'PATATI PATATA
Een ontroerend verhaal over een liefdevolle relatie tussen dochter en haar dementerende moeder

The Breast Cancer Site
Klik deze site elke dag aan en help borstonderzoek betaalbaar houden

Archief per maand
  • 04-2010
  • 12-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 02-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008


    Feel good in TITI's elektronisch kletscafé waar het leven gezien wordt door een Oiljsterse vrouwenbril...en feel je niet good, dan retour à domicile!

    15-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Shakesperiaanse vraag.


    Wellustelingen....

    episode...

    84...


     

    15 Juni – Heer, mijn God, ik groet U. Ik was goedgezind vanmorgen. Heb mijn stoute schoenen aangetrokken en ben naar de vroegmis geweest. Er zat wel tien man meer dan vorige week. Dat moet U toch plezier doen, nietwaar!  Mij ook. Mijn eerste gedachte was dat Gij, Heer,  die mensen hebt aangespoord om mij te steunen. Gij weet alles, dus Gij wist dat ik zou gaan. Gij moet niet doen alsof, Heer. Pas op, ik weet dat Gij lacht. Af en toe zie ik U ook! Dat wist Ge niet, hé?

     

    Ik ben, tegen mijn oude gewoonte in, op het laatste nippertje gekomen. Serge was nog in de sacristie. Ik heb mij tussen Adrienne en Madeleine gezet, kaarsrecht, mijn handtas op de knieën. Mijn stoel was vrijgehouden. Adrienne en Justine bekeken me alsof ze Lazarus zagen. Madeleine’s mond ging nog meer naar beneden dan anders. Ik hoorde haar snuiven. Ze snuift altijd als ze iets hoort of ziet wat haar niet aanstaat.

     

    Ik verdenk er haar van dat ze een pik op mij heeft. Alleen omdat Serge meer tegen mij sprak dan tegen haar. Vroeger, bedoel ik, toen ik nog niet beter wist. Florence en Madeleine denken dat ze heimelijk verliefd is op Serge. Elke week wast en strijkt ze voor hem, stopt zijn kousen en maakt soep voor hem. Hij ziet haar echter niet staan.

    Ik was benieuwd hoe Serge zou reageren als hij mij zag zitten. Adrienne had mij zondag getelefoneerd. Ze wou weten waarom ze me nog niet had gezien in de kerk. Ik heb haar wijsgemaakt dat ik problemen had met de bloeddruk en zo. Het was niet wijs om ’s morgens met nuchtere maag naar de vroegmis te gaan. Ze droeg nog altijd gips en wees erop dat Serge er niet goed uitzag. Precies of hij serieus in de put zat. Madeleine was er zodanig vanonder de voeten, dat het in haar darmen geslagen was. Serge liep erbij zoals een gedrogeerde beweerde ze.

     

    De deur van de sacristie ging open en mijn onteerder in stijfgestreken witte albe liep sukkelachtig, de handpalmen tegen elkaar en de ogen neerwaarts, naar het altaar.  

    Hij zag er echt slecht uit. Hij scheen te strompelen. Zijn gezicht was vaalgrijs. Wallen onder de ogen. De zware hals verdwenen tussen zijn schouders. Hij keek op. Zag mij. Maar hij was niet verrast, Heer. Hij glimlachte zelfs  minzaam. Zijn zware hals herrees meteen uit zijn schouders. Zijn ogen straalden. Florence, die dag van dienst aan het altaar, was uit haar lood geslagen en vond haar tekst niet. De heilige martelaren Vitus, Modestus en Crescentia kregen die octend een pracht van een nagedachtenismis.

     

    Daarna kwam Serge mij onmiddellijk begroeten. Hij vroeg of het beter ging. Ik knikte. Ik moest wel veinzen, Justine liep naast mij.

    ‘We mogen je vanavond toch verwachten, Gerda?’ vroeg ze.

    Vooraleer ik een woord kon uitbrengen, was hij daar:

    ‘Natuurlijk komt zij vanavond. Je ziet er goed uitgerust uit Gerda! Je hebt geen enkel excuus meer.’

    Hij vergezelde me ongevraagd tot in het portaal. Justine verplaatste hier en daar enkele stoelen. Hij maakte van haar onoplettendheid gebruik om me toe te fluisteren dat hij me verwachtte omstreeks kwart over zes. In verband met ons laatste telefoongespek.

     

    Ik heb niets geantwoord, Heer. In feite wil ik niet gaan. Langs de andere kant, gesterkt door Uw hand, zou ik hem met plezier zijn vet willen geven. Wat denkt gij, Heer? Ik ga nu een uurtje wieden. Straks komt Francis. Als hij weg is, zal ik zien hoe mijn muts staat. Almachtige, denk Gij er ook eens over na, alstublieft?

    Heb dank, O, Heer.

     

    Mijn zoon is pas vertrokken. Ik vermoed dat er opnieuw een haar in de soep ligt daar in Keerbergen. Het valt meer en meer voor de laatste weken. Ik merk het aan zijn manier van stappen en praten. Als ik over iets begin, springt hij direct op wat anders.

    Hij heeft me wel verteld dat ze dit jaar in augustus niet met vakantie gaan. Ze raken er niet aan uit. Mijn zoon wil rust. Misschien enkele dagen ergens in het Zuiden van Frankrijk

     

    In feite zou hij liever thuis blijven. In september heeft hij immers een studiereis van een drietal weken naar China. Met een beperkt groepje dit keer.

    Twee jaar geleden is hij in gezelschap van de prins en enkele ministers  naar Korea geweest. Fier dat ik toen was! Ik heb hem op tw met zijne Hoogheid zien praten. Pat heeft dan drie weken geen woord tegen mijn zoon gezegd. Zo kwaad. Gewoon omdat ze niet mee mocht. Ik kon mijn zoon geen ongelijk geven. Heer, ziet Gij haar daar al lopen tussen dat chic en slim volk?

    Ze gaat dus niet mee naar Frankrijk. Zij wil naar Amerika, wil tussen het rijk volk zijn. Meer dan twaalf uur vliegen om tussen de massa te lopen!, Heer, ze is dan  toch beter af met Blankenberge? Madam wil dat niet.

    Madam vindt Blankenberge te veel friet- en mayonnaisevolk.

    Weet Gij wat hun probleem is, Heer? Te veel geld en geen kinderen. Wie ben ik echter om me daar mee te bemoeien. Ik heb al genoeg aan het hoofd!

    Het is nu halfzes en, eerlijk gezegd, ik sta in beraad. Gaan of niet gaan. Waarom hoor ik van U niets, Heer? Gij weet hoe onzeker ik ben.

     

     

     

    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    14-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gesterkt door hierboven


    Wellustelingen....

    episode...

    83...


    13 juni – Heer, mijn God, ik durf mijn missaal niet meer te openen. Mijn jarenlange geestelijke begeleider ligt op de linnenkast. Ik ben de christelijke naam van Gerarda niet langer waardig. Maria-Magdalena noch minder. Ik ben zelfs geen schuldenaar meer. Ik ben een soort onmens Door mijn geloofsovertuiging en mijn niet aflatende gehoorzaamheid werd ik Uw zwart schaap. Jarenlang heb ik alle vertrouwen gehad in de woorden, die Gij in de mond van Serge hebt gelegd. Nu weet ik, Heer, dat dit niet altijd Uw woorden waren.

     

    Serge heeft mij misleid en mij aangezet tot daden, die in Uw ogen geen genade kennen. Wat ik niet versta, Heer, is dat Gij in Uw grote wijsheid Serge hebt laten begaan. Gij hadt hem moeten een slag van Gods hand geven. Het is juist, Heer, ik weet dat Uw handen dienen om te zalven en te steunen, maar Gij hebt ook twee voeten! 

    Op het moment dat hij met mij zo’n dingen deed, mij gebruikte en ik al die pijn moest verdragen, hadt Gij die voor mijn part gerust mogen gebruiken. De Schepper heeft mij wel veel geloof meegegeven bij mijn geboorte, maar wetende wat ik nu weet had ik liever wat meer verstand gehad.

     

    Mijn moeder heeft me dat nog gezegd. Gewoon wat boerenverstand was al genoeg. Max heeft altijd gesproken over mijn goedgelovigheid en mijn onnozelheid. Tot op zekere hoogte had hij gelijk. Dat zie ik nu zelf in. Ik zou nog liever mijn tong afbijten dan hem dit te bekennen. Moest Max maar een beetje weten van wat er tussen mij en Serge is voorgevallen! Waarom dat is voorgevallen! Gij zoudt wat zien, Heer. Hij zou er vlug korte metten mee maken. Hij weet de weg, hij zit aan de bron. Zijn gazet zou er vol van staan.

     

    Aan de andere kant, ik zit er ook tussen. Als mijn naam wordt beschadigd, beschadigt Max ook zijn aangezicht en dat van mijn zoon. Heer, ik ben ten einde raad. Verlicht mijn pad en toon me de weg om Serge het gras vanonder zijn voeten  te maaien.’t  Liefst zonder dat hij zijn mond over mij opendoet.

    Ik weet niet waar ik zou moeten kruipen van schaamte als deze feiten aan andermans oren komen  Serge moet boeten, Heer. Niet op de dag van het laaste oordeel, dat duurt nog veel te lang. Hij is zo sterk als een os, kan wel honderd worden. Neen, zo’n priester mag niet langer vrij rondlopen.

     

    Het is best mogelijk dat hij Adrienne of Justine vroeger ook benaderd en onteerd heeft. Hij is tot alles in staat. Geldwolf en verkrachter. Justine zou zwijgen uit schaamte, Adrienne niet.

    Nee, Adrienne durft hij niet aan te pakken, hij is daarvoor te laf. Hij weet dat ze alles uitbazuint. Alleen dwaze en onnozele vrouwen zoals ik, daar kan hij mee sollen. Niet met een gendarme als Adrienne. Excuseer mij, Heer, de telefoon gaat. Het zal  vast en zeker mijn zoon zijn.

     

    Heer, ik beef over gans mijn lichaam. Het was mijn zoon niet. Gij gaat al Uw oren niet geloven, Heer, het was mijn  onteerder. Mijn eerste gedachte was de telefoon toe te smijten. Maar ik heb me kloek gehouden en geluisterd. Hij moet niet weten dat ik schrik heb van hem. Ik krijg al hartkloppingen en vapeurs alleen door zijn stem.

     

    Hij zei dat hij niet wist hoe hij moest beginnen. Ik antwoorde ferm dat hij moest beginnen met het begin. Hij moet geschrokken zijn, want ik schrok ook toen ik mijn eigen stem  hoorde. Zo bazig, Heer! Hadt Gij misschien mijn stembanden in de hand? Als dat zo is, aanvaard mijn opperste dank, O, Heer. Ik weet dat Gij  opnieuw achter mij staat.

     

    Om terug te komen op mijn onteerder: hij wil me zien en spreken. Ik heb hem feestelijk bedankt. Met al de Chinezen, maar niet met deze, riep ik hem toe. Toen begon hij te wenen. Hij kon het niet meer aan. Hij zat tot over de oren in de problemen. De enige, op wie hij alle hoop had gesteld, had hem in de dieperik geduwd. Hij wou me nog een keer apart zien om mij vergiffenis te vragen voor al het onrecht dat hij me had aangedaan.

     

    Hij moest ook aan U, Heer, schuld bekennen en wou boete doen. Hij had me nodig als getuige. Mijn aanwezigheid zou hem ontlasten  van zonden op de dag des oordeels. Pas als dat gebeurd was, kon hij met een geruster gemoed de wereld vaarwel zeggen.

     Ik moet U eerlijk bekennen, Heer, de manier waarop hij zo  sprak, het sloeg in mijn benen en daarom vroeg ik hem:

    ‘Je bent toch geen zottigheden van plan?’

    ‘Gerda, engelbewaarder van mij, ik volg de stem van mijn geweten. Als er een mens is, die zich niet schuldig mag voelen door mijn daden, dan ben jij het. Vergeet dat nooit. Jouw ziel en gemoed zullen rust kennen. Bekommer je niet om mij. Je betekent te veel voor mij.”

     

    Geef toe, Heer, dat zoiets prietpraat is. Berouw komt na de zonde. Gij hebt daar toch niks mee te maken, Almachtige? Zoudt Gij Serge echt doen inzien hebben dat hij mijn geloof en onschuld schandalig heeft misbruikt? Hebben mijn gebeden van de laatste dagen en nachten er dan toch iets aan gedaan? 

    Wel, Heer, het is best mogelijk! Ik voel ook goed aan dat Gij mij stukken sterker hebt gemaakt. Ik denk dat ik hem aankan. In alle oprechtheid  gezegd, diep in mijn hart tracht ik ernaar om hem het een en het ander betaald te zetten. Op een godvruchtige manier, hoor, Heer. Het zal mij goed doen.

    Heb dank, O, Heer

     

     

    Wordt vervolgd

     

    Reageer (0)

    13-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boetedoening voor loze beloften
    Wellustelingen....

    episode...

    82...


