan de kust van de Nijl zeeschepen bouwen die hij nodig had voor het vervoer van mirre en hars.
Er was handel met: Palestina en Syrië. Waarschijnlijk ook met Gaza, Byblos, Ras Sjamra, Megiddo . Hier zijn veel Egyptische produkten gevonden.
Alle Egyptenaren genoten van de opbloeiende welvaart. Dit is te zien aan de individuele kunstverzamelingen van de Egyptenaren. Niet alleen de farao maar ook de gewone burgers hadden een rijke kunstcollectie.
In het middenrijk is er zeer veel gebouwd. Over heel Egypte verrezen nieuwe bouwwerken of werden de oude hersteld. Tijdens de 12e dynastie bereikte de bouwwoede zijn hoogtepunt.
Er was een verschil in de manier van begraven. In het begin werden de mensen allemaal in het woestijnzand begraven. Daarna werden de farao's gemummificeerd en in graftombes begraven. De arme mensen werden soms na dagen of maanden sparen gemummificeerd en samen in een tombe gezet.
In deze periode werden de rijke particulieren en ambtenaren begraven in uit de rotsen gehouwen graftomben. Ook de farao's namen deze gewoonten over en lieten zich begraven in het dal der koningen .
Tijdens de 13e dynastie gaat het weer slecht met Egypte. Nu is er, behalve binnenlandse onrust, ook een buitenlandse factor die de welvaart vermindert want omringende landen durven nu de strijd aan te gaan met Egypte. Hierdoor kwam een eind aan de grote bloeiperiode van het middenrijk.
In 1882 kwam Egypte, terwijl het nog deel was van het Ottomaanse rijk, onder Brits bewind. Britse archeologen begonnen met de systematische onderzoeking van het land. Omdat Oxyrhynchus geen plaats waar belangrijke vondsten uit de Egyptische oudheid werden gedaan, werd het genegeerd tot 1896, toen twee jonge archeologen van het Queens College, Oxford begonnen met graven. "My first impressions on examining the site were not very favourable," (Mijn eerste indrukken toen ik de plek onderzocht waren niet erg positief) schreef Grenfell. "The rubbish mounds were nothing but rubbish mounds." (De hopen rotzooi waren niets anders dan hopen rotzooi.) Maar al snel realiseerden ze wat ze gevonden hadden. De unieke combinatie van het klimaat en de omstandigheden betekenden dat Oxyrhynchus een ongeëvenaard archief van de klassieke oudheid was. "The flow of papyri soon became a torrent," (De stroom papyrussen werd al snel een last) zei Grenfell. "Merely turning up the soil with one's boot would frequently disclose a layer." (Als je alleen al met je laars de grond omdraaide, dan deed je vaak al een vondst.)
Omdat ze klassiek geschoolde Engelsen waren, waren Grenfell en Hunt voornamelijk geïnteresseerd in de mogelijkheid dat ze in Oxyrhynchus de verloren meesterwerken van de klassieke Griekse literatuur zouden vinden, zoals toneelstukken, geschiedkundige en filosifische werken van het oude Athene. Ze wisten dat de grondwet van Athene die geschreven was door Aristoteles op Egyptisch papyrus was ontdekt in 1890. De hoop hierop motiveerde hen en hun opvolgers de volgende eeuw de hopen afval rond Oxyrhynchus te doorzoeken. Helaas was Oxyrhynchus een relatief provinciale stad was, geen centrum van scholing en de meeste inwoners hadden geen interesse in literatuur of filosofie (iets dat ik ze niet kwalijk kan nemen). Bovendien waren kopieën van de klassieken zeldzaam en duur in de oudheid, waardoor ze dus meestal niet werden weggegooid. Dit betekende dat de literaire vondsten niet veel waren en de meeste ervan waren kopieën van al bekende standaard-werken, zoals die van Homerus.
