Een balhoofdplaatje is een logo van de fabrikant of het merk dat is aangebracht op de balhoofdbuis van een fietsframe. Balhoofdplaatjes werden al eind 19e eeuw toegepast en waren vaak gemaakt van metaal. Ter bevestiging aan de balhoofdbuis kunnen daarin nagels of schroeven zijn gebruikt. Bij moderne(re) fietsen kunnen tevens, al dan niet met lijm, balhoofdplaatjes van kunststof zijn aangebracht. Ook kan een balhoofdbuis voorzien zijn van een transfer/sticker.
ETABLISSEMENTS LE MAO FRERES / CYCLES ROOLD / ROOLD
Roold is een Bretoens fietsmerk uit Quimper, Frankrijk. Hun embleem op het merkplaatje was een eekhoorn
Het bedrijf was gevestigd in Quimper, een mooie kleine badplaats in NW Frankrijk en was als zodanig een van de weinige fietsfabrikanten in de regio. Niet al te ver ten noorden en ten zuiden van de monding van de Loire had je bedrijven als Stella en Gitane, waarvan het assortiment veel uitgebreider was dan dat van ROOLDS.
Toen het bedrijf net na WO1 voor het eerst actief werd, zou het zeer succesvol hebben gehandeld en een reeks utilitaire en sportfietsen aan het lokale publiek hebben geleverd, dat in een tijd waarin mensen de neiging hadden om lokaal geproduceerde goederen te kopen en landelijke distributiekanalen nog zeldzaam waren. Vermoedelijk heeft ARROW in de jaren 1960 de ROOLD-business overgenomen en de fietsen een minder 'regionale' naam gegeven. Er wordt verteld dat veel van de frames in de "standaardreeksen" werden geïmporteerd van fabrikanten uit St Etienne en mogelijks uit Remiremont in de Vogezen, maar dat bepaalde "topmodellen" toch ter plaatse werden gebouwd.
Het merk Motobloc, dat in de eerste helft van de jaren dertig van de vorige eeuw was verdwenen, dook in de jaren vijftig weer op.
Het tijdperk van Riva-Sport Industries
Hoewel de fabriek in Bordeaux niet volledig was uitgerust voor de productie van tweewielers, was ze perfect geschikt voor de massaproductie van motoren. Eind jaren veertig en begin jaren vijftig waren veel fietsfabrikanten op zoek naar een partner voor motoren. Dit gold ook voor SCCM in Vichy. Met de ondersteuning van de 44cc Motobloc-motor kwam het assortiment van de fabrikant uit Bordeaux tot bloei. SCCM en haar dochterondernemingen profiteerden van de reputatie van het merk uit Bordeaux en brachten hun bromfietsen op de markt onder de merknaam Motobloc, als aanvulling op het Riva-assortiment.
Samen ontwikkelden ze een revolutionair bromfietsontwerp met een motor in een laag buizenframe, gekoeld door een geforceerde luchtstroomtunnel. Het model heette de Sulky. Ondanks de duidelijke kwaliteiten wist het geen voet aan de grond te krijgen op een markt die ontwricht was door het vertrek van jongere generaties die in Algerije gingen vechten.
Riva- Sport cycles -" Le monde dans sa roue ". -- Société centrale de constructions mécanique (Comptoir bourbonnais du cycles), 14 à 18 Rue de Madrid, Vichy – Allier, France /Frankrijk.
Riva-Sport cycles------------ Cusset – Allier
SOCIETE CENTRALE DE CONSTRUCTIONS MECANIQUES / RIVA-SPORT / CYCLES RIVA-SPORT
Het was Louis Rivière uit Saint-Étienne die in 1944 ( andere bron vermeld 1941), in Vichy Riva Sport Industries oprichtte. Riva Sport produceerde onder andere Thomann-fietsen, gebruikt door Jean Robic, winnaar van de Tour de France van 1947, bromfietsen (Motobloc) en scooters (merken Sulky en Sporting). Het merk Riva Sport sponsorde van 1946 tot 1949 professionele wielrenners. Het shirt was marineblauw met oranje biezen.
In 1949 werden de RIVA-SPORT-fietsen geproduceerd door SCCM, NV, dat in 1949 een kapitaal van 40 miljoen frank had. In de moderne fabriek in Vichy werden niet alleen Riva-Sport-fietsen geproduceerd, maar ook Alphonse Thomann-fietsen... In 1949 bedroeg de maandelijkse productie ongeveer 3.000 exemplaren! Wat betreft de fietsen van Alphonse Thomann: Thomann bestond al vóór RIVA-SPORT, sinds de oprichting ervan in 1900. In 1950 bouwde Louis-Rivière een nieuwe fabriek (later overgenomen door Alzay en in 2007 vervangen door een gebouw) in Vichy, route d'Abrest. De directeuren waren de heren Peltier (algemeen directeur), Maisonneuve (fabrieksdirecteur) en Thomas (schoonzoon van L.E. Rivière). Het bedrijf had meer dan tweehonderdvijftig werknemers in dienst. Louis-Émile Rivière, goed geïntegreerd in de Vichy-kringen (voorzitter van Rotary), woonde in de beroemde "Venetiaanse villa" van architect Décoret aan de Rue de Belgique. Hij overleed in 1961 na de sluiting van de fabriek in 1958.