    10 Juni- Dag van de Heilige Margarita, Koningin en Weduwe.

    Heer, vergeef mij, dat ik vandaag niet naar de vroegmis ben geweest om U te ontvangen. Ik heb gisterenavond nogal wat meegemaakt met Serge! Ik ben er vast van overtuigd dat door de uitdrijving mijn demonen nu in hem zijn gevaren.

    Hij verwijt mij dat ik lieg en ontrouw ben aan God. Als mensen een gelofte aan God doen, moeten ze die nakomen, zegt hij streng. Blijkbaar doe ik dat niet. Ik heb aan U niets beloofd, Heer, alleen aan Serge. Gij kent hem nu ook al een beetje, Heer.

     

    Of het aan U is of aan hem, als het op geld aankomt, is dat één pot nat, zegt hij. En als dat lolleken nog lang blijft duren, kunnen de hemel en alle heiligen voor zijn part vierkant naar de maan lopen. Ik het eerst van al. Heer, dat is nu toch geen taal voor een priester? Om hem te kalmeren zei ik:

    ‘Toe, Serge, het komt allemaal in orde met de tijd!’

    Hij antwoordde dat hij het schijt had aan de tijd. Ik heb dan van mijn hart een steen gemaakt en de grote middelen ingezet. ‘Kom, Serge’ ,zei ik, ‘laat ons een kwartiertje boete doen in de sacristie. Het zal je goed doen. Ik wil Marianne zijn. ’t Is nu toch al een tijdje geleden. Jij mag Max zijn. Kom gauw mee, jongen!’

     

    Hij lachte als vervaarlijk. Zijn lach ging me door merg en been en echode doorheen de lege kerk. Ik hoorde als het ware satan lachen. Zijn onderste prothese viel bijna uit de mond. Hij proestte het uit en het speeksel spoot in mijn gelaat. Ik rook zijn adem. Hij was dronken, Dronken in de kerk! Niet te geloven, Heer! En dan zijn woorden! Heer ge gaat het niet geloven:

    ‘Jij, Marianne? Onnozele tuit. Marianne heeft borsten waar iedere man van kwijlt  die van jou zijn knielappen. Max, die smeerlap, die heeft pas alles. Die heeft de vrouw, van wie ik droom. Een vrouw, die elke man verandert in een wandelende sproeikop. Een vrouw die me gek maakt en die ik niet kan bezitten. Een vrouw waarin in wil verdrinken, waaraan een man dood gaat. En Max heeft ook geld. Veel, veel geld. Jij durft je te vergelijken met haar? Jij ontpluimde karthuizer. Om jou te neuken, moet een man blind zijn of zoals ik de ogen dichtknijpen. Telkens als ik die droge zuurpruim van jou beroerde, stelde ik mij een jackpot voor. Maar die slak van jou is leeg. Daar rolt niets meer uit. Beloven, altijd maar beloven! Ik heb dringend geld nodig. Heel dringend. Ik heb nog precies drie dagen om te betalen en dan…’

     

    Ik wou weggaan, Serge trok mij bruusk tegen zich aan. Zijn grove hand scheurde mijn blouse open en haalde een borst uit mijn soutien. Het deed pijn. Serge ging mij doen boeten voor al die loze beloften.

    Ik trachtte zijn aandacht af te leiden door te zeggen dat de kerdeur niet op slot was en iedereen zo kon binnenkomen. Er kwam geen kat overdag, dus wat zouden ze hier s’ avonds komen zoeken, snauwde hij.

    Zijn andere hand ging onder mijn rok. Hij trok mijn kousen en onderbroek met een ruk naar beneden. Zijn zware hand gleed tusen mijn dijen. Ik wou dit niet meer. Dit was vies. Dit was meer dan zonde. God ziet alles, dus Christus zag nu hoe Serge me bewerkte.

     

    Mijn geest verzette zich, mijn lichaam niet. Hij maakte met de vrije hand zijn gulp open.

    ‘Haal er hem uit, Marianne, nu!’

     Hij spuwde de woorden in mijn gezicht. Ik tastte maar vond niets.

    ‘Meer naar links, Marianne.’

     Ik vond daar ook niets. Hij bleef snauwen:

    ‘Naar links, teef, naar links, je bent rechts bezig, Links zeg ik!’

    ‘ Ja, maar wat is het nu eigenlijk. Links voor jou of links voor mii?. Als jij links zegt is dat van mijn plaats toch rechts, onnozelaar. Haal er hem zelf uit, als je hem nog vindt!’

    Hij bleef aan zijn voorbroek friemelen .

    ‘Pak vast, Marianne!’

    ‘Waar?’ vroeg ik

    ‘Hier!’

    ‘Waar hier?’

    ‘Speel je ermee of wat?’

     Zijn stem galmde door de kerk.

    ‘Ik kan er niet mee spelen. Ik zie geen steek. ’t Is hier te donker!’

    Hij nam mijn rechterhand en duwde die tegen zijn gulp. Nu voelde ik inderdaad warm vlees. Een heel klein beetje vlees. Formaat van een vlezige dikke duim.

    ‘Ga je er nu eindelijk aan beginnen, Marianne, alsjeblief?’ prevelde hij .

    ‘Amaai,, mijn verlosser heeft op korte tijd serieus van zijn pluimen verloren!’

    Serge hoorde me niet. Hij lalde, dronken als hij was.

    ‘Ik begeer je , Marianne, al maanden en maanden. Je maakt mij kapot. Ik wil je god zijn, maar jij ziet me als een sater. Antwoord mij, Marianne, ben ik je god of je sater?

    ‘Geen van beiden, voor een sater zijt ge veel te klein en voor God veel te zat!’

    ‘Marianne, omnipotens sempiterne Deus, ik ben dronken, dronken van jou. Maak mijn jongen sterk met je ma…magische vingers. Ascendant ad te, Domine, moge tot U opstijgen, O Heer, mijn krachtige…’

     

    Jij gaat niet opstijgen, schoft, Je blijft aan de grond en als het van mij afhangt voor altijd. Ik heb je door en je pastoortrucs eveneens. Ik nam zijn vlezige duim en de twee bijhorende dikke radijzen goed beet.

    ‘Ja, Marianne. Verder doen. Zo is het goed’, zeverde hij, de ogen halfdicht.

    Ik kneep erin zoals je een druipnatte spons uitknijpt, zette mijn nagels goed in zijn vellen, met volle kracht  en dan een kwartdraai rechts. Serge greep pijnlijk kermend zijn kruis, zeeg op de knieën en lag uitgeteld, zielig-versuft,  ge-etaleerd  voor de altaartrappen.

    ‘Dit is nog beter, nietwaar,Serge?’

    Ik knoopte traagjes mijn jas dicht, nam mijn handtas van de stoel, knielde. Verliet op mijn gemak de kerk en ging naar huis.

     

     

     

    Wordt vervolgd

    Reageer (3)

    12-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Koken kost geld!
    Wellustelingen....

    episode...

    80...


    25 Mei – dag van de Heilige Gregorius VII, Paus en Belijder.

    Het is vandaag een bijzonder heugelijk dag, Heer, voor de ganse parochie maar vooral voor U. De plannen voor de vernieuwing van de  parochiezaal  zijn eindelijk na twee jaar af. Serge gaat ze in de loop van deze week halen bij de aannemer. Aan de gevel hebben wij alleen de ramen laten vervangen.

    Serge vindt dat we niet moeten beginnen met te breken, want dan hebben wij een plan van de architect nodig en een vergunning van de gemeente. Gij weet ook, Heer, als men op de gemeente moet wachten, is onze zaal binnen vier jaar nog niet gereed. Komt daarbij, dat de burgemeester een liberaal is. Serge vreest dat de blauwen zoiets zullen rekken tot in het oneindige.

     

     Maar de zaal zal mooi worden binnenin. Wij gaan daar veel kunnen organiseren en wij willen tevens een bureel inrichten voor parochiaal dienstbetoon. Serge heeft prachtige ideeën. Maar koken kost geld, dus is alle hulp welkom. Vorige week heb ik een deel van het voorschot van de aannemer helpen mee betalen. Ik had nog een kleine 3000 euro op mijn rekening staan en de dertigste van elke maand krijg ik mijn leefgeld van Max. Daarvan kan ik ook nog 800 euro bijleggen.

    Ik heb niet zoveel nodig om te leven. Max blijft de poetsvrouw en de algemen kosten toch betalen. Ik ben erg fier en voldaan, Heer, dat ik hieraan mag meewerken.

    Heb dank, O, Heer.

     

    30 mei – Dag van de Heilige Felix I, Paus en Martelaar.

    Heden ten dage zijn de mensen toch dikke zelfzuchtigen nietwaar, Heer? Serge is er het hart vanin. Adrienne, Justine en ik ook. De collecte op de gemeente om de kapotte glazen in de grote ramen te vervangen heeft bijna niks opgebracht. De gemeente wil maar voor 1500 euro tussenbeide komen in onze parochiezaal. Serge, de sukkelaar, wou de plannen opgeven. Maar wij hebben ons verzet.

    Wij gaan ermee door!


    Ik heb eergisteren woorden gehad met mijn zoon omdat ik een deel van mijn geld terugwil en dat zou willen gebruiken, Heer. Hij wou weten waarom ik dat nodig had. Ik heb hem gezegd dat het zijn zaken niet zijn. Vijfduizend euro maar en dan nog voor goede werken. Precies of ik hem daarmee het vel afstroop! Een uur geleden had ik zijn madam aan de telefoon. Die begon ook te razen. Maar ik laat me niet meer doen en zeker niet door haar. Dat is verleden tijd.

     

    Weet Ge wat die snotneus mij voor de voeten wierp, Heer? Of ik er ook ene moest onderhouden zoals Max! Ze vindt het schandalig  dat wij zogezegd met hun vermogen willen gaan lopen. Het geld van mijn ouders, van onze winkel waarin ik jarenlang heb moeten werken, haar vermogen? Het spreekwoord zegt: kleine kinderen kleine kruisen, grote kinderen, grote! Het spreekwoord zegt wel niets over schoondochters, maar die van mij, wel, dat is begot een hakenkruis.

     

    God, Gij, die elke mens verlicht, wilt Gij het hart van die twee in Keerbergen dubbel verlichten?

    Heb dank, O, Heer.

     

    2 juni - Dag van  de Heiligen Marcellinus, Petrus en Erasmus, Martelaren.

    Heer, ik heb deze nacht Uw Engelen en Aartsengelen  aangeroepen en hun gevraagd om samen met mij en met  de hemelse legerscharen het loflied van Uw heerlijkheid te zingen zodat Gij ons kunt helpen,. Want zelfs in mijn gebeden vind ik geen vertroosting meer.

    Mijn zoon wil de vijfduizend euro in schijven uitbetalen. Eelke maand duizend euro, zegt hij, en zijn plaaster wil mijn intresten laten kapitaliseren. Serge rukte zich gisteren bijna de haren uit het hoofd. Ik begreep hem heel goed. Ik had hem dat geld beloofd.

     

    Hij had het nodig als voorschot op de nieuwe toiletten en lavabo’s en een stuk voor de nieuwe vloeren en faïencetegels. Die commercanten zijn echte profiteurs, hoor! Ze weten dat de kerk het moeilijk heeft. Denkt Gij dat ze compassie hebben met Uw Huis? Ze hebben Serge zelfs al wandelen gestuurd, wel beleefd maar toch. Met kerkfabrieken moeten ze veel te lang op hun geld wachten zeggen ze. Maar de kerkfabriek heeft niets te maken met onze zaal. In feite is dat privé.

     

    Ik heb, in afwachting van de stortingen door mijn zoon en mijn huishoudgeld, de kleinste zilveren monstrans en een gebedenboek uit de XVIIe eeuw aan Serge gegeven. Hij kent op de Zavel mensen die onder antiek doen. Doch hij weet niet of het voldoende zal opbrengen.

     

    Hemelse Geesten, verenig U met mij in gebed om de God van alle Barmhartigheid te vereren, opdat hij de mensen op de Zavel goed laat doen, zodat Serge zijn voorschotten kan betalen.

    Vooraleer ik het vergeet, Serge heeft mij verteld over de goddelijke ingeving, die hij heeft ontvangen tijdens zijn brevieren. Hoe kan ik U danken, O mijn Heer, voor deze grote eer door Uw weldaad. Ik heb Serge beloofd dat ik een heel bijzondere koperen plaat zal laten maken. Maar Serge heeft dit geweigerd. Hij wil daar zelf voor zorgen bij een Antwerpse graveur, die hij goed kent. Het zal een grote plaat worden, heeft hij gezegd: Feestzaal Gerda Vanbesien, weldoenster van parochiale werken.

    Heb dank, O, Heer om mij aldus te vereeuwigen voor mijn bescheiden bijdrage.


    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    11-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De heilige maagd zal op Gerda trekken.
    Wellustelingen....

    episode...

    81...


     4 juni - Dag van de Heilige Franciscus Caracciolo, Belijder.

    Heer, aanhoor toch mijn smeekbeden en tracht Serge te helpen. Op de Zavel hebben ze zijn aanbod geweigerd omdat hij niet kon zeggen waar die antiek precies vandaan komt. Niemand weet dat! Dat zijn bijna allemaal giften die mijn tantenonnekens ontvangen hebben voor hun goede werken bij alleenstaande ouderen van dagen. Dat is jaren geleden. Er stond daar toen geen naam op.