Van de duizenden papyrussen die zijn opgegraven in Oxyrhynchus, was ongeveer 10% literair. De rest waren voornamelijk publieke en privé-documenten: codes, edicten, registers, officiële correspondentie, censusdocumenten, belastingdocumenten, petities, registraties van rechtszaken, verkopen, leases, testamenten, rekeningen, inventarissen, horoscopen en brieven. Toch vonden Grenfell en Hunt genoeg om ze aan de gang te houden hopend meer te vinden. In hun eerste jaar van graven vonden ze delen van verschillende verloren toneelstukken van Sophocles, zoals de Ichneutae en vele andere boeken en fragmenten, waaronder wat leek op een onbekend christelijk evangelie. Deze ontdekkingen kregen veel aandacht van de media en haalden voorpaginas in Groot-Brittannië.
Grenfell en Hunt besteedden de rest van hun levens aan de opgravingen in Oxyrhynchus, behalve de jaren van de Eerste Wereldoorlog. Iedere winter, als het Egyptische klimaat het toeliet, hadden ze toezicht op honderden Egyptische arbeiders, die de hopen rotzooi uitgroeven, die bestonden uit dicht opeengepakte laagjes papyrus en aarde. De vondsten werden gezeefd, gedeeltelijk schoongemaakt en daarna verstuurd naar Grenfell en Hunts basis in Oxford. In de zomer maakten ze de papyrussen schoon, sorteerden ze ze, vertaalden en vergeleken de vondst van het jaar. Op die manier zetten ze complete teksten in elkaar met dozijnen fragmenten en extracten. In 1898 publiceerden ze het eerste deel van hun vondsten. Ze werkten nauw samen, de een keek na wat de ander schreef en ze brachten het resultaat samen uit. In 1920 stierf Grenfell. Hunt heeft tot aan zijn dood in 1934 met medewerkers de plek onderzocht.
Het oude rijk begint in 2686 v. Chr. en eindigt 2181 v. Chr. Het omvat de 3e tot en met de 6e dynastie.
De voornaamste gebeurtenissen in deze periode zijn:
Zoser bouwt de trappenpiramide van Sakkara.
de organisatie van beambtenstaat
Cheops, Chefren en Mycerinus bouwen de grote piramiden van Gizeh.
bloeitijd van de macht van de koning
grote culturele ontplooiing die zich voortzet onder de 5e dynastie en tenslotte vervalt onder de 6e.
Geschreven bronnen zijn er weinig en als ze er zijn weten we niet of ze wel de volledige waarheid weergeven. De info die we hebben over het oude rijk is dus niet erg betrouwbaar. Het blijft zoeken en inschatten aan de hand van voorwerpen die gevonden werden. We kunnen zien aan het materiaal dat ze gebruikten hoe ver hun wetenschap en kennis ging. Naast allerlei steenmateriaal gebruikten ze ook koper. Goud en ebbenhout werden fijn bewerkt. Er was dus wel een zekere huishoudelijke luxe in het oude rijk.
Met de welvaart gaat het heel goed. Er is veel handel en het volk is tevreden. De bouw van de piramides van Gizeh toont dat er sprake was van een hoge welvaart. De piramides werden door boeren en arbeiders gebouwd. Dit wil zeggen dat de boeren naast het bewerken van de landbouwgrond nog tijd over hadden om drie hele grote piramides te bouwen.
Tijdens de 5e en 6e dynastie werden er veel kunstwerken gemaakt. Dit is ook een bewijs van grote welvaart.
De bevolking zelf was heel bedrijvig en zelfverzekerd. Er waren veel ontspanningsmogelijkheden:
jagen
vissen
kinderspelen
dansen
muziek
picknicken
etc.
Egypte bezat niet al de nodige of voldoende grondstoffen:
Om de nodige grondstoffen te krijgen voerde men oorlog en werd er land veroverd Egypte onderwierp de meeste landen die het veroverde. Als zij een land onderworpen hadden kwam er een soort handel tot stand..... d.w.z..... in ruil voor wat "vrijheid" kregen de Egyptenaren goederen die ze nodig hadden
Tussen het oude rijk en het middenrijk kent men een mindere periode. Deze periode geeft aan dat het minder goed gaat met de welvaart in Egypte. De plaatselijke gouverneurs namen in die periode overal de macht in eigen handen. De rechtsspraak was er een van willekeur en wanorde !
conclusie:
Er was dus veel handel in de eerste periode. ( echt zeker is dat niet omdat de bronnen niet echt betrouwbaar zijn !) Er zijn bronnen uit andere landen die op handel met de Egyptenaren wijzen.