Pas begin jaren 2000 werd de voormalige Riva Sport-fabriek, die een industriële woestenij was geworden, gesloopt en vervangen door een woongebouw.
Het Riva-Sport-balhoofdplaatje stelt de wereldbol voor die in het voorwiel van een fiets is geplaatst. Balhoofdplaatje Riva-Milan identiek.
Arrow (...1998), cycles - fabriek rue Pierre Brossolette, later in de rue Nobel ---- Quimper -- France/Frankrijk
ARROW / CYCLI ARROW: Het merk Arrow verscheen in het wielerjaarboek van 1967. Het merk werd na de oorlog opgericht (volgens verschillende bronnen in 1946 of 1949..?). De fabriek van het rijwielmerk Arrow was gevestigd in de rue Brossolette ( later in de rue Nobel) te Quimper.
Wielerploeg:
De beroemdste renner die de kleuren (wit en rood) van de wielerploeg Arrow droeg was Joseph Morvan, bekend als “Job”, hij nam zes keer deel aan de Tour de France. Deze merken uit Quimper waren broedplaatsen voor kampioenen. Maar het was voor hen moeilijk om financieel te concurreren met de grote nationale fietsmerken. De meest getalenteerde jonge renners zetten hun carrière vaak voort bij die andere grotere fabrikanten. Dus Job Morvan begon bij Arrow, maar stapte vervolgens over naar het team Saint-Raphaël - Geminiani, in west Frankrijk. Op de wielertrui werd de merknaam Arrow doorboord door een pijl.
Stella ----Ets. Fonteneau fabricant de cycles & machines à coudre- 21 Chaussée de la Madeleine te Nantes - Loire Atlantique----- France/Frankrijk
Het verhaal begon in 1919 wanneer Pierre Fonteneau zijn fabriek oprichtte in Nantes, aan de Chaussée de la Madeleine
Stella was een merk die zich vooral in de wielrennerij onderscheidde, in 1948 werd Louison Bobet in het team aangenomen. Louison Bobet won onder andere zijn eerste twee Tours de France (1953 en 1954) op Stella-fietsen en zijn wereldkampioenschapstitel in 1954.Gekroond met deze glorie werden ze ingewijd als de fietsen van de kampioenen. Het professionele wielerteam werd in 1948 opgericht door Pierre Fonteneau. Hij was een perfectionistische ingenieur met een sterk karakter, een vakman verliefd op mooi vakmanschap, een autoritaire en visionaire baas wiens bedrijf de eeuwwisseling van de jaren 1970 niet overleefde. Ze werden het kleine team die de grootte wielerploegen van fietsfabrikanten zoals Gitane of Alcyon bang maakten. Stella had 12 renners, terwijl grote ploegen als Mercier er wel 30 konden hebben. De renners waren goed voorbereid, hadden een echte teamspirit en werkten echt voor elkaar. De goede uitslagen volgden zich op. Zonder de renners Guénard, Barbotin en Bobet zou Pierre Fonteneau een kleine fietsenfabrikant gebleven zijn.
Maar nu was Pierre Fonteneau niet langer tevreden zijn met de verkoop van Stella-fietsen in het Westen. Hij richtte zijn pijlen op Indochina en Algerije. Later zouden het de Verenigde Staten zijn. Hij zou de eerste zijn die in supermarkten verkocht, daarna in catalogi. Het was ook om zijn bedrijf te promoten dat Pierre Fonteneau besloot om in 1952 met zijn ploeg deel te nemen aan de Ronde van Algerije. Pierrot Barbotin was niet enthousiast om deel te nemen. Na twee koersen in Algiers en Oran, en voor de start van de ronde , nam de Stella agent hen mee naar een kleine haven waar ze oesters aten. De volgende dag kon Barbotin de eerste etappe, Algiers-Medea, niet uitrijden! Hij had een darmontsteking. Hij keerde terug naar Frankrijk, maar Fonteneau was woedend. Hij was ervan overtuigd dat Barbotin zonder reden had opgegeven... Hij wilde hem laten betalen voor het vliegticket voor de terugreis... Pierre Fonteneau was zeker niet de gemakkelijkste.