    Op de Zavel zien ze ook dat hij een priester in nood is, want anders doet een mens zo’n mooie stukken niet van de hand. Ze wilden wel iets arrangeren maar dan tegen minder dan de helft van de geschatte waarde. Dat gaat toch niet op, Heer.

     

    Ik heb Serge daarom voorgesteld om samen te gaan. Als het moet ga ik alleen binnen, terwijl hij buiten wacht. Het is waar wat Serge zegt. Het kleinste kind ziet dat ik een dame van stand ben. Zo iemand doet alleen kostbare voorwerpen van de hand in uiterste gevallen van nood. Die handelaars hebben dat meteen ook door. Serge wil me dit echter niet aandoen. Een Gerda Vanbesien gaat niet op bedeltocht voor een parochiezaal, zegt hij. Nee, nee, hij gaat, op hoop van zege, trachten ergens in de streek van Brasschaat kopers te vinden. Inmiddels zal ik  bidden en voor hem duimen.

     

    En, Heer, ik heb opnieuw woorden gehad met mijn zoon. Het geld van Max betaalt hij uit in schijven en dat van mij blijft maar aanmodderen. Serge zegt dat dit een schande is. Hij viel bijna achterover toen hij hoorde van de miljoenen van Max. Hij is ervan overtuigd dat hij dit allemaal aan die vrouw zal geven. Maar wat kan ik daartegen doen?  Serge werd kwaad. Hij vindt dat ik voorrang heb op die Marianne.

     

    Hij heeft gelijk want ik ben de wettelijke vrouw en zij maar een minnares. Maar ik durf aan Max geen geld te vragen. Dat was niet de afspraak. Elk het zijne. Serge had nochtans een geweldig idee. Hij zou met dat geld zijn glasramen laten maken. Hij kende in Aalst een hoogst artistieke kunstglazenier. Die heeft de glasramen in de kerk van Beveren-Waas ontworpen. Als het past gaan wij daar een kijkje nemen. Het is wel naar de moderne kant maar ’t schijn iets enigs te zijn. Die meneer heeft ook in kathedralen de antieke glazen hersteld en bijgewerkt.

     

    Serge was van plan hem te vragen mijn gezicht te laten afbeelden in de vijf Mariafiguren. Niet volledig mijn gelaat, maar de grote trekken. Ik weende toen ik dat voorstel hoorde. Als mijn zoon nog veel van zijn theater maakt, eis ik al mijn geld op, zoals Max. Dan kan Serge het voor mij beheren en wij zullen er beiden goed gebruik van maken. Niet zoals die duivelin van een Pat het wenst, maar zoals Gij, Almachtige, het wil.

     

    Heer, mijn God, aanhoor mijn smeken en breng mijn zoon op andere gedachten, zodat mijn nageslacht, als dat er ooit komt, mij kan aanschouwen in het huis waar ik altijd het liefste was: in Uw Kerk.

    Heb dank, O, Heer.


    Wordt vervolgd

    Reageer (0)

    10-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De blijde boodschap.
    Wellustelingen....

    episode...

    79...


     

    De laatste bladzijden uit dit boekje, dat Gerda, om welke reden ook zorgvuldig had bijgehouden, waren de belangrijkste:

     

    20 mei- Dag van de Heilige Bernardinus van Siënna, Belijder.

    God, minnaar en bewaarder van vrede en liefde, geef aan mijn vijanden deze vrede en liefde. Schenk ook aan hen vergiffenis voor al hun zonden en ontruk mij door Uw macht aan al hun hinderlagen! Dit gebed en nog vele andere zeg ik thans elke morgen en avond ter verdrijving van slechte gedachten.

    Ze zijn er wel niet meer zoals vroeger, maar voorkomen is altijd beter dan genezen. Door Serge heb ik mijn evenwicht terug. De demonen vanbinnen zijn verjaagd.

    Ik zei tegen Serge dat ik mijn boetekleed had afgelegd, dat mijn straf nu wel voorbij was. Maar hij zag het anders: iedere medicijn geeft vlug de indruk dat de kwaal genezen is, doch volledige genezing komt er pas wanneer de medicamenten helemaal het lichaam hebben doordrongen. Zo had ik er nog niet over gedacht.

     

    Daarom spoorde Serge me aan het reinigingsritueel nog een tijdje voort te zetten. Ik ging akkoord. Hij gebruikte mij altijd langs achteren. Het duurde nooit lang. Ik had zelfs geen pijn meer toen ik zijn verlosser ontving.

     Serge bracht altijd zijn gewijde olie mee. Eergisteren was hij dat vergeten en toen heeft hij vaseline rond zijn verlosser gedaan. Dat ging ook.

     

    Zo een weldaad voor mijn lichaam en geest kan geen onkuisheid zijn. Daarbij Serge zie  me nooit van voren. Hij voerde zijn opdracht uit. Als hij begon te hijgen en riep ‘Ja! Ja! Ja! Daar zie!’ Dan was het gedaan. Ik vond dat wel spijtig. Hij stond dan direct weer recht en ik bleef nog een tijdje op mijn knieën zitten, al biddend.

    Na de vroegmis vanmorgen  vroeg Serge mij om hem even te willen helpen in de sacristie. Gewoonlijk is dat het werk van Adrienne, doch door haar verstuikte pols zullen Justine, Florence en ik een tijdje haar taak overnemen. Serge sloot de twee deuren van binnen af. Hij nam mijn beide handen en sprak heel zachtjes:

    ‘De tijd is rijp, Gerda, voor iets uitzonderlijks. Voor een praktijk die reeds in de Middeleeuwen door geestelijken werd toegepast, doch alleen met uitzonderlijke boetelingen. Ik geloof, Gerda, dat jij zo iemand bent. Jij hebt de innerlijke kracht om die taak te volbrengen. Jij en ik, wij gaan samen offers brengen om de zonden van uw kwelgeesten te milderen in de ogen van God.’

     

    Ik was hier echt niet goed van. Ik boete doen voor Max en zijn Trien?Hier in de kerk nog wel? Serge schudde het hoofd afkeurend en sprak me stil doch vermanend toe:

    ‘Gerda toch, die vrouw ontving bij het Heilig Doopsel een naam. Die naam is niet Trien. Als je haar voornaam over de lippen krijgt, ben je al halverwege. En ja, we gaan het hier en nu doen. Deze plaats is bedoeld voor niet openbare kerkelijke aangelegenheden. Wij beminnen onze evennaaste toch? Dus gaan wij Max en Marianne helpen.We moeten hen reinigen Hun lichamen gaan overvloeien in de onze. Wegebben op de golven van hun driften zullen we. Verzuipen in de draaikolken van hun passie. Hun meest ultieme, intieme genot ervaren, Gerda. Hun geest is reeds lang bij ons. Nu nog hun lichaam. Ontkleed je! Volledig!’

     

    Ik gehoorzaamde zwijgzaam, Serge ontkleedde zich ook. Ik stond met mijn rug naar hem toe. Hij zou me zeker toch niet verplichten hem aan te kijken! De laatste naakte man, die ik gezien heb, was in feite mijn zoontje. Hij was rap een grote jongen geworden en op z’n twaalfde mocht ik hem niet langer wassen.

    Dit ging Serge me toch niet aandoen?  Ik raakte danig over mijn toeren, kreeg hartkloppingen en transpireerde hevig. Ik voelde mijn haar kletsnat worden. Het zweet liep in straaltjes van mijn rug.

    “Wat krijg je nu, Gerda?’ vroeg hij.

    “Vapeurs, Serge. Die komen ineens op. Vooral als ik me over iets opwind. Dat zijn de jaren! Er bestaan daar pillen en inplantingen met hormonen voor. Maar dat is tegen de schepping van de Heer.’

    ‘Mooi, Mooi, Marianne raakt ook opgewonden als Max naakt tegen haar ligt. Je transpiratie ruikt lekker, Marianne. Weet je dat?’

    Ik dacht dat Serge volledig een slag van de molen had. Hij verwisselde mijn naam ook al!  Ik dacht eraan me terug aan te kleden en weg te gaan. Doch ik stond als aan de grond genageld. Ik kon echt niet bewegen en daarom zei ik hem dat het van die zwarte Spaanse zeep was. Dat Justine haar schoonzoon daarvan dozen meebrengt mee als hij op Spanje vliegt. Ik dacht dat ik hem hoorde vloeken, zo tussen de tanden. Maar het zal wel mijn gedacht geweest zijn. Priesters vloeken niet, zeker Serge niet. Hebt Gij hem al horen vloeken, Heer? Nee toch!


    ‘Wat is mijn naam, Marianne, spreek op. Hoe heet ik?’

    Zijn stem klonk vreemd, nijdig. Zijn ademhaling werd kort. De warme adem raakte mijn oor.

    ‘Serge, vaneigest’, zei ik.

    Plots zag ik zijn grote zware handen in mijn borsten knijpen. Door mijn vapeurs plakte hij tegen mij aan. Ik dacht als ik nog meer zweet, geraken we niet meer van mekaar. Hij liet een borst los en wreef met zijn hand rond mijn nagelbuik. Toen begon hij in mijn schouder te bijten en mijn oor te likken. Zijn hand ging verder naar beneden.

    ‘Ik ben Max, Marianne, je minnaar! Roep op mij, nu! Nu! Nu!’

    Ik zei hem dat hij me veel mocht vragen, maar dat toch niet.En omdat hij me pijn deed aan mijn linkerborst, heb ik dan rap twee keer op Max geroepen en Serge was content. Zijn hand was nu volledig aan mijn vrouwelijkheid en hij graaide met zijn vingers in mijn haarstreek aldaar, alhoewel daar niet zoveel meer te graaien viel.

     

    Ik vroeg  Serge wat dat heet geklop tegen mijn onderrug was. Naar ’t schijnt was dat zijn liefdesnaald die naar mij, Marianne, verlangde en dra zou ontploffen. Heer, Serge gebruikte daar ook andere, geleerde woorden voor. Maar door de alteratie ken ik die niet meer. In het Latijn heeft hij ook een en ander gezegd. Maar dat zullen de gebeden tot U, de Almachtige, geweest zijn.

    Ik moest met mijn achterste tegen zijn buik aanleunen. Maar ik kon mij niet bewegen omdat hij me zo vast omknelde. Zo een kollossale grote man en ik weeg ocharme 64 kilo. En weet Gij wat, Heer? Mijn benen begonnen te beven. Serge tilde mij bijna op. Met zijn vingers nog steeds aan mijn vrouwelijkheid wrijvend.

    ‘
    Marianne, we gaan het ons gemakkelijk maken’, beval hij.

    Hij trok de zware armstoel vlakbij, ging zitten en nam mij op zijn schoot. Met mijn achterste op zijn zware buik. Ik moest mijn benen spreiden. Ik hield mij goed vast aan de armleuningen. Ik kreeg pijn. Mijn dikke teen stond zeker een centimer van de andere af. Ik kreunde.

    ‘Wat is’t nu weer?’ blafte Serge. Zijn manier van spreken stond mij bijlange niet aan.

    ‘Een kramp!  Gaat niet over!’

    ‘Waar?’

    Ik tilde mijn voet op en Serge zag mijn stijve teen. Ik moest van hem mijn tenen naar omhoogtrekken en ja de kramp ging eruit. Maar mijn kuit deed nog vreselijk pijn. Serge had daar ook een goeie remedie tegen, beweerde hij. Hij begon feller te wrijven. Ik kon niet geloven dat mijn kuit zou beteren langs mijn vrouwelijkheid. Serge zei dat het allemaal met elkaar in verbinding stond. Hij had opnieuw gelijk.

     

    Mijn hart bonsde tegen 200 per uur. Het was precies of er een elektrisch apparaat  binnenin  aan het masseren was. Het  voelde goed aan in mijn kuiten. Feitelijk voelde het meer dan goed. Het was heerlijk. Overal.  

    Je hebt een priester nodig om die goddelijke zaligheid eruit te halen. Een gewone man vindt dat niet. Ik keek. Bukte mijn hoofd wat lager en zag de dikke rode kop van zijn naald maar ik zag tevens dat de lederen zitting van de stoel donkerder kleurde. Ik dacht dat ik aan het plassen was.

     Maar Serge vertelde dat juist die sappen alle verlossing brachten. Hij stamelde iets over nu of nooit. Serge tilde me omhoog, draaide me om en wou dat ik mijn benen tussen de armleuningen stak.  Dat duurde wat lang en hij werd precies boos.

     Toen ben ik of in slaap of flauw gevallen. Rond halftien heeft Serge me met de wagen naar huis gebracht. Flanellen benen had ik.

    Ik heb zijn raad opgevolgd en heb tot laat in de namiddag geslapen. Voor het eerst in jaren en zonder slaappil. Ik zou nu de hele avond nog kunnen voortschrijven, Heer, zo goed voel ik mij.

     

    Een uur geleden kwam Max thuis en ik was aan het zingen in de eetkamer. Hij scheen meer dan verbaasd, slenterde hoofdschuddend naar boven en ik ging door met zingen, de liederen van de Blijde Boodschap.