Egyptische groepssculpturen beelden vaak het maken van levensmiddelen en andere dagelijkse activiteiten uit. Ze werden rond de mummiekist neergezet. Zodoende beschikte de overledene ook in het hiernamaals over van alles.
Brood en bier behoorden tot de eerste levensbehoeften en werden gedurende het Middenrijk vrijwel altijd op deze wijze in het graf meegegeven.
Het grote bierbrouwersmodel (afb.1)laat het productieproces van bier zien.
Dergelijke groepsmodellen vallen op door de levendige compositie van het tafereel en het afwisselende gebruik van verschillende kleuren.
Het tweede model toont bakkers aan het werk(afb.2).
Aan het eind van het Middenrijk verdwenen deze groepsbeelden uit de grafinventaris en werden vervangen door afzonderlijke arbeidersbeeldjes (shabti's)
Papyrus is een vroege vorm van papier.Het gebruik van papyrus begon 5000 jaar geleden in Egypte. Het werd gemaakt van de stengels van de papyrusplant, Cyperus papyrus.
De tekst werd bewaard als boekrol. Later werd het gebruikelijk om vellen van de rollen te snijden en samen te voegen - hier komt de moderne boekvorm uit voort.
Een aantal lagen, in lange repen gesneden, papyrusstengels werden als een vlechtwerk op elkaar gelegd, en samengedrukt. Het kleverige plantesap fungeerde als bindmiddel. Als het blad droog was werd het behandeld met een soort lijm, waardoor de inkt niet ging lopen, en het blad glad gepolijst was.
In een droog klimaat is papyrus goed te bewaren. In een klimaat met een hogere luchtvochtigheid zal papyrus gaan schimmelen. Daarom zijn de meeste vondsten van papyrus in Midden-Oosten gedaan. In het natte Europa is bijna alle papyrus vergaan.
Papyrusrollen zijn tijdens opgravingen gevonden in graftombes, huizen en afvalhopen uit de oudheid, en hebben al veel verteld over de geschiedenis van het oude Egypte . Vooral de vondsten te Oxyrhynchus, een archeologische site, vormen een bron van informatie over het dagelijkse leven.
- Farao Ramses II had meer dan honderd kinderen. Amoenhersjopsjef, Chaemweset, Merenptah zijn er enkele van.
- Farao Ramses II overleefde 5 troonopvolgers. Hij werd 90 jaar! Een doorsnee-Egyptenaar werd gemiddeld 30 jaar.
- Farao Ramses II besteedde erg veel aandacht aan zijn vrouwen en kinderen. Hij liet hen op zijn bouwwerken afbeelden en er zijn heel veel lijsten gevonden van zijn vrouwen en kinderen. Geen enkele Farao heeft ooit zoveel aandacht besteedt aan zijn vrouwen en kinderen.
- Farao Ramses II was ijdel. Zelfs toen hij oud was liet hij zijn haar opvallend rood verven.
- Ramses was lang voor een Egyptenaar. Hij was 1.75 meter. Aan het einde van zijn leven had hij artritis en liep hij krom. Ook had hij last van zijn gebit, zoals veel Egyptenaren .
- Als tiener werd Farao Ramses II door zijn vader Farao Seti I meegenomen naar het slagveld. Zo leerde hij hoe je een leger moest aanvoeren. Dit heeft postief gewerkt, aangezien Farao Ramses II een groot krijgsheer was.
- Hij studeerde bouwkunsten. Hij had de leiding over de steengroeven waar obelisken werden uitgehakt voor tempeldecoratie. Farao Ramses II heeft veel gebouwd en de bekendste bouwwerken zijn wel het Ramasseum en de Tempel van Abu Simbel.
- Farao Ramses II was de grootste Farao. Onder zijn heerschappij was er stabiliteit, vrede en welvaart en kwam Egypte helemaal tot bloei.