Het avontuur van het Stella-team eindigde in 1954. Bobet vertrok naar Mercier. Barbotin, naar Saint-Raphaël. Het was de tijd dat merken die niets met wielrennen te maken hadden begonnen investeren in wielerploegen. Martini contacteerde Fonteneau, maar hij weigerde. Samenwerken met iemand die niet uit de wielerwereld kwam was voor hem ondenkbaar. De "fietscouturier" Pierre Fonteneau bleef een ambachtsman in de nobele zin van het woord. Elke werknemer had zijn werkbank, de fietskaders werden gemaakt in de rue Laennec, en ze werden gemonteerd in de chaussée de la Madeleine. Deze productiemethode was niet aangepast aan de Amerikaanse markt, naar waar Stella in zijn hoogtijdagen 300 fietsen per jaar naar exporteerde. Het was een cruciale tijd, ze hadden naar een industriezone moeten verhuizen, geld moeten lenen om een fabriek te bouwen. Maar mijn Pierre sprak geen Engels, en is nooit naar de Verenigde Staten gegaan, hij had geen juridische en boekhoudkundige opleiding... Pierre Fonteneau was voor de techniek en de innovatie.
In de jaren 1950 rustte hij de fietsen van zijn renners uit met een versterkte achterbuis, dat was om prestatieverlies te voorkomen bij het trappen als een danser. Twee decennia later, in het ouderlijk appartement waar de eettafel als tekentafel gebruikt werd, stond hij om vijf uur 's ochtends op en maakte zijn echtgenote wakker met de woorden: “Ik heb het gevonden”.”Wat gevonden?” “De vouwfiets”. De plooifiets waarvan het stuur naar beneden werd geklapt en die in een koffer paste. De pocket-bi. Het was niet genoeg om het Stella-bedrijf te redden. Een Amerikaanse importeur deelde eind de jaren zeventig de genadeklap uit.
Weil------ WEIL-WERKE ---- Peter en Heinrich Weil------- Rödelheim-------------Duitsland
Het bedrijf werd in 1896 opgericht door de broers Peter en Heinrich Weil als "Peter Weil & Co.". De productie begon met negen medewerkers in een hal van 500 vierkante meter in Rödelheim. De fietsen, die daar uit losse onderdelen werden geassembleerd, werden verkocht onder de merknamen "Weil-Räder" en "Torpedo-Räder".
In 1906 begon de productie van typemachines, aanvankelijk met een model dat was overgenomen van het bedrijf Johann Völker & Co. uit Neu-Isenburg en dat continu verder werd ontwikkeld. De typemachines werden verkocht onder de naam Torpedo. Op 30 november 1921 werd Weil-Werke omgezet in een naamloze vennootschap. In 1927 werd het model Torpedo Standard uitgebracht, de eerste Duitse typemachine met segmentomschakeling. Dit model kon worden geleverd met wagens van verschillende lengtes. Sinds 1931 was het merendeel van de aandelen in Torpedo-Werke AG in handen van Remington Rand Inc., New York.
Naast typemachines bouwde Torpedo vanaf 1932 ook boekhoudmachines, met een mechanische rekeneenheid en automatische kaartlezers.
Vanaf 1938 werden fietsen geproduceerd in een nieuwe fabriek aan de Hanauer Landstraße, terwijl de productie van kantoormachines in Rödelheim bleef.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de fietsenfabriek in 1943 verwoest en de belangrijkste fabriek in Rödelheim in 1944 tijdens luchtaanvallen op Frankfurt am Main.
Na de oorlog werd de productie hervat op de locaties in Frankfurt, Alzenau en Groß-Karben. Het productassortiment omvatte motorfietsen en bromfietsen tot 175 cc, typemachines en fietsen. De motoren voor de motorfietsen werden geleverd door Fichtel & Sachs en Ilo.
Nadat het aantal werknemers in 1956 was gestegen tot 2200, raakte de markt voor fietsen en bromfietsen geleidelijk verzadigd en was het bedrijf niet langer concurrerend op het gebied van kantoormachines. De productie werd in 1967 stopgezet.
De Torpedo-vrijloopnaaf werd niet door Torpedo-Werke, maar door Fichtel & Sachs geproduceerd.
AROLD -------------- Halle a. S. -------------------- Duitsland
1926: Herbert Arold &Co. Groothandel (1926 fabricaat RIXE uit Brake )
Bron: Frank Papperitz
Halle (Saale), of kortweg Halle) is de tweede grootste stad van de Duitse deelstaat Saksen-Anhalt. Het is de zesde meest bevolkte stad in het gebied van het voormalige Oost-Duitsland.
Het merk Campus is een Duitse fietsenfabrikant dat officieel bekend staat als Campus Fahrräder GmbH, gevestigd in Forst, Duitsland.