    Heb dank, O, Heer, duizendvoudig dank




    Wordt vervolgd



    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. De hemelse prikkel.
    Wellustelingen....

    episode...

    78...


     

    Haar geschrift op de volgende bladzijden werd jachtig, bijna onleesbaar:

     

     4 Mei - Dag van de Heilige Monica, Weduwe.

    Serge kwam vandaag kort na de middag. Hij heeft een kop koffie gedronken. Ik vond hem heel zwijgzaam en zenuwachtig. Hij sprong opeens recht en zei: kom Gerda, we gaan eraan beginnen.

     

    Wij gingen naar mijn kamer voor de boetedoening. Serge bond de palmtakken en de paterskoorden rond drie stolpen van wassen Heilige Maagden. Hij schoof de overgordijnen dicht en ik deed de deur op slot. ‘Luister nu goed, Gerda,’ zei hij  zachtjes ‘ik heb je gezegd, de straf moet zwaarder want satan wijkt niet. Kleed je uit, kind, en kniel zoals gewoonlijk, maar je achterste een weinig hoger, als dat gaat. Sluit de ogen, Gerda. Beheers je. Gil niet en bid samen met mij: Heer ontferm U over ons. Christus ontferm U over ons.

     Ik begon kalm: Christus hoor ons. Christus verhoor ons. God, Hemelse Vader, ontferm U over ons. God de Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U over ons, God, Heilige Geest, verhoor ons….

    Ik voelde eerst niets. Er was alleen mijn luide lofzang voor de Heer. Achter mij stond Serge, die op zijn manier de demonen in mij bevocht met rituele gebaren en stille bezweringen. Plots beroerden zijn klamme handen mijn lichaam. Onderaan. Er was een korte, hevige pijn, niet aan mijn vrouwelijkheid,  maar ’t ander. Ik weet de christelijke naam voor mijn achterste niet, maar Gij verstaat wel waar.

     

    Heer, ik dacht dat ik ging openscheuren. Al biddend heb ik alle heiligen aangeroepen: alle heilige engelen en aartsengelen, alle heilige koren der zalige geesten; alle heilige aartsvaders en profeten, bid voor kinderen, maagden en weduwen. Bid voor mij. Wees genadig! Spaar mij, Heer, en verlos mij van alle zonden. Van de geest van onkuisheid …van alle gesels…Vertrooster, zoon van God, kom mij ter hulp.

     

    Ik wou het uitschreeuwen van de pijn, maar liet de schreeuw van afschuw op mijn stukgebeten onderlip sterven Ik kromp ineen, maar bad koorstachtig verder. Dit was de ware pijn die alle andere verdrong. Precies de pijn van een barende vrouw, misschien niet zo erg, maar voor zover ik me nog kan herinneren ging dit er toch naar toe.

    Ik riep om hulp uit de hemel, om verlossing want mijn achterste stond precies in brand. Warm vocht liep van mijn billen, tot in de vouw van mijn knieën.

    De gesel werd uit mijn lichaam gehaald. Ik kreunde en bad koortsig verder Ik wist zelfs niet meer of Serge nog in de kamer was. 

     

    Stilaan ging die vreselijke pijn over in iets anders, waarvoor ik de juiste woorden niet kan vinden. Mijn onderlichaam tintelde. Hetgeen je gewaar wordt na een koude douche als het buiten snikheet is, maar dan van binnen. Precies of er iemand met een fijn pluimpje overal over en weer wreef.

     

    Na een tijdje ging het over en ik vond het spijtig. Dit moest de goddelijke prikkel zijn, die ik nooit eerder doorheen mijn lichaam had gevoeld. Serge was er nog. Hij waste zijn bezweet gezicht.

     

    Nadien dronken wij de rest van de koud geworden koffie. We hadden nog geen woord gezegd. Ik stond op het punt hem te vertellen van die goddelijke prikkel. Op dat moment schraapte hij de keel. ‘Gerda’ ,zei hij, ‘wij zijn nu in een vlakte waar slechts geesten huizen.’

    Zijn ogen lachten mij precies uit. Ik had schrik dat Serge met mij het zesde gebod had overtreden. Ik had dit als kastijding aanvaard. Als het zo was, dan was zonde met zonde uitgewist. Ik begon te beven als een riet. Ik vroeg snikkend aan Serge of dat nu wel echt nodig was om mij zo te gebruiken en wat de Heer daar wel zou van denken.

    ‘Gerda’, zei hij eerder koel, ‘beheers je, de Heer heeft al jaren bezit genomen van je geest en je ziel. Nu neemt hij bezit van je lichaam. Ik ben zijn instrument. Blijf vertrouwen in mij hebben. Ik weet wat moet. Je zal voortaan meer rust ervaren. Je gaat ontvankelijker worden. Je kwelgeesten zullen minder en minder vat op jou krijgen.’

     

    Ik was door zijn woorden al een stuk gerustgestelder en hij had nog gelijk ook: ik voelde me beter.

    Heer, ontvang mijn lichaam als mijn offer en blijf de weerbarstige demonen in mij doorboren met Uw genade.

    Heb dank, O, Heer

     

    14 mei - Dag van de Heiligen Matthias, apostel, en Bonifasius, Ijsheilige

    Heer, mijn God, heb dank, heb duizendvoudig dank. Ik verjong met de dag. Uw rust is in mijn geest. Ik denk dat de demonen het niet meer zien zitten. .Max is het gras aan het afrijden. Twee weken geleden zou ik nog gewenst hebben dat de grasmaaier met hem een vaart reed zoals in de filmpjes van Tom en Jerry. Geen haar op mijn hoofd dat daar nu aan denkt. Serge heeft mij gisteren nog eens op het hart gedrukt, dat mijn boetedoening op deze manier goed werkt.

     

    ‘Gerda, zei hij ‘je diepste en vroomste wens is verhoord. Door de kruisvaarder van God werd je nu echt de bruid van God.’

     O, God, door wie ik leef, verleen ons op mijn smeken toch een uur of drie schoon, helder weer overmorgen. De laatste ijheilige is bijna van de baan en ik moet mijn canna’s planten. Maak ook dat de stormen wijken, want die van vorige week heeft in mijn voorjaarsadonissen en paasbloemen lelijk huis gehouden, ook in mijn mariahartjes. Doch die hebben nog tijd om op hun effen te komen. Ik smeek U ook, Heer, dat Gij de overvloedige regenvlagen van de laatste dagen tegenhoudt. Want de bloemen uit mijn tuin en die van Adrienne zijn de offeranden, die wij voor onze zonden en deze van onze evennaasten aan Uw Heilige Naam ter heiliging opdragen.

    Heb dank, O, Heer.


    Wordt vervolgd

    Reageer (0)

    09-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De week voorbij...bijna!

    Het was me een weekje!




    Madame TomTom

    Wanneer je als bijna 64 jarige meent dat je vrijwel alles al hebt meegemaakt dat is er gelukkig nog die ene landgenoot die van je waangedachte brandhout maakt, gewoon door de raadgevingen van zijn GPS te volgen. De man toerde rond in een Siciliaans dorpje, had slechts oor voor de sensuele stem van Madame Tomtom, wou de korste weg nemen en donderde met zijn Mitsubishi de trappen van een steegje af. Brave Sicilianen hebben met man en macht het karretje van de landgenoot weer de trappen opgeduwd. Stel dat een dolende Siciliaan in “ons” Vlaanderen in een dergelijke situatie terecht komt, dan vraag ik me af zouden wij met man en macht…maar ja, er zijn nog een flink pak “brave” Vlamingen.

     

    Kinderen hinderen!

    Vorige week heibel in Mechelen. Men wil zelfs naar de rechtbank stappen. Ukjes van amper drie maanden tot drie jaar, een achttal in totaal, maken het leven van appartementsbewoners tot een hel.: té veel kabaal, té veel luierzakken aan de ingang, té veel ouders die met de wagen steeds komen en gaan. Elk kind heeft toch maar één ouderpaar? Zo’n ukje wordt toch niet in schijven opgehaald? Vorig jaar problemen op een speelterrein waardoor bejaarden hun siësta in gedrang kwam. Als jullie denken, kom dat zijn toch uitzonderlijke toestanden, vergeet het. Eergisteren werd er door bewoners in mijn buurt keet geschopt omdat er té veel kinderen speelden …op een speelplein. Vijfentwintig kinderen tussen 2,5 en 16 jaar dat is voor een viertal praatgrage vrouwen nu net de helft teveel.

     

    Een mens kan verdorie geen treffelijk woordje placeren door die joelende koters, om van het kabaal van die halfbruine snotapen met hun afgezakte broeken niet te spreken. Een schandaal voorwaar! Het speelplein te klein misschien? Bah, dat denk ik niet, er is een kaatsbaan voorzien, dus volgens de richtlijnen moet die baan zo om en bij de 70 meter lang zijn. Achter die baan, over de volle breedte van het speelplein, ligt een basketball terrein, een skatepiste is er ook, een vijftal wippertjes voor kleintjes en tussendoor enkele bloembakken plus vier of vijf zitbanken. Daar zitten die dametjes samen, wanneer het weer het toelaat, in de namiddag een tweetal uurtjes te praten over koetjes en kalfjes en over kinderen die steeds weer hinderen. De chagrijnige taarten!

     

    De opening van de Chinese Spelen

    Met een half oog gezien, want vrijdag is poetsdag. Toegegeven, het spektakel mocht er zijn. Indrukwekkend bij pozen, slaapverwekkend voor kleinzoon. Met een budget van bijna 100 miljoen euro en 2.300.000  Chinezen die noodgedwongen moesten verhuizen, voor de bouw van een vogelnest met aanhangen, mag je al iets verwachten. Ijzeren discipline, gemillimeterde perfectie en alles voor 98% synchroon. Een vleugje Cirque du Soleil, veel Confusius en herinneringen aan een groots verleden, trommelaars in historische kledij high-tec belicht. En die met zorg geselecteerde Chinese vrouwen, whaw! Laat ons hopen dat er binnen enkele maanden geen opstoot van HIV wordt geconstateerd. Op de robotmatige militaire parade na, niks Mao-achtig, zelfs geen draken, of toch wel… eentje slechts… uit het land van Uncle Sam. Om in 2012 dit schouwspel iets of wat te evenaren, zal de Queen er moeten bijgesleept worden met haar kroonjuwelen, ofwel Madame Tussaud’s leeghalen. Of als geste van formaat een deel van de schatten uit the British Museum ter beschikking stellen van Griekenland, de rechtmatige eigenaar.

    Alle gekheid op een stokje, een bepaald feit heeft me vanuit dit verre land, bijzonder verheugd: de afwezigheid van die zwarte-klauwende vaandelidioten. Ben ik dat zooitje ongeregeld beu, ja!


    Reageer (5)

    08-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitdrijving met paterskoorden.
    Wellustelingen....

    episode...

    77...


    Enkele bladzijden verder

     

    29 april -Vierde zondag na Pasen - dag van de Heilige Petrus, martelaar.

    Ik heb de zondagsmis zoals gewoonlijk bijgewoond. Dan ben ik met de dames van de Heilige Maagd naar de kapel van de Heilige Jacobus geweest, voor een genezingsgebed. Daarop heb ik mijn Heiland thuis begroet.

    Ik begrijp Serge soms niet goed. Hij lijkt me afstandelijk en vreemd. Gisteren toonde hij me een paar witte paterskoorden met dikke knopen. Kijk, Gerda, zei hij, verdraag deze en je zal je  lichaam lichter voelen. Toen deed hij de deur van mijn kamer op slot en schoof de overgordijnen dicht. Ik had het liever zo, in het halfduister. Ik wou niet dat de gezant van God mijn naaktheid zag. Van voren bedoel ik. En zeker mijn vrouwelijkheid niet.

    Ik knielde, boog voorover en werd direct de striemende koordslagen op mijn rug en achterste gewaar.De pijn was verschikkelijk maar ik beet op mijn tanden.Dit was mijn eigen gevecht met satan. God wilde het. Ja, ik ben een zondares, al denk ik nog altijd dat mijn fouten veel minder zijn dan die van de hoerenloper.

     

    Hij is vanmorgen met de auto vertrokken. Gelukkig is het zondag en was hij heel vroeg weg, zodat de buren misschien niets hebben gemerkt. Ik vermoed dat zij zijn kleren nu kiest. Precies een oude, rijke homo, de zot. Zo opgetut zag hij eruit. Heer, vergeef mij, aanvaard mijn pijnen en spaar mij van deze gedachten. Heer, ik ken Uw groot verdriet maar ook Uw genade. Ik zal boeten.

     

    Ik zakte bijna door de knieën. Ik zei tegen Serge dat het nu toch wel genoeg was voor vandaag. We krijgen er hem wel uit, Gerda, zei hij. Ik zag dat hij enorm transpireerde en hoorde hem gesmoord nahijgen. Hij had een vreemde, donkere blik in zijn ogen, precies als was er een stuk van mijn bezetenheid naar hem overgeslagen.

    Hij zei dat dit zijn manier was om aan duivelsuitdrijving te doen. Allemaal goed en wel, maar ik wil zo’n pijn niet meer gewaar worden. Serge keek me hard en doordringend aan en snauwde dat er nog andere manieren waren. We zullen tot het uiterste gaan, Gerda, tot het uiterste.