- Er is 1 Farao die langer heeft geregeerd als Farao Ramses II. Het land was in grote rouw was, toen de Farao na 67 jaar regeren stierf. Bijna niemand had een andere Farao gekend.
De best bewaarde rotstempels zijn de grote en kleine tempel van Ramses II te Aboe Simbel. Aboe Simbel ligt 300 km ten zuiden van Aswan, in een gebied dat we als Nubië aanduiden . Ramses II liet diep in Nubië een tempelcomplex uitbouwen in het gebergte langs de rivieroever.
De tempel loopt tot meer dan 60 meter diep in de rots en de vier kolossen, die Ramses II voorstellen, met dubbele koningskroon op het hoofd, zijn ca. 20 meter hoog en het gezicht is 4,17 meter breed.
De tempel is gewijd aan Harmachis (Horus als zonnegod), de vergoddelijkte Ramses II en de twee grote goden Amon-Re en Ptah.
De kleine tempel, rechts van de grote, is gewijd aan Hathor (godin van de liefde) en aan zijn echtgenote Nefertari .
De Nijl overstroomde Egypte en de rijke oogsten keerden weer. De priesters van Khnum konden zich daarna onbekommerd aan al hun ingewikkelde rituelen wijden in een gloednieuwe tempel.
Deze mythe weerspiegelt duidelijk de onderlinge naijver van de verschillende priesters in de verschillende steden. Zij probeerden allemaal op hun manier hun god als de oppergod voor te stellen om alzo een grotere aanspraak op de belastingopbrengsten van het land te kunnen laten gelden.
Er bestonden daarom vele lokale voorstellingen van de goden.
Niettegenstaande de Egyptenaren onderling verschilden in religieuze opvattingen was dat zelden een reden tot geweld of onderdrukking.
Joser kwam zelf naar Elefantine om dat recht te zetten, en bezocht de tempel met veel offergaven: broden, bier, ganzen, ossen en allerlei andere heerlijke dingen.
Plotseling verscheen Khnum zelf aan de koning en vertelde hem dat Hij, de Schepper en Heer, niet eens een fatsoenlijk heiligdom had.
Joser kon wel eens een mooie tempel voor hem bouwen. Tenslotte was hij degene die de Nijl deed overstromen en zulke rijke oogsten aan Egypte schonk.
Toen de koning het woord 'oogst' hoorde schrok hij wakker uit deze religieuze droom. Hij besloot om dadelijk aan het werk te gaan. Kosten noch moeite werden gespaard en de beste werklui en kunstenaars aan het werk gezet om Khnum een prachtige nieuwe woning te geven.
Voortaan moesten alle karavanen die van uit Soedan naar het noorden kwamen tol betalen aan de nieuwe tempel en alle smeden, mijnbouwers, metselaren en handwerklieden moesten een tiende van hun inkomsten als belasting betalen.
De koning is wanhopig om uit zoeken waarom deze ramp het land overkomt. Hij stelt zich vragen
Is er iets mis met de Nijlgod Hapi? Waar komt de Nijl vandaan? Welke goden hebben er gezag over? Heeft hij ze soms beledigd of verwaarloosd?
Madit kon hem dat wel vertellen. Tenslotte was Elefantine de bron van de Nijl, het water van de rivier kwam daar uit twee spelonken naar boven. Het waren de borsten van de Nijlgod. Maar de god Khnum was daarover de baas . Hij had het slot geopend op de deuren die de stroom ingesloten hielden en toen hij met zijn sandalen op de grond had gestampt was Hapi te voorschijn gekomen.
Madit ging verder om de koning alles over Khnum te vertellen....
dat hij woonde in een houten tempel vlak bij een steengroeve en dat hij het hoofd was van een aantal goden als Anqet, Hapi, Shu, Geb, Noet, Osiris, Isis, Nephthys en Horus.
Vreemd dat zo'n belangrijke god ,waarvan de Egyptenaren afhankelijk waren, zo weinig aandacht kreeg...