Het bedrijf heeft een lange achtergrond in fietsproductie die teruggaat tot de jaren 1950 (toen nog onder een andere naam en merken).
Het bedrijf kan al terugkijken op een lange traditie in de productie van merkfietsen. Al in de jaren negentienvijftig produceerde het bedrijf in Bruchsal fietsen onder de bedrijfsnaam Begena. De bedrijfs- en merknaam Campus bestond toen nog niet. Begena-fietsen werden verkocht onder de merknaam "Turmberg". Jarenlang produceerde het bedrijf met succes allerlei soorten fietsen, totdat het management in de jaren tachtig de mountainbiketrend opmerkte . Om vanaf het begin marktaandeel in dit segment te verwerven, werd een nieuw merk genaamd Campus ontwikkeld en in de daaropvolgende jaren sterk uitgebreid.
Het bedrijf bestaat in zijn huidige vorm sinds 2007 onder leiding van Peter Gromer, Rolf Wollenweber en Horst Mandel. Sinds het begin van de jaren 2010 produceert het bedrijf ook e-bikes .
In april 2024 moesten 68 politiefietsen van de fietseenheid in Berlijn tijdelijk buiten gebruik worden gesteld om veiligheidsredenen. De onjuiste aanleg van remleidingen en versnellingskabels leidde tot een verhoogd risico op vallen.
Campus richt zich op stedelijke fietsen, trekkingfietsen en E-bikes — met nadruk op kwaliteit en personaliseerbare configuraties. De fietsen worden in het hoofdkantoor in Duitsland ontwikkeld en gemonteerd — en vaak geleverd via fietsenwinkels, niet rechtstreeks online.
Klanten in België vinden Campus soms terug via gespecialiseerde dealers (bijv. vermeld in fietsenmaker-directories met een Duitse contactadres).
Het bedrijf produceerde jarenlang fietsen voor de campagne van de stad Karlsruhe om studenten hun hoofdverblijfplaats te laten registreren. De fietsen werden verloot onder studenten die naar Karlsruhe kwamen om te studeren en daar hun hoofdverblijfplaats hadden ingeschreven. De rode fietsen van het bedrijf Campus, die voortkwamen uit deze loterij, zijn daarom een veelvoorkomend gezicht in veel delen van Karlsruhe.
DOMKRONE Circa 1965---- Hermann Becker (ook Becker) -- KÖLN/Keulen --- Duitsland.
Op het merkplaatje zien we de Dom van Keulen.
Locatie: Keulen (Köln), deelstaat Noord-Rijn-Westfalen (Nordrhein-Westfalen), Duitsland.
Naam: Dom van Keulen (NL), Kölner Dom (Duits). In het Duits heet het officieel Hohe Domkirche St. Peter und Maria.
De bouw werd gestart in 1248. In de 15e en 16e eeuw werd de bouw grotendeels stilgelegd wegens financiële en politieke redenen. Hervatting van de bouw begon in de 19e eeuw op basis van oorspronkelijke middeleeuwse plannen, en de kathedraal werd uiteindelijk afgerond in 1880. Dit betekent dat de bouw zich uitstrekte over meer dan 600 jaar — een van de langste bouwperioden in de Europese kathedraalgeschiedenis. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Dom beschadigd door bombardementen, maar bleef toch grotendeels gespaard vergeleken met de rest van de stad.
De merknaam OPTIMA komt ook voor in Frankrijk: Optima (..1922..), bicyclettes , tourisme , courses & dames. Charles Guillé & Cie. Magasin d'exposition Avenue de la Grande Armée à Paris.
Optima is het meervoud van het Latijnse woord optimum, wat “het beste” of “de beste toestand” betekent. Optima = de beste mogelijke waarden of omstandigheden.
……dit merk komt voor op een lijst van Belgische fietsfabrikanten en handelaars.
…… cette marque figure sur une liste de fabricants et de commerçants belges de vélos.
Favorit is ook de merknaam van het Tsjechoslowaakse bedrijf Favorit. Het merk was populair in Tsjechoslowakije vóór 1989. In 2011 werd het originele merk en de merkenrechten gekocht door de Slowaakse ondernemer Ing. Richard Galovič. Vanaf 2012–2014 startte de herlancering van Favorit-fietsen met een nieuwe collectie die de rijke traditie combineert met moderne technieken. Het logo en de diverse balhoofdplaatjes zijn anders dan het hier afgebeelde merkplaatje.
Ik ben Delameilleure Philippe
Ik ben een man en woon in Preshoekstraat 145 - 8510 Marke - België (België) en mijn beroep is Gepensioneerd.
Ik ben geboren op 27/09/1960 en ben nu dus 65 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wielrennen - Verzamelen van fietsmerkenplaatjes (balhoofdplaatjes) .