    Heb dank, O, Heer maar maak alstublieft Serge wijs dat hij het wat zachter de duivel uitdrijft..


    Wordt vervolgd


    Reageer (1)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Te voet naar Canossa.

     

    Wellustelingen....

    episode...

    76...


    23 maart- Dag van de Heilige Gabriël, Aartsengel. .

    Heer, wat moeten wij doen? Madeleine en Adrienne vinden dat wij niet mogen opgeven en dat wij nog meer moeten bidden voor onze Heilige Vader. Adrienne is er zeker van, dat de kracht van ons gebed zijn asem op gang zal brengen. Ik vind van niet. Ik denk, Heer, dat hij echt een vogel voor de kat is en op zijn laatste benen loopt.

     

    Daarom smeek ik U, Heer, met geweldig veel zeer in mijn hart, laat Uw grote, oneindige Goedheid en Genade over hem komen. Open uw Huis voor hem, mijn Heer, en neem hem op in Uw midden. Laat hem verwelkomen door Uw engelen en vooral door ons Heilig Bernadetje, die hij zo lief heeft gehad. Aanhoor mijn gebed, O, mijn Heer.

     

    Het is bijna Pasen en de Vasten is ver gedaan. Ik bid meer dan ooit. Ik ben bereid. Serge gaat juist buiten.

    Hij heeft me nog een bundel lange, groene palmtakken gebracht, niet zoals die korte van zondag, maar speciale. Hij praat rustig en zalvend . Het is voor mij zo een weldaad om door zijn stem, die mij de stem van U, mijn Heer, lijkt te worden getroost. Ik doe wat hij zegt: duw de kousen naar beneden, kniel op de blote knieën en steun op de ellebogen.

    Dan slaat hij met de palmtakken op mijn rug en gebiedt op luide toon de hymne van  de tweede vesperpsalm zingend te bidden: Gegroet, o, martelaarbloei, die zwicht ten drempel van uw jonge bestaan door ’t moordenaarsmes op God gericht, verscheurd als prille rozenblaan.

     

    Hij slaat mij harder. De twijgen zijn te mals, ik voel niks. Toch weet ik dat ik pijn moet lijden. Ik heb daarom aan Serge gevraagd even te wachten en zich om te keren omdat ik mijn rok moet uitdoen.

    Ik kniel opnieuw en Serge zweept harder. Hij blijft kijvend en bezwerend slaan. Gerda, zegt hij, de twijgen worden nu heet gloeiende staven, die je rug bloederig scheuren. Dat is wel niet waar, maar ik stel mij dat voor, omdat het zo zou moeten zijn. Serge commandeert grofweg: duw nu de onderbroek naar beneden en trek die blouse ook maar uit. Blijf biddend zingen, zegt hij. Lach, ervaar bevrijding. Wees dankbaar.

    Mijn blouse, mijn thermogeen onderhemd, mijn onderbroek en mijn soutien liggen naast mij . Ik kniel, buig voorover en steun op mijn ellebogen, mijn achterste naar Serge gericht. Ik moet wachten op mijn bevrijding door de slagen die blijven komen. Maar al bij al geeft dat toch niet de verwachte, noodzakelijke pijn.

    Heer, op dat moment wist ik dat de demonen weerstand bieden. Dat zij zich niet zo gemakkelijk uit mij laten drijven. Ik zeg tegen Serge: het doet niets uit, ze willen niet  Ik hoor de goddelijke stem van Serge: moge dit offer dat wij U voor alle zonden opdragen, Heer, voor U een welgevallen offergave zijn en laat het aldus levenden en doden tot heil strekken.

     

    Ik mompel de woorden met hem mee. Ik moet boeten, nietwaar, en dankbaar alle straf ondergaan. De demonen hebben mij overladen met de schuld van haat en wraak. Ze moeten tot zwijgen gebracht worden. Serge weet goed genoeg wat hij daarvoor moet doen. Ik ben een kind van God. Ik wil terug onder Zijn liefhebbende hoede.

     

    Als Serge ophoudt, kleed ik me snel aan. Ik ben onder de indruk van gedachten en gevoelens die ik echt niet kan beschrijven Serge zal me blijven helpen. God laat geen enkel schaap verloren gaan, zegt hij, maar daarvoor moet het schaap eerst naar Canossa gaan. Ik vroeg hem of ik daar te voet naar toe moest en hoe ver dat was. Serge zei dat die stad overal lag en bij mij bovenaan de trap.

    Hij kan soms van die zaken vertellen, waar ik kop noch staart aan krijg. Dat zal het verschil zijn tussen een gewone sterveling en een priester, denk ik.

    Heb dank, O, Heer.



    Wordt vervolgd

    Reageer (1)

    07-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een vaart rijden met het Scheppingswerk.
    Wellustelingen....

    episode...

    75...


    6 Maart- Dag van de Heiligen Perpetua en Felicitas, martelaressen en tweede Zondag van de Vasten.

    Halleluja, Heer, ik ben eruit! Ja, God moet mij straffen. Serge is zijn afgezant en ik zal hem gehoorzamen. Ik weet nu dat ik mijn straf verdien. Ik weet ook dat ik nog vele malen boete zal moeten doen.Want telkens als ik Max bekijk, zie ik hem bezig met haar. Heer, Gij kunt U niet voorstellen wat een marteling dat voor mij is.

     
    Het is nu zondag, Heer. Weet Gij wat mijn kwelgeest in de keuken staat te doen? Rozijnenbrood bakken.

     Jawel!  En dat middenin de Vasten! Op de dag des Heren brood bakken, dat is royaal de spot drijven met Uw scheppingswerk nietwaar? Neen, Heer, ik ga niet naar beneden. Ik vrees dat de demonen mij zouden dwingen om dat deeg naar zijn hoofd te gooien.

    Zie mij voor U, Heer, opnieuw vol schaamte en berouw bij deze woorden, bij deze zware fouten. Ik verafschuw ze uit heel mijn hart omdat ik de zo goede en beminnenswaardige God hiermee beledigd heb. Is dit mijn dank voor Uw liefde, die Gij mij zo spontaan gegeven hebt? Ik heb mijn ondankbaarheid, mijn egoïsme en haat veel te ver doorgedreven. Ik onderwerp mij aan uw oordeel. Aanvaard, O Heer, mijn boete.

    Heb dank, O, mijn Heer

     

    9 maart - Dag van de heilige Francisca Romana, weduwe.

    Heer, mag ik U alstublief vragen Zijne Heiligheid onze Paus bij te staan. Ik heb er eerlijk waar geen goed oog in en hij sukkelt al jaren. Heer, ik smeek U, maak er toch geen martelaar van. Dat verdient hij niet. De wereld heeft hem nodig, als Gij ziet wat er overal allemaal gebeurt.

    Heer, Ge moogt geen tv opzetten en gazet openslaan of de kogels vliegen rond een mens zijn oren. Op de duur wordt iedereen daaraan gewoon. Voor twee doodgeschoten jongens draait zelfs het journaal zijn hand niet meer om. Ik zou eens willen weten hoeveel moeders in Amerika alle dagen hun hart vasthouden. Ik zou ze geen eten willen geven, Almachtige. Dan nog hoor je vrouwen  op tv vertellen dat ze fier zijn omdat hun jongen naar Irak moet. Weet Gij wat ik daarover denk, Heer? Ofwel zijn ze zot ofwel omgekocht door de tv. Als er een land is waar ze U, Heer, op handen dragen, dan is het Amerika toch!

     

    Ik heb U niet te bevelen, Heer, maar ik vind dat Gij aan onze Heilige Vader of zijn secretaris gerust moogt zeggen dat ze meer haar op hun tanden moeten hebben. Die president vraagt U elke keer om zijn land te zegenen en ondertussen eist hij miljoenen belastingsgeld om die oorlog te kunnen betalen. Hoe durft hij Uw naam vernoemen! Gij, Heer, die altijd vrede op aarde wenst. Nee, Heer, mij moeten ze niet wijsmaken dat die president en zijn mannen mensen van goede wil zijn. Schijnheiligen zijn het, die siroop aan Uw baard smeren.

     

    Nog iets. Ik heb gisteren de biecht gesproken bij Serge. Zijn penitentie is tamelijk hard, Heer. Hij spreekt nu van de duivel uit mijn lichaam te drijven. Alleen kastijding zal mij zuiveren, zegt hij. Ik ben daar wel niet zo voor te vinden. Maar, allez, alle baten helpen. Hij heeft ook gevraagd om mij daarop van nu af aan geestelijk voor te bereiden. Ik bid U om mij hierin te steunen.

    Heb dank, O, Heer.


    Wordt vervolgd

    Reageer (3)

    06-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waar de muren van Jericho al goed voor zijn!
    Wellustelingen....

    episode...

    74...


    3 december - Dag van de Heilige Franciscus-Xaverius, Belijder.

     De stem van de Almachtige is boos. Hij zegt: Gij, Gerda verkettert God en verzoekt de duivel. Uw gebeden zijn schijnheilig. Uw lijden is begeerte naar wraak. Serge heeft gelijk dat hij mij dat zo vlakaf zegt. Zelfs zondaars moet men beminnen zoals zijn evennaasten.

     

    Maar ik vind dat de Almachtige gemakkelijk kan spreken. Hij zit niet met een overspelige echtgenoot! Tegen Serge heb ik ook gezegd dat het geen lachen is iemand te moeten beminnen, die mij en mijn zoon tot schaamte, schande en smaad veroordeelt.

     

    Alstublieft, Almachtige, Eeuwige God, die mij zowel door kastijding geneest als door vergeving bewaart, aanhoor Uw nederige smekelinge en dienares. Maak dat ik mij verheug over de rust van de verlangde vertroosting en steeds de gave van Uw Vaderlijke Goedheid moge genieten.

    Heb dank, O, mijn Heer.

     

     

     

    21 Januari-  Dag van de heilige Agnes, Maagd en Martelares

    Heer, mijn God, eerst en vooral wil ik U vragen onze gebeden in de kapel ’s morgens te willen verhoren en dan speciaal die van mij voor onze Heilige Vader. Ik vind dat hij nu serieus achteruitgaat. Heer, Gij hadt hem moeten zien van de week op tv. Mijn hart kromp ineen. Ik verstond van hem geen gebenedijd woord. Heer, ik smeek U nederig op mijn blote knieën, laat al die goddelozen zien wat Gij kunt en geef onze Heilige Vader een beetje meer stem. Dan kan ik hem verstaan en door hem spreekt Gij, mijn Heer, ook tot mij.

    Heer, mijn God, wat staat er mij te doen?

    Denkt Gij dat de demonen nu ook in mij zijn gevaren omdat ik wens dat Max en zijn hoer zouden bezwijken onder de muren van Jericho, dat zij zouden creperen en wentelen in de gruwelijkste pijnen?

     

    Echt waar, Heer, ik ben niet slecht. Ik vraag alleen gerechtigheid. En toch bezweert Serge me dat ik moet boeten. Eerlijk gezegd, ik vraag mij toch af waarom ik zou moeten boeten. Maar Serge is door Uw hand gewijd, Hij is priester. Hij zal het dus wel beter weten. Ik bid U, help mij bij mijn tweestrijd.

    Heb dank, O, mijn Heer


    Wordt vervolgd


    Reageer (1)

    05-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nederig verzoek aan het Eerwaardig Vat.
    Wellustelingen....

    episode...

    73...


    11 october- Moederschap van de Heilige Maagd Maria

    Wees gegroet, O Heilige Moeder, die als maagd de Koning ter wereld bracht. Vandaag eer ik Uw moederschap. Aanhoor mijn gebed, maar eerst mijn verzoek.

    Moeder Maria, Eerwaardig Vat, het botert niet tussen mijn zoon en zijn vrouw. Van in het begin heb ik geweten dat die twee niet door onze Heer voor elkaar zijn voorbestemd. Jawel, zeer Kuise Moeder, zijn Pat is geen gemakkelijke hoor! De Vrucht van uw Lichaam is gekruisigd, maar die van mij draagt alle dagen zijn kruis. Maar ik zwijg uit liefde voor mijn zoon.

     

    Ik denk, Hoogverheven Moeder, dat het tijd wordt, dat er in dat gezin een kindje komt. Ik vraag mij af of Gij, die tot de verbazing van de natuur de Heilige Schepper ter wereld bracht, of Gij aan dat koppel geen duwtje kunt geven?Ik zou toch zo gaarne een kleinkind hebben. Het zou mijn aards bestaan opnieuw zin geven.

     

    Gij weet, roemwaardigste Maria, hoe triestig mijn leven hier is. Uw Josef ging niet op een ander, de mijne wel. Na het baren, O Heerlijk vat van Godsvrucht, zijt gij ongeschonden gebleven. Ik was echter gescheurd langs alle kanten. Pat weet dat, Heilige moeder. Bij de stam van de Cijnensen zijn het allemaal zware borelingen. Ook is ze bang om haar slanke lijn te verliezen. Moest het aan mijn zoon zijn zaad liggen, dan kruip ik op mijn knieën naar Lourdes heen en terug.