In het 18e jaar van koning Djoser,toen Madir de prins van Erpa en Ha was en gouverneur van het tempeldomein van het noorden en het zuiden, alsmede de leider van de Khenti te Elefantine werd er een bericht van de koning aan hem afgeleverd waarin hij hem schreef:
Mijn hart is bezwaard vanwege de ramp die zich voltrekt, want de Nijl is in zeven jaar niet meer buiten haar oevers getreden.
Er is geen graan en er zijn geen groentes; er is geen voedsel.
Eenieder berooft zijn buurman. Mensen willen lopen maar kunnen zich niet bewegen. De jongeling sleept zijn leden voort, de harten van de ouderen zijn verslagen in wanhoop. Hun benen laten hen in de steek, zij zakken neer en grijpen hun lichaam vast in pijn.
De raadgevers staan verstomd en er komt niets dan wind uit de graanschuur als deze geopend wordt. Alles is in staat van verval...
Khnum en de zeven magere jaren is een mythe uit de Egyptische Mythologie, die staat opgetekend op een blok graniet van zo'n drie meter hoog op het eilandje Sehel even ten zuiden van Aswan.
De inscriptie werd bij toeval ontdekt door C.E. Wilbour in 1889. Toen de vertaling in 1891 door uitgegeven werd, veroorzaakte dat opschudding omdat de mythe duidelijke overeenkomsten vertoonde met het verhaal van de vette en magere jaren in de Bijbel.
Jaren dat de overstroming van de oevers aan de Nijl uitbleef waren geen uitzondering. Na de droogte van 1066-1072 (na Chr.) werd er op grote schaal mensenvlees verhandeld en gegeten.
Volgens de mythe, die waarschijnlijk uit de late tijd stamt, was er ook in de tijd van farao Djoser van de IIIe dynastie, tweeduizend jaar voordien, een zevenjarige droogte geweest.
...Champollion een talenknobbel had? Op zijn elfde leerde hij Grieks en Latijn en op zijn vijftiende Chinees! Toen hij 32 was wist hij het geheimzinnige hiërogliefenschrift te ontcijferen.
...je de echte Steen van Rosette in het British Museum in Londen kan zien? Een kopie van de steen is in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden te zien.
...er op de Steen van Rosette 486 Griekse woorden en 1419 hiërogliefen staan? Champollion heeft ze geteld.
...de zonen van belangrijke mensen in het oude Egypte leerden schrijven op stukjes aardewerk? Papyrus was veel te duur om te gebruiken.
...de zonen van belangrijke mensen in het oude Egypte vanaf hun vierde jaar naar school gingen? Behalve lezen en schrijven, leerden ze ook wiskunde, geschiedenis, zwemmen en worstelen.
..natuurlijke mummificatie niet alleen in het warme Egypte voorkomt? Ook in zeer koude gebieden kunnen dode lichamen door uitdroging of bevriezing mummies worden. Zo zijn in Siberië lichamen van mensen die door de vorst in de grond 'per ongeluk' gemummificeerd zijn. Ook in de Alpen is nog niet zo lang geleden een gemummificeerd lichaam van een mens gevonden.
...er wel eens iets mis ging bij het mummificeren? Soms ontbreken er lichaamsdelen of bestaat een mummie uit lichaamsonderdelen die onmogelijk van één persoon kunnen zijn geweest! Dat zou betekenen dat ze vroeger twee dode mensen door elkaar hebben gehaald.
...je bij sommige mummies nog huid, nagels en zelfs haar kunt zien? Sommige mummies zijn soms versierd met een mooi net van kralen.
...de Egyptenaren soms wel 400 shabtis (beeldjes van dienaren) meenamen in hun graf? Voor elke dag één shabti, dat waren 365 beeldjes. Groepen van tien beeldjes kregen een opzichter mee. Dan lagen er al snel 400 shabtis in één graf.
...de Egyptenaren ervoor zorgden dat ze elke dag vers brood en bier hadden in hun graf? Daarvoor namen ze een bakkerij en een brouwerij op speelgoedformaat mee. Soms ook een bootje met bemanning. Daarmee konden ze reizen in het dodenrijk.