    Waarom ik U dat nu pas vraag?Wel, Mystieke Roos, omdat zij het altijd heeft over de vriendschap die een mens van dieren krijgt, veel meer dan van mensen zegt ze. Haar vriendin heeft een hondenkwekerij en hondenhotel overgenomen en Pat zit daar ganse dagen aan een stuk. Ik zie het aankomen, Heilige Moeder, en daarom heb ik het achtste gebod overtreden. Ja, Spiegel van Gerechtigheid, Uw dienares heeft gelogen. Ik heb haar verteld dat mijn Francis tegen geen hondenhaar kan. Dat ik met hem vreselijk gesukkeld heb toen hij een klein manneke was. ’t Was eruit voordat ik het wist.

     

    O, Zetel van Wijsheid, klap alstublieft die hond uit haar hoofd. O Heer,ik bid U, verleen mij te mogen ondervinden dat de Heilige Maagd mijn voorspraak is, omdat wij door Haar mochten ontvangen de Gever van het Leven en probeer daar in Keerbergen iets te forceren.

    Heb dank, O, Heer

     

    3 december - Dag van de Heilige Franciscus-Xaverius, Belijder.

     De stem van de Almachtige is boos. Hij zegt: Gij, Gerda verkettert God en verzoekt de duivel. Uw gebeden zijn schijnheilig. Uw lijden is begeerte naar wraak. Serge heeft gelijk dat hij mij dat zo vlakaf zegt. Zelfs zondaars moet men beminnen zoals zijn evennaasten.

     

    Maar ik vind dat de Almachtige gemakkelijk kan spreken. Hij zit niet met een overspelige echtgenoot! Tegen Serge heb ik ook gezegd dat het geen lachen is iemand te moeten beminnen, die mij en mijn zoon tot schaamte, schande en smaad veroordeelt.

     

    Alstublieft, Almachtige, Eeuwige God, die mij zowel door kastijding geneest als door vergeving bewaart, aanhoor Uw nederige smekelinge en dienares. Maak dat ik mij verheug over de rust van de verlangde vertroosting en steeds de gave van Uw Vaderlijke Goedheid moge genieten.

    Heb dank, O, mijn Heer.


    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    04-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Smeekbede voor autopech.
    Wellustelingen....

    episode...

    72...


     

     

    29 augustus -Onthoofding van de Heilige Johannes de Doper, Gedachtenis van de Heilige Sabina, martelares.

    Mijn God, ik aanbid U in alle ootmoed. Ik bemin U uit geheel mijn hart en bemin mijn evennaaste gelijk mezelf uit liefde voor U. Is mijn schoondochter ook een gewone evennaaste, Heer? Als dat zo is zit ik met een probleem. Hoe kan ik iemand beminnen, die voor mijn bloedeigen zoon niet doet wat een normale vrouw zou moeten doen?

    Koken kan ze amper. Dat weet Gij allang, Heer. Strijken ook niet. Al de was en strijk gaan buiten. Eerlijk gezegd, ’t is een lui vel. Rotbedorven door haar brave en simpele ouders. Die mensen hebben veel te veel geërfd in één keer. Die kunnen daar niet mee omgaan. Wees matig, zelfs met de matigheid. Dat was de regel in mijn ouderlijk huis. Gegoede burgers van huize uit zijn gewend met geld om te gaan. Nieuwe rijken niet. Wel volgende week gaat zij tenissen in Frankrijk, met haar club. Onze Francis heeft mij dat verteld en ik denk niet dat het hem aanstaat. Maar hij moet zo dikwijls zwijgen. Daarom, Heer, heb ik voor hem ajuinsoep, stoverij met patersbier en vogelen zonder kop klaargemaakt en ingevroren. Nu moet Gij luisteren, Heer. Ik wou haar dat deze namiddag meegeven en weet Gij wat ze zei? Dat zij die bazaar niet meenam, zij moest gaan turnen en als Francis honger had, dat hij naar het restaurant kon gaan.  Jawel, Heer, ik heb mijn boosheid voor de toeren van mijn man wel zeer ver doorgedreven. Met Uw genade, wil ik mijn plichten vervullen, maar ge ziet, Heer, hoe een moeder dan uitspeelt. Heer, Mijn God, verdrijf uit mijn ziel de duisternis. Ik smeek U, aanhoor mijn gebed.

    Heb dank, O, Heer!

     

    18 september- Dag van de Heilige Joseph van Cupertino, Belijder.

    Heer, uw dochter lijdt. Het was gisteren terug schandalig laat toen hij naar huis is gekomen en het was geen woensdag. Heer, Almachtige God van mij, verhoor toch mijn gebed. Mag ik U smeken als zij in zijn auto zit, hem een platte band te doen krijgen. Geen accident, Heer, gewoon een platte band. Ergens waar er geen garage is. Hij kan geen band steken. Zijn handen staan averecht voor zoiets. Daarmee zal zij inzien wat voor vlees zij in haar kuip heeft. Heer, ik weet dat dit een onwaardige bede is van uw dienares, maar alleen Gij kunt mij vertroosting brengen. Heer, als Gij mij aanhoort, zal mijn boetedoening groot zijn. Maar van een  andere kant mijn plezier ook.

    Heb dank, O, Heer!


    Wordt vervolgd.


    Reageer (1)

    03-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onreine gedachten uitwisselen met het Ark van Verbond
    Wellustelingen....

    episode...

    72...


    Eén tranerige litanie over Marianne en mij. Hoe ze ons verafschuwde en dood wenste. De panische angsten die ze uitstond voor de verantwoording, die ze ooit in het hiernamaals aan haar Heer zou moeten geven. Haar gedachten waren onrein, door en door bevlekt. Bladzijden en bladzijden lang bleef ze erover zeuren.

    Ik schudde er onbegrijpend het hoofd bij En dat voor zo’n devote, naar buiten uit zo minzame en medevoelende vrouw! Ze wist al zolang dat ze van mij niets meer te verwachten had! Zo stupide was ze ook niet! Of was het juist door die absurde godsdienstwaanzin, dat Gerda op zo’n manier redeneerde?

     

     

    Toen begon ik aan het derde dagboek, het roze. Het moeilijkst leesbare.

    Het is noodzakelijk bepaalde passages uit dit schrift in hun geheel over te nemen Woordelijk getrouw zonder er een punt of komma aan te wijzigen -spelfouten heb ik uiteraard wel verbeterd- omdat ze ten slotte het juiste beeld ophangen en de ware toedracht van Gerda’s dood belichten.

    Toch wordt de morbide  sluier af en toe opgekleurd met een vleugje kinderlijke, naiëve  humor.  Resultaat van zestig jaar dagelijkse bijbel- en missaallectuur. Van oogkleppen dragen en eenrichtingsverkeer. Van vroom leven.  Ook die passages wou ik aan u kwijt, waarde lezer. 


    Het begin:

    15 augustus - De Heilige Maagd Maria  wordt ten Hemel opgenomen.

    Allerheiligste Moeder, Gouden Hemelpoort, op mijn almanak van de Druivelaar staat O.L.V. Hemelvaart. Ik heb iets tegen dat woord Hemelvaart. Van als ze naar de maan gegaan zijn. Adrienne en Florence horen ook liever dat Gij ten Hemel zijt opgenomen.


    Roemrijke afstammelinge van David, Gij hadt Serge moeten bezig horen in Uw Heilige Mis. Ge zoudt meer dan content geweest zijn. Met zijn zachte stem vertelde hij zijn parochianen opnieuw hoe een groot teken  zichbaar werd aan de hemel en een vrouw, die, omkleedt met de zon  en de maan onder haar, op haar hoofd een kroon van twaalf sterren droeg. Iedereen hing aan zijn lippen, Heilige Moeder. Men kon een muiske horen lopen in de kerk.

    Wel, Koningin van de Heilige Rozenkrans, vroeger vóórdat die hoer in Max zijn leven verscheen, was deze dag voor mij een bijzonder heuglijke dag, een van de schoonste dagen van het jaar. Vandaag moest ik al mijn moed bijeenrapen om U te gaan vieren. Eens in de kerk, gaat het beter hoor, maar thuis! Gij hadt in uw huishouden geen weelde, maar Gij hadt een doodbrave man. Bij mij is het andersom. Vroeger had hij soms nog tijd om af en toe met mij naar de Delhaize te rijden. Maar de laatste maanden moet ik maar mijn plan trekken. Een geluk dat ik mijn zoon heb. Verleden zaterdag en zondag heeft Max met  zijn miejef 624 kilometer afgelegd en ik ben nog geen  halve liter naft waard.


    Ik heb in zijn bureau een afrekening van de Visa gevonden. Op één maand drie gepeperde rekeningen van restaurants. En Gij nu, Ongeschonden Maagd!  Tot tegen de Franse grens rijden ze. Om te gaan eten! Op het Rouppeplein heeft hij 354 euro betaald voor twee personen! Toen ik dat onder de ogen kreeg! Ik ben er nog niet goed van!

     Adrienne, dat schaap, kreeg precies een slag van de hamer. Zij moet rondkomen met een pensioentje van 961 euro. Serge vindt zulks hemeltergend. Er zijn zoveel werken van naastenliefde en barmhartigheid  nodig, zei hij. En gelijk heeft hij. Allez, Ark van Verbond, hoe Gij het draait of keert 354 euro! Het gaat er vanboven in en het komt er toch vanonder uit!


    Mijn zoon vindt dat allemaal normaal! Het is het duurste restaurant van België, zegt hij. Het schijnt dat de koningen daar gaan eten. Ik denk niet dat Boudewijn, onze koning zaliger en Koningin Fabiola daar ooit een voet hebben binnengezet. Dat waren zeer godvruchtige mensen, die leefden sober. Van een goed en schoon koppel gesproken, Morgenster!

    Zo’n mensen worden uiteengerukt. Mijn zot blijft hier maar rondlopen. Allerheiligste Maagd, denk alstublieft niet dat ik hem in zijn graf wens, ik ben niet zo verdorven, hoor! Maar ik zou er geen traan om laten.

    Gezegend zijt Gij, o dochter door de Heer, want door U hebben wij de vrucht van het leven ontvangen. In de geur van uw welriekende zalven lopen wij, de maagden die uw bovenmatig liefhebben. Verheven zijt Gij, Heilige Moeder, boven alle vrouwen.

    Heb dank, o, Heer.

     


    Wordt vervolgd


    Reageer (1)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Levenslange ondewerping


    Wellustelingen....

    episode...

    71...


     

    Ik had haar doen verlangen naar een geestelijk, innig en blijvend samengaan. Ze had zich als jong meisje een bruid van God gewaand en wou dezelfde bruid zijn voor mij. Maar die vleselijke gemeenschap was er te veel aan. Ze hield van haar man, schreef ze, maar niet van dat vies ding tussen zijn benen. Ze had geen keuze. Dat ding moest, want ze wou moeder worden. De enige reden waarom zij niet was toegestreden tot een kloosterorde.

     

    In feite hadden haar ouders haar hoofd gek gemaakt over dat moederschap. Kwestie van de eigendommen van de familie te kunnen doorgeven. Ze konden die toch niet aan de Staat nalaten? En Gerda was altijd een gehoorzaam kind geweest. Haar kinderwens was dus gehoorzaamheid aan het ouderlijk gezag.

    Ja, ze had mij uitgekozen omdat ik haar beviel. Ze vond mij een schone man. Ik was verzorgd, proper gekleed en kon het vooral mooi uitleggen. Bovendien zou vader Vanbesien zorgen voor een andere, beter betaalde job voor mij en Gerda kreeg so wie so later de winkel. Eerst moest er een kind komen. Ten hoogste twee. Maar niet meer! Kroostrijke gezinnen dat was voor de sukkelaars. Die hadden toch niets te verdelen.

    In sommige gevallen moest een mens de woorden vanop de kansel niet al te nauw nemen. Zeker niet als er te erven viel.

     

    Daarom was een beginnend journalist meer dan welkom. Die waren toch altijd de baan op. De speleman zou daar niet dikwijls op het dak zitten. Haar moeke had haar dit op het hart gedrukt. Gerda gehoorzaamde. Altijd. Ook aan mij, haar man. Eerst een keer per maand. Na de geboorte van Francis alleen op hoog- en feestdagen!

    Inderdaad eens Francis er was, veranderde het spel van de hormonen Gerda in één grote kuisheidsgordel.

     

    Zij had schrik dat de coïtus haar melkstuwing zou hinderen. Ze speende hem daarom met plezier zeven maanden lang.

    Tiens, Adrienne kwam ook ter sprake. Uitgebreid! Een vriendelijke, hulpvaardige en devote buurvrouw. Steeds bereid om Gerda bij te staan.  Vooral wanneer zij vroeger‘s avonds alleen was met haar zoontje. Adrienne wist alles over kindjes en kindjes krijgen.

    Kinderloze vrouwen zijn vaak experten op dit gebied Bovendien was Adrienne ongehuwd, maar ze kende het echtelijk leven van A tot Z, door haar parochiale werken!

     

    Uit “ervaring” wist Adrienne dat een vrouw na een zwaar kraambed, (Francis woog 5 kg bij de geboorte), zeker nog twee jaar nodig had om haar lichaam in orde te krijgen en vooral haar…binnenwerk! Gerda gehoorzaamde opnieuw. En met geestdrift. Afzonderlijke slaapkamers werden definitief een feit.

    Waarom, Heer, ben ik dan zo van streek en belust op haat? Gerda stelde dergelijke vragen aan haar God, maar kreeg blijkbaar geen afdoende antwoorden en formuleeerde ze dan maar zelf:

    Is het omdat hij zich afgeeft met een del? Een vrouw die ongemanierde dingen met om het even welke man doet? Omdat zij zich dik laat betalen en er niet op let of zijn onderlijf al dan niet gewassen is?

     

    Haar Heer zweeg echter in alle talen. Daardoor kreeg Gerda de indruk, dat de hele omgeving haar uitlachte en met de vinger wees. Alleen haar vriendinnen toonden medeleven en Gerda klampte zich aan hen vast. Ook aan de sterkte van het gebed en de zo dankbare steun van pastoor Serge. De priester, die niet alleen als afgezant van haar Heer maar vooral als mens zoveel voor haar betekende

    O wee, als ik dan terugkeerde van mijn eerloze duivelin, haar misselijk parfum meebracht en Gerda mijn glazige ogen zag. In die ogenblikken had zij huilend van schaamte in de grond willen zinken.

    Alles in Gerda brandde op van pijn. Van woede, ontzetting en onmacht. Ze riep samen met haar vriendinnen alle kwalen uit over haar twee kwelgeesten. Gevierendeeld moesten wij. Niet tot as veroordeeld in de hel. Wel daar voor eeuwig en altijd branden: ik aan de ene kant en Marianne aan de andere kant.

    Zo gingen die dagboeken door.


    Wordt vervolgd


    Reageer (1)

    31-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De lectuur vangt aan!


    Wellustelingen....

    episode...

    70...


    Maar onderaan al die oude jaargangen van Knack, Trends en Elsevier. Koord rond, knopen en buiten. Komaan, de eerste jaargang. Neen, een halve was al voldoende zwaar.

    Ik tilde het pak uit de kast en zag opeens tegen de muurwand, rechtopstaand drie dunne schriftjes. Drie volledige tafels van vermenigvuldiging op twee groene en een vuil roze kaft.Ik jubelde het uit.

     

    Dat waren ze, haar dagboeken! Ik herkende ze meteen. Ik had er Gerda een paar keer mee betrapt in de keuken. Niet te geloven. Ik had ze gevonden. Mijn slaaploze nachten, mijn nachtmerries, haar judaspenningen. Mijn Vloesberghe-fobie! Gerda’s gezwets. Kermits Sisyphustales.

     

    Ze stonden daar. Mijn wettelijke onschuld, daar gewoon tegen de muurwand. Mijn handen trilden.

    Verbranden ga ik jullie, bij Marianne in de tuin. In de verste hoek van de tuin. Ik had ze. Eindelijk! Ze stonden daar voor het grijpen! Jongens, jongens, zelden had ik me zo opgelucht gevoeld en voldaan geweten.

     

    Ik belde meteen Marianne. Ze slaakte gedempte juichkreetjes:

    ‘Vanavond beginnen wij met champagne…in bad! En de rest, on verra!”

    Ik zweefde al even ongeremd als zij. Ik deed de voordeur op slot. Installeerde me in het salon en begon te bladeren. Dag en datum stonden zorgvuldig genoteerd. Zelfs de naam van de heilige van die dag had ze niet vergeten. Benieuwd wat me nu zou geopenbaard worden. Devote saus over een schotel overspel. Goddelijke banbliksem over wellust.

    En ik las.:

     

    Het ging in het begin inderdaad uitsluitend over mij en haar. Over mij en mijn hoer. Sporadisch over Francis en Pat. Met zijnoten over Serge en haar kerkvriendinnen. Over hun parochiale werken en intense godsvrucht.

    Nooit of nooit, zo schreef ze, zou ze het mij kunnen vergeven dat ik een minnares had. Dat ik me dag na dag dieper in de hellegloed waagde en mijn lichaamsdelen bevuilde aan dat schepsel.

    Mijn dood en het levend verbranden van die heks mocht zij niet wensen. Doch ze deed het en met volle graagte. Vroeg dan de Heer duizendvoudig om vergiffenis. Ze wou zelfs weten of ze even smerig, bevlekt was als ik, omdat zij zo’n slechte gedachten koesterde. Ze zou haar biecht gaan spreken bij Serge en zien wat hij ervan dacht!

     

    Ze begreep niet dat God haar urenlange smeekbeden niet aanhoorde en mij niet op het juiste pad terugbracht. God had al meer zondaars op de goeie weg gezet. Maar of er daar hoerenlopers bij waren, dat had Serge niet verteld. Zij zou het hem vragen.

    Ik las hoe Gerda ooit toch echt verliefd op mij was geweest. Hoe ik haar lichaam had doen zinderen van verlangen!  Niet te geloven! Ik?  Haar verlangens opgewekt? Ik zou niet weten wanneer, maar nu kwam de kat op de koord!



    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    30-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De confrontatie
    Wellustelingen....

    episode...

    69...


     

    Het regende nog steeds. De week voordien hadden we een bakhete zondag met 28 graden Celcius gehad. Nu was het kil. Onaangenaam, grijs en nat. Het bleef maar druppelen. En daarna, onze typische drache nationale!

     

    Ik besloot tot een laatste zoektocht in de villa. Ik moèst de dagboeken vinden. Ze waren er. Dat stond voor mij als een paal boven water. Maar waar, waar?

    Lukte het niet, dan zou ik de achterbank en de koffer van de wagen volladen met de meest dringende rest van mijn persoonlijke zaken. Mijn pc en Epson, mijn fototoestellen. Enkele van mijn dierbare klassiekers, die ik nu en dan graag herlas. Mijn collectie cd’s, de gereedschapskist van vader (puur jeugdsentiment), mijn broodvormen en de twee zakken bloem! Natuurlijk enkele foto’s van Francis, zeker die met mijn ouders. Nog enkele kistjes Medoc, enkele flessen Graves, de resterende vijf flessen uitzonderlijke Sauternes. De verhuis van Stan en Laurel wou ik eerst met Marianne bespreken. For every problem there is a solution, ook voor mijn kippen.

     

    First things first: mijn tenen. De sok plakte aan de nagels door het gestold bloed. Ik kon beide tenen vrij goed bewegen. Het viel in feite nog mee. Overwegend dank zij de kwaliteit van Church. “Even verzorgen en misschien morgen bij de dokter langs.

     

    Ik besloot eerst naar Marianne’s woning te rijden. Ze had me een huissleutel gegeven. Fijn, veilig gevoel. Ik had nu eindelijk een echte thuis. Ik drukte het nummer van Darcy in en gaf haar een kort relaas van de uitvaartparty. Haar collega was ziek gemeld. Het zou vanavond wat later worden, verontschuldigde ze zich.

    ‘In dat geval blijf ik hier nog wat verder zoeken, lieveke.”

    ‘Wanneer ga je daar nu eindelijk mee stoppen, Max? Je hebt je al suf gezocht en het levert niets op. Rond halfzeven ben ik thuis. Wat krijgt venteke straks?’

     

    Haar stem kreeg weer dat heterig zwoele, die bedwelmende hypnose. Als een drug van geraffineerde sensualiteit. Met speelse tederheid en vol belofte:

    ‘Aspergeroomsoepje met enkele grijze garnalen, lamskroon met flageolets en gepersileerde krieltjes, een flesje Margaux of een Bourgogne. Nadien, als hij nog zin heeft, huisbereide kiwisorbet. Een nadien, nadien, al de rest. Je t’aime, mon trésor. Ik verlang naar jou, lieverd, naar onze dagen, onze nachten samen. Amote!’

     

    Wat kon me dat rotweer schelen! Wat die moord,  Vloesberghe, Pat en de dagboeken! Marianne was er en bleef er voortaan voor mij. Iedere minuut van ons leven. Wij waren samen. Tot het einde. Tot onze laatste zucht.

    Héla, vriend, ontnuchterde denkduiveltje. Flippen is voor vanavond. Ga liever zoeken! Kermit gaat beslist nog deze week op pad om een deel van de inboelel hier te verkopen. Ze is loops, ze heeft geld geroken!  

    Natuurlijk moest ik de realiteit onder ogen zien en ja, Pat zou Francis wel weten te bewerken, om zo snel mogelijk het een en ander te liquideren.

    Op de stoepen van mijn buren stonden dozen en samengebonden pakken papier.

    Hoogstwaarschijnlijk morgen ophaling. Ik had stapels liggen en besloot die methodisch weg te werken. Eerst in de hal. Te beginnen met de grote muurkast. Speciaal ingebouwd met legplanken en bovenaan een ruimte voor koffers en reistassen.

    Massa’s knipsels lagen er. Ooit had ik ze beslist belangrijk gevonden, doch nooit meer naar omgekeken. De buitenlandse bladen waarin ik de voorbije jaren een bijdrage had kunnen plaatsen. Al die Sterns, Spiegels en Vrij Nederlanden. Ik kon het echt niet over mijn hart krijgen ze zomaar weg te doen, ijdeltuit die ik was.



    Wordt vervolgd


    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De pens afdraaien en bedrog
    Wellustelingen....

    episode...

    68...



    Pat veerde recht. Ik wou haar doorlaten en… aauw! Ik hoorde mijn uitroep van pijn. Kon net een vloek bedwingen. Het koor zweeg enkele ogenblikken. Ik zag eventjes niets meer. Alleen witte en zwarte stipjes. De pijn was scherp. De teef had met haar naaldhak de neus van mijn schoen bijna doorboord. Als dit geen teenfractuur was!

     Ze keerde terug, nam haar plaats in en fluisterde gniffelend:

    ‘Troost je. Dit is maar het begin!’

    De zwarte karavaan trok in drie rijen langzaam voorbij. Keerde terug van het altaar en trachtte een glimp van die brullende idioot vooraan op te vangen.

     

    Niet mee inzitten, vriend, fluisterde denkduiveltje. Je hebt een valabel excuus om er meteen als de bliksem vandoor te gaan. Maar  zie jij wat ik zie. Die zes rieten mandjes propvol biljetten. Begrijp je nu die schone cadeau van Serge met zijn gratis dienst! ’t Is hier vollen bak! Het tienvoudige heeft hij verdiend ! Een pastoor en gratis? Dat kan in Columbia of in de Marollen.  Maar hier niet!

     

    Mijn tenen bleven kloppen, doch de grote pijn verdween langzaam. Bij het verlaten van de kerk alweer prijs: een  witte stamp tegen het middenrif. Kermit :

    ‘Je was beter niet gekomen.’

    ‘Ik doe wat ik moét doen.’

    ‘Je gaat toch niet mee naar het kerkhof? Doe mij dat niet aan! Heb je de mensen al zien staren? Je moet geen schriftgeleerde zijn om te weten wat ze denken!’

    ‘Ik betaal, dus ik bepaal. Bek dicht, jij!’

    ‘Ssstt!’ mompelde Francis.

     

    Eindelijk, eindelijk was de ceremonie van de teraardebestelling voorbij. Eefje, Fred en Karel zochten mij op. Eefje was, zoals altijd, overbezorgd. De baas zou beter meteen naar die voet laten uitkijken. Karel had via via mijn pensioenaanvraag vernomen. Iedereen op de redactie, de oude garde toch, was er het hart van in. Ook in de drukkerij was er enige commotie ontstaan. Ze hadden allen begrip voor mijn situatie. Maar het kwam te onverwacht en te hard aan. Fredje nam mijn beide handen. Zijn eerlijke ogen werden vochtig. Ik wist dat zijn hersenen koortsachtig de juiste woorden zochten:

     

    ‘Chef, we gaan u missen. Maar ge moet u dat niet zo aantrekken. Wij slaan er ons door. Voor u is het allemaal veel erger. Sedert die…dag zijt ge geen minuut uit ons hoofd geweest. Dju toch, dat iemand zoals gij zoiets moet tegenkomen! Een mens zou van veel minder zot worden. Chef, nog iets, hadden wij geweten dat wij bloemen mochten meebrengen, we zouden het gedaan hebben. Eefje is rond geweest, wij hebben dat geld gestort, hoor!’

    Ik had geen flauw idee waar hij het over had. Eefje begreep mijn verbazing niet en verduidelijkte:

    ‘Meneer Cijnens, op de rouwbrief stond toch duidelijk vermeld: noch bloemen, noch kronen. U, enfin, de familie wou  liever een storting voor de sociale werken van de stichting  van mevrouw.’

    Wat had Pat opnieuw bekokstoofd? Waarom had niemand, ook Francis niet, mij hierover ingelicht?

    ‘Een kleine vijfhonderd euro hebben wij rondgehaald. Iedereen heeft gegeven voor u, chef, en ons Eefje heeft dat allemaal gearangeerd, nietwaar, kind?

     

    Hoe fier Fredje ook was, dit zinde me echt niet. Dit stonk naar geldklopperij. Terug in de wagen, eiste

    ‘Wat is hier gaande, Patricia?’ vroeg hij sec.