Van alle bovennatuurlijke verhalen is onderstaande gebeurtenis waarschijnlijk het beste gedocumenteerd en het moeilijkst om uit te leggen. Vandaar dat het verhaal tamelijk omvangrijk is.
De Egyptische prinses Amen-Ra leefde ongeveer 1500 jaar voor Christus Toen zij overleed, werd zij in een tombe aan de Nijl begraven in een rijkversierde kist. Aan het eind van de vorige eeuw bezochten vier welgestelde jonge Engelsen de opgravingen in Luxor. Daar werd hen de kist met de overblijfselen van prinses Amen Ra aangeboden door een lokale handelaar.
Alle vier de Engelsen wilden de kist wel hebben. Daarom trokken ze lootjes. De man die won betaalde enkele duizenden ponden en nam de mummie mee naar zijn hotel. Een paar uur later werd hij voor het laatst gezien, toen hij in de richting van de woestijn liep.
De volgende dag werd een van de resterende mannen per ongeluk beschoten door een Egyptische bediende. Zijn arm moest daardoor geamputeerd worden. Ook met de andere twee mannen ging het niet goed. De ene ontdekte bij thuiskomst dat de bank waar hij zijn gehele kapitaal had ondergebracht failliet was gegaan. De andere man werd ziek, raakte zijn baan kwijt en sleet zijn dagen met het verkopen van lucifers op straat.
De kist met de overblijfselen van Amen-Ra kwam via diverse omzwervingen alsnog in Engeland aan. Daar werd de kist gekocht door een zakenman. Nadat drie van zijn familieleden gewond raakten bij een ernstig ongeluk en zijn huis door brand verwoest was, doneerde de zakenman de kist aan het British Museum.
Bij het uitladen van de kist met de mummie uit een vrachtwagen, reed deze opeens spontaan achteruit, waardoor een van de drie laders die betrokken waren bij het transport onder de auto terecht kwam. Toen de kist de trap op werd getild, gleed een ander uit en brak zijn been. De derde kwam twee dagen later onverwachts om het leven.
Nadat de kist met de mummie van Amen-Ra in de Egyptische Kamer van het British Museum werd uitgestald, begon de ellende pas goed. Nachtwakers van het museum hoorden regelmatig geklop en gehuil uit de kist komen. Een van de nachtwakers overleed 's nachts tijdens zijn dienst, waardoor alle andere nachtwakers hun baan opzegden. Schoonmakers weigerden nog langer om de Egyptische Kamer schoon te maken.
Nadat het kind van een van de bezoekers aan het museum overleed nadat het gezicht van de mummie had aangeraakt, besloot het museum om de mummie tijdelijk op te slaan in de kelder. Binnen een week was een van de archivarissen in de kelder ziek. Zijn directe chef overleed een week later, terwijl hij aan zijn bureau zat.
Enige tijd hierna besloot het museum de mummie te verkopen aan een particuliere verzamelaar. Na nog meer rampspoed, ongelukken en ellende stalde de eigenaar de mummie op zijn zolder. Een destijds befaamde occultiste, Madame Helena Blavatsky, bezocht de mummie. "Kunt u de vloek die op deze kist rust ongedaan maken?" vroeg de eigenaar. Madame Blavatsky ontkende dat: "Kwaad zal altijd kwaad blijven. Er kan niets aan gedaan worden. Ik raad u aan om zo snel mogelijk van deze tombe af te komen."
De man probeerde de kist te verkopen, maar geen enkel Brits museum wou het nog hebben. Uiteindelijk werd Amen-Ra gekocht door een Amerikaanse archeoloog die niet geloofde in de vloek die over de tombe scheen te rusten. Voor een zacht prijsje kocht hij de mummie, en in april 1912 nam hij zijn nieuwverworven schat mee van Engeland naar Amerika aan boord van een luxueus schip.
In de nacht van 14 april 1912 vond de mummie van Amen-Ra eeuwige rust op de zeebodem van de Atlantische Oceaan, samen met 1200 andere passagiers van de Titanic.