    De berispende toon en het gebruik van haar volledige voornaam – ze had er een afschuw aan- ontketende een witte woede:

    ‘Merci, ik zal me nog eens inzetten voor jullie familie! Jij te lui om je poten uit te steken en hij dààr te laks om zijn smoel open te doen. Ik heb de benen vanonder mijn lijf gelopen voor je moeder, de schaamte van mijn leven opgelopen. Serge, Adrienne en ik, we hebben ons pens afgedraaid en nu stank voor dank. Loop alle twee naar de duivel! De pot op, verdomme!’

    Francis richtte zich heel kalm tot de chauffeur en bood zijn excuses aan voor het gedrag van zijn echtgenote. De jongeman kende blijkbaar het klappen van de zweep. Knipoogde naar mij en concentreerde zich verder op het verkeer. Pat had gelijk.

     

    Ze had inderdaad haar pens afgedraaid! 

    In het restaurant zo’n zeventig, mogelijk tachtig personen. Zeven kelners. Aperitief naar keuze, van champagne tot frisdranken. Ik kon mezelf om de oren slaan dat ik mijn schoondochter carte blanche had gegeven.

    Pat had stoom afgelaten en haar make-up in orde gebracht. Ze acteerde geweldig als leading lady van deze rouwparty: een en al bescheiden drukte, een verhaaltje hier, een teder gebaar daar. Ze introduceerde hààr priester, Adrienne en Madeleine aan iedereen. Serge imponeerde met zijn Latijnse uitspraken. Kermit genoot. Dit was lifestyle op z’n best.

     

    Ik ging aan tafel naast Francis zitten. Hij zag er even afwezig-verveeld uit als ik. Vanavond zou er in Keerbergen hartig gepraat worden over de  stichting van Gerda. Dat wist ik. Mijn zoon zat met haar fonds in zijn maag, ik met haar dagboeken.

     

    Na het voorgerecht stapte ik op. Koel groetend. Zonder handjes te drukken of blabla. Het was me allemaal te veel.





    Wordt vervolgd



    Reageer (0)

    28-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De uitvaart
    Wellustelingen....

    episode...

    66...


    Mijn zoekttocht staakte toen de stoffelijke resten van Gerda werden vrijgegeven. Mijn lege woning werd omgebouwd tot rouwhuis. Bedrijvencentrum voor de organisatie van begrafenissen. Hoofdkwartier van de organisatoren van een méér dan plechtige uitvaartceremonie. Alle rolluiken naar beneden en vanonder tot boven lichten aan. Kermit kikkerde ervan op. Zij, Adrienne, Madeleine en Serge namen de touwtjes in handen. Francis en ik lieten begaan.

     

    De redacteur van de vierhonderd aankondigingen, driehonderd prentjes en misblaadjes was Serge. Madeleine en Adrienne, ceremoniemeesteressen en bloemendecoratrices. De rest van hun club verdeelden de taken: stoelenzetsters, altaarversiersters en familiekelderoppoetsters.

     

    Pat trommelde telefonisch haar tennisclubleden, fitnessdametjes en vermoedelijk de helft van Keerbergen op. Schreef en herschreef haar deelnemerslijsten. Besprak alle details met een fotograaf. Stond in voor de catering. Regelde vervoer met zwarte Mercedessen. Zocht samen met Serge koor en muziek uit. Wou per se dat Francis en ik een speciaal en identiek pak huurden. Mijn ‘dat zie je van hier’ ontketende de zoveelste golf van verwijten en ik trok mij terug in mijn werkkamer.

     

    Gerda werd niet zomaar begraven. Je zou haast denken dat ze als bruid aan haar god werd geschonken.

    Toen ik vernam dat Pat een kist ter waarde van 2485 euro had besteld, heb ik de geldkraan dichtgedraaid. Deze absurde schone schijn zou me anders een fortuin kosten!

     

    Ik wou bij Marianne zijn. Weg van deze comedia d’ell’arte en ik kon verdomme geen kant uit. Stel dat iemand toevallig iets zou vinden. De “bevelhebbers” snuffelden natuurlijk niet in mijn kasten en laden, maar zowel Pat als Adrienne waren meesterlijk in hun rol en comandeerden voortdurend Ingrid, onze poetsvrouw, en haar opruimingsspatrouille.

     

    Serge was geflankeerd door twee collega’s. De organist speelde heel zachtjes Bach. Een zevenkoppig koor stond perfect uitgedost in gelid. Serge deed zijn apostel inderdaad de ontroerendste eer aan. Dit had ik van hem niet verwacht. Of toch?

    Zijn dames hadden hun beste beentje voorgezet. Hun allerbeste. Het kleine kerkje blonk. Het zilverwerk schitterde en het koper glansde. De tapijten gestofzuigd. De witte fresia’s verspreidden hun heerlijke geur. Gerda’s neus zou krullen, haar ogen stralen, moest het nog kunnen.

     

    Maar ze lag daar koninklijk opgebaard in haar gesculpteerde voleiken kist van 2485 euro, midden een zee van bloemen: “Aan onze diepbetreurde moeder”, “Van uw rouwende vriendin Adrienne”, “Aan de engel der Zieken”, “Voor onze zuster in geloof”. Bloemen van Darcy en ook van de uitgeverij. Zelfs van het gemeentebestuur. Van het personeel van Francis. Ook van enkelen van zijn klanten.

     

    Ik stond voor de kist. Gerda lag erin en ze stond er eveneens naast.

    Ze droeg een te grote zwarte hoed, die scheef zat op haar hoofd. Ik zag een stukje benige neus en een bevroren grimas boven de te kleine ingetrokken kin. De foto was een vergroting, volledig gedisproportioneerd. Genomen op de trouwdag van Francis, bij het verlaten van de kerk. En ik was eruit weggewerkt. Een grotesk beeld. Gelukt als flauwe grap, doch vandaag totaal ongepast.

     

    Adrienne plaatste ons zoals het hoorde. Francis, Pat en mij rechts van de kist. Zij en de clubgenoten links. De klok luidde en de rampentoeristen en kijklustigen schuifelden binnen. Het handjes schudden begon en de ogen spraken boekdelen.

    Ogen als laserstralen. Spottende ogen. Triomfantelijke ogen. Nederige ogen. Niet-goed-wetende-waarheen-te-kijken ogen. Ogen vol warmte en medeleven van Eefje, Fredje en Karel. Ogen vol minachting. Ogen met begeerte, want weduwenaar met villa, poen en dik pensioen. Wufte, zwaar opgemaakte ogen. Verveelde ogen. Lensogen. Bespiedende ogen. Hautain blikkende ogen. Vermoeide ogen. Bierogen. Bijziende ogen, serpentenogen en troostende ogen. De ijzige ogen van Simonne  en de spleetogen van haar wormvormig aanhangsel. De bonvivant-ogen van Gerard.

     

    De komst van Serge maakte een einde aan de parade. Een priester die mij verloste in de ware zin van het woord! Bedankt Serge. Adrienne commandeerde met handgebaren. Tot mijn verwondering begreep ik alles.

    De kleine kerk zag, letterlijk en figuurlijk, zwart van het volk. Hier en daar een stipje grijs en bruin. Met één uitzondering: Pat in koninklijk wit. Zeer modieus. Heel zelfverzekerd. Witte kousen, witte schoenen, witte handschoenen. Solarium gebruind, zwaar opgemaakt gezicht. Felrode lippen, hoog opgestoken donker haar. Daarover een hoofddoek in ragfijn  wit kantwerk, kunstig gedrapeerd over de schouders. Evita van Brabant.

     

    Ze plaatste zich tussen Francis en mij en stak onmiddelllijk sissend van wal:

     ‘Je moest door de grond zinken van schaamte, schoft. Nog geen bloem voor ma. Je mocht zeker niet van madam Dries. Francis is er het hart van in. Je gaat het een en ander meemaken vandaag en morgen. Wacht maar.’

    Ik hield me zo afstandelijk mogelijk. Ik stond naast een kist met daarin een hol lichaam, dat in feite nooit enig warm contact met mij had gehad. Het enige bindmiddel was Francis geweest. Toen hoorde ik de zacht-zalvende stem van Serge:

     

    ‘We zijn hier allen om een diepbedroefde familie bij te staan. Doch vooral om een laatste en passende hulde te brengen aan de ons zeer dierbare Gerarda, Maria, Martha Vanbesien. Een vrouw, veel te goed en te braaf voor deze duistere wereld, die met de dag meer en meer geregeerd wordt door duivelse machtswellustigen. Een vrouw die leefde naar Gods woord. Een vrouw die uitverkoren was. Een kind van god.

    Ze heeft me ooit toevertrouwd dat ze in haar jeugd één grote droom had: de bruid van de Heer te mogen worden. Tussen droom en daad staat de uiteindelijke bestemming, dierbare parochianen. En God had Gerda voorbestemd om een liefhebbende en trouwe echtgenote te worden. Vooral een voorbeeldige moeder. Een moeder die de christelijke waarden aan haar zoon wist door te geven.

    Haar andere roeping beleefde zij hier in dit Huis van God, samen met haar vriendinnen. Samen beoefenden ze hier de deugden van zelfverloochening, naastenliefde en vertrouwen in de goedheid van elke mens. Ook vergiffenis schenken aan die medemens. Verdraagzaamheid tonen en begrip opbrengen voor het anders-zijn van elkeen.Het zou kunnen dat juist dit begrip en haar gekende hulpvaardigheid Gerda noodlottig werden. Ik vrees dat we de ware toedracht misschien nooit gaan kennen. Maar in elk gebed zullen wij, haar vriendinnen en ik, steeds onze geliefde zuster gedenken. Mag ik u daarom allen, beminde parochianen, vrienden en kennissen, uitnodigen om samen met het koor zingend te bidden, de tekst op pagina drie “De poorten gaan open, een ziel wordt verwacht.’

     

    Ik zag Francis voorzichtig in een broekzak tastten. Hij vouwde een biljet van 100 euro zo klein mogelijk op. Pat had twee briefjes van 50 heel demonstratief in de hand. Wat kregen we nu!  Die mis hier was toch gratis had Serge gezegd.

    Een lijkdrager, getraind in bedroefd kijken, kwam naast mij staan en stak discreet zijn rechterhand uit richting voet altaar, waar Serge en zijn collega’s hun opwachting maakten. Ik had geen flauw idee wat hij bedoelde.


    Wordt vervolgd



    Reageer (1)

    Inhoud blog
  • Zomaar
  • Liefst van hetzelfde laken een broek !
  • Kinderen of beestjes?
  • De duivel zit erop!
  • De nakomelingen van Boer Bavo
  • NJET
  • Ontmoetingen na bijna een halve eeuw
  • Olala
  • Op de vooravond van 21 juli...
  • 20-07-2009
  • 't Bakkerietje
  • Hilarische realiteit
  • Jammeren
  • A final curtain
  • Kamwielpaniek
  • Moederdagen
  • Impossible mais vrai!
  • Een zaterdagochtend
  • Omtrent Sarah en DeeDee.
  • Met de E van evolutie
  • In de nasleep van WO-lessen...
  • Mijn gedacht
  • Voor en spellen!
  • Smoelentrekkers
  • Titi is boos!
  • 't Groot Zot
  • Ik zie, ik zie...
  • Valentijn
  • Viva Leterme!
  • 18/12/2008
  • Voilà...
  • Sintje Merten in het land van Aalst
  • Vorstelijk eten.
  • Achtergesteld!
  • Voor mama

    Laatste commentaren
  • zeeppoeier-reclame (maart)
        op Wellustelingen 2
  • WO-16/05/2018 wordt het verhaal hernomen (maart)
        op Wellustelingen 1
  • sterk geschreven (maart)
        op Valentijn
  • paf (maart)
        op For every problem there's a solution...
  • Op wandel (Myette)
        op Zomaar
  • Levensverhalen (Joël)
        op Theomanistenclubje
  • kus (miekemuis en maatje)
        op Zomaar
  • Hoeraa... (ERnst)
        op Zomaar
  • Finalemente !!!!! (Chris (lilac))
        op Zomaar
  • Nogmaals ... (ERnst )
        op Liefst van hetzelfde laken een broek !
  • ....kus (miekemuis en maatje)
        op Liefst van hetzelfde laken een broek !
  • Jou ook... (jacqueline)
        op Liefst van hetzelfde laken een broek !
  • ? (miekemuis en maatje)
        op Kinderen of beestjes?
  • hallo titi, (redpoppy54)
        op Kinderen of beestjes?
  • Weet je Titi (thea)
        op Kinderen of beestjes?
  • Ja, (ERnst)
        op Kinderen of beestjes?
  • Grrrrr (Titi)
        op Kinderen of beestjes?
  • Hoi Titi (thea)
        op Kinderen of beestjes?
  • knuffel (miekemuis en maatje)
        op Kinderen of beestjes?
  • En ja... (ERnst)
        op De duivel zit erop!
  • dat mont er van (hercule)
        op De duivel zit erop!
  • weg en verdwenen (miekemuis en maatje)
        op De duivel zit erop!
  • varen ??? (Chris)
        op NJET
  • de slager (Chris)
        op 't Bakkerietje
  • Vele groetjes uit Zonhoven (sloefke)
        op De nakomelingen van Boer Bavo


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!